woensdag 20 maart 2013

Kinderen. Deel 3


 Verandering.

Niemand zal nog ontkennen dat de Aarde enorm aan het veranderen is. Krachten veranderen, levensvormen veranderen en de planeet verandert. Er vinden duidelijke klimatologische veranderingen plaats. Er vinden grote natuurrampen plaats door aardbevingen, vulkaanuitbarstingen en door overstromingen. Langdurige droogte bedreigt continenten en er wordt veel honger geleden. Om nog maar te zwijgen over de vele oorlogen en gewelddadige conflicten die er overal op de wereld zijn. Dagelijks verschijnen hierover berichten in de media. Allemaal veranderingen die nog nooit zo heftig zijn geweest in zo’n relatief kort tijdsbestek. In deze tijd van verandering is de mens geïncarneerd en niet zonder reden. De meeste mensen zijn geïncarneerd in de tijd waarvan ze perse deel uit wilden maken of om karmische redenen moesten maken. Om redenen dat paste bij de geestelijke ontwikkeling die men in deze tijd door moest maken. Tegelijkertijd is er een grote groep mensen die zich verbonden weet, die zich positief ‘gevoed en geïnspireerd’ voelt vanuit de kosmos. Veel mensen die nog leven vanuit de ideeën en overtuigingen van vorige tijdperken, begrijpen echter niets van al diegenen, die zo vertrouwen op de voor hen onzichtbare en ‘ongrijpbare’ werelden. Velen veroordelen al degenen die zo naarstig op zoek zijn naar het zogenaamde ‘Licht’ in deze wereld, maar tegelijk een weg gaan zonder kerk en religieuze overtuiging. Doch degenen die zich gevoed weten door esoterische kennis, die los van enige dogmatiek zich zo verbonden voelt met een wereld, die zij hun ‘gids’ noemen en erop vertrouwen dat dat wat komen gaat juist goed voor hen en voor de wereld is. Voor deze mensen geeft de ‘kosmos’ graag de juiste informatie en ziet men vanuit geestelijk perspectief, van wat dit over de hele wereld bewerkstelligt.

Zielscontact van kinderen met hun kosmische achtergrond.

Veel kinderen hebben in hun beginjaren nog veel zielscontact met hun kosmische achtergrond. Het kind dat iedereen ooit geweest is, staat in de eerste jaren nog dicht bij zijn goddelijke oorsprong en kosmische aard. Het doel van het incarnatieproces op Aarde is, om de geest te laten ontplooien in de stof en daar ‘kennis en lering’ van op te doen. In het eerste begin van het leven als kind, is alles echter nog buitengewoon pril. Daardoor is in het kind de ‘energetische’ verbinding met de kosmos nog sterk aanwezig. Waardoor het kind ‘qua gevoel of qua beeld’ vaak nog een ‘inschouw’ kan hebben in zijn of haar eerder kosmische of geestelijke bestaan. Soms zelfs in een eerdere incarnatie van zichzelf of van degenen in zijn of haar directe omgeving. Hierin kan men als ouder beter niet sturen, stimuleren of afremmen. De Aarde is voor de incarnerende geest, in de meest letterlijke zin een ‘leerschool’, die men zelf door moet maken. Daarom zal het ‘proces van verstoffelijking’ en de kennis en ervaring die men in de tijd dat men leeft op moet doen, enkel plaats kunnen vinden door eigen ondervinding. Dit geldt zowel voor het kind als voor het hele leven daarna.  Indien een ouder het kind, dat blijk geeft van een bepaalde ‘inschouw’, hierin op welke wijze dan ook bij wil sturen, de neiging heeft deze sturing vanuit de eigen visie te moeten begeleiden, zal het kind daar alleen maar schade door kunnen ondervinden. Naarmate het kind groter wordt en het proces van ‘verstoffelijking’ meer zijn weg zal vinden, dan zal de verbinding met de ‘kosmos’ bij de meeste kinderen gaan verdwijnen of sterk af gaan nemen. Alleen bij zeer gevoelige kinderen, wat men tegenwoordig ook wel ‘hoog gevoeligheid’ noemt, zou deze kosmische verbinding kunnen blijven bestaan of zelfs sterker kunnen worden. Wat veel van deze kinderen later vaak als een ‘verrijking’ van hun eigen leven ervaren. Een ervaring die men als een extra ‘dimensie’ in hun leven ervaart en het leven voor hen zelf een toegevoegde waarde geeft.

Overlijden van een kind.

Kinderen die voor hun zevende jaar sterven hebben nog zo’n directe connectie met hun kosmische oorsprong, dat zij in een geestelijke (licht) dimensie zeer liefdevol worden opgevangen. En daarbij alle noodzakelijke begeleiding krijgen om te begrijpen op welke wijze zij vanuit het hoger geestelijk bewustzijn, geleidelijk aan weer op een nieuwe incarnatie voorbereid kunnen worden. Deze mogelijkheden worden gecreëerd door de geestelijke begeleider(s), die men vanaf de geboorte heeft. Vaak is het als de mens geboren wordt reeds van tevoren bekend, dat hij of zij niet oud wordt en vaak is in dit vroegtijdige sterven, een karmische boodschap ingesloten voor de ouders en voor de persoon in kwestie zelf. Deze verbindingen, die in een andere dimensie plaatsvinden, vinden veelal plaats omreden van ‘elkaar los te kunnen laten’, waardoor of op welke wijze men zo vroegtijdig van het leven afscheid heeft moeten nemen. Hetgeen zowel een karmische boodschap voor het kind als voor de ouders betreft. Een karmische kwestie die doorgaans verder reikt dan dit leven en in verreweg de meeste gevallen te maken heeft met bepaalde situaties in vorige levens. Het kind zal zogezegd buitengewoon liefdevol worden opgevangen en wordt er voor verdere begeleiding zorg gedragen. De ouders zullen vanuit de geest ten alle tijden de kracht ontvangen om het verlies te kunnen dragen en geïnspireerd worden om er mee om te kunnen gaan. Vaak komt men als ouder naderhand ook sterker uit zo’n proces, wat bewijst dat het bewuste ‘levenskarma’ daarmee is ingelost.

Kinderloosheid.

Het kiezen voor kinderen door ouders lijkt een aardse keus, die men maakt op een moment dat men er samen klaar voor is. Zeer zeker zijn er de mogelijkheden die momenteel door de medische wereld geboden worden, zoals anticonceptie en kunstmatige inseminatie, maar de daadwerkelijke keus en de ‘verbinding’ ligt echter op een hoger geestelijker niveau. Wanneer men vanuit de geest beschouwd om ‘karmische’ redenen, kinderen in een bepaald leven dient te krijgen of dient op te voeden, dan zal dat geschieden op welke wijze dan ook. Ook al gebeurt dat niet direct maar jaren later. Met andere woorden, als ouderschap ‘karmisch’ bepaald is, dan zal dat geschieden. Wanneer men juist door eigen keuze, doormiddel van anticonceptiemiddelen niet voor kinderen kiest, dan is dat een keuze die men maakt. En weet men innerlijk ook dat men deze kinderen niet als taakstelling moet hebben in dit leven. De verantwoordelijkheid ligt in dit geval volledig bij het ouderpaar of een deel van het ouderpaar. De keus is aan hen zelf. Wanneer men echter ongewild kinderloos is en ook kinderloos blijft, ondanks alle middelen die men toepast om zwanger te kunnen worden, dan is dat vaak ‘karmisch’ vastgelegd vanuit een eerder leven. Een eerder leven waarin men meestal, het ouderschap niet helemaal naar behoren heeft kunnen vervullen en de verantwoordelijkheid ervoor niet heeft kunnen dragen. Daardoor dient men in dit leven de ervaring om geen kinderen te kunnen krijgen te doorleven, ook al zou men dat graag willen. Deze vorm van ‘karmische’ werking zal waarschijnlijk door weinigen begrepen worden. Doch in de ‘geest’ is het ouderschap: de ‘liefde en de zorg’ die dit vraagt, van grote betekenis. Maar vanzelfsprekend is het emotionele aspect, van het gevoel geen kinderen op de wereld te kunnen zetten, erger dan het idee dat men zelf vanuit een bepaalde ‘leerschool’ deze ervaring in dit leven te doorleven heeft. Dit niet als boetedoening noch als straf, de Geestelijke Wereld veroordeeld niet, doch als een natuurlijk ‘generiek’ proces dat men door eigen handelen zelf veroorzaakt heeft.

Pleegouderschap.

Welke betekenis heeft ‘pleegouderschap’ en wat zijn daarvan de consequenties? Is een vraag die sommigen bezig houdt. In feite kiest de geest meestal bewust voor een incarnatie in dit leven. De wijze waarop dat geschiedt is in een ‘karmisch’ levensprogramma tevoren vastgelegd. Vanzelfsprekend gebeurt het meer dan eens, dat een kind dat geadopteerd is toch steeds weer terug verlangt naar de biologische ouders. In elk geval wil weten waar zijn of haar ‘wortels’ liggen en later ook op zoek gaat naar de ouders of naar één van beide ouders. Het betekent dat het karma tussen de biologische ouders en de ‘pleeg- of adoptieouders’, in feite een geestelijke uitwerking is tussen de betreffende partijen. Wat inhoudt dat het kind daarin een bepaalde keuze, maar ook een bepaalde verbinding heeft, die zij allen met elkaar in harmonie moeten brengen of uit moeten werken. Het geeft ook aan dat zo’n karma, dat er tussen al deze mensen bestaat, eigenlijk het element ‘harmonie’ inhoudt. Wat aan geeft, dat men elkaar in vorige levens gekend heeft en dat men in dit leven een bepaalde ‘karmische’ verbinding naar elkaar uit te werken heeft. Zo’n levenskarma kan al heel oud zijn en heeft vaak te maken met tijden en culturen, waarin een man meerdere vrouwen tot zich kon nemen en daarbij kinderen kon verwekken. Het kind betreft dan vaak de man van destijds, die in één van zijn vorige levens het levenskarma door ‘polygamie’ veroorzaakt heeft en nu als kind de ervaring moet ondergaan om door verschillende moeders grootgebracht te moeten worden. Omgekeerd geldt dat ook voor een meisje, waarbij in een eerder leven een gecompliceerde situatie met ‘derden’ is ontstaan. Van daaruit verbindt het kind zich in dit leven, om hierin een keuze te maken en een bepaalde vorm van ‘eenheid’ tussen de verschillende partijen te creëren.   

Een andere cultuur.

Wat zijn de ‘karmische’ gevolgen wanneer een kind in een andere land en een andere cultuur wordt grootgebracht? Vaak heeft het kind bij incarnatie wel gekozen om deze grote verandering door te maken. Omreden dat men zijn biologische oorsprong nodig had in het land van herkomst, om iets van deze cultuur over te kunnen dragen in een geheel andere cultuur. Waarbij de ouders een grote rol spelen in de zin van de biologische verwekkers met het overdragen van de cultuur in de basis en in de structuur daarvan. Het kind is daardoor in staat iets van de oude cultuur over te dragen naar een andere cultuur, waardoor de eeuw van communicatie waarin wij leven steeds meer vorm krijgt. Vorm in de zin van overdracht aan informatie en vermenging van rassen, een vermenging van culturen en van eenheid van groeperingen die uiteindelijk geen verschil meer kennen van elkaars culturele achtergrond. Door de mondiale wereld waarin wij tegenwoordig leven, vinden er steeds meer integraties plaats van vreemde culturen en andere rassen, die zich vermengen met elkaars cultuur en met de mensen in de eigen omgeving. De wereld komt daardoor steeds meer tot een homogene eenheid. Zij wordt steeds meer één in totaliteit. Men ziet dat juist daardoor, dat er in feite maar weinig verschillen zijn in rassen en van elkaars opvattingen. Zo goed als alle kinderen over de hele wereld hetzelfde zijn en op dezelfde wijze op elkaar reageren, zijn uiteindelijk ook volwassenen, mensen die ondanks hun culturele achtergrond, in essentie graag op ‘humane en respectvolle’ wijze elkaar willen blijven bejegenen en met elkaar om willen blijven gaan.  De wereld wordt daardoor steeds meer een multiculturele samenleving, in totaliteit met elkaar verbonden, waardoor ook daarbij de spirituele achtergrond duidelijker wordt en er geleidelijk aan minder verschillen ontstaan tussen wie nou welke religie aanhangt.

Vandaar dat men ook bij de eerste generatie ‘nieuwkomers’ niet moet streven naar volledige ‘assimilatie’ in onze samenleving, zoals er vanuit de politiek soms geredeneerd wordt. Vooral bij de afgifte van permanente verblijfsvergunningen. Tenslotte wordt een Nederlander nooit een echte Fransman en omgekeerd een Fransman nooit een echte Nederlander, dat hoeft ook perse niet. Men leert tenslotte van elkaars cultuur, opvattingen en gewoontes. Assimilatie is een proces van geleidelijkheid, dat vooral bij volgende generaties plaatsvindt. Tenslotte draait alles om respect voor elkaar en respect voor elkaars opvattingen. Angst om de nationale identiteit daardoor kwijt te kunnen raken is misplaatst, dit is door de eeuwen heen nooit gebeurt en zal ook nooit gebeuren. Cultureel antropologisch is gebleken dat zelfs na ‘bezetting van een land of door de diaspora van een volk’, de identiteit van een bepaald volk niet verdwijnt. Sterker nog, zelfs de taal en de cultuur verdwijnt daardoor niet of nauwelijks, in bepaalde gevallen wordt dat zelfs sterker en houdt men bewust meer vast aan bepaalde tradities, gewoonten en gebruiken.   




Inspiratie: Par Lanto. Alles over liefde, Lisa Appignanesi. Het internet.

   

  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten