zondag 2 december 2012

Wat is 'Licht en wat is Duister'? deel 1

De betekenis van ‘licht en het duister’.
In vorige artikelen is al een en ander geschreven over de ‘duistere sferen’ maar vanuit een ‘geestelijk’ standpunt beschouwd, moet men de termen ‘licht en duister’ meer zien als tegenstellingen, die niet altijd los van elkaar gezien kunnen worden. Wat tot op zekere hoogte ook geldt voor termen als ‘goed en kwaad’. In essentie zijn de werelden van het ‘duister’, werelden die als ‘niet- scheppend’ worden gezien en zich existentieel meer op hun eigen wijze manifesteren. Wanneer men hiërarchisch gezien de werelden van ‘licht en duister’ boven elkaar zouden plaatsen. Dan is bovenaan de hoogste sfeer van het (verblindende) ‘licht’ de sfeer van de absolute ‘vorming’, waarin de scheppingskracht het hoogste niveau heeft bereikt en waar uiteindelijk de allesomvattende ‘Eenheid’ van de schepping wordt bevestigd. Daaronder krijgt men een aantal werelden waarin het ‘vormbesef’ geleidelijk aan concreter wordt, maar waarin gelijktijdig het besef van ‘Eenheid’ steeds wat minder wordt. Vervolgens komt men in de laagste sfeer van het ‘licht’, meer bij het ‘individuele’ besef van het nog ‘aardse’ denken terecht. Daaronder krijgt men de ‘duistere’ werelden, die zich in omgekeerde volgorde manifesteren. Dus vlak ‘nabij’ de menselijke wereld, ligt in het ‘duister’ een wereld waarin het ‘Ik-besef’ wel volledig aanwezig is, maar waarin de ‘creativiteit’ gering is. Daarna krijgt men een wereld waarin het ‘wereldbesef’ aanzienlijk minder wordt en het ‘creativiteitsbesef’ absoluut nihil is. Vervolgens daalt men nog verder af totdat men in de echte ‘duisternis’ terecht komt. De sferen van ‘de absolute ‘chaos’ waarin een en al disharmonie heerst en men elkaar allemaal ‘wantrouwt’ en zelfs niet meer in staat is het uiterlijk van zichzelf te handhaven, waardoor men onbewust allerlei ‘misvormingen’ bij zichzelf creëert. 

In het algemeen zegt men vaak: ‘alle lichtwerelden zijn goed en alle duistere werelden zijn slecht’. Daar dient men echter een kanttekening bij te plaatsen. Een ‘kracht’ uit de hoogste sferen van het ‘licht’ zou bijvoorbeeld op Aarde kunnen voorkomen, dat een mens aan een levensbedreigende ziekte, een ongeluk of wat dies meer zij, komt te overlijden. Vanuit het ‘licht’ doet men dat niet, het besef van het ‘geheel’ omtrent het verloop van iemands leven, laat het niet toe om zomaar in te grijpen. In de ‘geest’ kent men het doel en het waarom van elk menselijk leven. Vanuit een humaan standpunt gezien zou men dat misschien ‘onverschillig’ kunnen noemen, iets vanuit het ‘duister’, maar dat is het zeer beslist niet. Omgekeerd kan een ‘kracht’ vanuit het duister, iemand die voornamelijk leeft vanuit de liefde voor zichzelf, wel negatief kunnen beïnvloeden om bijvoorbeeld het besef bij anderen in zeker mate te ‘vertroebelen’. Dan krijgt diegene onder in vloed van het ‘duister’ veel van wat hij nodig heeft. Hij hoeft dan niet echt slecht te zijn. Integendeel, hij kan hulpvaardig en wellicht bewogen zijn met anderen, rijk en geluk voor zichzelf ervaren, gezond en oud worden.  Zaken die vanuit een menselijk standpunt misschien niet slecht zijn, maar niettemin toch zijn oorsprong vinden in het duister. Pas als men gaat begrijpen hoe groot het verschil is tussen wat de mens verstaat onder ‘goed en kwaad’ en datgene wat men vanuit een ‘geestelijk’ standpunt hieronder verstaat, dan kan men enig begrip krijgen voor de invloed die werelden van het ‘licht of het duister’ kunnen hebben en voor de wijze waarop zij werkzaam kunnen zijn in onze wereld.

Vanuit de wereld van het ‘licht’ moet men niet verwachten dat er altijd ten gunste van de mens in zal worden gegrepen. Het is geen wereld die zonder meer gunsten verleent. Aan de andere kant is het wel een wereld die, indien men ‘harmonisch, liefdevol en onbaatzuchtig’ is ingesteld, wel betere inzichten geeft en bepaalde zaken beter laat begrijpen. Men vanuit het ‘licht’ ook een zekere ‘geestkracht’ verleent en vooral de mogelijkheid biedt om zelf te handelen en zich niet door anderen laat beïnvloeden. Een duistere wereld geeft de mens misschien veel, maar het is niet iets waar men zelf werkelijk invloed op heeft. Een duistere wereld ‘eist’ doorgaans een veel sterkere ‘discipline’ dan een wereld van het ‘licht’, maar deze discipline is vaak  onderworpen aan het doel, dat al of niet in overleg met anderen wordt gesteld. Heeft men vanuit een ‘paranormale’ begaafdheid met een duistere geest te maken, dan kan hij mogelijk verschijnen als een engel van het ‘licht’. Dat hoeft geen bezwaar te zijn, maar als hij verschijnt dan gaat hij eisen stellen. Zo een geest zegt doorgaans, als men dit doet, dan zal er dat en dat gegeven worden. Want het is het ‘duister’ dat ‘voorwaardelijk’ wil werken en er doorgaans ook onaangename consequenties aan verbindt indien men het advies niet op wil volgen. De wereld van het ‘licht’ is echter onvoorwaardelijk zichzelf en zal nooit eisen stellen. De Geestelijke Wereld stelt eigenlijk maar één criterium voor wat ‘licht’ is. Licht is datgene wat iemand bevestigt in zijn of haar erkenning, zonder dat er verplichtingen worden gesteld die niet eigen zijn aan de persoonlijkheid van de persoon in kwestie. Op het ogenblik dat er dwang ontstaat is er geen sprake meer van ‘licht’.

Elke invloed waardoor de ‘vrijheid’ van de mens in het geding komt en zo dit niet aanvaard wordt, er consequenties uit voort kunnen vloeien, noemt men ‘geestelijk’ gezien het ‘duister’.  Elke kracht die alleen mogelijkheden geeft zonder verdere consequenties daaraan te verbinden en de vrijheid geeft naar ‘eigen inzicht’ te handelen is ‘geestelijk’ gezien een ‘lichte’ kracht. Het ‘duister’ manifesteert zich doorgaans ook niet rationeel, want het kijkt meestal niet verder dan zichzelf. Terwijl het ‘licht’ zich wel rationeel manifesteert, want het ‘licht’ overziet het ‘geheel’ der dingen en de relaties die er tussen allerlei zaken en het ‘licht’ bestaan. Veel zaken die maatschappelijk geregeld worden, lijken vaak ‘lichtend’ genoeg. Doch gelet op het ‘bindende’ karakter en de sancties die er meestal aan verbonden zijn, maken het geheel toch vaak tot een ‘duistere’ aangelegenheid.  Elke structuur heeft de neiging wanneer men niet goed oplet, zich ‘chaotisch’ te kunnen ontwikkelen. Vanuit het ‘licht’ kent men alleen  harmonische en evenwichtige ontwikkelingen, zonder dat men anderen daarmee schaadt of benadeeld. Daarentegen veroorzaakt het ‘duister’ wanneer er bijvoorbeeld van ‘groei’ sprake is, ‘woekering, wildgroei en onrechtvaardigheid’.  Wie te maken wil hebben met de wereld van het ‘licht’, zal moeten accepteren dat men altijd zelf verantwoordelijk is voor zijn of haar eigen daden. En dat men altijd  het beste moet nastreven zonder er dwang of verplichtingen voor anderen tegenover te stellen.  

Het ‘licht’ zelf is altijd een wereld die groter is dan die van het menselijk besef. Een ‘mystieke’ beleving, die voert tot hogere werelden of tot grotere harmonieën en zich nimmer zal laten gelden. Zij is meer een ‘gevoelsbeleving’. Wie uitsluitend zoekt naar cognitieve ‘kennis’, zal in het ‘licht’ weinig bereiken. Wie daarnaast zoekt naar ‘begrip en gevoel’ beweegt zich naar het ‘licht’. Begrip en gevoel zijn altijd aspecten van het ‘licht’, kennis alleen heeft een neutrale basis. Kennis alleen is essentieel iets anders dan ‘wijsheid’. Men dient wanneer er sprake is van bepaalde ‘ingevingen of gevoelens’, eerst te zoeken naar de innerlijke betekenis ervan, voordat men alleen maar van een rationele verklaring uitgaat. Want waar de rationele verklaring zich opdringt, kunnen we het geheel mogelijk verwerpen als niet behorend tot de hogere ‘lichtende’ krachten. Ware gevoelens verloochenen zich vaak niet. Als men in het dagelijks leven geconfronteerd wordt met zaken die dermate ingewikkeld zijn, dat men er geen reëel beeld van kan krijgen, neem de informatie dan niet zonder meer aan, maar ga dan over tot nader onderzoek of een nadere verklaring. Want juist de meest ingewikkelde structuren neigen vaak naar ‘duistere’ structuren. Eenvoudige, heldere en overzichtelijke structuren zijn daarentegen vaak ‘lichtende’ structuren. Het ‘licht’ zegt: ‘als er een waarheid is, dan is die waarheid op zichzelf  al vaak genoeg’. Het ‘duister’ zegt: als er een waarheid is, dan moet ik die eerst ‘analyseren’ en vervolgens tot verplichting maken, zodat een ieder de waarheid alleen nog maar zal belijden volgens mijn interpretatie. Hetzelfde geldt ook over het vellen van een oordeel. Oor- of veroordeel nooit zomaar. Men mag zijn of haar eigen opvattingen er op na houden, maar men mag anderen nooit zonder meer de eigen maatstaven op gaan leggen. Alles heeft vaak een reden of een bepaalde voorgeschiedenis, voordat een en ander zich manifesteert. Soms zijn bepaalde zaken onvermijdelijk en dient een en ander zijn beloop te hebben.

Voor het menselijk bewustzijn bestaat er voortdurend een tegenstelling totdat men in de ‘Geestelijke Wereld’ opgenomen is. De tegenstellingen zal men dan gelet op de eigen ‘ontwikkelingsgang’ meer bewust gaan worden. De wijze waarop men het geheel of een deel van het geheel beleefd heeft, kan men misschien onderscheiden door een deel het ‘licht’ en een deel het ‘duister’ te noemen. Maar het zijn menselijke uitgangspunten, niet vanuit het geestelijk perspectief van het ‘geheel’. Het dualisme is de menselijke benadering van een ‘totaliteit’, die in het geheel van haar invloed, niet direct door de mens aanvaard wordt als een mogelijke ‘eenheid’. Als de mens zich meer bewust wordt van het ‘lichtende’ geheel, dan wordt de mens zich ook meer bewust van datgene wat voor de mens als tegenstelling bestaat. Als men in de ‘geest’ hoger stijgt betekent dat, dat men een aantal feitelijk ‘onbelangrijke’ verschillen allang heeft geassimileerd tot één geheel. Dus wat er overblijft is dan meer vanuit het menselijk standpunt gezien een ‘duistere’ wereld. Zolang men maar het ‘geheel’ wil aanvaarden, leeft men in het ‘licht’. De ‘hoog bewuste’, zal mogelijk al als ‘duister’ ervaren wat voor de beginneling misschien als een hoger ‘licht’ wordt gezien. Maar een geestelijke ‘Meester’ veroordeelt de ander daarom nooit. Hij zal nooit zeggen u bent 'duister'. Hij zal eerder zeggen: ‘sta mij toe iets van mijn ‘licht’te tonen, misschien dat u dan beseft dat u verder kunt gaan. Wij hebben allen onze eigen weg af te leggen. Of dat nu voor een ander aanvaardbaar is, doet niet ter zake. Hoe hoger men klimt in het ‘licht’, des te groter het deel van uw wereld wordt en van de mogelijkheden die voor u als ‘duister’ voor zullen komen. Maar die zal u dan niet meer als zodanig omschrijven. Zomin als de grijsaard zal zeggen dat een kind dom is, want hij begrijpt dat het kind nog veel te leren heeft. Op deze manier zou men geestelijk verder moeten gaan. Een belangrijke geestelijke waarheid is:

‘Het licht kent geen dwang. Het duister baseert zich op dwang. Het licht is de ‘vrijheid’ die men er toe brengt in volledige vrijwilligheid tot ‘Eenheid’ met alles te komen. Het duister is de ‘gebondenheid’ die juist steeds meer tot eenheid met anderen bindt en in zichzelf een voortdurend grotere onvrede en verwerping opwekt.’

Niemand ontkomt altijd aan de invloed van de ‘schaduw’. Behalve dwang is ‘angst’ daarvan ook vaak de onderliggende factor. Iedereen heeft een ‘licht- en  schaduwzijde’, dat is inherent aan het leven. De mensheid die in zijn geheel vaak de kant van de ‘schaduwzijde’ kiest, zal wanneer ‘angst’ niet voldoende beheerst wordt, mogelijk steeds meer het negativisme tot zich trekken. Ook de persoon die eenmaal de  verbinding met de schaduwzijde heeft, zal waarschijnlijk vaker het negativisme tot zich trekken en zowel geestelijk als fysiek uit gaan dragen. Juist deze tegenstelling met de ‘lichtzijde’ maakt dat de persoon in kwestie soms zo diep in een ‘dal’ geraakt, dat na een climax bereikt te hebben, er uiteindelijk een positieve ‘groei’ naar de ‘lichtzijde’ gaat ontstaan. Waardoor de persoon  volledig in het ‘licht’ gaat staan. Hetgeen niet wegneemt dat een ieder die in het ‘licht’ staat, het ‘licht’ ook uitstraalt en in de kracht van het ‘licht’ steeds meer ‘licht’ aantrekt. Hetgeen niet wil zeggen, dat als men maar in het ‘licht’ verkeert, alles wel goed zal gaan en men een gemakkelijk leven zou kunnen leiden. Juist de ontwikkeling van ‘bewustzijn, kennis en inzicht’ maakt dat de confrontatie met het ‘duister’ steeds groter wordt. Een hoger ‘bewustzijn’ rust niet zelden als een last op de schouders van de ‘wetende’. De onwetende kent deze last niet en verkeert vaak in een cirkel die men zelf niet opmerkt, omdat men hier niet van bewust is.



Inspiratie: Par Lanto. Sferen van licht, Lex Persoon.
   

1 opmerking:

  1. ‘Het licht kent geen dwang. Het duister baseert zich op dwang. Het licht is de ‘vrijheid’ die men er toe brengt in volledige vrijwilligheid tot ‘Eenheid’ met alles te komen. Het duister is de ‘gebondenheid’ die juist steeds meer tot eenheid met anderen bindt en in zichzelf een voortdurend grotere onvrede en verwerping opwekt.’

    Die had ik nodig. Er woedt echt een soort van 'kosmische oorlog' in mij en ik zoek naar helderheid. Ik heb gebeden tot Jezus van Nazareth, de enige die ik honderd procent vertrouw en nu beland ik hier bij jou.

    BeantwoordenVerwijderen