maandag 5 november 2012

De 'lichtsferen' in de Geestelijke Wereld deel 1

Zoals geschreven in het verhaal over de werelden van het ‘Licht’, moeten de zeven ‘Licht- of Zomerlandsferen’ hoofdzakelijk geplaatst worden binnen het niveau van de ‘vierde astrale dimensie’. Expliciet gesteld, de vierde van de zeven ‘Kosmische’ dimensies waarover al eerder uitvoerig geschreven is.  Deze zeven ‘Kosmische’ dimensies vertegenwoordigen tezamen het fysieke aspect van de schepping. Ook werd in het verhaal over de werelden van het ‘Licht’ gesteld, dat de ‘Licht- of Zomerlandsferen’ geen bepaald gebied in de Geestelijke Wereld betreft, maar dat deze ‘sferen’ uit oneindig veel verschillende ‘leefwerelden’ bestaan. Leefwerelden waarin degenen die daarin verkeren, zodanig harmoniëren met de ‘perceptie’ van de wereld die zij gezamenlijk geschapen hebben, dat zij elkaar in de ‘beeldvorming’ van die wereld aan kunnen vullen en gezamenlijk in stand kunnen houden. Met andere woorden: vertegenwoordigen de Zomerlandsferen ‘gedachteninterpretaties’ van leefwerelden, waar men op bepaalde ‘frequentieniveaus van energie’ zodanig met elkaar ‘harmonieert’, dat zij met elkaar het ‘beeld’ van de wereld die zij geschapen hebben aan kunnen vullen en collectief in stand kunnen houden. Engelen in de Geestelijke Wereld, begeleiden deze processen en zorgen voor de instandhouding van al deze werelden in het ‘Licht’.

Jozef Rulof
In de esoterische literatuur is er één mediamieke schrijver bekend, die destijds zeer gedetailleerd over al deze ‘Licht- en overige sferen’ in de Geestelijke Wereld geschreven heeft. Deze schrijver was destijds Jozef Rulof. Jozef Rulof leefde van 1898-1952 en werd destijds in ’s Heerenberg geboren, naderhand verhuisde hij naar Den Haag waar hij de rest van zijn leven woonde. Hij was zowel een nationaal als internationaal bekend ‘trancemedium’, die in trance talloze lezingen gaf die later te boek werden gesteld. Bovendien schilderde hij in trance honderden spirituele schilderijen, waarvan de symbolische voorstellingen (de één nog prachtiger en indrukwekkender dan de ander) getuigen van diepe ‘gevoelswaarden’, waarin in elk schilderij een bijzondere geestelijke boodschap besloten lag. In het onderstaande artikel zullen in chronologische volgorde de ‘Licht- en overige bedoelde sferen’ nader beschreven worden, waarbij de literatuur van Jozef Rulof als uitgangspunt en ‘inspiratiebron’ wordt gebruikt.

Daarbij moet aangetekend  worden dat (ondergetekende) mediamieke schrijver, weliswaar de literatuur van Jozef Rulof in grote lijnen weer zal geven, maar door de eigen mediamieke gave en de informatie die regelmatig bij het schrijven ‘door komt’, er veel ‘passages’ uit het oeuvre van Jozef Rulof nader verklaard, aangevuld of anders omschreven zullen worden. Maar dan wel op een wijze dat de literatuur van Jozef Rulof geen ‘geweld’ wordt aangedaan en dat de geestelijke boodschap die Jozef Rulof destijds naar buiten bracht ‘zuiver, oprecht en naar absolute waarheid’ verteld gaat worden, maar wel aangevuld met de informatie die ‘ondergetekende’ ter aanvulling op het ‘oeuvre’ van Jozef Rulof zelf van de Geestelijke Wereld  heeft ‘doorgekregen’. Daarnaast heeft ‘ondergetekende’ al gedurende zijn hele leven periodiek ‘contact’ met de Geestelijke Wereld en voelde zich door wijlen Jozef Rulof geïnspireerd en er toe ‘aangezet’, om zijn oeuvre op de wijze zoals het in deze en volgende artikelen wordt weergegeven, op te schrijven en naar eigen ‘inzicht en gevoel’ nader uiteen te zetten. Maar wel zodanig dat de geestelijke ‘boodschap’ zoals door Jozef Rulof destijds bedoeld is geweest, eerlijk en oprecht wordt weergeven.
 
In het oeuvre van Jozef Rulof wordt verteld hoe Jozef al op jonge leeftijd, door de Geestelijke Wereld tot schilderend, sprekend en schrijvend medium wordt ontwikkeld. Men vertelt hoe ‘Alcar’, de geestelijke  leider van Jozef die in de ‘lichtsferen’ leeft, met Jozef in contact komt. Jozef wordt door Alcar zover ontwikkeld, dat hij al gauw met de hulp van zijn leider bewuste ‘uittredingen’ uit zijn lichaam kan beleven. In uitgetreden toestand bezoekt Jozef Rulof samen met Alcar zowel de ‘duistere als de lichtende’ sferen in de Geestelijke Wereld. Eenmaal terug op Aarde wordt datgene wat in de ‘sferen’ beleefd is, op schrift gesteld. De literatuur vertelt hoe Jozef met Alcar voor het eerst de ‘sferen in het Licht’ bezoekt en vertelt er het volgende over:

De eerste ‘bestaanssfeer’.
‘Alcar en Jozef betreden tijdens een nachtelijke uittreding van Jozef Rulof de Geestelijke Werelden’. Eerst passeerden zij de ‘sferen’ op lagere etherische ‘frequentieniveaus’, die het dichtst in de buurt van de Aarde lagen en nog veel op Aardse werelden leken. Het zijn de werelden van wat men noemt in de ‘schemergebieden’ rond het Aardse oppervlak. Alcar en Jozef gingen steeds verder de eerste ‘bestaanssfeer’ in het ‘Licht’ tegemoet. Naar gelang zij verder gingen, veranderden ook de ‘sferen’, de landschappelijke verschijningsvormen en alles wat op lagere energieniveaus in deze werelden leeft. Langzaamaan omhoog bewegend, evolueerden alles van wat zij zagen in steeds ‘betere’ werelden, tot zij geleidelijk aan het ‘Licht’ naderde. De eerste lichtflitsen ‘schemerden’ reeds door, daarachter lag de eerste ‘bestaanssfeer’ in het ‘Licht’. Al gauw traden zij de eerste ‘bestaanssfeer’ binnen. Jozef zag mensen, huizen en gebouwen; veel woningen vertegenwoordigden kennelijk de ‘innerlijke’ afstemming van de bewoner die zij huisvestte. De schoonheid van de verschillende creaties ‘straalden’ in de omgeving en toonde de ‘liefde en de zorgvuldigheid’ waarmee zij geschapen waren.

Deze eerste sfeer in het ‘Licht’ leek nog op een wereld die men ook op Aarde aan zou kunnen treffen, maar dan wel in een bijpassende landschappelijke omgeving. De hemel was in deze eerste sfeer 'grijsachtig blauw' gekleurd. Verder deze wereld betredend zagen Jozef en Alcar gebouwen, die een verscheidenheid aan ‘architectonische’ stijlen vertegenwoordigden en waarvan sommige gebouwen van een uitzonderlijke ‘schoonheid’ waren. Al deze gebouwen hadden een bepaalde functie, doel en betekenis. Overal in het prachtige landschap van ‘bergen, bossen, velden, meren en waterpartijen’, stonden de (geestelijke) woningen van de bewoners die naar veel ‘gevoel, smaak en kracht’ geschapen waren. Alles was door ‘gedachtekracht’ gecreëerd en in ‘beeldvorming’ door de overige bewoners in de omgeving, in ‘kracht en waarde’ gedragen en geconsolideerd. Jozef zag opeens een groot gebouw, dat in ‘schoonheid en architectuur’ de andere gebouwen ver overtrof. Hij vroeg Alcar: wat betekent dat prachtige gebouw? Alcar vertelde: degenen die dat gebouw creëerden leven allen in een ‘hogere sfeer en afstemming’. Het gebouw behoort toe aan de ‘Kunst’ die in deze wereld bedreven wordt. Het is aan hen die dit gebouw bewonen, de ‘Kunst in het algemeen’ naar hogere niveaus van schoonheid en ‘afstemming’ te brengen.

Zoals je weet vertegenwoordigt een (geestelijke) woning of gebouw, de innerlijke toestand van het wezen die het geschapen heeft. Zij die dit gebouw ‘creëerden’ hebben allen een hogere geestelijke ‘afstemming’. Zij voelen en ervaren daardoor een hogere ‘Kunst’ en een mooiere architectuur. Al de gebouwen die je hier ziet werden dan ook door hen gecreëerd en worden door hen in stand gehouden. Dit geldt overigens voor alle ‘sferen’ in de Geestelijke Wereld. In deze eerste ‘bestaanssfeer’ in de Geestelijke Wereld, vinden we al ‘Kunstuitingen’ op een hoger gelegen tweede niveau van geestelijke ‘afstemming’. Als wij straks hogere ‘sferen’ gaan bezoeken, dan zal daar navenant ook hogere ‘Kunst’ te vinden zijn. In de vijfde ‘sfeer’ waar ik vertoef, kennen wij ‘Kunst’ uit de zesde ‘sfeer van het ‘Licht’, die net zoals hier door hogere entiteiten uit de ‘sferen’ onderhouden wordt. Dit vanwege het feit dat beide ‘sferen’ evenals hier, ‘energetisch’ met elkaar verbonden zijn. Het is als de ‘weerkaatsing’ van een hoger ‘Licht’, dat aanspoort om de ‘Kunst’ die men op dit niveau bedrijft, wat ‘Liefde en respect voor al het Leven’ inhoudt, in schone ‘Kunst’ tot uitdrukking wenst te brengen. Want alles is ‘Liefde’, niets anders dan Liefde, omdat liefde ‘Leven en Gevoel’ betekend en de mens naar zijn gevoel zal ‘scheppen’ en altijd naar zijn ‘intuïtie’ zal luisteren en naar gevoel zal blijven ‘scheppen’.

Jozef zag aan de voet van een berg, door veel ‘groen en mooie bloemen’ omgeven, veel entiteiten (geestelijke medebewoners) bijeen. In hun midden had kennelijk een ‘hoog geestelijk wezen' plaats genomen, die de aanwezigen toesprak. Op verre afstand konden Alcar en Jozef de hoge geestelijke ‘entiteit’ horen spreken. De entiteit die sprak, was een entiteit van ‘middelbare’ leeftijd en droeg een bijzonder geestelijk gewaad. Broeders, sprak de entiteit: eens leefden wij allen op Aarde en wisten niets van dit leven in deze Geestelijke Wereld af.  Thans is ons veel meer duidelijk. Wij kennen hier geen ‘haat, afgunst of agressie’. Hier in deze wereld zijn wij ‘Een’ en kennen wij maar één ‘Vader’, een ‘Vader’ van Liefde. Jezus Christus heeft ons onze ‘Vader’ leren kennen. En wat is het mooi om ‘Lief’ te hebben en voor anderen iets te kunnen betekenen. Hoe zouden wij anderen kunnen helpen, die op welke manier dan ook in ‘nood’ verkeren? Daal af broeders en zusters, daal af in de ‘duistere’ gebieden in de Geestelijke Wereld! Daar waar mogelijk ook uw ‘dierbaren’ of verwanten leven, zij hebben uw hulp nodig! Het is de weg die anderen volgden, die mogelijk ook één van ons volgden en die wij ook te volgen hebben. Hoort u hen niet roepen? Wie niet voor anderen leeft, evolueert ook aan deze zijde niet! Wie wacht, leeft niet, het zijn daar in het ‘duister’ levende doden. Ik roep u allen hen te helpen en hen de weg naar het ‘Licht’ te wijzen. Vol ‘vuur’ sprak de hoge entiteit verder, maar Jozef en Alcar besloten om verder te gaan, waarna zij zich verwijderden.

Je ziet Jozef, zei Alcar, dat men ook aan deze zijde van de Geestelijke Wereld de mens moet aansporen, om voor anderen iets te kunnen betekenen. In de hogere tweede ‘sfeer’ van het ‘Licht’ is deze nadrukkelijke ‘aansporing’ niet meer zo noodzakelijk. Daar kent men de ‘taak’, die men opgedragen wordt. Alleen door ‘daden’, maar dan ook alleen door ‘daden’ wordt een geestelijke ‘woning’ betrokken. Alles zal ‘stralen’, wanneer men innerlijk de ‘kracht’ gaat verwerven, anderen te helpen en van dienst te kunnen zijn. In iedere geestelijke toestand die ik je straks zal laten zien, ligt deze waarheid. De mens op Aarde roep ik toe: begin nu! Wacht niet tot men hier in de Geestelijke Wereld aankomt, wat u zich op Aarde al eigen heeft gemaakt, hoeft u aan deze zijde niet meer eigen te maken! Ieder mens op Aarde schept door zijn daden de ‘taak’ die men mogelijkerwijs in de Geestelijke Wereld gaat vervullen. Wie zijn ‘taak’ en zijn waarachtige ‘Zijn’ op Aarde niet voelt, leeft niet daadwerkelijk en zal geestelijk eerst moeten ‘ontwaken’. Doch dit kan voor velen lang duren en daarom komen wij vanuit de Geestelijke Wereld naar de Aarde, om de ‘blinde mens’ duidelijk te maken dat zij onze ‘weg’ te volgen hebben.

De Geestelijke Wereld der dieren.
Alcar, daar loopt een hond, riep Jozef verschrikt! Dat heb je goed gezien Jozef, waarom zouden wij in de Geestelijke Wereld geen dieren mogen hebben? Zijn juist de dieren niet onze aller beste vrienden? Ook in de Geestelijke Wereld zijn wij tezamen Jozef!. In ‘Liefde’ zijn mens en dier ‘Een’. Alles is leven en het ene ‘intelligente’ leven kan zich met het andere intelligente leven verbinden. Leven de dieren dan ook in deze eerste geestelijke ‘bestaanssfeer’, vroeg Jozef. Nee Jozef, zij leven in een eigen wereld van geestelijke ‘afstemming’, die met hun eigen geestelijke toestand overeenkomt. Weliswaar is dat wel het energieniveau van de eerste ‘sfeer’ in het ‘Licht’, maar dan wel in de daarvoor door ‘Engelen’ gecreëerde ‘dierenwereld’. Je moet dat voorstellen als een apart hemellichaam speciaal voor dieren, met land, zeeën, rivieren en meren. De Geestelijke Wereld kent naast het fysieke universum, namelijk ook een 'geestelijk of etherisch' universum met een aparte planetaire constellatie. Op een van die planeten leeft dan alleen de dierenwereld. In  deze geestelijke ‘dierenwereld’ leven alle hogere diersoorten, die er ook op Aarde leven, maar dan in volslagen harmonie bij elkaar. Ook op Aarde had ik een klein hondje, waar ik erg gehecht aan was, zei Alcar. Het diertje is overleden en hier zie ik het hondje terug wanneer ik daar behoefte aan heb. Ook dieren doorlopen een ‘incarnatiecyclus’, maar in de vriendschap en de herinnering aan bepaalde mensen, speelt waarachtige ‘Liefde’ een doorslaggevende rol. Dat werkt bij dieren namelijk anders dan bij mensen. Een dier vergeet het ‘baasje’ niet waarmee het ooit een ‘liefdesband’ heeft gehad. Wanneer ik mijn hondje wil zien, roep ik het tot mij. Het dier ‘voelt’ in zijn leefomgeving het hoger afgestemde wezen, die hem roept. Leven zij allen dus in één ‘sfeer’? Ja Jozef zoals ik al zei, zij allen leven in één en dezelfde geestelijke sfeer. Een wereld die daarvoor door de allerhoogste 'Engelen', op het eerste 'bestaansniveau' in het 'Morgenland' speciaal is geschapen. Hoe komt een dier dan hier heen vroeg Jozef? Waar ik ook ben Jozef, maar dan uiteraard wel vanaf het eerste energieniveau in het ‘Licht’, kan ik mij met de dieren verbinden. Dit alles geschiedt doormiddel van ‘mijn Wil en sterke Gedachtenconcentratie’.

Is het dier ook aan geestelijke ‘wetten’ gebonden, vroeg Jozef? Jazeker Jozef, maar het is zich daar niet van bewust. Maar het dier heeft een veel scherpere ‘intuïtie’ dan de mens. Wanneer het baasje dat hij ooit heeft gehad hem geestelijk roept, ook al is het dier meerdere ‘incarnaties’ verder, dan komt hij door waarachtige ‘Liefde’ gedreven naar het oorspronkelijke ‘baasje’ toe. Een dier dat overlijdt heeft maar één geestelijke ‘afstemming’ en dat is de dierenwereld die ik net beschreven heb. Overigens zijn dieren ook aan een geestelijke ‘evolutie’ gebonden Jozef, na elk leven verkrijgt een dier weer een iets hogere ‘energiefrequentie’. Een ‘energiefrequentie’ die aan een ‘groepsziel’ gebonden is. Dat kan in de geestelijke ‘dierenwereld’ veel verschillende diersoorten bij elkaar zijn, maar dan wel van het zelfde ‘frequentieniveau’. Dit is niet anders dan bij de mens, maar dat speelt bij de mens dan alleen af op de zeer hoge ‘frequentieniveaus’ in de Geestelijke Wereld*. Een energiefrequentie op het goddelijke niveau in het ‘Licht’, maar dat is een ander verhaal Jozef, dat ik je ooit nog wel eens vertel. Kijk Jozef zei Alcar, daar is mijn hondje!. Op een tiental meters van Alcar af kwam een langharig hondje aangelopen, dat al blaffend zijn ‘meester’ tegemoet sprong. Jozef kon zijn eigen ogen niet geloven! Wat ‘lief’ Alcar!! Hoe groot is wel niet de waarachtige ‘Liefde’, hoe groot is God om dit de mens te mogen schenken, zei Jozef!! Velen zullen gelukkig zijn Jozef, als zij op Aarde dit al zouden weten. Het hondje ‘jankte en blafte’ van geluk. Tranen van geluk en blijdschap kwamen in de ogen van Jozef, bij dit mooie en liefdevolle tafereel. Alcar zei: dit is reine’, zuivere ‘Liefde’ Jozef. Daar mogen wij God dankbaar voor zijn, dat dit bestaat.

Alcar zei, kom we gaan verder, mijn hondje zal ons enige tijd vergezellen totdat wij deze eerste ‘bestaanssfeer’ zullen verlaten. Ik kan op deze wijze verscheidene dieren ‘tot mij roepen’, wanneer ik mij in ‘Liefde’ met hen wil verbinden. Toch geen ‘wilde’ dieren, vroeg Jozef? Alcar lachte, welk dier ook ‘overgaat’ en in de geestelijke wereld der dieren aan zal komen, is vanaf zijn ‘overgang’ geen wild dier meer. Alle dieren leven in harmonie en absolute vrede met elkaar. De geestelijke wereld der dieren, die door de ‘Engelen’ op dit eerste bestaansniveau in het ‘Licht’ is gecreëerd, is een wereld op zich. Een wereld met een onvoorstelbaar mooi landschap en een ongerepte natuur van een wonderbaarlijke schoonheid. Mensen wonen hier niet. Doch een ieder die in het ‘Licht’ verkeert kan in oprechte ‘liefde’, zich met welk dier dan ook verbinden en het dier tijdelijk naar zijn eigen ‘leefomgeving’ overbrengen. Je zei al eerder dat het dier ook geestelijk evolueert, vroeg Jozef? Jazeker zei Alcar, maar het blijft in de ‘dierlijke’ afstemming tot het hoogste ‘energieniveau’ in zijn wereld is bereikt. Daarna evolueert het dier naar een hoger niveau van intelligent leven, maar daar vertel ik je nog wel eens over. Hoe keert jouw hondje weer terug naar zijn eigen wereld Alcar, vroeg Jozef? Dat zal ik je laten zien, alles heeft in deze wereld met ‘gedachteconcentratie’ en met sterke ‘wil’ te maken. Mijn hondje zal mij gehoorzamen, omdat het mijn ‘wil’ voelt en mijn gedachten oppakt. Alcar sprak, kom lief diertje, we moeten scheiden. Je zult heen moeten gaan. Jozef merkte dat het hondje graag wilde blijven, maar toch ging het hondje heen. Het dier werd als een ‘waas’ en Jozef zag het hondje voor zijn ogen ‘oplossen’. Mijn hondje is nu weer in zijn eigen ‘leefwereld’, zei Alcar. Zijn herinnering aan ons contact zal nog even in zijn geheugen blijven bestaan, totdat hij zich in zijn eigen leefomgeving weer prettig voelt. Hij voelt dat wij door ‘Liefde’ altijd weer tot elkander kunnen komen.  Dus dat accepteert hij, zonder dat het dier dat kan beredeneren. 

Het Morgen- en Zomerland.
Kijk Jozef, zei Alcar, de sferen van het ‘licht’ bestaan hier in de Geestelijke Wereld uit zeven verschillende ‘sferen’, ofwel zeven niveaus van ‘energie’. Elke ‘sfeer’ vertegenwoordigt een eigen ‘hoofdtrillingsgetal’, energiefrequentie genoemd. Alles zowel op Aarde als in de Geestelijke Wereld bestaat uit energie (trillingsfrequentie), dat in een ‘trillingsgetal’ tot uitdrukking wordt gebracht. Elke sfeer in het ‘Licht’ heeft een eigen trillingsfrequentie, ofwel een eigen ‘energiefrequentie’ niveau. Dat maakt dat men niet zomaar van de ene sfeer naar de andere sfeer kunt gaan. Daarvoor dient men de eigen ‘energiefrequentie’ te verhogen. Aan de verhoging van de eigen ‘energiefrequentie’ ligt onder andere: ‘de Zielehoogte, de geestelijke Afstemming en de ‘Liefde’ die men vertegenwoordigt (en zo mogelijk in daden weet om te zetten) ten grondslag. Nu bestaan de eerste drie sferen in het ‘Licht’ uit het ‘Morgenland’ en de hogere vier sferen uit het ‘Zomerland’. Het ‘Morgenland’ noemen wij als geestelijke bestaanssferen, de 'Louteringssferen' en zijn bedoeld als overgangssferen naar het ‘Zomerland’. Het ‘Zomerland’ zijn de ‘engelensferen op Geestelijke Afstemming’ en vertegenwoordigen het waarachtige 'Geestelijke Licht’, zoals dat hier in de Geestelijke Wereld wordt bedoeld. De drie sferen in het ‘Morgenland’ vertegenwoordigen de sferen van ‘evaluatie, gewenning en acclimatisering’. Een ieder komt na het overlijden, al naar gelang zijn eigen afstemming en ‘energiefrequentie’, eerst in één van deze drie sferen van het ‘Morgenland’ terecht. Voordat men naar het ‘Zomerland’ door kan gaan. Men dient namelijk eerst de 'fysiologische' omstandigheden in de Geestelijke Wereld zich ‘eigen te maken', voordat men de ware Geestelijke Gebieden kan betreden. Tenslotte zijn de Geestelijke Werelden 'energetische' werelden, waar sterke 'gedachtenconcentratie' al voldoende is, om iets in de realiteit van deze werelden tot stand te laten komen. Met sterke 'gedachtenconcentratie en een sterke wil' kan men hier van alles bereiken. Men reist hier dan ook doormiddel van 'gedachtenconcentratie en een sterke wil' met de snelheid van het 'licht' en legt men in een 'flits' astronomische afstanden af. Daardoor kan men dan ook in een 'oogwenk' bij dierbaren in de fysieke wereld op Aarde zijn. Om dezelfde reden vangen wij in de Geestelijke Wereld sterke 'gedachten en gevoelens' van achtergebleven 'dierbaren' op en zijn indien noodzakelijk, weer in een 'flits' bij hun terug om hen zonodig geestelijk 'bij te staan of te ondersteunen'.

Nu wat de dieren betreft; al naar gelang de ‘liefdesband’ die men met een bepaald dier heeft opgebouwd, men zelf één van de werelden in het ‘Morgenland’ heeft betreden en men de ‘gedactenconcentratie en de wil’ op kan brengen om zich met het geliefde dier in zijn eigen ‘leefomgeving’ te kunnen verbinden, bestaat de mogelijkheid om het dier ‘tijdelijk’ naar de eigen leefomgeving in het ‘Morgenland’ over te brengen. Verscheidene zielen die na het ‘overlijden’ in de eerste drie ‘louteringssferen’ verblijven, kiezen hiervoor en leven gezamenlijk met hun geliefde ‘huisdier’ nog een poosje in het ‘Morgenland’. Wanneer men uiteindelijk naar het ‘Zomerland’ gaat, wordt het vanwege het ‘energiefrequentie’ niveau in deze hogere sferen, onmogelijk om het geliefde dier daar bij zich te kunnen houden. Dit is ook ‘geestelijk’ niet de bedoeling, aangezien het dier zijn eigen ‘evolutie- en incarnatiecyclus’ heeft te doorlopen en aan zijn eigen geestelijke ‘wetten’ is gebonden. Bovendien leeft het dier in zijn eigen geestelijke ‘dierenwereld’, in zijn natuurlijke ‘habitat’ en in zijn eigen ‘dierenparadijs’. Waar het dier uiteindelijk het ‘gelukkigst’ is. Vandaar Jozef, dat men hier en daar mensen of ‘entiteiten’ ziet lopen, die met hun geliefde huisdier aan het wandelen zijn of met hun huisdier samenleven. Maar de bedoeling is, dat dit allemaal tijdelijke aangelegenheden zijn. Tenslotte moet zowel de mens als het dier zich geestelijk verder kunnen ontwikkelen.



*Zie het verhaal over de zeven niveaus van bewustzijn.


Inspiratie: literatuur Jozef Rulof./Persoonlijke doorgeving.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten