woensdag 20 februari 2013

Lijden, ziek zijn en sterven. Derde deel



Wat vooraf ging.

Lijden, we  hebben er allemaal vroeg of laat mee te maken. Soms al heel vroeg, wanneer we in onze jeugd bijvoorbeeld niet de liefde en aandacht hebben gehad, die ieder kind zo dringend nodig heeft om later een gelukkig en evenwichtig leven te kunnen leiden. Soms komt lijden pas heel laat, als na een goed en gelukkig leven de oude dag met allerlei gebreken komt en ons mooie leven ineens verandert in een scenario van een eindeloos ziekbed. Of nog erger, voor sommigen een ziekbed met ondragelijk en uitzichtloos lijden. En al die jaren tussen jeugd en ouderdom kunnen ons allerlei vormen van lijden overkomen: ‘ongelukken, depressies, ruzie, tegenslagen op het werk, overlijden van dierbaren, ernstige ziektes, etc., etc. Maar gelukkig is er naast leed ook veel lichamelijk en geestelijk welzijn. Geen enkel leven is alleen maar ‘kommer en kwel’ en ook geen enkel leven verloopt altijd maar ‘rimpelloos’. Maar soms lijkt het allemaal zo oneerlijk verdeeld. Doch soms praten we onszelf ook wel lijden aan. Een oud spreekwoord zegt: ‘de mens lijdt vaak het meest door het lijden dat hij vreest en dat uiteindelijk niet op komt dagen. Zo heeft hij meer te dragen dan God te dragen geeft’. Maar wat betekent lijden eigenlijk nog meer?

Sedatieve pijnbestrijding om het lijden te verzachten.

Grijpt men door toepassing van sedatieve (pijnstillend) middelen ook in op het ‘levenskarma’ van de persoon in kwestie, is een vraag die sommigen zichzelf stellen? Het antwoordt is complex en in feite voor meerdere uitleg vatbaar. Velen zijn destijds in de Geestelijke Wereld bewust betrokken geweest bij de keuze van hun incarnatie op Aarde. Wanneer de mens zijn keuze van incarnatie als een strikt ‘natuurlijk’ gegeven ziet, iets dat hoort bij de natuur zoals alle wezens natuurlijke wezens zijn, zou men kunnen zeggen dat al het kunstmatig ingrijpen in welke vorm dan ook onnatuurlijk is.  Doch de mens die vanuit zijn rationele denken veel technische mogelijkheden heeft ontwikkeld, om het leven te verlengen of te verkorten, draagt daardoor ook de verantwoordelijkheden. De verantwoordelijkheid voor medisch ingrijpen in welke vorm dan ook ligt bij de mens zelf.  Uiteindelijk leidt alles tot ‘oorzaak en gevolg’. Wanneer een bepaalde ziekte is ontstaan, is deze ook ‘karmisch’ vastgelegd. Of deze ziekte nu erfelijk is, door een ongeval gekomen, of door een verkeerde levenshouding is ontstaan, alles heeft een ‘oorzaak en gevolg’. Wat dat betreft zou het ‘levenskarma’ tot het einde toe ‘doorleefd’ moeten worden. Maar wanneer men een groot deel van het ‘karma’ heeft doorleefd en de laatste stap tijdens de fase van het lijden niet, dan ligt het geheel aan de verantwoordelijkheid van de mens, die ‘karmisch’ in het leven ingrijpt.  In dat opzicht heeft alles een ‘oorzaak en gevolg’. In die zin zou men de ‘karmische’ angst voor pijn in een volgend leven bijvoorbeeld weer tegen kunnen komen. Men zou ook de ‘karmische’ angst voor de dood in een volgend leven weer tegen kunnen komen, om daarmee te leren omgaan. Dit alles niet als straf, maar allemaal in de vorm van geestelijke ervaring. Tenslotte brengen alle handelingen ‘oorzaken en gevolgen’ met zich mee. De Geestelijke Wereld zelf oordeelt of veroordeeld hier nooit over. Slechts de mens is  verantwoordelijk voor alles wat hij doet.

Lijden door gemis aan ‘levenskwaliteit’.

Bij veel ouderen op leeftijd ontbreekt vaak de ‘wil en de zin’ om te leven, vanwege het  gemis aan ‘levenskwaliteit’. Wat betekent dit esoterisch voor degenen die dit moeten ondergaan? Niemand ontkomt er echter aan dat men bij het ouder worden fysiek wat minder wordt, dat de lichamelijke energie geleidelijk in kracht af zal nemen. Daarentegen neemt de ‘geestelijke energie’ bij het ouder worden, deels door levenservaring, kennis en inzicht en deels doordat men in rustiger vaarwateren komt, vaak wel toe. Het gevoel fysiek min of meer ‘weg te kwijnen’ is bij hogere leeftijd een natuurlijk proces, waardoor juist het ‘licht’ vaak in kracht toe kan nemen en men esoterisch gezien, een steeds betere verbinding wordt tussen het ‘licht, de materie en de aarde’. Uiteindelijk zal men dan na het overlijden  gemakkelijker over kunnen gaan naar het ‘licht’. Wanneer men daarentegen nog in de ‘kracht van het leven’ plotseling wordt weggerukt, door een ongeval of wat dan ook, dan zal het energetisch veld (aura) van de betrokkene nog zoveel levenskracht bezitten, dat er vaak nog lange tijd een ‘etherisch dubbel’(schil) van de persoon in kwestie zich op Aarde blijft manifesteren. Dit omdat er op natuurlijke wijze geen ‘tweede dood’ plaats heeft kunnen vinden en de ziel zich niet op een normale wijze uit het leven terug heeft kunnen trekken. Als men dan later op een bekende plaats van de overledene vertoeft, zal men deze onder bepaalde omstandigheden vaak nog waar kunnen nemen als ‘geestverschijning’. Doch wanneer men oud geworden is en langzamerhand de ‘levensenergie’ opgesoupeerd heeft, dan zal bij een natuurlijk overlijden de ziel op een normale manier het lichaam kunnen verlaten, waardoor er van een achtergebleven ‘schil’ niet of nauwelijks sprake hoeft te zijn. Tenzij de persoon in kwestie te ‘grofstoffelijk en te aard gebonden’ is, zodat er op een normale manier geen ‘tweede dood’ plaats heeft kunnen vinden. Maar het natuurlijk proces van overlijden is een proces, zoals dat bedoeld is voor de mens om over te kunnen gaan naar het ‘licht’. Daar hoort nu eenmaal het fysiek minder worden en het zogenaamde gevoel van gemis aan ‘levenskwaliteit’ bij, dit als een natuurlijk gegeven van het ouder worden. Doch door de vaak nog sterk aanwezige ‘levenskracht’, zou dan op een meer immateriële wijze invulling aan het leven gegeven moeten worden.      

Het sterven.

Een ieder zal ooit door de lichamelijke toestand waarin men komt te verkeren, moeten accepteren dat men vroeg of laat het leven weer zal moeten verlaten. Moeten accepteren dat men weer terug zal moeten gaan naar de ‘bron’ van waaruit men geestelijk vandaan gekomen is en men fysiek weer één zal zijn met de aarde. Wanneer men niet begrepen heeft dat men in dit leven in ‘geestelijke’ zin zich verder kon ontwikkelen, om daarna mentaal ‘verrijkt’ weer terug te kunnen keren naar de wereld vanwaar men ooit gekomen is, dan zal men zich steeds verder willen hechten aan het leven en zich nog vaster willen grijpen in de materie. Dan wil men onder alle omstandigheden blijven leven, ook al heeft men een zeer respectabele leeftijd bereikt. Dit is de fout die velen maken, die weigeren het leven los te willen laten. Zogenaamd ‘positief’ te willen denken als mogelijkheid om nog langer te blijven leven, zich daardoor nog vaster te willen grijpen in de materie, is in wezen nooit echt positief. Het heeft een negatieve bijbedoeling. Maar om zich positief op het ‘innerlijk’ te richten en te accepteren dat het leven een ‘leerschool’ is en dat aan alles een einde komt, is uiteindelijk wel positief. Om zich van daaruit te richten op een voortzetting van het leven, maar dan op een andere manier en in een meer ‘geestelijke’ hoedanigheid. Zich daarnaast ook positief te richten naar een toekomst van de mensheid, waarin de mensheid zichzelf een kans mag geven om in vrede en harmonie met elkaar te kunnen leven, is een waarlijke positieve levenshouding. Een positieve levenshouding die men de mensheid en de wereld  van harte gunt, maar waar men aan het einde van het leven zelf niet meer aan deel zal kunnen nemen. Dat is de positiviteit die gericht is op de energie van het komende ‘Aquarius’ tijdperk, waarin wij inmiddels al zijn binnengetreden en een nieuw ‘Goddelijk’ plan voor de mensheid zich geleidelijk aan zal openbaren. De mens die zich echter flexibel opstelt en zich in vertrouwen over geeft aan dat wat komen gaat, zal ook het eigen leven met een gerust hart ‘los kunnen laten’ en de ‘geestelijke’ toekomst met vertrouwen tegemoet kunnen zien.

Begeleiding in de terminale fase.

Wanneer een persoon bij het sterven begeleid wordt door iemand die bekend is met het esoterisch gedachtegoed, dan zou het mooi zijn als de stervende door ‘spiritueel inzicht’ getroost zou kunnen worden in zijn of haar lijden. Evenzo ook de directe nabestaanden. Men kan de betrokkenen inlichten over het te verwachten ‘weerzien’ met verwanten die zijn voorgegaan, over de dood als een ‘geboorte’ in de kosmos en vanuit het esoterisch principe  laten inzien, dat de dood beslist geen einde is maar een nieuw begin. Men kan vertellen dat  ook na de dood er tot op zekere hoogte nog een verbinding met dierbaren kan blijven bestaan, door naderhand veel ‘liefde en licht’ te zenden en te laten voelen dat men het beste met hen voor heeft en de nabestaanden zeker niet zal vergeten. Men kan de stervende vertellen, de dood niet als een onrecht te ervaren, maar door te accepteren dat de dood nu eenmaal bij het leven hoort en dat er na de dood weer nieuwe ‘kansen’ voor verdere geestelijke ontwikkeling gecreëerd zullen worden. Maar vooral de stervende te laten inzien het tastbare op Aarde los te laten en te laten begrijpen, dat het geestelijk leven in ‘licht en vreugde’ verder kan gaan. Te laten begrijpen dat er altijd een verbinding van ‘liefde’ blijft bestaan met degenen op Aarde waar men een oprechte band mee had. En dat men dat met ‘warmte en liefde’ kan laten voelen.

Elkaar beloftes doen voor na de dood.

Als een ‘geest’ eenmaal in het ‘licht’ is opgenomen, dan zal hij of zij geen haat, rancune, boosheid, verdriet of emoties van welke aard dan ook nog gaan vertonen. In het ‘licht’ is men eenmaal ontdaan van alle ‘aardse’ beperkingen, tekortkomingen en van al die zaken waar men zich in het voorbije leven zoal mee bezig hield. Men zal dan gaan begrijpen waarom bepaalde beloftes of afspraken, die men op ‘aards’ niveau heeft gedaan, vanuit het ‘licht’ niet nagekomen kunnen worden. Men zal inzien dat bepaalde voornemens of afspraken van nabestaanden, die door omstandigheden niet nageleefd kunnen worden, vanuit het ‘licht’ altijd vergeven zullen worden. Beloften, afspraken of voornemens, die op ‘aards’ niveau gegeven zijn, hebben in de ‘kosmos’ geen enkele betekenis. Op ‘aards’ niveau maakt men afspraken met het verstand en het inzicht dat men op dat moment heeft. Doch vanuit ‘kosmische’ wetmatigheid gelden er andere ‘richtlijnen’, die niet te vergelijken zijn met de rationele opvattingen die men er eerder op na hield. Zo zal bijvoorbeeld de belofte om altijd het graf van een dierbare schoon en mooi verzorgd te houden, vanuit de ‘kosmos’ weinig betekenis hebben, ook niet als men dat niet zou doen. Men zal juist het gevoel van vergeving aan de persoon willen schenken die het nalaat, enkel om duidelijk te maken dat men ‘kosmisch’ gezien aan dit soort zaken geen waarde hecht. Materiële vormen en beloftes, of het nu over erfeniskwesties gaat of over andere materiële zaken in welke vorm dan ook, kennen in de ‘kosmos’ geen enkele waarde. Veelal wegen zaken als haat en nijd, teleurstelling, jaloezie, pijn en verdriet en al wat dies meer zij, zwaar op de schouders van de  nabestaanden. Nabestaanden die nodeloos lijden aan een gevoel van schuld ten opzichte van de overledene, terwijl de geest van de overledene als ‘lichtwezen’ allang en breed afstand heeft genomen van al deze ‘aardse’ zaken en zich vanuit het ‘licht’ hier beslist niet mee bezig zal houden. Daarentegen zullen slechts ‘liefde, medeleven en vergeving’ de immateriële zaken zijn, die een ‘lichtwezen’ ten alle tijden als ‘gevoel’ aan de nabestaanden over zal proberen te brengen.         

De houding van nabestaanden ten aanzien van overledenen.

Vanzelfsprekend zal de verbinding die men voelt naar een overleden dierbare, als plezierig  ervaren worden als men in gedachten het gevoel uitzendt, dat het hem goed mag gaan. Als men vraagt om het juiste te doen en om het juiste inzicht te krijgen in bepaalde keuzes, dan zal het ‘lichtwezen’ daar zeker aan mee gaan werken. Het is zeker niet zo dat wanneer iemand overleden is, hoe dierbaar men deze persoon ook heeft gehad, men voor de geliefde nabestaande het leven kan bepalen. Doch bepaalde hulp kan wel geboden worden, wanneer men zelf in staat is goed naar de intuïtie te luisteren en de impulsen vanuit de kosmos, vanuit het ‘lichtwezen’ goed op te kunnen vangen. Maar men moet het aardse leven en alles daarom heen wel zelf leven en realiseren. Men kan vanuit de kosmos het leven van een nabestaande niet ‘sturen’, hoe goed het contact destijds ook is geweest. Men zal hoe dan ook het eigen leven zelf moet leven en men blijft zelf verantwoordelijk voor de keuzes die men in het leven maakt.   

Wat is de betekenis van de ‘windvlaag’ die sommigen bij een stervensproces ervaren.

De zogenaamde tocht, windvlaag of het plotselinge temperatuur verschil die men soms bij een stervende voelt, heeft te maken met het veranderen van het energieveld van de persoon in kwestie en het verplaatsen van energieën rond de stervende. De verschuiving van energiefrequentie kan men ook voelen in temperatuurwisseling, energieprikkels of door lichte ‘tintelingen’ op de huid, als een geestelijke entiteit een bezoek brengt aan u. Hetzelfde kan gebeuren doordat men plotseling het idee heeft ‘spinrag of een spinnetje’ op het voorhoofd of op de huid te voelen, dit zogenaamde ‘spinning’ is eveneens een signaal van een geestelijke ‘groet’ bij een bezoek aan u. Ook klopgeluiden in de vorm van korte felle tikjes tegen ‘glas, een lamp, hout, metaal of een aanwezig elektrisch apparaat’, de zogenaamde ‘rappings’ kunnen signalen zijn van een bezoek aan nabestaanden op aarde. Dezelfde energiefrequenties vinden dus ook plaats als begeleidende ‘intelligenties’ zich aan iemand verbinden die stervende is, waardoor hij of zij als ‘bewuste’ geest over geholpen kan worden naar de geestelijke ‘sfeer’ waarin hij of zij thuishoort. De plotselinge verschuiving of verplaatsing van energie betekent, dat het een bevestiging is van het vrijkomen van het energieveld (elektromagnetisch veld) van de persoon in kwestie. En het begeleiden van krachten om de betrokkene het transformatieproces naar de geestelijke dimensies goed te  kunnen laten ondergaan. 

De geestelijke invloed van het rouwproces op de overleden dierbare.

Wanneer iemand op normale wijze ‘over’ is gegaan en door de ‘tunnel van licht’ opgenomen is in de geestelijke dimensie, zal een overleden dierbare er bewust voor kiezen om nog even contact te willen hebben met nabestaanden die erg aan het rouwen zijn, of met degenen waar men een sterke band mee had. Of men kiest voor deze ‘verbinding’, ligt in de opdracht wel of geen verbinding te willen maken. Of er een ‘opdracht’ is de nabestaanden duidelijk te willen maken dat het met de ‘overledene’ goed gaat, gelukkig is en door wil geven in het ‘licht’ te verkeren, ligt nadrukkelijk bij de overledene zelf. Tenzij iemand sterk ‘aard gebonden’ is, zal aan een overledene die tot het ‘licht’ behoort, dit enkele malen worden toegestaan. Maar niet vaker dan twee of drie maal, omdat de overledene tenslotte in zijn eigen ‘sfeer’ opgenomen dient te worden en zijn eigen geestelijke ontwikkeling aan moet gaan. De overledene die iemand achter moet laten, zal als geest die over is gegaan naar het ‘licht’, zich uiteindelijk niet door de emoties van nabestaanden laten bepalen. De nabestaande zal niet kunnen verwachten of kunnen eisen, dat de persoon die men intens heeft liefgehad, vaak terug zal komen of contact zal maken. Men zal als nabestaande in die zin geen invloed op de overledene uit kunnen oefenen. De overleden geest is altijd vrij om zelf te kunnen kiezen. Daarentegen zal een sterk ‘aard gebonden’ geest, die zich sterk aan de materie blijft binden, wel regelmatig door rouwenden worden aangetrokken. Een verbinding met nabestaanden, die mogelijk wel kwalijke gevolgen kan hebben voor de overledene zelf en voor degene die de overledene blijft aantrekken door zijn of haar verdriet. Weliswaar is het voor de mens normaal dat als iemand sterft dat men dan verdriet heeft. Maar als dit verdriet ontaardt in een willen vasthouden zonder te begrijpen, dat ook een geest een eigen weg moet gaan en zijn ‘kosmische’ plek mag hebben, dan zal dit verdriet buiten alle proporties kunnen ‘groeien’. Daardoor dienen beiden elkaar in negatieve zin en verbinden beiden zich zodanig, dat zij elkaar kunnen schaden in hun eigen ontwikkeling.   



Inspiratie: Par Lanto. Maitreya's missie, Benjamin Creme. Het internet. 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten