maandag 12 november 2012

De 'lichtsferen' in de Geestelijke Wereld deel 3

Wat vooraf ging.
Doordat de Geestelijke Werelden per definitie ‘energetische’ werelden zijn, bestaan vooral deze werelden uit ‘oneindig’ veel verschillende niveaus van energiefrequentie, waardoor men niet zo maar van de ene naar de andere wereld kan overgaan. Zoals eerder gesteld bevinden de verschillende sferen in deze ‘energetische’ werelden, zich op het niveau van ‘gedachtenenergie’, waar alleen al sterke ‘wil en gedachteconcentratie’ voldoende is, om iets in de ‘realiteit’ van deze werelden tot stand te laten brengen. Werelden waar andere natuurkundige wetten gelden, waardoor zij zich voor ons als 'gedachtenwerelden' manifesteren, maar net zo werkelijk en concreet in hun beleving zijn als onze wereld. Wat in de fysieke wereld door bepaald ‘materiaal’ opgebouwd moet worden, kan men in deze werelden doormiddel van sterke ‘wil en gedachteconcentratie’ al direct in de praktijk realiseren. Degenen die in deze werelden leven, harmoniëren allemaal zodanig met de ‘leefomstandigheden’ van de wereld die zij gezamenlijk geschapen hebben, dat zij elkaar in de ‘beeldvorming’ van die wereld voortdurend aan kunnen vullen en in stand kunnen houden. Maar omdat men juist in de ‘beeldvorming’ van deze werelden sterk afhankelijk is van de ‘kracht en de waarden’ die men er gezamenlijk aan geeft, kunnen de genoemde ‘leefomstandigheden’ weer telkens wat veranderen, wanneer er wijzigingen in de samenstelling van de ‘bewoners’ ter plaatse ontstaat. Tenslotte creëert de mens hoe dan ook altijd zijn eigen ‘leefomgeving’ en is er niks ‘menselijks’ vreemd. Zodat de beschrijving van deze werelden (met uitzondering van de bewoners) dan ook meer als ‘richtingbepalend’, dan als de meest actuele ‘weergave’ van deze werelden beschouwd moeten worden. Van alle 'lichtsferen' houden de beschrijvingen hoofdzakelijk 'sfeerimpressies' in, om in het kort weer te kunnen geven van wat men zoal kan verwachten. Vanzelfsprekend zijn alle sferen van het 'licht' werelden op zich, waar mogelijk miljoenen mensen in kunnen verkeren. Maar niettemin geven de ‘verslagen’ ontegenzeggelijk weer wat men in ‘grote lijnen’ in de Geestelijke Wereld kan verwachten en beschrijft de literatuur van Jozef Rulof over de derde ‘bestaanssfeer’ in het ‘Licht’ daar het volgende over:

De derde bestaanssfeer.
Alcar en Jozef traden de derde sfeer binnen. Weer keek Jozef zijn ogen uit, steeds weer zag hij andere leefomstandigheden en andere werelden. Tijden zou hij in deze sfeer wel willen verblijven, hoe uitzonderlijk mooi was deze wereld weer ten opzichte van al de mooie werelden, die zij al eerder bezocht hadden. De hemel was in deze sfeer 'paars blauw' gekleurd. Wat hij allemaal zag ontroerde Jozef bij het binnentreden van de sfeer. Hoe sereen en onwerkelijk was het hier en toch zagen en voelden de mensen hier ‘stoffelijk’, zoals dat ook in de fysieke wereld is. Jozef zag een prachtig landschap voor zich met geweldig hoge bergen en diepe dalen. Hemelhoog verhieven zich de enorme bergen en schitterende tempels waren op vooruitstekende ‘rotspunten’ gebouwd. In de verte zag Jozef een prachtige tempel, die in verschillende steensoorten en in een rijke variatie aan kleuren, geweldig mooi was opgebouwd. Het geheel ‘straalde’, zoals het tot nog toe in geen enkele andere sfeer had kunnen stralen. Overal zag Jozef prachtige beeldhouwwerken die de omgeving van de tempel versierden. Rondom de tempel zelf waren symbolische versieringen aangebracht en begreep hij, dat ook deze tempel door nog hogere entiteiten in stand werd gehouden. Het ‘Licht’ straalde van alle kanten vanuit het gebouw en alles ‘leefde’ door de enorme kracht die van het gebouw uitging. Wat betekent deze tempel Alcar, vroeg Jozef? Het is de tempel die wij het ‘heelal’ noemen en waarin je straks met het ‘heelal of de kosmos’ verbonden kunt worden. Op verschillende plaatsen in deze derde sfeer vinden wij dergelijke tempels, om de mens aan te sporen zichzelf geestelijk te ontwikkelen en zich bepaalde kennis eigen te maken.

Hier zoals je weet, doet men dat in aller ‘stilte’, niemand zal een ander dwingen omdat men hier handelt naar eigen vrije wil en naar het gevoel. Zoals ik al zei, is dit de tempel voor  ‘heelal en kosmos’ en met alles wat daar mee te maken heeft, maar er zijn hier ook tempels voor muziek en voor tal van verschillende wetenschappen. Tevens dienen al deze tempels om examens af te leggen in de een of andere kunst of wetenschap. Waarna men net als op Aarde, ook in deze wereld een taak op zich kan nemen, om kennis en kunde in de praktijk toe te kunnen passen. Banen zoals op Aarde zijn er in de Geestelijke Werelden niet maar men kan zich wel, alleen of in samenwerking met anderen, een taak op zich nemen om zich dienstbaar te maken in de richting waar men zich in bekwaamd heeft. Groots was alles wat Jozef waarnam. Hier waren de mensen eerlijk en oprecht, zuiver in hun daden en van alle Aardse gedachten ‘gezuiverd’. In niets voelde Jozef enige vorm van tegenstelling, hier was ieder zich volkomen zelf zonder dat men zich anders voor hoefde te doen. Hier waren allen één in ‘denken en doen’ en in ‘liefde en dienstbaarheid’ met elkaar verbonden. Wat een ‘geluk en vrede’ nam hij toch in deze wereld waar!. Hij zag ook weer om zich heen de prachtigste landschappen, met de mooiste bloemen, vruchten en andere natuurproducten die men zich maar voor kon stellen. Jozef nam een vrucht uit één van de velden en een heerlijk vocht stroomde door hem heen op een manier die hem ‘verrukte’ en hem veel sterkte gaf.

Heerlijk was dit alles. Vogels in onnoembare kleuren vlogen om hem heen en zongen hun ‘hoogste’ lied. Daar voor Jozef stroomde een beekje, dat door de kleur van bloemen en de natuur er omheen ‘gekleurd’ werd en waarin het ‘leven’ zich in al zijn gratie weerspiegelde. Hij zag overal in dit wonderschone landschap mensen of zo men wil ‘entiteiten’, die al of niet gearmd met elkaar wandelden en druk met elkaar praten. Hier was men daadwerkelijk in vrede en harmonie bijeen. Net als in de tweede sfeer waren allen jong, krachtig en mooi. Des te verder Alcar en Jozef de derde sfeer betraden, des te mooier werd de natuur en de wereld om hen heen. Nog ‘lieflijker en serener’ werd alles door Jozef ervaren. Inmiddels waren Alcar en Jozef de tempel van het ‘heelal’ genaderd. Het gebouw was aan alle zijden open, zoals ook elke geestelijke woning voor een ieder toegankelijk is. Hij zag weer veel bloemen en natuur die ook hier in harmonie met het gebouw ontworpen was. Wij zullen het gebouw betreden Jozef, zei Alcar. Bij het betreden herkende Jozef direct de geestelijke ‘fontein’, die men in alle sferen bezat. Wijsheid, kracht en liefde waren in de fontein verenigd. Omgeven van de mooiste bloemen, vruchten, vogels en groen was de fontein versierd.  Op de fontein zag Jozef dezelfde symbolische voorstelling als op de verschillende torens, die Jozef van buiten waargenomen had. Duidelijk voelde en zag hij nu de betekenis er van. De symboliek stelde een deel van het Universum voor, met zijn planeten en de sterren. Vele entiteiten liepen hen voorbij, de één in een nog mooier geestelijke gewaad dan de ander.  De geestelijke gewaden schitterden naar innerlijke kracht en naar de ‘liefde’ die zij van binnen bezaten.

Alcar ging steeds verder de tempel binnen en Jozef volgde hem op de voet. Sprakeloos nam hij de wonderschone wereld in de tempel waar. Van de ene verbazing rolde Jozef in de andere verbazing. Jozef zag prachtige kunstwerken van bloemen die blijkbaar hogere geestelijke sferen uitbeelden. Jozef zag beelden van alle planeten, manen en sterren, ja zelfs het hele universum was in bloemen en in de mooiste kleuren uitgebeeld. Kom we gaan verder zei Alcar. Zij gingen in het gebouw omhoog totdat zij op de hoogste etage waren aangekomen. Een entiteit in een zilverwit gewaad verwelkomde Alcar, alsof hij op hun komst gewacht had. Jozef wilde blijven staan maar de hoge entiteit wenkte hem om naderbij te komen. Jozef hoorde Alcar de entiteit met Aloisius aanspreken. Daarna richtte de entiteit zich tot Jozef en zei: ik weet van je komst, veel wijsheid zal je worden gegeven. Geef dat door op Aarde zodat een ieder daarvan kennis kan nemen. Veel succes gewenst! Aloisius nam Alcars arm en zei, kom ga met mij mee. Jozef volgde hen op de voet en vroeg zich af wat zij zouden beleven. Zij liepen verschillende zalen door en Jozef zag dat het langzaam donkerder werd. Waarom was dat, hij begreep er niets van? Des te verder zij de immense tempel doorkruisten, des te donkerder werd het om hen heen. Eindelijk kwamen zij in een ruime zaal, waar zij stopten en waar verschillende machines bijeen stonden. Jozef dacht, het lijkt hier wel een soort ‘sterrenwacht’. Alcar en Jozef namen plaats op een rustbank en wachtten op de dingen die zouden komen. Enkele toestellen werden in werking gezet en een zacht gezoem liet zich horen.

Boven zich zag hij een bolvormige koepel in een strak blauw ‘kleed’. Het bleek het heelal te zijn. Het werd eerst nog donkerder om hen heen en daarna klaarde het weer op en veranderde het blauw in een lichtere afstemming. Vervolgens ging het over op een diepblauwe tint. Nu was het opeens alsof alleen Jozef zich midden in het heelal bevond, alles om hem heen was niets dan open ruimte. Het universum openbaarde zich aan Jozef en hij voelde zich daar één mee worden. Opeens dacht Jozef iets waar te nemen, geleidelijk aan werd een cirkel zichtbaar, die al dichter werd en van vorm veranderde. De cirkel werd een bol en nu zag hij opeens nog meer bollen op dezelfde wijze verschijnen. Om de eerste bol heen verscheen opeens een andere bol, die als een lichtende ‘waas’ er om heen bleef hangen. De eerste bol bleek de Aarde te zijn, de ‘lichtende’ bol er om heen de ‘geestelijke’ uitstraling van de Aarde. Het tafereel werd steeds duidelijker en opeens begreep hij de betekenis er van. Daarna verschenen er andere planeten en sterren, alles zoals het in werkelijkheid was. Het was alsof Jozef zweefde, maar toch was hij niet van plaats veranderd. Hij voelde zich één met het ontzaggelijke universum. Opeens zag hij duizenden ‘lichtvlekken’, die allemaal hun plaats in het universum hadden en allemaal hun vaste baan in het universum beschreven.

Nu hoorde Jozef opeens een stem tot zich spreken: de eerste planeet is tevens de eerste ‘kosmische afstemming of kosmische dimensie’. De tweede planeet die wat groter is, vertegenwoordigt de tweede kosmische dimensie, daarna de derde dimensie (de Aarde), dan de vierde, vijfde, zesde en de zevende kosmische dimensie waar de geestelijke Meesters, waaronder Christus leeft.* Wat wij je tonen is de werkelijkheid. Wat wij laten zien, dient alleen om jou duidelijk te maken, dat ook in het universum er ‘kosmische of geestelijke’ dimensies aanwezig zijn. Dit wil zeggen dat er ook ‘geestelijke hemellichamen’  zijn, waarop ‘leven’ is en er geestelijke ontwikkelingen op deze ‘hemellichamen’ plaatsvinden. Naast het fysieke universum dat wij als mensen waar kunnen nemen, bestaat er namelijk ook een ‘geestelijk’ universum dat uit een ‘geestelijke’ constellatie van planeten bestaat. En dat zodoende de mens op het niveau van de zevende ‘kosmische’ dimensie, de keus heeft in de goddelijke Albron op te gaan en daardoor deel uit te maken van de goddelijke ‘Al’ kracht. Wat wij jou nu tonen is de ‘kringloop’ van de ziel. De mens als levend wezen, komt vanuit de eerste ‘kosmische afstemming’ en zal duizenden jaren nodig hebben om zijn volledige weg af te leggen (zie tevens de evolutie van de ziel).

Veel zouden wij jou duidelijk kunnen maken, maar dat is helaas niet mogelijk vanwege de tijd en het anders voor velen op Aarde te ingewikkeld wordt om te kunnen begrijpen. De geestelijke Meesters, die ons in staat stelden jou met het heelal te verbinden, leven allen in de zevende sfeer van het ‘Licht’. Onthoudt alles, mijn jonge broeder en vertel op Aarde dat  het leven in essentie ‘eeuwig’ is en de mens zich ‘kosmische’ wijsheid kan eigen maken, wanneer hij onze weg volgt, de weg die in essentie de ‘onbaatzuchtig liefde en dienstbaarheid’ naar anderen vertegenwoordigt. Vervolgens keerde Jozef na dit gesprek weer terug in zijn eigen toestand en zag het ‘lichter’ worden, waarna hij zich weer bij Alcar voegde in de geestelijke hoedanigheid die hij had, voordat hij de ‘reis’ in het heelal meemaakte. De ‘verbinding’ met het universum was nu verbroken. Alcar keek naar Jozef en glimlachte hem toe. Niets dan ‘leven’ mij jongen, wij zijn slechts een atoom van alles wat God geschapen heeft. Put daaruit je kracht voor je Aardse leven! Aloisius kwam tevoorschijn en drukte Alcar en Jozef de beide handen en groette hen ten afscheid. Waarna Alcar en Jozef hun weg weer vervolgde.

Alvorens weer naar nog hogere sferen in het ‘Licht’ te vertrekken, vroeg Jozef aan Alcar: bestaan alle sferen alleen maar uit ‘tempels’ en hier en daar wat woningen of groepjes van  woningen bij elkaar, of zijn er ook nog grote ‘steden’ in het Licht? Alcar glimlachte, nee Jozef in de sferen van het ‘Licht’ zal je geen steden aan kunnen treffen. Ik zal je zeggen waarom, je weet dat alles in het universum uit ‘trilling’ bestaat en dat alles ‘energiefrequentie’ is. En dat elke bestaanssfeer in het ‘Licht’ uit een bepaalde energiefrequentie bestaat. Energiefrequenties die maken dat men niet zomaar van de ene sfeer naar de andere sfeer kan overstappen. Nu is elke sfeer in het ‘Licht’ weer onderverdeeld in bepaalde ‘sub frequenties’ van energie, waarbij de eerste vier sferen in het ‘Licht’ elk zeven ‘frequentieniveaus’ vertegenwoordigen en de vijfde sfeer drie niveaus van ‘energiefrequentie’. De zesde en de zevende sfeer kennen deze sub frequenties niet, maar heeft men in beide sferen te maken met één energieniveau.  Zouden er nu steden zijn in het ‘Licht’, dan zouden alle ‘energieniveaus’ dwars door elkaar heen lopen, omdat in steden nu eenmaal iedereen op een ‘kluitje’ bij elkaar, boven en naast elkaar woont.

Nu weet je dat iedereen in de sferen van het ‘Licht’ in volslagen harmonie met elkander leeft en dat allen in ‘denken en doen en in liefde en dienstbaarheid’ met elkaar verbonden zijn. Dat maakt dat degenen die met elkaar in het ‘Licht’ samenleven refereren aan één en hetzelfde ‘energieniveau’. Omdat elke sfeer weer meerdere ‘energieniveaus’ kent en elk niveau weer kleine verschillen in ‘energiefrequentie’, leeft men in de sferen van het ‘Licht’ in kleine groepen bij elkaar. Of indien men dat wenst in afzonderlijke woningen op mooi gelegen plaatsen in het landschap. Dit is een natuurlijke ‘selectie’, waarbij degene die van de fysieke wereld ‘overgaat’ naar de wereld van het ‘Licht’, vanzelf in de groep terecht komt waaraan men qua frequentieniveau aan refereert. Omdat de groepen in de sferen doorgaans niet groter zijn dan een ‘honderdtal’, treft men in de sferen dan ook alleen maar ‘idyllische’ dorpjes in een adembenemend mooi landschap aan. Dorpjes en directe omgevingen daarvan, die allemaal aan een bepaald ‘energieniveau’ refereren.  De tempels die wij bezochten en vaak ook verspreidt in het landschap liggen, hebben allemaal een bepaalde betekenis en functie die allen zonder uitzondering met de ontwikkeling van de ‘geest’ te maken hebben. Dit is dan ook het landschap dat je tot nu toe hebt aangetroffen. Het was Jozef nu duidelijk en tezamen besloten zij om verder te gaan.



*Zie tevens de verhalen over de ‘Kosmische dimensies en de zeven niveaus van bewustzijn’.


Inspiratie: literatuur Jozef Rulof./Persoonlijke doorgeving.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten