zondag 23 februari 2014


De indaling van ‘nieuw leven in de moederschoot’.

Deel  3


Moment van indaling

Als op het moment van indaling de te incarneren geestelijke entiteit vanuit de ‘kosmische gebieden’ de Aura van de moeder binnengaat, dan neemt de ‘lichtende’ energie van de Aura in omvang toe, de uitstraling van de Aura wordt alsmaar helderder en uiteindelijk barst de Aura als de ‘schil van een vrucht’ open. Op dat moment dringt de krachtige ‘energiecel van het te incarneren ‘ego-bewustzijn’ (geestelijk bewustzijn) door de buitenste rand van de Aura van de moeder heen en daalt in de foetus die in ontwikkeling is. De foetus die tot dan toe via het embryonale stadium al vanaf de conceptie, door ‘levensenergie’ vanuit de kosmische gebieden tot ontwikkeling is kunnen komen. Door deze ‘levensenergie’ die door het ‘Zilveren Koord’ van de moeder de baarmoeder bereikt, zijn tevens vanaf de conceptie zowel de Aura van het kind als de vier ‘etherische’ lichamen van de ziel tot ontwikkeling gekomen. Daarmee ligt er vanzelfsprekend al vanaf de conceptie aan dit hele proces een bepaalde vorm van ‘bewustzijn’ ten grondslag. Een vorm van ‘bewustzijn’ die op het moment van indaling, halverwege de zwangerschap, door de te incarneren entiteit ten volle wordt bekrachtigd. Op het moment van de indaling verdwijnen de ‘lichtende’ energie puntjes aan de binnenzijde van de Aura en zakt de energie als het ware weg.  Wat blijft, is de Aura van het kind binnen de grotere Aura van de moeder. Volgens betrouwbare helderziende waarnemingen blijkt, dat gemiddeld genomen rond de twintigste week er een lichtende ‘uitstralende’ Aura rond de foetus gaat ontstaan. Een Aura met een eigen ‘karakter en uitstraling’. Rond deze tijd daalt de geest ofwel het ‘ego-bewustzijn’ van de te incarneren persoonlijkheid in het foetuslichaampje. Vanaf deze periode voelt de moeder in haar buik ook duidelijk leven. Het kindje beweegt en trapt met zijn of haar voetjes. De zwangerschap is nu op de helft en de foetus heeft gemiddeld genomen een lengte van ongeveer 25 centimeter. Vanaf de 25 ste week ontwikkelen de hersenen zich in de komende periode nog sneller. De baby kan nu licht en donker onderscheiden en geluiden horen. Er dringen geluiden van de buitenwereld tot het kindje door, maar alles wordt gedempt door het vruchtwater. Bovendien maken de ingewanden van de moeder veel lawaai. Maar toch zal de baby ook na zijn geboorte nog geluiden herkennen die het kindje in de baarmoeder heeft gehoord en daar rustig van worden. Geluiden als de stem, haar hartslag, haar maag en darm geluiden etc.

Vervolg deel 2 over het indalingsproces.

Bij afbeelding 9 ziet men dat het ‘ego-bewustzijn’ van de te incarneren persoonlijkheid al los is gekomen van de ‘scheppingsdriehoek’ (S). Er is op dat moment geen terugkeer naar de geestelijke gebieden meer mogelijk. Het indalingsproces vindt nu via de ‘tijdslijn op weg naar de aarde’, onherroepelijk zijn weg. Opmerkelijk is dat dit proces meestal gepaard gaat met plotseling optredende energiecellen (E) rond het in te dalen ‘ego-bewustzijn’ (K). Merkwaardig genoeg dagen deze energiecellen altijd op zodra er sprake is van een indaling. Zo op het oog lijken ze kleurloze en neutrale energiecellen te zijn, maar zijn het doorgaans niet. Als het ‘ego-bewustzijn’ ingedaald is nemen de energiecellen soms andere vormen aan of verdwijnen gewoon weer. Mogelijk dat de energiecellen iets met vrijgekomen ‘levensmoleculen’ te maken hebben. Tenslotte vindt het indalingsproces plaats binnen een bepaald ‘energieveld’ en spelen ontelbare levensmoleculen hierin een belangrijke rol.

Bij afbeelding 10 ziet men het moment van de indaling. Het in te dalen ‘ego-bewustzijn’ daalt nu in het lichaampje van de foetus. Wat er daarna nog resteert is de ‘onlosmakelijke’ verbinding tussen het ‘hogere geestelijke en het hogere fysieke aspect’. Wat in de illustratie gesymboliseerd wordt door de ‘Monade’ (M)* in de Scheppingsdriehoek. De Monade die van meet af aan als een soort blauwdruk van het ‘Hogere Zelf’ in de geestelijke gebieden (Albron) verblijft.  Net zoals de energiecellen (E) in de vorige afbeelding, treft men op het moment van indaling een schare van wonderlijke ‘lichtpuntjes’ (P) aan.  Lichtpuntjes die zich allemaal als vallende sterretjes openbaren. In werkelijkheid bewegen ze zich dus snel, wat een wonderlijk gezicht van fonkelende lichtjes blijkt te zijn. De lichtpuntjes hebben allemaal verschillende kleuren, die nauw overeenkomen met de kleuren in de Aura van het kind, welke zich na de indaling in het moederlichaam openbaart.  De lichtpuntjes bewegen zich allemaal in de richting van de buitenaura van de moeder en het lijkt alsof ze door deze Aura worden geabsorbeerd. Kennelijk moet er een soort wisselwerking bestaan tussen de energie van de buitenaura en de optredende energie erom heen, want zodra het ‘levensbeginsel’ (ego-bewustzijn) goed en wel is ingedaald verdwijnt de optocht van lichtpuntjes. Na de indaling van het levensbeginsel lost de buitenaura langzaam op, zodat de eigen Aura van de moeder overblijft. Ook de foetus heeft nu een definitieve Aura gekregen en is nu een zelfstandig menselijk wezen geworden, klaar om na ongeveer twintig weken geboren te worden. Voor helderzienden schijnt het na de ‘indaling’ een prachtig gezicht te zijn, om de voortdurend bewegende en opeenvolgende kleurschakeringen in de beide Aura’s waar te kunnen nemen.

De indaling mislukt.

Bij afbeelding 11 gaat er kennelijk iets fout. Kennelijk is er sprake van een ‘afstoting’ van het ‘geestelijk beginsel’ (ego-bewustzijn) tijdens het proces van indaling. Een plotseling optredende piramide (energieveld) van ‘tijd en ruimte’ boven de buitenaura van de moeder, blokkeert het proces van indaling en verhindert de ‘krachtige energiecel van het ego-bewustzijn’ in zijn afdaling naar beneden. In zo’n situatie is het indalen praktisch onmogelijk geworden. Op de plaats waar de Aura van het kind plaats zou moeten vinden, heerst een donkere en chaotische werveling van energie, fonkelingen die snel heen en weer schieten en door elkaar heen warrelen. Men ziet in zo’n situatie dat er iets niet in orde is. Als dit proces niet snel wordt gecorrigeerd en het indalende ‘levensbeginsel’ niet de kracht heeft om zich door deze chaos een weg te banen, dan zal het indalende ‘levensbeginsel’ weer terug in de ruimte verdwijnen. Om zijn plaats in de ‘geestelijke wereld’ weer in te moeten nemen en er mogelijk op een ander moment in de tijd, er bij een andere incarnatie opnieuw een poging van indaling in een moederlichaam wordt ondernomen. Een en ander betekent dus dat er in de foetus geen leven komt en er dus sprake is van een miskraam. Soms verloopt dit proces heel snel, maar er kunnen soms ook wel enkele weken overheen gaan, voordat men merkt dat er geen leven aanwezig is. Wat er fout is gegaan is niet te zeggen. Alles in het leven heeft met ‘karma’ te maken. Aangezien aan elk indalingsproces een karmisch ‘incarnatieprogramma of levensprogramma’ ten grondslag ligt, is het doorgaans in de ‘geestelijke wereld’ al van tevoren bekend op welke wijze de indaling zal verlopen. Hoe vreemd het ook moge klinken, maar nagenoeg elke miskraam grijpt op een één of andere manier in, op zowel het leven van de indalende ‘entiteit’ als op het leven van de aanstaande moeder. Zodat ook zo’n mislukte indalingsproces om redenen die uitsluitend in de ‘geestelijke wereld’ bekend zijn, blijkbaar op deze wijze plaats heeft moeten vinden.   

Afbeelding 12 geeft in een andere situatie aan dat de indaling niet gelukt is. Het ‘levensbeginsel’ (ego-bewustzijn) is nu teruggekeerd naar de ‘geestelijke gebieden’. Het is alsof de Aura van de moeder in ‘vuur en vlam’ staat. Er heerst chaos en het evenwicht is verstoord. De energiecellen, die de Aura moesten beschermen tegen invloeden van buitenaf, treden stuk voor stuk uit de Aura en lossen in de ruimte op. Als men dit proces waarneemt, weet men dat er geen geboorte plaats zal vinden. Men moet hulpeloos toe zien dat er vroeg of laat een miskraam plaats zal vinden. Ook de energiecellen (E) lossen in deze situatie snel weer op. De buitenaura van de moeder lost ook langzaam weer op en het contact met het ‘geestelijke aspect’ (scheppingsdriehoek) voelt koud en donker aan.

Andere mislukte indalingen.   

Ook bij afbeelding 13 is er ook weer bij een andere indaling duidelijk sprake van een verkeerde gang van zaken. Het ‘ego-bewustzijn’ is teruggetreden in de ruimte. Verschillende krachtige energiecellen (E), waarvan sommigen mogelijk ook andere ‘ego-bewustzijns’ kunnen vertegenwoordigen, proberen binnen te dringen in de buitenaura van de moeder. Maar de chaos in en rond die buitenaura maakt dat voor hen onmogelijk. Het kan gebeuren dat de moeder aan een ernstige ziekte lijdt ten tijde dat de foetus door indaling ‘bewoond’ zou moeten worden. Dan kan er een situatie ontstaan zoals de afbeelding die aangeeft. Er is in deze situatie wel een verbinding tussen de moederaura en een mogelijke ‘piramide’ (beschermend energieveld), maar de ‘energie’ om een piramide te laten ontstaan ontbreekt ten ene male. In zo’n situatie is er waarschijnlijk sprake van een algehele verstoring door een slechte toestand van het fysieke lichaam. Alsook een zeer negatief ingestelde geesteshouding.

Bij afbeelding 14 is er ook weer bij een andere zwangerschap, door een mislukte indaling in de ‘ruimte’ rond de buitenaura van de moeder een vreselijke ‘janboel’ ontstaan. Er is hier sprake van een zeer chaotische situatie. Een grote hoeveelheid ‘verkeerde’ energie moet in korte tijd worden afgevoerd en in de omgeving worden opgenomen. Op een gegeven moment is door de verstoorde ‘energetische’ situatie het hele beginsel van een nieuw in te dalen leven verdwenen. En dan te bedenken dat in de situatie die deze afbeelding aangeeft, de mogelijkheid van indaling bij de moeder zeer nabij was. Hoeveel ongewenste ‘ego-bewustzijns’ hebben zich wellicht niet rond haar Aura verdrongen, in een poging om bij haar naar binnen te gaan?  Men gaat er vaak vanuit dat zwangerschappen doorgaans op dezelfde manier verlopen en dat de foetus zich bij iedereen op dezelfde manier ontwikkelt. Maar er kunnen in het ‘voortraject’ zowel ‘fysiek als energetisch’ zich gecompliceerde situaties hebben voorgedaan. Situaties waar men normaal gesproken geen weet van heeft, omdat de ‘natuur’ de moeilijkheden zelf ‘overwonnen’ heeft. Ook spreekt men maar al te vaak over ‘mijn’ kind. Maar als men zich in de ‘spirituele’ situatie van de ‘indalingen’ verdiept, moet men concluderen dat het leven van elk kind slechts ‘geleend’ is. En dat het ouderschap de ouders gegund is. Een gunst om een nieuw ‘leven’ te mogen ontvangen en onder eigen verantwoordelijkheid groot te mogen brengen. Zonder dat het kind als een rechtmatig ‘eigendom’ beschouwd mag worden. Een eigendom dat men bezit en waarover men altijd zeggenschap kan hebben. Wat natuurlijk zeer onjuist is. Elk kind is slechts aan de ouders ‘gegund en geleend’. Men mag ervoor zorgen totdat het op eigen benen kan staan, zodat elk kind daarna zijn eigen leven kan bepalen.

Indalen van een tweeling.   

De afbeeldingen 15 en 16 geven het indalen van een tweeling aan. Hetgeen voor helderzienden een leuk gezicht schijnt te zijn. Afbeelding 15 geeft aan dat de twee ‘ego-bewustzijns’ nog in de scheppingsdriehoeken verkeren en wachten op het moment van indaling. Maar toch zijn er in de Aura van de moeder al twee openingen gecreëerd waardoor de beide ‘levensbeginsels’ in de baarmoeder af zullen dalen. In de ruimte boven de Aura van de moeder ziet men weer de fonkelende ‘lichtpuntjes’ (P), die zich als vallende sterretjes in de richting van de Aura bewegen. Zodat het moment van indalen aanstaande is en niet lang meer op zich zal laten wachten. Vrijwel nooit dringen de twee verschillende ‘ego-bewustzijns of levensbeginsels’ tegelijkertijd de Aura van de moeder binnen. Er zit altijd wel enige seconden of wellicht enige minuten tussen. Zelden wordt een indaling van een tweeling door één en dezelfde opening in de Aura van de moeder waargenomen. Wat overigens niet wil zeggen dat dat nooit gebeurt. Veelal wordt er als een tweeling indaalt, twee ingangen in de Aura waargenomen en zweeft er boven elke ingang een krachtige energiecel (ego-bewustzijn) die aanstalten maakt om in te dalen.   

Afbeelding 16 geeft aan dat de indaling al met succes aan het plaatsvinden is. Tussen beide indalingen zit weer het kleine tijdsverschil, waardoor de één op de afbeelding boven de ander zit. Ook zijn de energiecellen waarin de ‘levensbeginsels’ zitten van verschillende grootte, wat wil zeggen dat de één op dat moment een krachtiger persoonlijkheid vertegenwoordigt dan de ander. Tenslotte vertegenwoordigen zij beiden wel twee totaal verschillende entiteiten, die in de ‘geestelijke wereld’ kennelijk met elkaar afgesproken hebben om als tweeling te willen incarneren. De redenen hiervoor zijn zeer divers maar worden om karmische redenen wel tevoren met elkaar gemaakt. Soms komt het voor dat de één wel zijn doorgang vindt in zijn afdaling in de Aura van de moeder en dat de ander plotseling afdrijft en niet incarneert. Beiden hadden wel dezelfde kansen en de gelegenheid om in te dalen, maar bij de één lukt het wel en bij de ander dan plotseling niet. Mogelijk dat daarbij een bepaalde ‘voorbeschikking’ een rol speelt en dat het niet zo heeft mogen zijn. Tenslotte spelen bij zo’n een afdaling immense krachten een rol, hetgeen in de afbeelding door bepaalde ‘wervelingen’ aangegeven is. Wonderlijk is dat de gecreëerde openingen in de Aura van de moeder lijken op een ‘wervelende’ tunnel van energie, een beetje te vergelijken met de slurf van een cycloon. Het ‘ego-bewustzijn’ dat uiteindelijk om bepaalde redenen niet indaalt, vindt zijn weg uiteraard weer terug naar de ‘geestelijke wereld’ en zal op een ander tijdstip, elders wel weer een mogelijkheid vinden om een aards leven te kunnen beginnen.


* Zie tevens het verhaal: 'is de mens wel zo fysiek als wij denken?, eerder op deze Blog'. Alsook het verhaal over de 'Godsvonk, de Geest en de Ziel. En het verhaal over het Zilveren Koord'. Voorts is het verhaal nader aangevuld en verduidelijkt met de kennis en het inzicht vanuit een brede esoterische achtergrond.  

Inspiratie uit de literatuur: 'Helderziendheid', van de paragnost W. Gmelig Meijling. Samengesteld in samenwerking met Herman Labruyere.



    

Geen opmerkingen:

Een reactie posten