vrijdag 16 november 2012

De 'lichtsferen' in de Geestelijk Wereld deel 5

Wat vooraf ging.
Doordat de Geestelijke Werelden per definitie ‘energetische’ werelden zijn, bestaan vooral deze werelden uit ‘oneindig’ veel verschillende niveaus van energiefrequentie, waardoor men niet zo maar van de ene naar de andere wereld kan overgaan. Zoals eerder gesteld bevinden de verschillende sferen in deze ‘energetische’ werelden, zich op het niveau van ‘gedachtenenergie’, waar alleen al sterke ‘wil en gedachteconcentratie’ voldoende is, om iets in de ‘realiteit’ van deze werelden tot stand te laten brengen. Werelden waar andere natuurkundige wetten gelden, waardoor zij zich voor ons als 'gedachtenwerelden' manifesteren, maar net zo werkelijk en concreet in hun beleving zijn als onze wereld. Wat in de fysieke wereld door bepaald ‘materiaal’ opgebouwd moet worden, kan men in deze werelden doormiddel van sterke ‘wil en gedachteconcentratie’ al direct in de praktijk realiseren. Degenen die in deze werelden leven, harmoniëren allemaal zodanig met de ‘leefomstandigheden’ van de wereld die zij gezamenlijk geschapen hebben, dat zij elkaar in de ‘beeldvorming’ van die wereld voortdurend aan kunnen vullen en in stand kunnen houden. Maar omdat men juist in de ‘beeldvorming’ van deze werelden sterk afhankelijk is van de ‘kracht en de waarden’ die men er gezamenlijk aan geeft, kunnen de genoemde ‘leefomstandigheden’ weer telkens wat veranderen, wanneer er wijzigingen in de samenstelling van de ‘bewoners’ ter plaatse ontstaat. Tenslotte creëert de mens hoe dan ook altijd zijn eigen ‘leefomgeving’ en is er niks ‘menselijks’ vreemd. Zodat de beschrijving van deze werelden (met uitzondering van de bewoners) dan ook meer als ‘richtingbepalend’, dan als de meest actuele 'weergave’ van deze werelden beschouwd moeten worden. Van alle 'lichtsferen' houden de beschrijvingen hoofdzakelijk 'sfeerimpressies' in, om in het kort weer te kunnen geven van wat men in de lichtsferen zoal kan verwachten. Vanzelfsprekend zijn alle 'lichtsferen' werelden op zich, waar mogelijk miljoenen mensen in kunnen verkeren. Maar niettemin geven de ‘verslagen’ ontegenzeggelijk weer wat men in ‘grote lijnen’ in de Geestelijke Wereld kan verwachten en beschrijft de literatuur van Jozef Rulof over de ‘vijfde sfeer in het Zomerland’, daar het volgende over:

Het bezoek van Jozef en Alcar aan de vijfde sfeer van het Zomerland.
Thans naar de vijfde sfeer van het Zomerland, Jozef! Snel verplaatsten zij zich en concentreerden zij zich op het energieniveau van de vijfde sfeer. Plotseling kwam het moment dat een gouden lichtschijnsel hen bestraalde, zoals hij dergelijke lichtverschijnselen ook al in vorige tochten ervaren had. Daar naderen wij mijn sfeer Jozef, daar zal je kunst aanschouwen zoals je dat niet eerder beleefd hebt. De heerlijke, warme uitstraling van de sfeer die zij naderden stemde hem al zielsgelukkig. Hoeveel keer had Jozef al niet de sferen zien veranderen? Telkens had hij het ‘licht’ en de werelden nog mooier en de mensen steeds jonger zien worden. Alles veranderde, naarmate zij beiden steeds hoger stegen. Jozef ervoer het als een intens geluk om alles te mogen weten. Opeens lag daar onder hen de sfeer van Alcar. Schitterend was het landschap en de natuur daarin, over alles lag een  ‘goudachtige’ waas, veroorzaakt door het prachtige gouden ‘licht’ dat over deze wereld scheen. Prachtige tempels, gebouwen en woonomgevingen zag hij, en hij voelde dat het hier nog indrukwekkender was dan in de vorige sfeer waar zij net vandaan kwamen. Al zwevende kwamen zij op de plaats waar Alcar wilde wezen. Hier blijven wij, in één van deze tempels zullen we binnengaan.

Hemelhoog waren de tempels opgetrokken. Kathedralen zag hij zoals men die op Aarde niet tot stand kon brengen, omdat het ‘kunstzinnige’ gevoel van de bouwmeesters op Aarde nog niet zo hoog ontwikkeld was. De bouwwerken waren in verschillende kleuren, bijzondere steensoorten en stijlen opgetrokken. Alle gebouwen straalden ‘licht’ uit, zoals hij dat nog nooit eerder gezien had. De muren waren van ‘geestelijke’ stof en hij voelde dat dit ‘leefde’, waardoor zij een prachtig licht uitstraalde. Iets verder zag hij een enorm groot gebouw, bovenop een berg gebouwd. Honderden torens versierden het geheel en het hoogste gedeelte kon hij niet eens waarnemen. Hoe kon men in deze wereld zo een groot gebouw realiseren, vroeg Jozef zich af?. Alcar, ik zie geen einde aan het gebouw,  hoe is dat mogelijk? Het is zoals het leven voelt, Jozef . Dit is hun ‘levensafstemming’, het leven kent geen einde want het leven gaat altijd door. Deze tempels en gebouwen hebben hun afstemming op de zesde sfeer, al een sfeer hoger dan deze wereld. Daarom gaat het leven altijd door. In de gebouwen die wij nu zien wordt ‘Kunst’ in de breedste zin van het woord bedreven. Rondom de gebouwen waren overal bloemen aangebracht, zonder bloemen was het leven in de sferen niet compleet. Dat had Jozef al overal geconstateerd.

Toen Alcar en Jozef één van de gebouwen betrad was Jozef zeer ontroerd. Hoe ver waren deze entiteiten in de ‘Kunst’ wel niet vooruit gekomen? Was er aan de ‘Kunst’ geen einde? Weer zag Jozef de ‘geestelijke’ fontein, die hij in al de andere sferen ook had waargenomen. De fontein vertegenwoordigde de innerlijke afstemming in de ‘geest’ van de ‘bewoners’ van deze tempel. Ook deze fontein was van een uitzonderlijke schoonheid, die bijna niet te beschrijven was. Overal zag Jozef entiteiten: mannen, vrouwen, tweelingen en tweelingzielen. Allen waren één in ‘harmonie, dienstbaarheid en in verbondenheid’ met elkaar.  Velen waren met één kunstwerk bezig, het stuk stelde verschillende ‘beeldengroepen’ voor en was een ‘juweel’ van scheppingsvermogen. Alcar vertelde dat het kunstwerk  het ‘leven in al zijn facetten’ op Aarde voorstelde. Door kunst werd hier het ‘leven’ uitgebeeld. Jozef zag ‘strijd, voor en tegenspoed, leed en smart’ in verschillende voorstellingen kunstig uitgebeeld. Een diep ontzag vervulde Jozef, ontroerend was de schoonheid van deze kunst. Andere kunstwerken stelden alle ‘karaktereigenschappen’ van de mens voor, ook weer kunstig uitgebeeld in bepaalde beeldengroepen. Een geestelijke Meester uit de zesde sfeer van het ‘Licht’ had hier de algemene leiding. Er waren onder hen zelfs hoge geestelijke Meesters uit de zevende sfeer van het ‘Zomerland’. Jozef zag dat hier de vrouwelijke entiteiten een andere taak hadden dan de mannen. Door haar ‘liefde, gevoel en wijsheid’ werd het hoogste in creativiteit bereikt. De man als ‘schepper, de vrouw ter inspiratie en als dienende kracht’. Beiden waren één in hetgeen zij aan het scheppen waren.

Overal zag Jozef ‘Engelen’, die als toeschouwers gekomen waren, omdat men hun ‘kracht, liefde en aanwezigheid’ nadrukkelijk wenste. Hun aanwezigheid stelde men zeer op prijs, vanwege hun ‘onmetelijke wijsheid en hun geweldige scheppingskracht’, werd dit alles in de tempel  gezamenlijk tot stand gebracht. Elk kunstwerk straalde hier zijn eigen ‘licht’ uit, dat in prachtige kleuren vorm werd gegeven. Overal paste men hier een bepaalde ‘stof’ toe, die van zichzelf ‘licht’ bezat. Waardoor alles in de tempel één symfonie aan ‘licht en kleuren’ was. Alles straalde ‘licht’ uit  en voelde Jozef de intense liefde voor het ‘leven’, dat hier in kunst op een wonderschone wijze tot uitbeelding werd gebracht. Jozef nam wat ‘lichtstof’ dat men hier gebruikte, in zijn handen. Maar al gauw veranderde de ‘stof’ van licht en kleur, Jozef schrok wat gebeurde er opeens? Het mooie licht en de schitterende kleuren waren opeens verdwenen, een zacht blauwe waas lag er plotseling omheen. Een vrouwelijke Engel kwam naar Jozef toe en sprak: de ‘lichtstof’, die je in je handen hebt straalt het ‘licht’ uit waarop je zelf innerlijk bent afgestemd. De stof heeft jouw innerlijke ‘afstemming’ aangenomen, wat niet tot deze sfeer behoort. Jozef begreep deze ‘levensles’. De vrouwelijke Engel nam een tot bal geknede ‘lichtstof’ op, dat op een fijn soort 'poeder' leek en op slag veranderde het ‘licht en de uitstraling’ van de stof. Het schitterende ‘licht’ van de Engel straalde de stof nu ook zelf uit, nu de Engel met de stof verbonden was. Deemoedig en wat in verlegenheid gebracht keek Jozef de vrouwelijke Engel aan, die hem glimlachend aankeek.  Kennis en ondervinding is het leven, Jozef! Geleidelijk aan zal het leven ‘ontwaken’ en zal een ieder de ‘waarheid’ ontvangen. Alles op zijn tijd! Maar laat je niet ontmoedigen, vervolg je weg door het ‘leven’ te beleven zoals God het wil.

Jozef dankte de Engel voor deze ‘levensles’ en keek de prachtige verschijning bewonderend aan, jouw geestelijk leider Alcar is mijn ‘tweelingziel’ Jozef, zei de Engel. Elk mens op Aarde heeft een ‘tweelingziel’ en niet eerder dan in de vijfde sfeer van het Zomerland, zal men verenigd worden met zijn of haar ‘tweelingziel’.* Ik volg Alcar in alles en zal jullie beiden in mijn gebeden blijven gedenken. Alcar is mijn ‘ziel’ en mijn leven. Wij zijn één en zullen voor eeuwig één blijven, omdat dat de ‘goddelijke’ opdracht is. Eens zal de taak die Alcar op Aarde verricht volbracht zijn, waarvoor de geestelijke Meesters hem opgedragen hebben. Daarna zullen Alcar en ik in ‘ziel en geest’ met elkaar verenigd worden en als één en het zelfde wezen onze weg vervolgen. Weet dat ik jullie beiden blijf volgen, waar jullie ook zijn. Wij beiden zullen Alcar dienen in liefde, hij zal je er wijsheid en kennis in de ‘geest’ er voor teruggeven en velen anderen op Aarde zullen er gelukkig door worden. Jozef voelde plotseling naast zich zijn leider staan. Alcar legde zijn arm om zijn schouder en keek hem doordringend aan. Een zelfde ‘liefde’ als van zijn ‘tweelingziel’ stroomde in hem en vervulde zijn geest volledig met zijn ‘Liefde’. Daar voor hem stonden twee waarlijke ‘liefdesgeesten’, tweelingzielen en engelen in de ‘geest’, daarmee was hij Jozef verbonden!. Nauwelijks kon Jozef dit allemaal bevatten. Geluk, liefde en dankbaarheid vervulde hem.  

Alcar liet Jozef voelen dat zij verder zouden gaan. Thans gaan wij naar de schilderkunst, dat gebouw sluit hier bij aan, het is één geheel. Lang zullen wij echter hier niet blijven. Jozef volgde zijn geestelijk leider, die hem nog vele ‘geestelijke’ schatten toonde. Eindelijk waren zij op de plaats waar Alcar wilde wezen. Ook dit gebouw was rondom open en toegankelijk voor iedereen. Veel hoge entiteiten waren ook hier met een kunstwerk bezig. Zij schilderden zoals men dat ook op Aarde pleegt te doen, maar hier paste men andere materialen toe en kende men kleuren, waardoor het ‘volmaakte’ werd bereikt. Het ene kunstwerk was nog mooier dan het andere, groots van opzet en geestelijk diep doorvoeld. Fantastische kleurnuances zag hij, die door de makers in volslagen ‘harmonie en rust’ waren aangebracht. Ook hier trachtte men ‘het leven in al zijn facetten’ tot uitdrukking te brengen. Alles ‘leefde’ en straalde licht uit, omdat de kunstenaar het ‘leven’ tot in het diepste van zijn ziel voelde en tot uitbeelding wist te brengen. Kijk Jozef daar voor je, een zeldzaam mooi ‘sferenbeeld’, door die zuilen heen. Jozef nam naast Alcar plaats. Daar voor hem zag hij een wonderschoon landschap. Het was een vergezicht, zo volmaakt weergegeven alsof hij droomde. Hij zag een prachtig landschap en een natuur als nog nooit te voren. Was dit volmaakte schilderij een hogere sfeer die hij waarnam? Het landschap was zo sereen uitgebeeld en zo volmaakt tot in details weergeven, daar zou hij nooit mogen binnentreden, dat voelde hij aan alles. Alcar keek Jozef aan en zei, zou je daar wel eens willen vertoeven, Jozef?

Wanneer je ons leven in de sferen in waarachtige ‘liefde’ wilt delen, dan zal je in alle ‘deemoedigheid’ veel worden gegeven en worden toegestaan. Met dit voor ogen, zal je kracht geschonken worden, veel te mogen beleven in het leven van de ‘geest’. Dat wil ik graag zei Jozef. Ik zal alles doen om het beeld niet te ‘storen’. Dan zullen wij afdalen, ook dit zal je dan beleven. Jozef volgde Alcar de trappen af. Plotseling konden zij niet verder en stonden zij voor een geschilderd doek, een kunstwerk van een der geestelijke Meesters. Dit doek is door een van de Meesters uit de zesde sfeer tot stand gebracht, Jozef. Het is een wereld die door de kunstenaar op de meest volmaakte manier is uitgebeeld. Het doek is al duizenden jaren oud, de Meester van dit doek is verder geëvolueerd in de geest en zal hier nooit meer terugkeren. Dit doek is in deze tempel het ‘heiligste’ wat wij bezitten. Weer nam Jozef plaats en keek lange tijd naar dit wonder. Tempels en gebouwen, bloemen en planten, mens en dier, het landschap en de natuur, alles was volmaakt en natuurgetrouw weergeven. Het doek 'leefde' zodanig en straalde zoveel 'licht en kracht' uit, dat men het idee had er zelf in te vertoeven en dat men die wereld zelf al volledig 'beleefde'. Het was een meer dan ‘hemels’ tafereel, letterlijk een geschilderd 'wonderstuk'. Neem alles goed in je op, Jozef en vertel op Aarde wat je aan deze zijde allemaal hebt mogen ontvangen en hebt mogen bewonderen. Thans gaan wij weer verder naar nog hogere sferen in het Zomerland, Jozef.

Mag ik nog even wat vragen, vroeg Jozef? In alle sferen heb ik tot nu toe heel veel kunst gezien, kan men in de ‘sferen’ zich hoofdzakelijk alleen maar door ‘Kunst’ zich ontwikkelen, Alcar?  Neen Jozef, wij bezochten tot nu toe in alle sferen van het ‘Licht’ de tempels waar veelal ‘Kunst’ bedreven wordt, omdat de kunstenaar door datgene wat hij creëert, op een zeer aanschouwelijke en vaak prachtige wijze een visie op de wereld waarin hij leeft tot uitdrukking weet te brengen. Men krijgt daardoor in weinig tijd al een visie van wat er leeft binnen een groep of samenleving en hoe de samenleving zich ontwikkeld heeft. Maar natuurlijk is elk menselijk wezen uniek en ontwikkelt een ieder zich naar eigen vermogen en eigen kwaliteiten. Niet iedereen is tenslotte een kunstenaar of wetenschapper en voor iedereen zijn de kansen gelijk. Dit geldt ook voor de geestelijke ontwikkeling in de ‘sferen’, een ieder doet dat naar zijn eigen kunnen en zijn eigen ontwikkelingsmogelijkheden. Het is een ‘geestelijke’ wet dat iedereen over een eigen 'vrije wil' beschikt en dat ook iedereen in alle vrijheid, zonder enige verplichting zich moet kunnen ontwikkelen. Daarom vindt men in de ‘sferen’ dan ook een verscheidenheid aan gebouwen en tempels, waar een ieder zich op zijn manier ‘geestelijk’ kan ontwikkelen en kennis en wijsheid op kan doen. Een ieder krijgt daarin begeleiding en onderricht. Maar helaas kunnen wij in de korte tijd dat jij de ‘sferen’ bezoekt, niet alles laten zien. Maar niet tegenstaande dat feit, onderscheidt wel elke ‘sfeer’ zich nadrukkelijk in datgene wat ik jou heb laten zien. Dit zelfde geldt natuurlijk ook op Aarde waar ‘Kunst’ een beeld geeft van de cultuur en de ontwikkeling van een bepaalde samenleving. Welke kunstschatten daarom ook zorgvuldig in Musea worden bewaard, om de geschiedenis en ontwikkeling van een volk daarmee voor de eeuwigheid te kunnen behouden. Dus Jozef, voor iedereen zijn er altijd gelijke kansen en dezelfde mogelijkheden voor ontwikkeling. Maar nu gaan wij naar de zesde sfeer in het Zomerland!


*Zie tevens de zeven bewustzijnsniveaus in de Geestelijke Wereld.   


Inspiratie: literatuur Jozef Rulof./Persoonlijke doorgeving.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten