woensdag 14 november 2012

De 'lichtsferen' in de Geestelijke Wereld deel 4

Wat vooraf ging.
Doordat de Geestelijke Werelden per definitie ‘energetische’ werelden zijn, bestaan vooral deze werelden uit ‘oneindig’ veel verschillende niveaus van energiefrequentie, waardoor men niet zo maar van de ene naar de andere wereld kan overgaan. Zoals eerder gesteld bevinden de verschillende sferen in deze ‘energetische’ werelden, zich op het niveau van ‘gedachtenenergie’, waar alleen al sterke ‘wil en gedachteconcentratie’ voldoende is, om iets in de ‘realiteit’ van deze werelden tot stand te laten brengen. Werelden waar andere natuurkundige wetten gelden, waardoor zij zich voor ons als 'gedachtenwerelden' manifesteren, maar net zo werkelijk en concreet in hun beleving zijn als onze wereld. Wat in de fysieke wereld door bepaald ‘materiaal’ opgebouwd moet worden, kan men in deze werelden doormiddel van sterke ‘wil en gedachteconcentratie’ al direct in de praktijk realiseren. Degenen die in deze werelden leven, harmoniëren allemaal zodanig met de ‘leefomstandigheden’ van de wereld die zij gezamenlijk geschapen hebben, dat zij elkaar in de ‘beeldvorming’ van die wereld voortdurend aan kunnen vullen en in stand kunnen houden. Maar omdat men juist in de ‘beeldvorming’ van deze werelden sterk afhankelijk is van de ‘kracht en de waarden’ die men er gezamenlijk aan geeft, kunnen de genoemde ‘leefomstandigheden’ weer telkens wat veranderen, wanneer er wijzigingen in de samenstelling van de ‘bewoners’ ter plaatse ontstaat. Tenslotte creëert de mens hoe dan ook altijd zijn eigen ‘leefomgeving’ en is er niks ‘menselijks’ vreemd. Zodat de beschrijving van deze werelden (met uitzondering van de bewoners) dan ook meer als ‘richtingbepalend’, dan als de meest actuele ‘weergave’ van deze werelden beschouwd moeten worden. Van alle 'lichtsferen' houden de beschrijvingen hoofdzakelijk 'sfeerimpressies' in, om in het kort weer te kunnen geven van wat men in de lichtsferen zoal kan verwachten. Vanzelfsprekend zijn alle zeven 'lichtsferen' werelden op zich, waar mogelijk miljoenen mensen in kunnen verkeren. Maar niettemin geven de ‘verslagen’ ontegenzeggelijk weer wat men in ‘grote lijnen' in de Geestelijke Wereld kan verwachten en beschrijft de literatuur van Jozef Rulof over de het ‘vierde energieniveau in de lichtsferen’, wat het Zomerland betreft, daar het volgende over:

De vierde sfeer in het ‘Licht’, het Zomerland.
Jozef en zijn vrouw hadden in het begin van hun huwelijk een dochtertje gekregen, die al snel na de geboorte overleden was. Helaas is zijn vrouw nadien nooit meer zwanger geraakt, terwijl zij zeer nadrukkelijk die kinderwens wel hadden. Het verhaal over de vierde sfeer van het ‘Licht’ gaat voornamelijk over de ‘kindersfeer’, die deze eerste sfeer van het ‘Zomerland’ mede vertegenwoordigt. Kinderen die beneden de zes jaar komen te overlijden worden op buitengewone ‘liefdevolle’ wijze in deze vierde sfeer opgevangen en verder opgevoed, totdat zij in hun ‘tienerjaren’ de leeftijd bereiken, om naar de sfeer van hun eigen ‘afstemming’ te moeten gaan. Een sfeer die in de meeste gevallen een sfeer in het ‘Morgenland’ betreft, waarna zij door verdere geestelijke ontwikkeling de weg ‘omhoog’ weer kunnen vervolgen. Totdat zij er klaar voor zijn om weer een ‘incarnatie’ op Aarde aan te kunnen gaan. Zoals gezegd, gaat het navolgende verhaal hoofdzakelijk over de kinderen in deze sfeer,  maar dat laat onverlet dat er natuurlijk ook veel volwassenen zijn, die in deze sfeer hun verdere ‘geestelijke’ ontwikkeling vervolgen. Het landschap in deze sfeer bestaat dan ook weer uit veel verspreidt liggende ‘nederzettingen’ die door prachtige natuur omgeven zijn, waar men in overzichtelijke groepen bij elkaar woont en in volslagen harmonie met elkaar samenleeft. Nabij de ‘nederzettingen’ bevindt zich veelal bebouwing die ter ‘educatie, meditatie, onderzoek of verdere ‘geestelijke’ ontwikkeling en ondersteuning van de bewoners dient. Deze bebouwing bestaat doorgaans uit prachtig vormgegeven ‘tempels of kathedralen’, die op harmonische wijze zowel in de vrije natuur of in de buurt van nederzettingen in de ‘omgeving’ zijn ingepast. Het verhaal van Jozef gaat vervolgens over het feit dat hij zijn dochtertje in de vierde sfeer mag bezoeken en daarbij natuurlijk ook veel over de prachtige omgeving vertelt. 

Het bezoek van Jozef aan zijn dochtertje.
Spoedig traden Alcar en Jozef de ‘kindersfeer’ binnen, er heerste daar een zodanige rust en serene sfeer die hij nog nooit eerder had gevoeld. Overal ervoer Jozef een zalige ‘liefde’ en zag hij bloemen in de meest fantastische kleuren. Vlekkeloos wit waren de tempels, waar de kleintjes leefden. Hoe zou mijn kleine meid er na één jaar uitzien? Vroeg Jozef zichzelf af. Al van verre zag hij de kleintjes, die buiten in de natuur aan het spelen waren. Jozef voelde zich stil worden nu het grote moment van ontmoeting zou komen. Op enige afstand van hem wandelden veel ‘verzorgsters’ met hun kleintjes. Zij leken op afstand net ‘verlichte’ zonnen, alles straalde ‘liefde en compassie’ uit. Alcar en Jozef wandelden door een prachtige laan en door bloemen omringd, de vogels zongen dat het een lieve lust was en de natuur was wonderbaarlijk mooi. Bloemen geurden heerlijk en het leek of alles ‘straalde’. Ginds zag hij kleuters die al de leeftijd van drie jaar hadden bereikt. Links en rechts van hun, stonden langs de laan waar zij liepen prachtige beeldhouwwerken, die bepaalde sprookjes voorstelden en waarvan de kleintjes konden leren. De kinderen leerden in deze sfeer van het ‘Licht’ geen gesproken taal meer zoals wij dat op Aarde kennen, maar communiceerde men direct met de innerlijke ‘levensbron’ van de ander. Twee levens ‘vloeien’ tijdens de communicatie als ‘vloeistof’ in elkaar over en begrijpt men in minder dan secondes wat de ander bedoeld, zonder dat er ook maar van enig misverstand sprake kan zijn. (zie tevens het verhaal over de zeven bewustzijnsniveaus)  

In deze wereld leert men de kinderen om de schepping in al zijn facetten lief te hebben. In deze wereld heerst ‘rust, evenwicht en harmonie’, een geestelijk geluk dat niemand ooit kan verstoren. Een waar paradijs zoals men dat zichzelf ooit voor zou kunnen stellen. Prachtig aangelegde parken en sneeuwwitte tempels van het mooiste marmer opgetrokken, sierden de omgeving. En dat alles in een adembenemend mooi landschap. Als ‘zilver’ zo wit stroomden door dit prachtige landschap de vele beekjes, waarvan de oevers door bloemen links en rechts versierd waren en in het water de mooiste vogels zwommen. Het was een en al pracht. Alcar en Jozef kwamen nu bij een groot gebouw, van sneeuwwit marmer en in ‘krachtige’ stijl opgetrokken. Het gebouw was een architectonisch kunstwerk op zich en daar in dat gebouw leefden de kinderen, waaronder zijn eigen dochtertje. Jozef durfde het gebouw bijna niet te naderen. Het gebouw stond op een plateau en er omheen liep een terras, verder waren om het hele gebouw bloemen en vruchtbomen aangebracht. Op het bordes zag hij een stralende entiteit, die hen blijkbaar opwachtte.

Was men ook hier van hun komst op de hoogte, dacht Jozef? De vrouwelijke entiteit was In een prachtig gewaad van ‘licht’ gekleed. De entiteit glimlachte van verre naar hen. O, wat een geweldige schoonheid vertegenwoordigde zij. Wie was zij? Alcar naderde de entiteit en Jozef zag, dat hij voor haar neerknielde. Broeder Alcar, hoorde hij haar zeggen. ‘God zij met u’. Ook Jozef knielde voor haar neer en wachtte af, van wat er zou gebeuren. Opeens hoorde Jozef een stem, sta op Jozef en kijk mij aan. Jozef keek omhoog en keek in twee ‘stralende’ ogen, een gevoel van ‘liefde’ kwam in hem op zoals hij dat nog nooit ervaren had. De entiteit sprak tot Jozef: jouw dochter leeft, zij is beeldschoon en zeer gelukkig. Zij zal dadelijk nog meer geluk ervaren als zij haar vader zal ontmoeten. Blijf hier in het park, wij zullen jou zo komen halen om jou naar je dochter toe te brengen, zei het ‘engelachtige’ wezen. Maar voor dat wij dat doen, dien jij je in alle stilte ‘af te stemmen’ op de energie van deze omgeving en met name op de aankomende ontmoeting met je dochtertje. Jouw dochtertje kent de Aarde niet, waardoor het belangrijk is je volledig op haar af te stemmen. Concentreer je en probeer je in gedachten alvast met haar te verenigen en vraag in gedachten om steun. Geef ons een teken als je denkt dat jij met haar verbonden bent.

Alcar en de ‘sferenengel’ waren heengegaan en Jozef was in stilte alleen gelaten. Diep en lang dacht hij na. Afstemmen op zijn eigen kind, op een totaal ander leven? Hij moest in gedachten maar zo veel mogelijk om ‘hulp’ vragen, om in aller eenvoud en deemoed zich te kunnen verbinden met een ‘geestelijk leven’ dat een hogere afstemming bezat. Jozef wandelde tussen de bloemen, in onbenoembare kleurenpracht en trachtte zich bij alles wat in zijn vermogen lag, zich geestelijk te verbinden met zijn dochtertje. Geleidelijk aan voelde Jozef zich rustig worden, hoe lang was hij nu in diepe gedachten verzonken geweest? Plotseling voelde hij andere signalen tot zich komen en toen hij in de richting keek, die hij voelde zag hij Alcar aan komen zetten. Kom Jozef, jouw gedachten zijn verhoord. Wij mogen binnentreden zij wachten op ons. Jozef volgde Alcar naar het prachtige gebouw. Al spoedig naderde zij het prachtige gebouw, dat er ook bijna als een tempel uitzag en gingen zij naar binnen. Veel zalen gingen zij door tot zij in een grote ruimte kwamen. Hij zag veel kinderen bijeen en in prachtige gewaden waren zij gekleed. Allen straalden als kleine ‘zonnetjes’en gelet op het aantal kinderen zouden in dit grote gebouw heel veel kinderen tezamen kunnen leven. In een grote hal waar veel entiteiten bijeen waren, zag Jozef tussen hen het beeldschone ‘engelachtige’ wezen, die zij net gesproken hadden. Zij nam een beeldschoon meisje op haar armen en verwijderde zich van alle anderen. Alcar en hij volgden haar op de voet, verschillende zalen liepen zij door, totdat zij plotseling naar buiten ging. Ook dit gebouw was aan alle kanten open en toegankelijk voor iedereen. Buiten in het mooi aangelegde park gekomen liepen Alcar en het wezen naar een soort prieel, omgeven door prachtige bloemen en veel groen. Vogels kwetterden dat het een lieve lust was. Jozef bleef even buiten wachten.

Was het kleine meisje dat het vrouwelijke wezen droeg, zijn eigen dochter? Hij hoorde in gedachten een zacht hemels stemmetje, dat zijn hart sneller deed kloppen. Hij hoorde haar in gedachten lachen, het was niet te geloven! Na een ogenblik werd ook Jozef geroepen en trad ook hij het prieel binnen. Daar stond Alcar met naast hem het ‘engelachtige’ wezen met het mooie kindje. Lydia hoorde hij Alcar zeggen, ‘Lydia waakt en verzorgt jouw kindje alsof zij haar moeder is’. Jozef durfde Lydia bijna niet aan te kijken, zo was hij onder de indruk van alles. Kom Jozef zei de hoge entiteit, je kindje verwacht jou neem haar maar van mij over! Van ‘liefde en dankbaarheid’ vervuld nam hij zijn eigen dochtertje van haar over en sloot het meisje in zijn armen. Het grote moment was gekomen, hij was bij zijn eigen kindje! Lydia verwijderde zich uit het prieel, zijn eigen ‘geestenkind’ liefdevol in zijn armen achterlatend. Naast hem zat Alcar, Jozef voelde zich waarlijk in het ‘paradijs’ met zijn eigen kindje in zijn armen. Hij drukt haar tegen zich aan, zij lachte en praatte op haar manier en was ‘wijs’ voor haar leeftijd. Hij voelde dat zij één waren met elkaar. Zij legde haar zwart glanzend engelenhoofdje tegen hem aan en lachte tegen Alcar. Het was alsof zij elkaar al jaren kenden. Af en toe kwam zij overeind, lachte hem lieflijk toe en streelde hem met haar kleine handjes. Zodat het hem veel moeite koste om zijn emoties de ‘baas’ te blijven.

Hoe wonderbaarlijk mooi was het geestelijk 'gewaad' dat zij droeg. Het straalde en leek niets dan ‘licht’, waarvan de kleur telkens veranderde. Zuiver was het meisje en haar ogen fonkelden als ‘smaragden’ in een zacht betoverend mooi gelaat. Wat voelde hij zich intens gelukkig. Thans was zij één jaar oud volgens Aardse tijd, maar zij leek veel groter en wijzer dan een kind van die leeftijd. In de sferen van ‘Licht’ gaat de ontwikkeling van een kind twee tot driemaal sneller, niets belemmerd hier de ‘groei en ontwikkeling’ van een kind. Lang was Jozef naar gevoel met zijn eigen kind, spoedig zou Lydia haar weer op komen halen. Voor hoe lang zou dit afscheid zijn? Zou hij nog eens op deze manier zijn kindje mogen bezoeken? Ook zijn dochtertje voelde het afscheid naderen en drukt zich nog vaster tegen hem aan. Daar zag Jozef de entiteit ‘Lydia’ weer aan komen, als een ‘zon’ straalde zij in het licht. Nog eenmaal keek hij aandachtig naar zijn kleine meid. Zij zag hem aan, sloot toen haar ‘engelen’ oogjes en leek in diepe rust verzonken. Lydia nam zijn dochtertje van hem over, groette Alcar en Jozef en ging weer met haar heen in de richting van het grote gebouw. In stilte dankte hij God voor alles wat hem geschonken was. Als laatste groet had hij de handjes van zijn kindje gekust, het grootse gebeuren was voorbij. Alcar liet hem voelen dat zij verder zouden gaan. Jozef nam afscheid van de vierde sfeer, waar zijn kindje leefde en beiden ‘zweefden’ zij verder. De vijfde sfeer van het ‘Zomerland’ tegemoet. Nog veel stond hem te wachten.



Inspiratie: literatuur Jozef Rulof./Persoonlijke doorgeving.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten