zaterdag 11 januari 2014

Wat zijn Tweelingzielen precies?

Tweelingzielen zijn Godsvonken die door tweedeling uit één en dezelfde Godsvonk ontstaan zijn.

De ontmoeting met een tweelingziel moet als iets bijzonders worden gezien.

De Godsvonk.
Het begrip ‘tweelingziel’ heeft in directe zin te maken met de ‘Godsvonk’. Hetgeen de goddelijke identiteit van iedere Ziel op Aarde betreft. De Godsvonk zelf is in zeker opzicht ‘neutraal’. De Godsvonk is identiek aan de Albron, hetgeen eveneens een ‘neutrale’ energie betreft en noch goed noch kwaad kent. De Godsvonk heeft op een bepaald moment zich afgesplitst van de Albron en is vervolgens als ‘Monade’ door verschillende ‘krachtvelden’ op weg naar onze dimensie gegaan. Juist door het reizen van de Godsvonk door de verschillende ‘krachtvelden’, neemt zij een bepaalde frequentie (trillingsgetal) aan, wat als een kosmische ‘geboorte’ gezien zou kunnen worden. Vanuit deze kosmische geboorte volgt uiteindelijk de latere ‘geboorte’ in onze dimensie. Zodat er in zekere zin van een ‘kosmische- en een aardse identiteit’ gesproken zou kunnen worden. De kosmische identiteit is onveranderlijk in frequentie en in energie verbonden met de aardse identiteit. De aardse of fysieke identiteit is vergankelijk. Doch wat men via de fysieke identiteit aan kennis en ervaring opdoet, is wel onvergankelijk en zal aan het hoger bewustzijn (de geest) worden afgegeven. Hetgeen men de ‘groei’ van de Godsvonk zal kunnen noemen, welke groei tot uitdrukking komt in een geleidelijke toename van de energiefrequentie. Zodat aan het eind van de reïncarnatiecyclus de Godsvonk weer de frequentie van de kosmische identiteit zal verkrijgen.

De Tweelingziel.
Voor wat de tweelingziel betreft zou men de genoemde ‘Godsvonk’ of in dit geval het ‘Hogere Zelf’ als referentiepunt kunnen zien, van waaruit ieder mens zich ontwikkelt. Vanuit dit punt wordt de verwerkelijking van het ‘Ware Zelf’ geleid. Alleen dit referentiepunt kent in de hoedanigheid van het ‘Hogere Zelf’ twee betekenissen, doordat de ‘Godsvonk’ zich oorspronkelijk in twee ‘delen’ splitste. De eerste betekenis betreft de ‘Godsvonk’, die als ‘blauwdruk’ bij de goddelijke ‘Albron’ achter bleef en de tweede betekenis betreft het ‘gesplitste’ deel van de ‘Godsvonk’ binnen de krachtvelden van de fysieke dimensie, die men de ‘Monade’ noemt. Het oorspronkelijke ‘Hogere Zelf’ kan men dus zien als het ‘Goddelijk Zelf’, dat ver buiten ons fysieke lichaam bij de ‘Albron’ verkeert, maar waar uiteindelijk elk mens op het allerhoogste spirituele niveau mee verbonden is. De ‘Monade’ daarentegen vertegenwoordigt meer de ‘Ik ben Aanwezigheid’ in het ‘causale’ lichaam van de Aura. Nu zijn ‘tweelingzielen’ Godsvonken die door tweedeling uit één en dezelfde Godsvonk ontstaan zijn. Op het moment dat de Godsvonk of in dit geval de ‘Monade’ buiten de ‘Albron’ verkeerde ontstond er in deze situatie wederom een tweedeling, waarbij de ene helft van de ‘Monade’ met een vrouwelijk aspect en de andere helft van de ‘Monade’ met een mannelijk aspect werd ‘bekleed’. De beide Godsvonken incarneren vervolgens als ‘Monade’ tegelijk op Aarde en beginnen aan hun eerste cyclus in het ‘rad van levens’, waarbij zij van oorsprong dezelfde energiefrequentie vanuit de Albron met zich dragen

Gevoelsmatige herkenning.
Doordat tweelingzielen van oorsprong dezelfde ‘Godsvonk’ met elkaar gemeen hebben, komen de twee zielen elkaar zowel op Aarde als in de ‘sferen’ telkens weer tegen. Er is in deze situatie dus een mannelijke en vrouwelijke ‘levenslijn’ gecreëerd, die al of niet samen, hun incarnatiecyclus ‘doorlopen’. De tweelingzielen kunnen elkaar ontmoeten in een vaste relatie, maar ook zonder dat er sprake hoeft te zijn van een relatie op welke manier dan ook. Als de tweelingzielen elkaar op Aarde ontmoeten zal er bij beiden op ‘zielsniveau’ altijd een bepaalde mate van herkenning zijn. Hetgeen niet verward mag worden met een ‘emotionele’ band of een vorm van ‘verliefdheid’. Het is een diep innerlijke ‘weten’ dat men ooit ergens met elkaar te maken heeft gehad. Bovendien zullen zij elkaar goed aan kunnen voelen en in geaardheid veel overeenkomsten hebben. Tweelingzielen verhouden zich zodanig tot elkaar, dat zij tot op een bepaald niveau telepathisch met elkaar verbonden kunnen zijn en energie naar elkaar uit kunnen wisselen. Hetgeen elkaar over en weer versterkt in de geest. Er zijn echter ook tweelingzielen die elkaar ontmoeten waarbij de één heel duidelijk de ander herkent, terwijl de ander de herkenning niet kan delen. Vaak omdat de ander zodanig ‘overschaduwd’ is door het eigen leven, de zorgen en problematiek, dat het ‘Hoger Bewustzijn’ niet open staat voor de herkenning en de ‘intuïtieve’ verbinding naar elkaar. Bij zo’n eenzijdige herkenning zal het moeilijk zijn om de diepere gevoelens naar elkaar tot uitdrukking te brengen en zal degene die de ander wel herkent zich afgewezen voelen. Doch wetende dat de herkenning juist is en begrijpen dat de persoon die men herkent, door het eigen leven nog niet instaat is om tot herkenning te kunnen komen. De tweelingzielen hoeven overigens niet altijd tegelijkertijd op Aarde te vertoeven. De één kan in de ‘sferen’ de ‘begeleidegeest’ van de ander op Aarde zijn. Indien de ‘zielehelften’ zich beiden ‘leven na leven’ bekleden met steeds meer ‘bewustzijn’ en daardoor ‘opklimmen’ in de sferen, naar uiteindelijk het hoogste punt dat iedere geest afzonderlijk kan bereiken, dan zullen de twee zielehelften weer tot de ‘eenheid’ samensmelten die zij oorspronkelijk waren voor de tweedeling van de ‘Monade’. Zodat beiden afzonderlijke geesten tot één bewustzijn samensmelten, en het collectief van Geestelijke Meesters nabij de ‘Albron’ kunnen betreden.

Geestverwantschap.
Soms komt het echter voor dat mensen die elkaar voor het eerst ontmoeten een gevoel van diepe verbondenheid ervaren, maar tevens weten dat er tussen hen geen uitwerking in dit leven mogelijk of noodzakelijk is. Deze situaties komen bij veel mensen voor die in de reïncarnatiecyclus al verder gevorderd zijn en elkaar al vaak in bepaalde groepsvormen of in familiaire verbanden zijn tegengekomen. Indien men elkaar op een bepaald moment in de tijd dan weer ontmoet, herkent men elkaar op ‘zielsniveau’. De herkenning is vaak diepgaand en ziet men als het ware oude ‘vrienden’ terug, mensen waarvan men innerlijk aanvoelt, dat men met de ander ooit een diepe band heeft gehad. Doch tegelijkertijd beseft men dat de situatie het niet toelaat, om het gezamenlijk ‘karma’ van weleer weer op te pakken. Vaak is zo een korte ontmoeting of een oppervlakkig contact de enige mogelijkheid op dat moment. Wel zijn dergelijke ontmoetingen vaak vastgelegd in de tijd, om op een bepaald geestelijk niveau tot uitwisseling van informatie te komen. Bij velen is het zo, dat het de betreffende personen ook na zo’n ontmoeting enige tijd in gedachten bezig houdt. Men vaak een telepathische contact onderhoudt en op een hoger niveau tot informatie uitwisseling komt, wat elkaar versterkt in de geest. Van tweelingziel is bij ‘geestverwantschap’ echter geen sprake.

Zielsverwantschap.
De zelfde band als bovenomschreven treft men ook bij ‘zielsverwantschap’. De mens kan in zijn energieveld en vanuit bepaalde karmische verbindingen ‘geestverwanten’ treffen, die vanuit dezelfde energiefrequentie en het zelfde ‘karma’ reageren en het leven schijnbaar op soortgelijke wijze beleven. Deze personen met dezelfde energiefrequentie hebben naar elkaar raakvlakken, waardoor zij erg dicht bij elkaar kunnen komen. Zij kunnen zelfs dermate met elkaar verwant raken, dat zij een duidelijk een gevoel van ‘zielsverwantschap’ gaan ervaren. In groter verband zou men bepaalde vormen van ‘geest- of zielsverwantschap’ ook bij groepen kunnen constateren. Groepszielen, in verbinding met bepaalde groepen, zijn altijd van karmische oorsprong. Doordat er op groepsniveau ooit een bepaald karma is opgedaan, zal er op een gegeven moment een tijd aanbreken, waarin men het groepskarma kan gaan ‘doorleven’ en in kan lossen. De ‘geest- of zielsverwantschap’ zou binnen dergelijke groepen ook als zeer sterk ervaren kunnen worden.


Elkeen heeft een tweelingziel, maar het is niet zo dat iedereen in het leven zijn tweelingziel ontmoet.

Niet iedereen ontmoet in zijn of haar leven een tweelingziel. De één kan in de 'geestelijke wereld' de begeleidegeest zijn van de ander op Aarde. Ook kan het in het leven de bedoeling zijn, dat tweelingzielen om 'karmische' redenen elkaar juist niet ontmoeten. Daarentegen kan indien er wel een ontmoeting met een tweelingziel plaats vindt, er om karmische redenen ook sprake zijn van een oppervlakkig contact. Omdat beiden los van elkaar, hun eigen leven dienen te leiden en elk op hun eigen manier hun levenskarma dienen in te lossen.
 




Inspiratie: Par Lanto; Het internet.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten