De 'Witte Broederschap' deel 2

Terugblik.

In alle voorgaande artikelen zit een bepaalde ‘opbouw’ in de ‘geesteswetenschappelijke’  uitleg van de artikelen. Een uitleg, die via dit ‘digitale medium’ wellicht voor sommigen een inspiratiebron zou kunnen zijn, om zich nader in de esoterische literatuur te gaan verdiepen. De ‘opbouw’ van alle artikelen begint over het feit, dat alles in ons universum uit ‘energie’ bestaat en doormiddel van energie existeert. Vervolgens een uitleg over de ‘bron’ van al het leven, over reïncarnatie, over de ‘energetische’ lichamen van de mens, over karma, kosmische stralen, inwijdingsgraden, ons ‘multidimensionale’ universum, de ‘schepping’ in al zijn creaties, over het leven in het ‘hiernamaals’, over de dood, tot aan het ‘lijden, ziek zijn en sterven toe van de mens. De uitgangspunten van deze ‘geesteswetenschappelijke’ uitleg zijn in belangrijke mate terug te voeren naar de ‘Theosofische’ leer van Helena P. Blavatsky. Een leer die met ongeveer dezelfde intentie ook door Alice A. Bailey, Helena Roerich, Rudolf Steiner, Edgar Cayce, Jozef Rulof en de bijna ontelbare esoterische schrijvers daarna is verkondigd. Informatie die een ieder vanuit zijn eigen achtergrond en op elk zijn eigen karakteristieke wijze, maar met dezelfde intentie naar buiten heeft gebracht. Doch in de meeste van alle voorgaande artikelen klinkt in grote lijnen de stem door van de ‘Witte Broederschap’. Een broederschap in de orde van de Hiërarchie van Geestelijke Meesters. Maar wie is deze broederschap en waar bestaat zij uit? Daar tracht het onderstaande verhaal een antwoordt op te geven.

Samenstelling ‘Witte Broederschap’.

In laat ‘Atlantische’ tijden is de ‘Witte Broederschap’ binnen de hiërarchie van Geestelijke Meesters ontstaan door een grote groep ‘Engelen’. Zij vertegenwoordigden destijds de verschillende ‘krachtvelden’ (godsvonken), die niet via de natuurlijke lijn tot een eerste ‘incarnatie’ van het menselijk wezen waren gekomen. Doch in een veel later stadium, door een aantal incarnaties via het menselijk geslacht, hun ‘Geestelijk Meesterschap’ hebben kunnen bereiken. Deze Geestelijke Meesters, in beginsel ‘Engelen van de eerste orde’, hebben zich na de incarnaties verenigd tot de ‘Witte Broederschap’. Het zijn de ‘Engelen’ die voor het eerst als Geestelijke Meesters waren teruggekeerd in het ‘Vaderhuis’. Zij vertegenwoordigen in beginsel de ‘krachten’ van de ‘Witte Broederschap’, die vanuit verschillende dimensies,  maar wel in ‘eenheid’ met elkaar, werkt naar zowel de Aarde als naar de Kosmos. Inmiddels is de ‘Witte Broederschap’ tot een broederschap van Geestelijke Meesters geworden, die wisselend van samenstelling meer dan ‘duizendtallig’ is en op deze wijze werkt naar de mensheid. In feite hebben de Engelen de status, die zij ooit verlaten hadden in zeker opzicht weer teruggekregen, maar dan door het ‘geestelijke’ niveau waarop zij nu existeren. Overigens is het ‘incarnatieproces’ die de Engelen in laat ‘Atlantische’ tijden op Aarde hebben doorgemaakt incidenteel geweest. Hetgeen destijds noodzakelijk was om het ‘energieveld’ van de broederschap in de hoogste regionen van het ‘licht’ te kunnen realiseren. Daarna zijn er nooit meer Engelen op Aarde geïncarneerd geweest, omdat de Engelenhiërarchie een apart evolutieproces in de Geestelijke Wereld vertegenwoordigen. Engelen zijn per definitie geen ‘menselijke wezens’ en maken in de verschillende hiërarchieën van het ‘licht’ een eigen ‘Deva-evolutie’ door.

Zij verkeren regelmatig onder ons

Binnen het collectief van de ‘Witte Broederschap’ worden tot op heden nog steeds Geestelijke Meesters, ‘hoog geëvolueerde en voltooide entiteiten op geestelijk niveau’, binnen hun ‘energieveld’ opgenomen. Deze entiteiten werken allemaal vanuit hun eigen ‘frequentie’ en naar aard en karakter. Hoewel zij hun persoonlijkheid (ego bewustzijn) reeds lang opgegeven hebben, staan zij in grote mate soeverein tegenover de mensheid. Maar toch zo menselijk in het opzicht van ‘begrip, inzicht en liefde’ voor de mensheid en met grote kennis van het menselijk falen door eigen ervaring. De ‘Witte Broederschap’ staat daardoor niet zo ver van de mensheid af als men doorgaans aanneemt. De ‘Witte Broederschap’ en de leden van deze broederschap verkeren regelmatig, zowel onder de mens als in de ‘kosmos’. Veel Geestelijke Meesters zijn in staat zich op Aarde te manifesteren en ook tijdelijk voor de mens zichtbaar te zijn en direct met de mens te kunnen communiceren, maar dan in de gebieden waar het ‘negativisme en ongeloof’ zich nog niet zo laat gelden als dat in onze omgeving doorgaans het geval is. De Geestelijke Meesters hebben directe ‘voeling’ met de mensheid en kennen ook de mens in zijn totaliteit. De ‘Meesters’ geven voortdurend kennis en mogelijkheden door in ‘reflectie’ aan de mensheid, doormiddel van de vele esoterische groeperingen die er wereldwijd actief zijn. Zij doen via deze weg al het mogelijke om de mens te kunnen bereiken, waarbij de mens in staat wordt geacht al deze informatie te vergelijken, met de ‘heilige’ kennis die in vele geschriften eerder aan de mens is geopenbaard. Tegelijkertijd kan men zien dat deze hernieuwde informatie, geënt op de huidige tijd, dezelfde is als die welke in het verleden gegeven is. Dezelfde essentie, dezelfde strekking en met dezelfde bedoeling, maar meer toegespitst op datgene wat in de nieuwe tijd komende is.   

Een historische keuze voor de mensheid.  

De ‘Witte Broederschap’ heeft de volgende dringende boodschap voor de mensheid. De tijd dat de mens zijn historische keuze moet maken is aangebroken. Spoedig zullen de mensen zich realiseren dat ze een zwaarwegende beslissing moeten nemen, één die de toekomst van iedereen zal bepalen. Zelfs de toekomst van elk levend wezen op Aarde. Een keuze tussen voortgaande en zich almaar uitbreidende ‘creativiteit en vindingrijkheid’ op Aarde, of een verschrikkelijk einde van al het leven, zowel menselijk als al het leven dat zich daarnaast bevindt. De mens heeft helaas het geheim van de ontstellende kracht ontdekt, die verborgen ligt in de ‘kern van het atoom’ en deze voor oorlog en vernietiging aangewend. Daar de mensheid zo verdeeld is door ‘wedijver, hebzucht en begeerte naar macht’, is het gevaar van uitroeiing ‘per ongeluk of met opzet’, voortdurend aanwezig. Mensen moeten daarom zo spoedig mogelijk een veiliger manier van leven zien te vinden. Zo krachtig en wijdverbreid is tegenwoordig het individualisme van zowel de mens als van menig land, zo verdeeld is men geworden in de strijd om het bestaan, dat menigeen de weg is kwijtgeraakt. En men deze weg zo snel mogelijk weer terug moet vinden om te kunnen overleven. Bijgevolg trachten wij, die de ‘Witte Broederschap’ vertegenwoordigen, de mensheid de enige weg naar vrede te wijzen. Alleen ‘samendelen en rechtvaardigheid’ zal de vrede kunnen brengen waar alle mensen in hun hart naar verlangen. Onze aanbeveling is uiterst eenvoudig, maar tot nu toe blijkbaar moeilijk te vatten voor de mensheid in het algemeen. Mensen beschikken over de goddelijke ‘vrije wil’ en zijn meesters over hun eigen lot. Neem zeggen wij, jullie ‘Oudere Broeders’, het pad van samendelen en van rechtvaardigheid!!. Die de ‘gewaden van Broederschap’ zijn, zonder welke een mens niet ten volle mens kan zijn.      



Inspiratie: Par Lanto. Alice A. Bailey. Het internet.