woensdag 3 augustus 2011

Wat houdt 'liefde' in?

Algemeen
In het algemeen betekent 'Liefde' de diepe genegenheid voor, welgezindheid tot of toewijding voor een ander. Soms ook voor een dier, een zakelijk aspect of voor een voorwerp. De betekenissen die er aan gegeven worden zijn veelal sterk cultureel en maatschappelijk geïnspireerd. Vanuit een Calvinistisch visie zoekt men het vaak in opofferingsgezindheid, de ander te willen behagen. Dit soort liefde vraagt offers en er aan te werken voor hen die daar naar streven. Maar velen vinden deze houding als iets wat humaan en vanzelfsprekend is. Daarnaast kent men de onvoorwaardelijke liefde. De liefde waarbij men zich zonder voorwaarden of beperkingen aan de ander verbonden voelt en dit in diepe genegenheid en toewijding aan de ander tot uitdrukking brengt. Maar de onvoorwaardelijke liefde kent ook het gevoel waarbij men de ander de onvoorwaardelijke ruimte en vrijheid geeft zichzelf te kunnen zijn. Daarentegen kan liefde ook zodanig op de ander gericht zijn, dat het een gevoel geeft niet meer zonder de ander te kunnen leven. Daarmee stelt men zich volledig afhankelijk van de ander op. Hetgeen geen probleem hoeft te zijn indien de ander deze gevoelens in genegenheid deelt. Maar 'Liefde' kan echter ook 'charitatief' zijn, gebaseerd op het graag willen helpen bij iets waarbij men emotioneel betrokken is. Wat zowel materieel als immaterieel tot uitdrukking kan worden gebracht.  Daarnaast dient men ook onderscheidt te maken tussen 'Liefde en Verliefdheid', waarbij het laatste zich laat beschrijven als een tijdelijke 'chemische' reactie in de hersenen. Hetgeen doorgaans na verloop van tijd slijt en uiteindelijk duurzame 'liefde' als basis gaat gelden. Maar  in het algemeen verwijst de term 'Liefde' naar relaties tussen mensen onderling, tussen mensen en objecten, enz., enz.  (bron: Wikipedia).

Concreet zegt het Christendom over 'Liefde'.
Zoals God van Mij houdt, houd IK van u. Blijf u bewust van mijn Liefde. Want God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij mij als enige Zoon heeft gegeven. Zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar een eeuwig leven heeft. Omdat God ons zo heeft lief gehad, moeten wij elkaar ook liefhebben. Niemand heeft God ooit gezien, maar als wij elkaar liefhebben, leeft God in ons. Dan is Zijn liefde volledig in ons aanwezig. Tevens heeft God ons Zijn Heilige Geest gegeven, daardoor weten wij dat wij één met Hem zijn en Hij één met ons is. Wij hebben daarom de liefde van God leren kennen en vertrouwen wij op die liefde, die God voor ons heeft. God is Liefde !!. Wie blijft liefhebben, blijft daarom ook één met God. In de liefde is verder ook geen plaats voor angst. Integendeel, de volmaakte liefde verdrijft de angst. Angst houdt altijd verband met een te verwachten 'straf', in welke vorm dan ook. Wie nog angst kent, kent de volmaakte liefde nog niet, zoals God dat ons geleerd heeft. Daarom heeft God duidelijk gezegd, dat wij niet alleen van Hem moeten houden, maar ook van onze 'naaste'. In essentie komt de liefde van God ook op het volgende neer: de liefde is geduldig, de liefde is vriendelijk, de liefde is niet jaloers. Zij doet niet 'gewichtig' en is niet trots. De liefde kwetst niet, is niet egoïstisch en voelt zich niet beledigt, zij neemt niemand iets kwalijk. De liefde is niet blij met onrecht, maar juist wel met de waarheid. De liefde beschermt altijd, heeft altijd vertrouwen, vertrouwt op God en houdt stand. Kortom, de liefde is in drie woorden samen te vatten: 'Geloof, hoop en liefde'. Maar de Liefde is hier in het voornaamste!  (Johannes 3-15, Corinthiërs 4-14)
Concreet zegt het Boeddhisme over 'Liefde'.
De liefde is in het boeddhisme meer een staat van 'zijn' waarin men geluk ervaart. Deze staat van 'zijn' bevat geen 'ik of mijn'. Je zou deze 'staat' als een ideale vorm van liefde kunnen beschouwen, die niets met het eigen belang te maken heeft. In feite is deze vorm van liefde volkomen 'altruïstisch'. De westerse opvatting van de liefde is doorgaans een 'verwachtende' vorm van liefde, waaraan niet zelden een gevoel van 'baatzucht' ten grondslag ligt. Tegenover deze 'verwachtende' vorm van liefde, staat in het boeddhisme meer de 'gevende' vorm van liefde. Een liefde die sterk te maken heeft met 'onbaatzuchtigheid, medegevoel, medevreugde en gelijkmoedigheid'. De betekenis van liefde ligt in het boeddhisme dicht bij 'mededogen of compassie'. Vanuit het boeddhistisch perspectief is hulp aan anderen bijzonder goed, vooral als 'lijden' daarin een rol speelt. In het boeddhisme betekent de dood geen einde aan het 'lijden', omdat men daarna weer wordt 'wedergeboren'. Het boeddhisme propageert het lijden te doen stoppen door eerst zelf de 'verlichting' te bereiken. Men besteedt daarom veel tijd en aandacht aan het helpen van anderen om juist deze staat van 'verlichting' te kunnen bereiken, zodat problemen opgelost kunnen worden. Door het streven zelf een boeddha (verlichte geest) te willen worden, kan men anderen het beste helpen. Iemand die dit als belangrijkste doel in het leven ziet wordt een 'bodhisattva' genoemd. Letterlijk vertaald een 'verlichtingswezen'. Verder verwijst het boeddhisme naar de leer van 'karma', die stelt dat elke actie vergaande gevolgen heeft, zelfs over vele levens heen. Daarom wijst het boeddhisme nadrukkelijk op onze persoonlijke verantwoordelijkheid, terwijl ze tegelijk oproept tot 'vrijgevigheid'. Juist in het besef van de vergankelijkheid der dingen roept het boeddhisme op tot 'verdraagzaamheid'. Men zou zich niet langer druk moeten maken om kleine zaken en moeten proberen conflicten te vermijden. (bron: internet)

Concreet zegt de Islam over de 'liefde'. 
Overeenkomstig de overige godsdiensten pretendeert ook de Islam een godsdienst te zijn van 'Liefde en barmhartigheid'. Veel verzen in de Koran en veel overleveringen van de Profeet benadrukken het belang van Liefde in het leven van de moslims. Niet voor niets is liefde naast de nederigheid een eis voor de aanbidding van de Profeet en is hij een voorwaarde voor de getuigenis dat er geen andere god is dan Allah. Daarom is de eerste vorm van liefde de liefde die de moslim heeft voor Allah en moet er liefde richting Hem worden getoond. De Profeet heeft ooit gezegd: 'het is een eer genoeg voor degenen die van elkaar houden omwille van Allah, zowel mannen als vrouwen, om te weten dat hun Almachtige Heer voor hen zal zorgen op de 'Dag des Oordeel". Hij zal zeggen: 'Vandaag zal Ik hen schaduw bieden in Mijn schaduw op de Dag dat er geen schaduw is behalve de Mijne'. Als grondslag voor de liefde in de Islam geldt derhalve het onvoorwaardelijke geloof in Allah, hetgeen in de drie volgende 'eigenschappen' wordt benadrukt: dat hij van Allah en Zijn Profeet het meeste houdt dan van wie of wat dan ook, dat als hij een persoon liefheeft hem puur omwille van Allah lief moet hebben en dat hij het verafschuwt om terug te vallen in ketterij, nadat Allah hem daarvan heeft gered. Hieruit kan men concluderen hoe belangrijk liefde is in de Islam. De Islam stelt : liefde is een natuurlijke behoefte voor iedereen. Iedereen heeft liefde nodig. Gebaseerd op het geloof in Allah pretendeert de Islam de onvoorwaardelijke liefde voor al wat leeft en de plicht van de gelovige moslim om ook het liefdevolle 'licht' te laten schijnen over onze medemens, ongeacht status, ras of andere religie. Ook al krijgt men niet altijd dezelfde gevoelens van onze medemens terug, is het toch de plicht deze liefde wel te tonen. Een andere vorm van liefde is die binnen de relaties. Het is in de Islam verboden om buitenechtelijke relaties met elkaar aan te gaan. Dit soort relaties zijn verwerpelijk in de ogen van Allah. Daarom heeft de Islam het huwelijk voorgeschreven. Het huwelijk is weliswaar een relatie, maar wel één die gestoeld is op liefde, respect en behulpzaamheid. Het gaat niet alleen om lusten en begeerten. Daarom heeft Allah het huwelijk hoog in achting staan en ontucht en zedeloosheid verboden. (bron: internet)

Liefde vanuit 'esoterische' invalshoek.
Liefde kan men onderverdelen in verschillende lagen. Men kan liefde hebben voor elkaar, men kan een voorliefde hebben voor een bepaald iets van materie of voedsel en er kan ook zoiets zijn als onbaatzuchtige liefde, zoals ouders dat voor hun kinderen hebben. Liefde in het algemeen is ook: zich verbonden voelen, vanuit het gevoel. Indien een bepaalde inleving, het zich verplaatsen in de ander, het meevoelen of invoelen ontbreekt, zal dat zeker een spiegelende reflectie hebben en daardoor terugkomen bij de persoon als een gebrek, waardoor het koud wordt, niet warm. Uiteindelijk zal een gebrek aan liefde zorgen voor storingen en zelfs ziekte. Liefde is een fundament, een behoefte aan aandacht en verbondenheid. In de dierenwereld kunt u zien dat wanneer een pasgeboren dier te vroeg van het ouderdier wordt verwijderd, het allerlei gedragsstoornissen krijgt, het agressief is en zich moeilijk kan verbinden en socialiseren naar andere dieren. Zo is het ook bij de mens. Als de mens te lang verstoken blijft van het delen van gevoelens van liefde, het gevoel heeft niet geliefd te zijn of geliefd te worden krijgt de betreffende persoon stoornissen hetgeen van kwaad tot erger wordt. Liefde wordt per persoon zeer verschillend ervaren. Niet iedereen zal liefde op dezelfde wijze definiëren of ervaren, maar een gevoel te delen met elkaar, met de familie, met kinderen of met ouders. Het gevoel samen te zijn in een gemeenschap waarin men gekend en gerespecteerd wordt is uitermate belangrijk voor het welbevinden, zodat men zich fysiek of geestelijk wel bevindt. Het is een basis, het is een gevoelszaak en slechts weinig mensen die alleen zijn voelen zich gelukkig. Meestal, indien men alleen is en zegt gelukkig te zijn, bedoelt men dat men van niets afhankelijk wil zijn. Vanuit 'individualisme' denkt men door nergens verantwoordelijk voor te zijn, gelukkig te kunnen zijn.  Maar men mist een bepaald gevoelsaspect en dat is het delen in liefde en in gevoel.

Het is iets fundamenteels van de mens in incarnatie om te delen, om te ervaren en met elkaar te ervaren. De energie van Aquarius in het tijdperk dat men nu geleidelijk aan betreedt zal de liefde veranderen. De liefde in het voorbijgaande Vissentijdperk wordt vaak gezien als een liefde die betuttelend is, dat men voor iemand moet zorgen, soms puur fysiek. Dat houdt men voor liefde, maar een hogere vorm van liefde is 'eerlijkheid, transparantie, zuiverheid, gelijkelijk delen, gelijkwaardigheid en hetzelfde respect opbrengen voor anderen als dat men voor zichzelf wenst'. Deze vorm van liefde beantwoordt aan 'Aquarius'. De vorm van het zorgen van en voor mensen, is meer van het voorbije 'Vissentijdperk'. De kerk begon tweeduizend jaar geleden met het zorgen voor mensen in kloosters, bepaalde tehuizen en het herbergen van vluchtelingen. Het zorgen is ook zeer zeker een bepaalde vorm van liefde, maar het zorgen kan de mens ook uithollen. Het zich verantwoordelijk voelen voor anderen, kan maken dat men voorbij gaat aan de eigen verantwoordelijkheid. Men legt dan alles buiten zichzelf neer en is men enkel een goed mens indien men anderen helpt. In deze vorm van liefde behandelt men zichzelf liefdeloos en geeft alles weg, zonder dat men zelf ervaart. Vanzelfsprekend is het goed anderen te helpen, indien men zelf krachtig genoeg is dat ook te kunnen. Maar wanneer men zichzelf alleen maar 'uitholt', is dit zeker niet alleen niet goed voor zichzelf, maar uiteindelijk ook niet voor anderen. Iemand kan zo afhankelijk worden van hulp dat zo'n persoon niet meer verder kan als de hulpverlening wordt beëindigd, er kunnen dan allerlei 'wrijvingen, verwachtingspatronen en teleurstellingen ontstaan. Liefde op al zijn niveaus zal in het komende Aquariustijdperk meer gebaseerd zijn op 'kennis, harmonie en stabiliteit'. Vanuit dit gegeven wordt hulp veel waardevoller als men zichzelf kan helpen. Dat er niet alleen maar hulp wordt geboden, maar dat men in staat wordt gesteld zichzelf te helpen. Ieder mens wordt dan meer verantwoordelijk voor zichzelf en helpt men elkaar door 'kennis, inzicht en begrip'. De 'afhankelijken' worden dan de 'verantwoordelijken' voor zichzelf en voor hun eigen leven.   

In verband met het voorgaande ligt de 'sleutel' tot het creëren van liefde ook meer in het leren liefhebben van onszelf. Liefde kent veel aspecten, waarvan één van de allerbelangrijkste aspecten het vermogen is, om van jezelf te kunnen houden. Voordat mensen liefde kunnen begrijpen en kunnen ervaren, moeten ze de directe 'tegenpool' van liefde zelf hebben ondervonden. De tegenpool van liefde is het vacuüm dat achterblijft wanneer er geen liefde is. Dit 'vacuüm' wordt ervaren als de emotie van angst met vaak als gevolg een bepaalde vorm van agressie, zowel naar zichzelf toe als naar anderen.  Zoals liefde de basis is van alle energie, zo vormen ‘angst en agressie’ de basis van al wat in gebreken blijft en liggen beiden ten grondslag aan elke vorm van negatieve emotie. Maar zoals het duister verdwijnt als het licht erop schijnt, zo kunnen ook ‘angst en agressie’ overwonnen worden door de aanwezigheid van liefde. Duister is een gebrek aan licht. Angst en de gevolgen daarvan is slechts een gebrek aan liefde. Als men alleen maar zou leren om de zoektocht naar liefde meer naar 'binnen te richten in plaats van naar buiten', dan zouden conflicten sneller  tot het verleden kunnen gaan behoren. Spiritueel gezien is God licht en licht is liefde. En liefde ligt ten grondslag aan datgene wat men in de esoterie de 'Universele Energie' noemt. Alle positieve energie komt voort uit een basis van liefde en we ervaren deze energie als de 'emotie' van liefde. Daarom is God ook vooral in ons en niet alleen buiten ons en moeten wij ook eerst leren van onszelf te houden, voordat we liefde naar buiten kunnen manifesteren. Indien je namelijk niet echt van jezelf houdt, kun je weinig weggeven aan anderen en zal de energie niet voldoende circuleren.  Sommigen zien dit wellicht als egocentrisch, maar dat is het niet.  Als je jezelf toestaat om volledig in harmonie met jezelf te zijn en jezelf te kunnen ‘helen’, ben je in staat om daadwerkelijke liefde te geven aan de mensen om je heen. Als we daarom geleerd hebben van onszelf te houden en onszelf volledig te respecteren, kunnen we ook voldoende manieren vinden om liefde en respect naar buiten uit te 'stralen'. Door vervolgens liefde te geven kunnen we de energie opbouwen om door anderen geliefd te worden en zo weer liefde terug te ontvangen. De uitdrukkingsvormen van liefde die we in de nieuwe energie van Aquarius zullen vinden, zullen dan ook een directe weerspiegeling zijn van deze eenvoudige waarheid.

Tot slot: 'Liefde is de uitstraling van het allesdoordringende Licht, spiritueel gezien het Christuslicht in het hart van het heelal'. Liefde was de aanzettende beweegreden voor de 'openbaring van al wat is' en het is Liefde die alles in geordend verband houdt. Liefde richt allen op het pad van terugkeer naar de Goddelijke Bron en Liefde vervolmaakt uiteindelijk alles wat er bestaat.



Inspiratie: Alles over liefde, Lisa Appignanesi; Par Lanto; Het internet.









zaterdag 5 maart 2011

Waarom is vergeving toch zo belangrijk?

Waarom is het toch zo moeilijk om je naaste te vergeven?
Door vergeving wordt het toch makkelijker in je leven?
Vergeven kan op elk moment, maar vergeten wellicht niet.
Door boosheid ontstaat heel vaak, langdurige zielenpijn.
Waardoor mogelijke verbittering, het lot zou kunnen zijn.
Door boosheid bestaat eveneens de kans om weg te teren.
Omdat door boosheid veel in het leven je niet zal deren.
Dus schenk vergeving dan komt uiteindelijk alles goed!
Zodat je zal merken dat veel in het leven er weer toe doet.
Kortom, laat ‘onvergeeflijkheid’ je leven niet beheersen.
Maar kom bij zinnen, relativeer en laat wrok niet overheersen.
Daarnaast zou je altijd naar verzoening moeten streven,
ook al lukt dat door verdriet, voorlopig nu even niet.

Vergeving.
Vergeving heeft voor alles met het eigen geestelijk welzijn te maken, met het loslaten van  gevoelens slachtoffer te zijn. Het betekent stoppen met iedere keer weer opnieuw te denken aan het onrecht dat is aangedaan, het stoppen met het schuldig houden van de ander. Vergeving is dan ook niet zozeer een gevoel. Het is veel meer het bewust afstand doen van datgene wat de één tegen de ander heeft. Vergeving is dan ook een concrete uiting van de eigen wil. Het is niet gelijk aan verzoening. Dat laatste spreekt immers van een volkomen herstelde relatie. Vergeving kan plaatsvinden zonder dat er sprake is van een herstelde relatie

Verzoening.
Van verzoening spreken we als twee partijen, die ten gevolge van een conflict in vijandschap leven en niet meer met elkaar communiceren, uiteindelijk komen tot een herstelde verhouding waarin weer een volledig vertrouwen kan bestaan. Wil de verzoening echt tot stand komen, dan moeten de beide partijen het graag willen en er hard aan werken. Een absolute voorwaarde voor verzoening is vergeving. Verzoening kan niet tot stand komen als één van de partijen het aangedane kwaad niet vergeven wil. Het is wel mogelijk voor één partij om eenzijdig te vergeven en de andere partij het aangedane kwaad niet meer toe te rekenen. Of om eenzijdig de schuld in het conflict tegenover de ander te belijden zonder dat vergeving wordt geschonken, maar verzoening komt dan niet tot stand. Daarvoor is om te beginnen nodig dat het verzoek voor vergeving van harte wordt geaccepteerd.

Maar vergeving neemt ook automatisch de pijn niet weg, die door het conflict is ontstaan. Vaak is die pijn blijvend, al slijt het uiteindelijk wel. De vergeving, gevraagd en geaccepteerd, kan het begin van een verzoening zijn. Het kan zijn dat beiden partijen besluiten, toch wat afstand te bewaren en geen relatie meer aan wil gaan. Maar als de oorspronkelijke verstandhouding gebaseerd was op oprechte gevoelens van ‘verbondenheid’, zou het verlangen naar verzoening sterker kunnen zijn en wellicht ook gerealiseerd kunnen worden.

Bemiddeling in een conflict.
Om te kunnen bemiddelen in een conflict om beide partijen weer ‘speaking turns’ te krijgen, is het absoluut noodzakelijk dat beide partijen worden gehoord en dat de wederzijdse standpunten objectief tegen elkander worden afgewogen. Waarbij de verschillende standpunten in beginsel niet volledig in strijd met elkaar mogen zijn. De verschillende gezichtspunten ten opzichte van het ontstane conflict moeten wel helder naar voren kunnen komen. Zijn de verschillende standpunten wel in strijd met elkaar, dan is één van de partijen waarschijnlijk niet oprecht en probeert dan willens en wetens het gelijk aan zijn of haar kant te krijgen.

Vergeving vanuit een meer wetenschappelijke benadering.
Kan men de ander wel vergeven?. Wie zijn wij dat we een ander kunnen vergeven? Als je er goed over nadenkt, dan is vergeving niet voor de ander maar juist voor jezelf. Vaak bestaat er een bepaalde ‘wrok’ ten opzichte van de ander. De ander heeft iets aangedaan dat kennelijk ‘onvergeeflijk’ is. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat wrok ervoor zorgt dat je hart extra wordt aangespannen. Dit zorgt soms voor negatieve of pijnlijke gevoelens bij jezelf, waardoor ‘energie’ mogelijk bij jezelf wordt weggezogen. Het is zelfs mogelijk dat het je dagelijks leven voortdurend beïnvloedt. Op de keper beschouwt is vergeving een proces waar beide partijen baat bij kunnen hebben. Zelfs al is de bereidheid tot vergeving van één kant, dan kan er al een verschuiving in de onderlinge verstandhouding ontstaan, die wonderen kan verrichten. Vergeving is het hart openen voor de ander. Het betekent dat men vanuit het hart keuzes moet maken om de ander te vergeven, om zo de eigen ‘wrok’ of negatieve gevoelens te helen. Vergeving heeft doorgaans tijd en verwerking nodig en kan alleen door de persoon, die vergeving moet schenken, zelf worden gedaan. Het heeft vaak ook met het ‘opzetten en bewaken’ van grenzen te maken, zodat men niet weer in een conflictsituatie hoeft te geraken. Door vanuit het ‘hart’ te vergeven verkrijgt men weer de ‘energie’ om het leven weer met geluk, vrolijkheid en positivisme tegemoet te treden.

Naar vergeving is wetenschappelijk veel onderzoek gedaan. Ook stress schijnt invloed te hebben op de mate van vergevingsgezindheid. Soms kunnen er om velerlei redenen plotseling conflicten ontstaan, waarbij de één doet wat de ander schaadt of teleurstelt. De ander kan hierop reageren met het vermijden van de ‘dader’, maar ook met vergeving. Uit psychologisch onderzoek bleek, dat onder andere ook ‘vergeving’ negatieve gevoelens als ‘depressie en stress’ vermindert en daardoor de geestelijke gesteldheid bevordert. Vergevingsgezindheid heeft dus ook een positieve invloed op het verminderen van depressieve gevoelens en het reduceren van stress. Uit het onderzoek bleek vooral dat ‘vriendelijkheid en emotionele’ stabiliteit sterk in relatie staan tot vergevingsgezindheid. Emotioneel evenwichtige personen zijn minder kwetsbaar voor negatieve ervaringen en negatieve gevoelens, die vergevingsgezindheid in de weg kunnen staan. Ook bleek uit het zelfde onderzoek dat rustige en ontspannen personen meer tot vergeving in staat zijn dan mensen die ‘nerveus en gespannen’ zijn. Bovendien bleek ook dat ‘geldingsdrang en een overheersend karakter’ de vergevingsgezindheid in negatieve zin beïnvloedt.

Vergeving vanuit een Bijbels standpunt.
Vergeving is vanuit Christelijke optiek cruciaal voor een gezond geestelijk leven. Door niet te vergeven, blijven wij in de ‘duisternis’ en berokkenen wij anderen maar vooral ook onszelf veel kwaad. "We moeten leeg worden van datgene waarvan we vol zijn, zodat we vervuld kunnen worden met datgene waaraan het ons ontbreekt", zei 400 jr na Chr. kerkvader Aurelius Augustinus. Iemand vergeven is niet iets waarover wij vrijblijvend kunnen spreken. Je doet het omdat God het geboden heeft, omdat aan Hem het oordeel toekomt en omdat daardoor er geen andere weg voor jezelf is om verder te komen. Ook dan nog kan de pijn van datgene wat jou is aangedaan blijvend zijn, maar de ‘verbittering’ is in elk geval weg. De ‘angel’ is er als het ware uit. Daarom staat er in de Bijbel ook geschreven:  ‘Indien gij de mensen hun overtredingen vergeeft, zal uw hemelse Vader ook u vergeven, maar indien gij de mensen niet vergeeft, zal ook uw Vader uw overtredingen niet vergeven.’ (Matth. 6:14,15). ‘Maar wees jegens elkander vriendelijk, barmhartig, elkander vergevend, zoals God u ook ooit vergeving geschonken heeft’. (Ef 4:32). Vanuit de vergeving die wij van God ontvangen hebben, worden wij opgeroepen om ook de ander te vergeven. En dat niet af en toe eens een keer, maar telkens weer opnieuw. De Bijbel is daar dan ook meer dan duidelijk in. Vandaar ook het volgende vers: ‘Toen kwam Petrus bij Hem en zeide: Here, hoeveel maal zal mijn broeder tegen mij zondigen en moet ik hem dan vergeven? Misschien tot zevenmaal toe? Jezus zeide tot hem: ‘Ik zeg u, niet tot zevenmaal toe, maar tot zeventig maal zevenmaal’. (Matt. 18:21,22)  Daarom toont de Bijbel ons ook het grote belang dat God aan vergeving hecht. En spreekt ook niet voor niets het ‘Onze Vader’ van: ‘En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren’.
Vergeving vanuit Esoterisch standpunt bezien.
Vergeving heeft in esoterische betekenis te maken met het individuele ‘karma’ van de  persoon zelf. Doordat alle oorzaken gevolgen hebben ontstaat er ‘karma’, maar de verantwoordelijkheid ligt altijd bij de persoon zelf. De mens blijft altijd verantwoordelijk voor zijn daden en zal, of in dit leven, of in een volgend leven geconfronteerd worden met de gevolgen van zijn of haar handelswijze. Nu houdt ‘karma’ beslist geen ‘boetedoening’ in, maar biedt het de mogelijkheid om op ‘bewustzijnsniveau’ tot harmonie te komen met zichzelf. Zodat op deze wijze de mens geestelijk kan ‘groeien’ en tot een hogere vorm van ‘bewustzijn’ kan komen. Omdat er door een bepaalt conflict ‘karma’ is ontstaan, heeft het al of niet kunnen vergeven ‘karmische’ gevolgen voor de persoon in kwestie. Indien degene die meent onrecht te zijn aangedaan ‘haatgevoelens’ kent, zou de persoon in kwestie niet zozeer de ander moeten vergeven, maar moeten leren inzicht te verkrijgen in datgene wat tot het onrecht heeft geleid. Door gevoelens van ‘haat of wrok’ alleen maar af te schuiven naar de ander lost men het probleem niet op. Men kan haat alleen maar doen verdwijnen door ‘begrip en door inzicht’. Hoe fout een ander ook in de ogen van de één is geweest, aan alles ligt ‘karma’ ten grondslag. Indien degene met ‘haatgevoelens’ daadwerkelijk inzicht verkrijgt in het waarom van een conflict, kan de haat vanzelf verdwijnen. Zodat groei weer mogelijk is. Het alleen maar in woord vergeven heeft nauwelijks effect. Het vergeven in gevoel en zich ook zoveel mogelijk willen verplaatsen in de gevoelens van de ander, is de bedoeling van het daadwerkelijk willen vergeven.
Het conflict blijft net zo lang bestaan tot het inzicht is gekomen, dat niet alleen maar de ander het heeft gedaan, maar dat men zelf ook de ‘sleutel’ bezit tot het oplossen van het probleem. Juist door telkens naar de ander te wijzen, ziet men zichzelf niet meer. Daadwerkelijk inzicht in de beide kanten van het conflict, is de ‘sleutel’ die men dient te gebruiken om in te zien, waardoor de één het de ander heeft aangedaan. Spiritueel gezien is vergeving ware ‘liefde’ en is het juist de hoogste vorm van rechtvaardigheid, om de beide kanten van het conflict zoveel mogelijk objectief te willen bezien en te willen doorgronden. Door bewust te willen onderzoeken waar de ‘knelpunten’ in een conflict zich hebben voorgedaan, is men instaat het probleem te ‘doorgronden’ en het ontstane ‘karma’ van zich af te schudden. Door dan vervolgens in gezamenlijk overleg proberen de problemen op te lossen, is men in staat het gezamenlijke ‘karma’ in te lossen.    
Wat als de één in staat is te vergeven, terwijl de ander volhard in haat?   
Indien twee mensen een conflict hebben en de één komt tot vergeving vanuit het ‘hart’, dan zal de ander minder kunnen haten. De gevoelens van de onbaatzuchtig ‘liefde’ wordt ‘gevoeld’ en de haat zal geleidelijk aan verminderen en verdwijnen. Op den duur zal de haat dan zeker niet bij de persoon aankomen die al tot vergeving is gekomen. Hoogstens kan de haat dan het haatdragend persoon zelf treffen, hetgeen voor de persoon zelf destructiever wordt, omdat de gevoelens over en weer niet meer gedeeld kunnen worden. In die zin is het esoterisch belangrijk om te weten op welke wijze haat de mens kan ‘verteren’ en hoe men haat om kan buigen tot vergeving. Ook is het hier weer belangrijk om toch vooral tot ‘inzicht en begrip’ te kunnen komen omtrent het voorgedane conflict. De zaak van beide kanten te bekijken en bewust te zijn van je eigen kwaliteiten en tekortkomingen. De ‘knelpunten’ te herkennen en de confrontatie met de ander durven aan te gaan, om in gezamenlijkheid de zaak proberen op te lossen en zodoende het karma af te kunnen wikkelen.


Conclusie.
Steek je hand in eigen ‘boezem’ en onderzoek of jezelf ook mede schuldig bent geweest voor het ontstane conflict;
Probeer het conflict zo objectief mogelijk te analyseren en onderzoek de mogelijke ‘knelpunten of grote meningsverschillen’ hierin;
Ga vervolgens geen dialoog uit de weg en probeer door in discussie te treden, de knelpunten op te lossen;
Laat je ‘hart’ zo veel mogelijk spreken en probeer je ook te verplaatsen in de gevoelens van de ander, zonder direct daarover je eigen mening te ventileren;
Probeer al gaande de discussie gevoelens van ‘haat of wrok’ terzijde te schuiven;
Als een fysieke- of verbale confrontatie niet of nauwelijks mogelijk is, probeer dan door schriftelijk te reageren met elkander tot een oplossing te komen;
Als een ander een uitgestoken hand toe reikt en tot verzoening wil komen, volhardt dan niet in gevoelens van ‘haat of wrok’, maar kom tot mededogen;
Haat en rancune is het gif van de ziel en verziekt de geest. Indien dat lang gaat duren richt het grote schade aan in de geestelijke ontwikkeling van de persoon in kwestie. Waardoor de kans bestaat dat de persoon zichzelf steeds slechter gaat voelen en zichzelf min of meer ‘geestelijk’ dood.
Vergeving is absoluut noodzakelijk om verder zonder geestelijke ‘ballast ’, weer opgeruimd en vrolijk door het leven te kunnen gaan.



Inspiratie: Het internet; Par Lanto; Persoonlijke doorgeving.




woensdag 16 februari 2011

Wat houden Kosmische Stralen in?

Onder Kosmische straling verstaat men de 'energetisch' geladen deeltjes die ons vanuit de Kosmos bereiken, maar esoterisch bestaat de Kosmos uit veel krachtstromen.

Er zijn zeven kosmische stralen die de mens beinvloeden.

Kosmische straling in ons Zonnestelsel.
Onder Kosmische straling verstaat men in de reguliere Sterrenkunde, de ‘energetisch geladen’ deeltjes, die de Aarde ons vanuit de Kosmos bereiken. Door zogenaamde 'Zonnewinden' bereiken 'laag' energetische deeltjes ons, zowel vanaf de Zon als vanaf de sterren in ons Melkwegstelsel. Deeltjes met een 'hogere' energetische lading zijn waarschijnlijk afkomstig van ‘magneetvelden’,
die zich verder weg in het Melkwegstelsel bevinden. Daarenboven kunnen ‘energetisch geladen’ deeltjes ook afkomstig zijn van ‘zwarte’ gaten en zeer actieve sterrenstelsels. Ons Zonnestelsel bevindt zich echter aan de buitenzijde van het Melkwegstelsel. De gemiddelde ‘sterrendichtheid’ is aan de buitenzijde van het Melkwegstelsel veel kleiner dan in het centrum ervan. In het centrum van het stelsel bevinden zich veel grote en actieve sterren, die in essentie uit geweldig veel 'massa' bestaan. In onderlinge samenhang tot elkaar creëren deze (massa) grote sterren, ‘magnetische’ velden die zo krachtig zijn, dat zij met onvoorstelbaar veel energie zich tot elkaar verhouden. Vanuit deze zeer krachtige ‘magnetische’ velden komen stralingen voort, die tot aan de buitenzijde van het Melkwegstelsel door kunnen dringen. Als resultaat daarvan ondergaat men op Aarde een bepaalde ‘stoffelijke’ invloed, die tot op zekere hoogte zowel ons klimaat als ons leven in algemene zin beïnvloedt.

Kosmische straling in ‘esoterische’ zin.
Afgezien van de 'kosmische straling' in ons sterrenstelsel, bestaat esoterisch gezien, het heel geopenbaarde Universum uit meerdere 'velden'' van energie. Kosmische 'stralen of velden' van energie, die zich allemaal op de één of andere manier tot elkaar verhouden en ‘trillen’ op hun eigen frequentieniveau. De esoterie gaat uit van zeven bekende 'energiestromen' (stralen van energie), waarvan de wisselwerking op elke denkbare frequentie, de zonnestelsels, melkwegstelsels en universa voortbrengt. Deze zeven energiestromen of kosmische stralen vertegenwoordigen tezamen het ‘Licht’, waaruit de Kosmos bestaat. De zeven 'kosmische stralen' bezitten lichtkwaliteiten, waarvan de energiefrequentie door hoog ‘Kosmische Wezens’ worden getransformeerd tot op fysiek niveau, zodat de mens deze energie zowel fysiek als op zielsniveau kan gebruiken. Al deze zeven stralen bevatten hoedanigheden om onze ‘lessen’ op Aarde te kunnen leren, zodat er in ons leven van verdere groei sprake kan zijn. Elke ziel in ieder mens geeft uitdrukking aan één van deze zeven stralen. In algemene zin zijn de stralen van invloed op al wat ‘leeft’.

De zeven stralen.
Bij de mens wordt zowel de persoonlijkheid als de fysieke en geestelijke lichamen beïnvloed door al deze stralen, hetgeen in de esoterie in een uitgebreide ‘stralenstructuur’ nader tot uitdrukking wordt gebracht. Verder in dit verhaal zal hier in het kort op worden ingegaan. Wanneer echter iemand ‘refereert’ aan een bepaalde straal, wil dat zeggen dat de persoon in kwestie ‘gekleurd’ wordt door die straal. Conform het aantal stralen, zijn er even veel verschillende mensentypen, waarbij de persoonlijkheid tot uitdrukking komt in de ‘hoedanigheid’ van die straal. De zeven kosmische stralen onderscheidt men in drie ‘aspectstralen’ en vier ‘eigenschapstralen’, waarvan de eerste drie de hoofdstralen en de laatste vier de bijstralen zijn. Overigens vertegenwoordigt elke straal een bepaalde kleur die verband houdt met die straal. Zoals eerder gesteld, transformeren hoog ‘Kosmische Wezens’ de energie van elke straal tot op fysiek niveau. Elke straal kent daarbij dan ook een Kosmisch Wezen (een Geestelijke Meester) die de straal bewaakt en beheerd. Om inhoudelijk niet te veel in te gaan op de betekenis van elke straal, zijn in het kort alleen de belangrijkste kwaliteiten en eigenschappen van elke straal chronologisch op een rij gezet:

De hoofdstralen:
De 1 ste straal is van ‘macht, wil of doel’. De kleur is blauw. De deugden die hierbij verworven moeten worden zijn onder andere: teder- en nederigheid, medegevoel, verdraagzaamheid en geduld. Deze straal wordt beheerd door Meester El Morya Khan;
De 2 de straal is van ‘liefde - wijsheid’. De kleur is geel. De deugden die hierbij verworven moeten worden zijn onder andere: liefde, mededogen, onbaatzuchtigheid en 'kracht'. Deze straal wordt beheerd door Meester Kuthumi Lal Singh;
De 3 de straal is van ‘actieve, creatieve intelligentie’. De kleur is roze. De deugden die hierbij verworven moeten worden zijn onder andere: toewijding, medegevoel, nauwkeurigheid,verdraagzaamheid, energie en gezond verstand. Deze straal wordt beheerd door Meester Serapis Bey;

De bijstralen:
De 4 de straal is van ‘harmonie, schoonheid, of kunst’. Kleur is wit. De deugden die hierbij verworven moeten worden zijn onder andere: vertrouwen, zelfbeheersing, zuiverheid, verstandelijk en zedelijk evenwicht. Deze straal wordt beheerd door Meester Paul de Venetiaan.
De 5 de straal is van ‘concrete wetenschap of kennis’. De kleur is smaragd groen. De deugden die hierbij verworven moeten worden zijn onder andere: eerbied, toewijding, medegevoel, liefde en ruimdenkendheid. Deze straal wordt beheerd door Meester Hilarion;
De 6 de straal is van ‘abstract idealisme of devotie en vrede. De kleur is paars en goud.
De deugden die hierbij verworven moeten worden zijn onder andere: zelfopoffering, zuiverheid, waarheidsliefde, verdraagzaamheid, evenwicht en gezond verstand. Deze straal wordt beheerd door Meester Jezus (voorheen Jezus de Christus);
De 7 de straal van ‘ceremoniële orde, magie, organisatie en vrijheid’. De kleur is violet. De deugden die hierbij verworven moeten worden zijn onder andere: besef van 'eenheid', ruimdenkendheid, verdraagzaamheid, zachtheid, nederigheid en liefde. Deze straal wordt beheerd door Meester Saint Germain;

De invloed van stralen op de mens.
In feite refereert elk mens aan zowel één van de drie ‘hoofdstralen’ als aan één van de vier ‘bijstralen, zodat de ‘persoonlijkheid’ van elk mens in principe wordt beïnvloed door twee stralen. De taak van de hoofdstraal is het ‘harmoniseren en tranformeren’ van zowel het persoonlijke ‘levenskarma’, als ons onder meer ook het gezamenlijk ‘wereldkarma’. Buiten de hoofdstralen zijn er dus ook de bijstralen, die de hoofdstralen in hun werk ondersteunen. Zij kunnen in meer of mindere mate aanwezig zijn en werken mede in op de aard van een individu. Zoals gezegd refereert dus elk mens aan de 'kosmische stralen', waarbij los van de 'hoofd- en de bijstralen', er tevens vijf 'stralenkrachten' bestaan die mede het leven van de mens beinvloeden. Dit zijn: de zielestraal, die gedurende talloze eeuwen dezelfde blijft. De persoonlijkheidsstraal, die van leven tot leven verschilt, totdat alle kwaliteiten zijn ontwikkeld. De straal die het mentale lichaam beheerst. De straal die het astraal-emotionele lichaam beinvloedt en de straal die het fysieke lichaam inclusief het stoffelijk denkvermogen beheerst. Al deze krachten komen in een 'stralenstructuur' nader tot uitdrukking en werken mede in op onze persoonlijkheid. Tevens bepalen zij onze 'toon' op het stoffelijke gebied. Het uiteindelijke doel van elk mens is ‘meesterschap’ te bereiken op de eigen straal, wat betekent dat men uiteindelijk alle kwaliteiten die men bezit, op de lange duur zo veel mogelijk tot uitdrukking dient te brengen in het dagelijks bestaan.

Ons Zonnestelsel als 'brandpunt'.
Voor zover het ons eigen zonnestelsel betreft, komen de zeven kosmische stralen ook mede tot uitdrukking in de zeven sterren van de ‘Grote Beer’, zijnde zeven kosmische ‘stromen’ van energie dat al het leven op aarde beïnvloedt. Ons zonnestelsel is het ‘brandpunt’ voor een van deze stralen en behoort tot de 2 de straal van ‘Liefde - Wijsheid’. Ook elk land wordt beheerst door de stralen, of te wel een ‘zielestraal en een persoonlijkheidsstraal. Een zielestraal die door velen ‘intuïtief’ wordt aangevoeld en een persoonlijkheidsstraal die de massa min of meer ‘overheerst’. De (hogere) zielestraal brengt veelal de idealen van het volk tot uitdrukking en de (lagere) persoonlijkheidsstraal beïnvloed vaak de ietwat ‘zelfzuchtige’ nationale verlangens. Meer op het individuele vlak neigen mensen met dezelfde persoonlijkheidsstraal er toe, het leven op dezelfde manier te benaderen, terwijl mensen op verschillende stralen het moeilijk vinden om elkaars houding en mening te begrijpen. Het zelfde gebeurt ook met landen onderling. Wat er mede de oorzaak van is, dat er zoveel onbegrip en strijd op de wereld aanwezig is.

Ons Zonnestelsel behoort tot de 2e straal van 'liefde - wijsheid'.

Ook elk land wordt dus beheerst door de stralen. De hogere Zielestraal brengt veelal de idealen van het volk tot uitdrukking, terwijl de lagere persoonlijkheidsstraal door 'zelfzuchtige' verlangens de massa min of meer overheerst. Wil men ook op dit laatste niveau vooruitgang boeken, dan zal men meer 'onbaatzuchtigheid' moeten nastreven en meer liefde voor de medemens op moeten brengen.




Inspiratie: Par Lanto; literatuur Benjamin Creme; literatuur Alice A. Bailey; Internet.










Wat is Kundalini energie?

Kundalini verwijst naar een klein opgerold 'energiekanaaltje' ter hoogte van de stuit, de slapende 'vuurslang' genoemd. Dat een energiereservoir vertegenwoordigt.

Het doel is het opruimen en afvoeren van storende ervaringen in het bewustzijn.

Kundalini energie.
Kundalini komt van het woord ‘kunda’, dat ‘pot’ betekent. In het Sanskriet heeft het echter de betekenis van ‘de opgerolde’. Wat verwijst naar een klein spiraalvormig opgerold ‘energiekanaaltje’, dat in de Aura ter hoogte van de stuit aan de basis van de ruggengraat ligt. Dit spiraalvormig kanaaltje is niet groter dan een halve centimeter en lijkt op een slang, dat opgerold in drie en een halve spiraal ligt te slapen met het puntje van zijn staart bij zijn mond. Uit de mond van de slang, ook wel slapende ‘vuurslang’ genoemd, stroomt ‘Kundalini- energie’. Deze Kundalini-energie wordt in de ‘tantrische’ traditie ‘Shakti’ genoemd en is in essentie de ‘universele’ levensenergie ‘Prana’. Deze energie is werkzaam in iedereen en stroomt via de ‘meridianen’ altijd in lichte mate door onze Aura. De Kundalini- energie of Shakti is in werkelijkheid een zelfhelende kracht. Bij de Kundalini- energie heeft men te maken met twee aspecten van werkelijkheid, namelijk ‘Shiva en Shakti’. Shiva staat voor het ‘bewustzijn’ en is in een staat van totale rust. Shakti is de energie in constante beweging. Wanneer de slapende ‘vuurslang’ ontwaakt, gaat ‘Shakti’ door het ‘Sushumnakanaal’ (centraal energiekanaal in de wervelkolom) naar het ‘kruinchakra’, waar het bewustzijn ‘Shiva’ zich bevindt. Om zich vervolgens met Shiva te verenigen, zodat ‘eenheid en evenwicht’ in lichaam en ziel bewerkstelligd kunnen worden.

Het doel.
Het doel van Shakti of Kundalini- energie, is het opruimen en afvoeren van oude storende ervaringen, die het bewustzijn ‘verkleuren’ of soms zelfs geheel verduisteren. Het ‘Kundalini-proces’ is in essentie een zuivering van lichaam en geest, dat niet altijd gaat zonder pijn en verdriet, maar ook momenten van creativiteit, schoonheid en vreugde kent. Normaliter is de Kundalini- energie niet actief en wordt een mens in zijn of haar ‘levenswandel’ enigszins afgeremd. Als de ‘vuurslang’ (bijv. door heftige emoties, ziekte of psychische problemen) ontwaakt, loopt de energie door het 'Sushumnakanaal' omhoog door de zeven ‘hoofdchakra’s’ in de Aura. Het stijgen van de Kundalini-energie wordt echter belemmerd door blokkades in drie chakra’s. Deze chakra’s zijn de ‘buik-, hart- en voorhoofdchakra’. Bij het ontwaken van de ‘vuurslang’ worden deze blokkades ‘doorboord’ en komt het ‘Kundalini- transformatieproces’ opgang, wat kort of lang kan duren.

Het Kundalini- transformatieproces.
In het Kundalini transformatieproces is het de ‘Kundalini- energie’ die de storende ervaringen naar de oppervlakte brengt, waardoor wij er ons bewust van worden. Het is aan de persoon zelf om ze te accepteren, het te doorleven en uiteindelijk de storende ervaringen los te laten. Indien men dit niet wil en er weerstand tegen biedt, bestaat de kans dat het alleen maar erger wordt. Tijdens het ‘Kundalini- transformatieproces’ kunnen er zonder enige aanleiding allerlei ‘angsten, trauma’s en mogelijk ook ziektes' aan de oppervlakte komen, die 'opgeruimd' moeten worden. Wat soms met een krachtige emotionele ontlading (Catharsis) gepaard kan gaan. Tijdens zo een proces zijn mensen vaak ‘objectief’ als zij het over zichzelf hebben en vaak meer ‘communicatief’ in het delen van hun ervaringen. Soms hebben zij last van lichamelijke verschijnselen, zoals hitte of kou, vreemde ademhalingspatronen, hartritmestoornissen, het trillen van lichaamsdelen, stoornissen van energetische aard en heftige vibraties in de chakra’s

Paranormale ervaringen.
Tevens kan men tijdens een ‘Kundalini- transformatieproces’ te maken krijgen met ‘paranormale’ ervaringen van velerlei aard, wat weer te maken heeft met het opruimen van oud ‘Karma’. Wat met paranormale ervaringen het belangrijkste is, is dat we ze zo veel mogelijk laten voor wat ze zijn. Indien de paranormale informatie klopt, dan kan men als dat noodzakelijk is er ‘kritisch’ gebruik van maken. Aangezien het ‘Kundalini- transformatieproces’ in wezen een grote loutering is, is het tegelijk ook een grote ‘zelfopoffering’. In het Kundalini proces wordt namelijk alles wat we van onszelf vinden door de ‘Kundalini energie’ systematisch afgebroken, om uiteindelijk tot een nieuw ‘levensinzicht’ te komen. Door het ‘zelf’ min of meer op te offeren, ruimen we een heleboel van ons oude ‘Karma’ op. Bovendien wordt in het ‘transformatieproces’ het ‘zelf’ opgeofferd, om een zekere mate van geestelijke ‘verlichting’ te krijgen. Bij dit ‘proces’ kan de Kundalini zelfs een energetische (zuiverende) invloed hebben op mensen in de directe omgeving van de persoon in kwestie. Soms kan zelfs bij aanraking van de persoon in deze situatie, door anderen een ‘zwakke’ elektrische stroom ervaren worden. Hetgeen in principe als een soort ‘goddelijke’ zegening beschouwd kan worden. Waar men overigens ook wel weer ‘terughoudend’ in moet zijn.

De ‘Ida en de Pingala’.
Behalve de Kundalini energie ‘Shakti’, bestaan er aan weerzijden van het ‘Sushumnakanaal’ in de wervelkolom, twee energiestromen die zowel positief als negatief zijn. Deze energiestromen zijn de ‘Ida en de Pingala’. Linksonder bij de stuit begint de ‘Ida-nadi’ (koude maankanaal) en rechtsonder bij de stuit begint de ‘Pingala-nadi’ (het warme zonnekanaal). Als de slapende ‘vuurslang’ ontwaakt en de ‘Kundalini-energie’ actief wordt, gaat de energie in principe door het ‘Sushumnakanaal’. Als de energie door het ‘Ida’ kanaal loopt, dan wordt het lichaam koud en loopt de energie door het ‘Pingala’ kanaal, dan wordt het lichaam warm. De ‘Pingala’ kan in dit geval als ‘positief’ worden gezien. De positieve en negatieve energiestromen blijken elkaar te kruisen op de knooppunten tussen de zeven hoofdchakra’s. Zo wordt het patroon van ‘Caduceus’ gevormd.

Het patroon van 'Caduceus'.
Zo als al eens eerder gesteld is elk chakra een ‘werveling’ van energie. Deze werveling van energie draait echter onder invloed van de positieve en negatieve energie. De stroom aan de ene kant van het lichaam is positief en aan de andere kant negatief. Wanneer de stromen elkaar kruisen op de kruispunten tussen de chakra’s, zal de positieve stroom die de overhand heeft, de chakra doen ronddraaien in zijn eigen richting. Het resultaat is dat elk chakra lijkt rond te draaien in een richting tegengesteld aan die van de chakra onder of boven hem. De draairichting wordt dus bepaald onder invloed van de positieve en negatieve energie, in zowel de rechter- als de linkerzijde van het lichaam. De energie in de ‘Ida en de Pingala’ is ‘Prana’ en vertegenwoordigt de ‘levensadem of levensenergie’. Dientengevolge zijn de ‘Ida en de Pingala’ verbonden met respectievelijk, het linker en rechter neusgat en beïnvloeden zodoende de conditie van het lichaam. Daarom is de ademhaling ook zo van vitaal belang. De ene keer is de ademhaling door het ene neusgat sterker dan door het andere neusgat. Men haalt namelijk afwisselend adem door telkens één neusgat. Deze verandering van ademhaling veroorzaakt zo de verandering van energiestromen en tengevolge daarvan weer de omwenteling van de chakra’s.

Het doel van de 'Ida en de Pingala' is om beiden met elkaar in evenwicht te brengen. Als dat bereikt wordt zou dat gezondheid, kracht en een betere lichamelijke conditie kunnen bewerkstelligen.
Het Kundalini-transformatieproces is in essentie een zuivering van lichaam en geest!

Een plotseling ontwaken van de Kundalini- energie kan voor grote problemen zorgen. Een goede 'aarding' is dan van uiterst belang. Daarnaast kan het tegenhouden of onderdrukken van het proces, nooit gezond en zelfs gevaarlijk zijn. Beter is het om door therapie of iets dergelijks voor een goede aarding te zorgen



Inspiratie: Kundalini, Denish Dutrieux; Par Lanto; Internet.

 

Heeft ziekte ook met karma te maken?

Veel ziektes komen voort uit de geest en ontstaan dikwijls door 'disharmonie' in het gevoelsleven, waardoor negatieve energie de persoon in kwestie gaat beheersen.

Ziektes en Karma zijn niet los van elkaar te zien!

Ziektes als gevolg van Karma.
Ziektes of ziekteprocessen komen vaak voort uit de geest en ontstaan veelal door ‘disharmonie’ in het gevoelsleven, waardoor negatieve energie de persoon in kwestie gaat beheersen. Deze ‘storingsvelden’ in de psyche van de mens moet men dan vaak karmisch ‘doorleven’, waardoor de ziekte uiteindelijk tot genezing kan leiden. Maar vaak komen ‘storingsvelden’ in de psyche van de mens ook voort uit bepaalde ‘angstgevoelens’. Angst kan tot op zekere hoogte een goede begeleiding zijn, maar wanneer angst bij de mens ‘overheerst’, kan angst de verbinding worden naar de ‘antikracht’ wat zich alleen maar zal versterken. Negativisme is dan een feit en ziektes kunnen daarvan het gevolg zijn. Angst is op zich een complex gegeven, omdat angst niet altijd voortkomt uit het huidige leven. Angst kan ook ‘karmisch’ bepaald zijn, waardoor men de mogelijkheid krijgt de angst in het huidige leven te ‘doorleven’ en meester te worden van een proces dat in een vorig leven heeft plaatsgevonden. Maar vaak zijn ‘angst en negativisme’ primair de veroorzakers van een ziektebeeld. Genezing geschiedt dan door zoveel mogelijk inzicht te verkrijgen in het proces dat tot de ziekte heeft geleid. Inzicht maakt dat de persoon beter zal begrijpen, in welke situatie hij zichzelf mogelijk heeft ‘gemanipuleerd. Begrip leidt tot ‘bewustwording’, zonder dat direct ingegrepen wordt in het ‘karmische’ proces en de persoon wellicht zichzelf heel of gedeeltelijk kan genezen.

Reeds bij de geboorte vastgelegd.
Sommige ziektes zijn echter al bij de geboorte in de genen vastgelegd en moet men in een mensenleven ‘doorleven’, om tot een bepaald inzicht of overtuiging te komen. Men kan namelijk al bij incarnatie gekozen hebben voor een bepaald ziekteproces om een ‘zwaar’ karma uit vorige levens in dit leven ‘in te kunnen lossen’. In dit geval kan men in wezen in het ziekteproces niet ingrijpen, omdat dat weer nieuwe ziekteproblemen oplevert. Wat betekent dat het proces zich enkel verschuift en karmisch niet wordt ‘ingelost’. In een volgend leven manifesteren de problemen zich dan weer opnieuw. Maar de mens is verantwoordelijk voor zijn eigen daden en schept dientengevolge vaak zijn eigen ‘lot’. Behalve ‘angst en negativisme’ kunnen door een ‘verkeerde levenshouding’ echter ook ‘virussen’ worden ‘aangetrokken, waardoor ziektes bij de mens ontstaat. Direct ingrijpen door de medische wetenschap is daarvan het gevolg, wat in de meeste gevallen tot genezing leidt. Wat de wetenschap doorgaans niet beseft, is het feit dat medisch ingrijpen vaak ‘karmische’ gevolgen heeft voor het ‘verloop’ van de virus die bestreden wordt. Veel virussen en bacteriën dateren namelijk uit ‘lang vervlogen tijden’. Virussen hebben de natuurlijke neiging zichzelf te ‘regenereren’. Zij zijn steeds weer bezig te overleven en zich aan te passen naar behoefte. Ook bacteriën ‘wapenen’ zich tegen ‘zaken’ die ondernomen worden om ze te vernietigen. De natuur past zich aan van wat haar zelf overkomt en muteert zichzelf. Juist het bestrijden van virussen en andere micro-organismen geven andere virussen weer de kans om resistent te worden en zich verder te ontwikkelen, zodat telkens weer tot nieuw ingrijpen moet worden overgegaan. Door een virus zijn ’werk’ te laten doen, zoals dat in vroegere tijden gebeurde, zou mogelijk aan het leven van een bepaalde virus een einde kunnen komen. Hetgeen in onze huidige tijd echter ondenkbaar is, zodat helaas ook dit soort processen hun ‘karmische’ cyclus moeten vervolgen.

Een positieve levenshouding helpt.
Uiteraard zijn er behalve voornoemde redenen nog veel meer oorzaken te noemen die tot bepaalde ziektes kunnen leiden. In onze huidige tijd zijn er veel ‘welvaartsziektes’ te noemen, waarvan er sommigen zelfs tot ‘epidemieën’ kunnen leiden. Maar volgens de esoterie liggen aan vrijwel alle ziektes een ‘geestelijke’ oorzaak ten grondslag. Ziektes die in het huidige leven zijn ontstaan of nog ‘karmisch’ doorwerken vanuit vorige levens. Door welke oorzaak ziektes ook kunnen ontstaan, door een positieve levenshouding en meer ‘bewustwording’ omtrent het eigen ziekteproces heeft men de ‘weg’ naar genezing vaak al betreden. Er kunnen echter in de erfmassa ook zaken zijn ‘vastgelegd’ die in beginsel moeilijk te genezen zijn, maar waar men op een zeer hoog ‘geestelijk’ niveau wel degelijk de strijd mee aan kan binden. Indien de menselijke geest zo sterk is dat hij zichzelf kan ‘verheffen’ boven zijn eigen ziek zijn, kan hij ‘meester’ worden over zijn ziekte en is hij ‘meester’ over zijn eigen lot. Genezing zal daarvan het gevolg zijn. Doch dit is vaak voor een enkeling weggelegd. Geloof en vertrouwen in jezelf en een sterk vertrouwen in een ‘hogere macht’ van welke aard dan ook, maakt het in sommige gevallen mogelijk van een ziekte afstand te nemen. Maar hoe het ook zij, het nut van bepaalde ziektes is in feite, dat men juist door ‘doorleving’ tot meer inzicht en ‘bewustwording’ moet komen waardoor genezing plaats kan vinden.

Probeer het leven zoveel mogelijk positief te benaderen!

Angst en negativisme zijn zoals gezegd vaak de veroorzakers van een ziekte. Door zoveel mogelijk inzicht te verkrijgen in het proces dat tot de ziekte heeft geleid, kan er mogelijk een weg naar genezing worden ingeslagen. Inzicht maakt dat iemand beter zal begrijpen waardoor een ziekte mogelijk is ontstaan.

Wat bedoelt men toch met Karma?

Alles wat wij in ons leven doen veroorzaakt Karma. Karma is een natuurlijk principe, een wet van 'actie en reactie' en strekt zich uit tot in volgende levens.

Karma ligt ten grondslag aan alle aspecten van het leven!

Alles is Karma
Het woord Karma is ‘Sanskriet’ en staat voor ‘stoffelijke handeling, actie of daad’. Karma valt onder de wet van 'oorzaak en gevolg’, wat inhoudt dat de mens leven na leven zijn eigen lot bepaalt op grond van zijn handelingen. Iedere gedachte en iedere daad zet een oorzaak in gang en de gevolgen van deze oorzaken bepalen ons leven. We ‘oogsten wat we zaaien’. Alles wat ons overkomt is het gevolg van eigen daden en gedachten in het verleden. De wet van 'oorzaak en gevolg’ is geen straf, maar slechts ‘energie in werking’. De ‘wet’ werkt zodanig dat de gevolgen van onze daden in ons leven of in een volgend leven nader tot uitdrukking komen. De mens bouwt in essentie een ‘goed en een slecht’ Karma op. Goed Karma betekent ‘verdere groei’. Slecht Karma biedt de mogelijkheid om onopgeloste problemen uit het verleden op een andere wijze te ‘ervaren, te doorleven en in te lossen’ waardoor verdere ‘groei’ mogelijk wordt. De ‘wet’ is uitsluitend gebaseerd op ‘liefde en rechtvaardigheid’ waarbij altijd de mogelijkheid geboden wordt problemen uit het verleden opnieuw de ‘baas’ te worden. Ofschoon het misschien lijkt dat Karma iets met ‘voorbeschikking’ te maken heeft, is dat geenszins het geval. Karma is qua energie een neutraal gegeven, dat door ‘Karmische lessen’ (levenslessen) wordt ‘ingevuld’. Al naar gelang de mogelijkheden die een mens heeft en de keuzes die men maakt, dienen deze ‘lessen’ zich aan, zodat met de ‘inlossing’ van een bepaald Karma begonnen kan worden.

Naast Karma bestaat er ook Dharma. Dharma is eveneens Sanskriet en betekent de 'wezenlijke natuur van iets' of de 'natuurlijke wetmatigheid', die aan iets ten grondslag ligt. Dharma heeft betrekking op het 'menselijk welzijn' in de ruimste zin van het woord.
Omdat alle ‘oorzaken’ gevolgen hebben, is letterlijk alles in ons leven ‘Karma’ en ligt Karma in essentie ten grondslag aan ‘Dharma’.

Individueel Karma
Doordat alle oorzaken gevolgen hebben ontstaat er Karma, maar de verantwoordelijkheid ligt altijd bij de persoon zelf. De mens blijft altijd verantwoordelijk voor zijn daden en zal, of in dit leven, of in een volgend leven geconfronteerd worden met de gevolgen van zijn handelswijze. Zoals eerder gesteld is Karma geen boetedoening, maar biedt de mogelijkheid om op ‘bewustzijnsniveau’ tot harmonie te komen met zichzelf. Zodat op deze wijze de mens geestelijk kan ‘groeien’ en tot een hogere vorm van ‘bewustzijn’ kan komen. Leven na leven ontstaat op deze manier de mogelijkheid tot ‘verder bewustwording’, totdat aan het einde van de ‘incarnatie of levenscyclus’ de mens een ‘totaal bewustzijn’ heeft verkregen. Dit ‘totaal bewustzijn’ vertaalt zich in het ‘Meester’ zijn over zichzelf en een verre gaande vorm van ‘geestelijk inzicht’ ofwel ‘innerlijke wijsheid’. Na de levenscyclus groeit de mens verder in zijn geestelijk 'Meesterschap’, totdat de mens op ‘goddelijk’ niveau zichzelf ‘vergoddelijkt heeft en zich ‘beweegt’ op het niveau van de ‘Engelenschare’. Op dit niveau wordt de mens weer één met de ‘Albron’.

Familiekarma
Behalve een individueel ‘Karma’ is er ook sprake van ‘familiekarma’. Doordat op familieniveau ooit ‘Karma’ is opgedaan, zal uiteindelijk ook binnen de bewuste familie, dit ‘Karma’ zich uit moeten werken.
Men kiest vanwege de ‘familiaire’ verbindingen bij reincarnatie dus vaak voor een bepaalde familie’, wat overigens uit eigen vrije wil gebeurt. Indien men dat wenst kan men eventueel ook andere ‘familielijnen’ volgen, als de ‘incarnatie’ maar aansluit op het ‘Karma’ dat in dat bewuste leven ‘ingelost’ dient te worden. Soms is het een enkel persoon waar men in een bepaalde familie een ‘karmische relatie’ mee heeft, maar vaak zijn het ook meerdere personen die gezamenlijk het ‘familiekarma’ inlossen. In die zin is het ‘familiekarma’ een groei proces waar doorgaans ‘karmische verbindingen’ blijven bestaan totdat ze zijn uitgewerkt. Uiteraard gaat dit tussen de familieleden onderling niet gelijk op. Als een familielid zijn ‘Karma’ heeft uitgewerkt, is de familierelatie niet meer noodzakelijk en is de persoon vrij om andere ‘wegen’ te zoeken in zijn ‘levenscyclus’.

Groepskarma
Naast ‘familiekarma’ bestaat er ook ‘groepskarma’. Groepskarma is een Karma dat evenals ‘familiekarma’ ervoor zorgt, dat de karmische verbindingen binnen de groep ‘ingelost’ kunnen worden. Doordat net als bij ‘familiekarma’ op groepsniveau ooit ‘Karma’ is opgedaan zal ook binnen de bewuste groep het ‘Karma’ zich uit moeten werken. Men heeft ooit bewust gekozen om in een bepaalde groep te incarneren, om de ‘confrontatie’ met de groep aan te gaan en zich hiermee te willen verbinden, om uiteindelijk ‘geestelijk’ verder te kunnen groeien. Doordat uit eigen vrije wil ooit bepaalde keuzes zijn gemaakt, is men onlosmakelijk met de gevolgen daarvan verbonden. Indien het ‘Karma’ dat veroorzaakt is, geleidelijk aan wordt ‘ingelost’, is de persoon in kwestie vrij om te gaan en te staan waar die wil.

Lands- en volkerenkarma
Om dezelfde reden als in het voorgaande bestaat er ook ‘landskarma’. Indien men kiest om in een bepaald land te willen incarneren, verbindt men zich automatisch aan de ‘groepsenergie’ van het volk in dat land en voor de ‘Karmische’ opbouw van dat land. Indien het land dan in een oorlog verwikkeld raakt, raakt men automatisch betrokken bij het oorlogsgeweld van dat land, waaraan men zich moeilijk kan onttrekken. Zelfs wanneer men ‘vlucht’ naar een ander land zal het ‘Karma’ zich binnen de ‘groepsenergie’ van het gehele volk zich uit willen werken. Wanneer men vanuit een eerdere incarnatie verbonden is geweest aan een bepaald land of volk, dan zal men in het huidige leven dit ‘Karma’ onbewust weer in willen lossen. De kansen zullen in dit leven daarvoor geboden worden. Indien men deze kansen niet oppakt, ontzegt men zichzelf van de mogelijkheid tot ‘inlossing’ en zal men vroeg of laat met dit ‘Karma’ weer worden geconfronteerd.

Wereldkarma
Ook ‘wereldkarma’ is een 'Karmisch' gegeven. Het ‘wereldkarma’ is door veel volkeren gecreëerd en geldt als het ‘Karma’ van de totale mensheid. Dit ‘wereldkarma’ zal door een enkel individu niet veranderd kunnen worden, want dan zou een groot deel van de mensheid zijn handelswijze moeten wijzigen, waardoor het ‘Karma’ gestuurd en veranderd kan worden. Het ‘Karma’ is dus door de mensheid zelf gecreëerd en zal haar ‘Karma’ niet uit de weg kunnen gaan. Ook dit ‘Karma’ zal via de weg der ‘geleidelijkheid’ ingelost moeten worden. Elk individu heeft een ‘indirecte’ verbinding met ‘groeps-, lands- en wereldkarma’, waarbij het ‘Karma’ in collectieve zin uitgewerkt zal moeten worden.

De mens blijft altijd verantwoordelijk voor zijn eigen daden en voor de gevolgen daarvan!

Laat een ieder zich toch bewust worden van zijn of haar handelswijze en de mogelijke gevolgen daarvan. Ook in gezamenlijkheid dient men altijd eerlijk en oprecht te streven naar het beste voor iedereen, zonder dat daaraan het eigen belang voorop staat. Bij alles wat men een ander aandoet, schaadt men uiteindelijk toch zichzelf.

Hoe existeert Karmische Energie?

Energie ligt ten grondslag aan Karma. Karma is in principe een neutraal gegeven. Positieve energie lost zich op, negatieve energie moet zich uitkristalliseren.

Karma vertegenwoordigt bepaalde energiefrequenties.

Energiefrequentie.
Alles in ons universum is aan ‘energiefrequentie’ onderhevig. Alles, geen enkel object op aarde uitgezonderd, bestaat uit ‘energiefrequentie’ en existeert doormiddel van energie. Ook de mens bestaat uit energie, ofwel uit ‘kosmische’ energie. De mens is als stoffelijk wezen slechts de manifestatie van de kosmos. Na het fysieke leven behoort de mens weer tot de ‘kosmos’, van waaruit het voortkwam. Met de geestelijke wet van karma, de wet van - oorzaak en gevolg - werkt het niet anders. Ook deze wet werkt doormiddel van energie. Karma is in principe een neutraal gegeven, positieve energie lost zich op, negatieve energie moet zich weer ‘transformeren’ naar een toestand van harmonie en evenwicht. Negatieve energie, ontstaat door negatief handelen en moet zoals gesteld zich uitkristalliseren tot een staat van ‘yin en yang’, een balans tussen het positieve en het negatieve. Bij alles wat wij doen ontstaat er ‘karmische’ energie, van de meest onbetekenende handeling tot handelingen met grote gevolgen. De volgende voorbeelden laten zien hoe karmische krachten zich van klein tot groot manifesteert.

Karmisch effect.
Iemand liet eens een volle kop koffie over het toetsenbord van de computer vallen. Na de zaak grondig gereinigd te hebben, functioneerde de computer weer. Aan dit voorval lag in feite ‘negatieve’ energie ten grondslag. Het voorval gebeurde namelijk niet expres. Een bepaalde mate van ‘routinematigheid, gedachteloosheid of een kleine storing in de motoriek’, veroorzaakte even een negatieve handeling met het voorval als gevolg. Het karma dat dit incident veroorzaakte kon ogenblikkelijk ‘ingelost’ worden, door de zaak schoon te maken, te repareren en een nieuw kopje koffie in te schenken. Het incident leidde wel door het ‘karmische’ effect ervan tot preventief handelen. De persoon in kwestie laat het voortaan wel uit het hoofd, om ooit nog drinken in de directe nabijheid van gevoelige elektronische apparatuur te plaatsen. Nu is dit een klein bijna te verwaarlozen incident, dat desalniettemin toch al een verregaande ‘karmische’ consequentie opriep. Een consequentie in de zin van voortaan ‘preventief’ te handelen.

Cumulatie van karmische energie.
In het groot werkt dat precies eender. Het gaat niet zo zeer om het ‘lot’ wat men treft, maar het zit in de negatieve energie die aan het incident of de uiteindelijke negatieve ‘handeling’ ten grondslag ligt. Indien het incident ‘energetisch’ niet ingelost wordt, dan blijft de negatieve energie, die tot het incident geleid heeft in het ‘Akasha’ geheugen (het planetair geheugen van onze planeet) existeren. Indien uit meerdere levens door bepaalde incidenten, negatieve energie blijft existeren, dan werkt dat ‘cumulatief’ door tot een zodanige ‘kracht’, dat dit uiteindelijk in een volgend bestaan wel tot ‘uitwerking’ moet komen. Vooral nu in de overgangsfase naar het Aquariustijdperk vindt er een energetische ‘schoonmaak’ plaats, om van de oude ‘droesem’ van weleer af te komen en tot ‘evenwicht en harmonie’ te laten uitkristalliseren. Een transformatieproces dat echter op natuurlijke wijze tot stand komt, doordat in onze huidige tijd de ‘frequentieniveaus’ van oude karmische energie, kortsluit met energieniveaus van dezelfde frequentie. Plaats en handelingen van de uit te werken karmische energie, komen overeen met de plek waar het energetisch ‘evenwicht’ gedurende lange tijd ernstig verstoord is geweest of nog steeds aan het existeren is. Van ‘lotsbestemming, berusting of schuld is in dit verband geen sprake. Karmische energie is een ‘neutraal’ gegeven, dat op een bepaald energieniveau existeert en op het zelfde energieniveau zich uit wil kristalliseren. Uiteraard gebeurt dat in een volgend bestaan met andere ‘thema’s’ en in andere omstandigheden, maar omstandigheden die wel dezelfde frequentieniveaus vertegenwoordigen.

Tegengestelde krachten zijn inherent aan ons bestaan. Ook de Albron vertegenwoordigt als ‘neutrale’ krachtbron, alle aspecten die in ons bestaan tot uitdrukking worden gebracht, van positief tot negatief, van sterk tot zwak, etc, etc. Het menselijk wezen is als ‘ziel’ de volmaakte weerspiegeling van God of de Albron. Door talloze incarnaties gedurende ontelbare eeuwen tracht de menselijke ‘ziel’ haar goddelijke aard uit te drukken in tijd en ruimte. Doorgaans huist in ieder mens het verlangen naar vervolmaking en de drang het goede te willen doen. Bijna niemand, hoe beperkt ook in daadkracht, ontbeert de zucht naar verbetering, ongeacht hoe die ook wordt uitgedrukt. Hoe zijn de tegengestelde (karmische) krachten in ons bestaan, zoals haat en geweld versus vrede en harmonie dan te verklaren? Het antwoord ligt in de unieke positie van het menszijn zelf, de ontmoetingsplaats van ‘geest en stof’. In de volgende uitleg over ‘Paren van tegenstelling’ wordt nader op dit gegeven ingegaan.

Paren van tegenstelling.
Op de keper beschouwd, heeft alles wat met tegengestelde krachten te maken heeft, in directe zin te maken met de tegenstrijdigheid in ons bestaan. Het dualisme in ons bestaan, vormt in essentie de grondslag van ons leven. Het antwoord ligt in de unieke positie van de mens, een menselijk wezen waar ‘geest en stof’ samenkomen in één en dezelfde fysieke manifestatie, hetgeen ‘spanning’ tot gevolg heeft. De mens is in essentie een onsterfelijke ziel, een ziel die in zijn hoedanigheid geen beperkingen kent en zich vrijelijk kan bewegen en kan ontplooien. De mens is daarentegen ondergedompeld in de ‘stof’ en daardoor onderworpen aan de beperkingen die de ‘stof’ oplegt. De natuurlijke drang tot ‘vervolmaking’ van het eigen wezen behelst, dat de ‘ziel’ de tweestrijdigheid van de menselijke aard, tot harmonie en eenheid probeert brengen. Door herhaaldelijke incarnaties bereikt het proces van evolutie geleidelijk aan dit doel, totdat de hoedanigheid en uitstraling van de ‘stof’ overeenkomt met die van de geest. Het grotere ‘plan’ is voltooid en weer is er een menselijk wezen teruggekeerd in het ‘vaderhuis’, van waaruit het oorspronkelijk is ontsproten. Wanneer bij de mens uiteindelijk de tegengestelde ’polen’ van zijn aard in elkaar zijn opgegaan, beseft de mens dat de ‘tweedeling’ slechts schijn was, de tegenstellingen waren ‘onecht’. De mens beseft dan dat alles Eén is en dat ‘geest en stof’ slechts twee aspecten zijn van één goddelijk geheel, en de beperkingen van het verleden niet meer dan een illusie.

Zonder de tegengestelde krachten in de menselijke aard en de ‘wrijving’ die daaruit voortvloeit, zou de vooruitgang van de mens te traag verlopen. Wrijving is het ‘vuur’ dat de mens ‘voortdrijft’ op zijn weg, aspiratie het ‘licht’ dat hem steeds hoger roept. Zo legt de mens na verloop van tijd de beperkingen van de stof af en doordringt haar met de ‘straling’ van zijn ‘geestelijke’ waarheid. Hetgeen in de menselijke Aura tot uitdrukking komt, doordat door alle geesteslichamen heen er een toestand van éénlijnigheid ontstaat. Tegen die tijd heeft de mens zichzelf ‘gerealiseerd’. Het is uiteindelijk ook de taak van de mens om de ‘materie’ te vergeestelijken en zichzelf tot de volmaakte weerspiegeling te maken, van het ‘kosmische’ wezen waarvan zij het aardse lichaam is. De geestelijke wet van ‘karma’ is evenwel onlosmakelijk met dit gegeven verbonden. Door elk negatief handelen ontstaat er direct een vorm van ‘wrijving’, waarvan de negatieve energie een uitweg zoekt om weer tot harmonie en eenheid te kunnen komen. In zekere zin heeft dit ook te maken met tegenslagen op het ‘levenspad’. Aan elke tegenslag op het ‘levenspad’ ligt een karmische werking ten grondslag. Een karmische werking die men bewust of onbewust veroorzaakt heeft en opzich altijd weer de mogelijkheid biedt, om de negatieve energie te transformeren naar een niveau van stabiliteit, zodat er tot meer inzicht en begrip omtrent de ontstane tegenslag gekomen kan worden.

Bij karma is van lot, berusting of schuld geen sprake!

Conflicten, oorlogen en geweld, zijn slechts voorbijgaande manifestaties van het onvermogen van de mens, om vooralsnog zijn 'ware' aard te openbaren. Ooit in de toekomst zal de 'waarheid' uiteindelijk zegevieren en de goedheid in de mens voor allen zichtbaar worden, zodat er van een betere wereld sprake kan zijn!


Is het Alter Ego het Hogere Zelf?

Heeft het 'Hogere Zelf'' iets met het 'Alter Ego of met Archetypen' te maken? Niet zelden worden deze begrippen door elkaar gehaald.

Het 'Hogere Zelf' moet esoterisch worden opgevat!

Niet zelden worden begrippen als het ‘Hogere Zelf, Alter Ego en Archetypen’ door elkaar gehaald. Maar het ‘Hogere Zelf’’ heeft voornamelijk esoterische betekenis, terwijl de andere twee begrippen toch meer uit de ‘psychologie’ voortkomen. Ofwel uit de psychologische verhandelingen van ‘Carl Gustav Jung’.

Alter Ego.
Jung verwoord het ‘Alter Ego’ ondermeer als de schaduwzijde van onze persoonlijkheid, hetgeen evenwel in positieve zin opgevat kan worden.. Hij stelt dat de schaduwzijde meer de personificatie van de tijdens ons leven niet toegelaten en verdrongen zijde van onze psyche is. Deze ‘onderbelichte’ zijde van onze psyche bevindt zich als het ware op de drempel van het ‘onderbewustzijn’. Of ook wel uitgedrukt, als het ‘vervreemde en de onbewuste’ achterzijde van onszelf. Zij vormt de tegenpool van ons bewuste ‘Ik’. Een tegenpool die wellicht bepaalde ‘kwaliteiten’ in ons karakter laat ‘sluimeren’, totdat zij plotseling door omstandigheden zichtbaar worden en een andere zijde van onszelf laten zien.

Archetypen.
Daarentegen vertegenwoordigen ‘Archetypen’ meer het ‘oerbeeld’ uit onze onderbewustzijn. Archetypen betreffen bepaalde overgeërfde manieren van reageren, die de mensheid sedert de oertijd in collectieve zin heeft opgebouwd. Reacties die lang geleden ontstaan zijn door ‘angst, gevaar, strijd, de verhouding der geslachten en de houding ten opzichte van geboorte en dood’. Het betreft een ‘oeroud’ weten omtrent de diepste relaties tussen God, de mens, het leven zelf en de Kosmos. Met andere woorden ‘Archetypen’ bezitten gedragskenmerken die in ons collectieve ‘onderbewustzijn’ opgeslagen zijn en per definitie niet ‘goed of fout’ zijn.

Het ‘Hogere Zelf’.
In tegenstelling tot het ‘Alter Ego’ en de ‘Archetypen’, moet het ‘Hogere Zelf’ echter esoterisch worden opgevat en wel in de betekenis van de ‘Godsvonk’. Hetgeen de goddelijke identiteit van iedere Ziel op Aarde betreft. Men zou het ‘Hogere Zelf’ als een referentiepunt kunnen zien, van waaruit ieder mens zich ontwikkelt. Vanuit dit punt wordt de verwerkelijking van het ‘Ware Zelf’ geleid. Alleen dit referentiepunt kent in de hoedanigheid van het ‘Hogere Zelf’ twee betekenissen, doordat de ‘Godsvonk’ zich oorspronkelijk in twee ‘delen’ splitste. De eerste betekenis betreft de ‘Godsvonk’, die als ‘blauwdruk’ bij de goddelijke ‘Albron’ achter bleef en daarmee het 'hoger brandpunt' bij de Albron vertegenwoordigt. De tweede betekenis betreft echter het ‘gesplitste’ deel van de ‘Godsvonk’ in de fysieke wereld, die men de ‘Monade’ noemt. Het oorspronkelijke ‘Hogere Zelf’ kan men dus zien als het ‘Goddelijk Zelf’, dat ver buiten ons fysieke lichaam bij de ‘Albron’ verkeert, maar waar uiteindelijk elk mens op het allerhoogste spirituele niveau mee verbonden is.

Het 'Hogere Zelf' als de 'Monade'.
De ‘Monade’ daarentegen, vertegenwoordigt meer het 'Hogere Zelf' bij het menselijk wezen zelf en is iets boven het kruinchakra in een zeer hoge frequentie in het 'causale lichaam' van de Aura aanwezig. Het ‘causale lichaam’ vertegenwoordigt de drie buitenste energieniveaus van de Aura, waar zowel de ‘Geest’ als de 'Monade' zich bevindt. De 'Monade' is de kern van het 'causale lichaam' en vertegenwoordigt in alle opzichten de 'Ik ben Aanwezigheid' bij het menselijk individu.
In de eerste vier 'etherische' energieniveaus van de Aura, dicht rond het fysieke lichaam, bevindt zich zoals al eens eerder gesteld is de ‘Ziel’. De ‘Monade’ verkeert in haar verbinding met het lagere ‘Zelf’ (het bewustzijn) echter in elke cel van ons fysieke lichaam, waardoor elke cel in ons lichaam het goddelijk ‘weten’ bewaart. Ter hoogte van de ‘ruggengraat’ bevindt zich verticaal in ons lichaam het ‘Kristallen of Zilveren Koord’, dat bepaalt hoeveel ‘levensenergie’ er tot ons komt. Dit ‘Zilveren Koord’ kan men zien als een energiestroom die het ‘Hoger brandpunt’ (bij de Albron), via de ‘Monade’ verbindt met ons eigen hart.

De 'Monade'.
Het ‘Hogere Zelf’ in de betekenis van de 'Monade', kent het ‘levensplan’ en stuurt het incarnatieproces van de persoon in kwestie aan. Nu zou men het ‘Hogere Zelf’ tot op zekere hoogte ook kunnen zien als een soort ‘overziel’ van alle incarnaties, die het individu heeft gehad. De 'Monade' of te wel het 'Hogere Zelf' bezit daardoor het ‘bewustzijn’ van alle incarnaties tezamen en kent als gevolg daarvan het grotere ‘levensplan’, waardoor het de mogelijkheid heeft de nieuwe incarnaties aan te ‘sturen’. Maar naarmate de mens in zijn ‘Incarnatiecyclus’ steeds weer verder groeit, opent de mens geleidelijk aan zijn vermogens om telkens hogere niveaus van energiefrequenties te verdragen, die door al zijn ‘geestelijke voertuigen’ heen lopen. Eerder is al eens gesteld, dat alles in ons ‘Universum’ aan ‘trilling’ onderhevig is en dat de mens in wezen een en al ‘energie’ betreft. Doordat de mens door de ‘Incarnatiecyclus’ geleidelijk aan instaat wordt gesteld zijn ‘geestelijke vermogens’ te vergroten, krijgt de mens bij elke incarnatie weer een bredere ‘kijk’ op het leven en meer inzicht in datgene wat het leven omvat. Hetgeen in zeker opzicht zich weer vertaald in een vorm van ‘innerlijke beschaving’ en het karakter van het individu in belangrijke mate beïnvloedt.

De ‘Overziel’
Behalve dat de 'Monade' in de betekenis van het ‘Hogere Zelf’ als een soort ‘overziel’ fungeert van alle incarnaties die de persoon in kwestie heeft gehad, bestaat er ook een ‘overziel’ in de betekenis van ‘groepsenergie’. Wat betekent dat de band tussen mensen onderling in relatie tot de groepsenergie een ‘kracht’ kent, die men eveneens de ‘overziel’ noemt. Met andere woorden, de ‘stuwende’ kracht in groepsenergie ontstaat uit een onderling gecreëerd 'groepskarma'. Men zou de ‘overziel’ in dit verband ook als het ‘overkoepelend’ bewustzijn, groter dan de som der delen van een groep mensen kunnen beschouwen. Nu is het zo dat elke ‘groep’ een bepaald ‘Zielsniveau’ vertegenwoordigt. Deze ‘Zielengroepen’ met steeds een overkoepelend ‘bewustzijn’, worden steeds groter naarmate men steeds hoger in de geestelijke ‘dimensies’ komt. Dit gaat zo door totdat men het hoogste geestelijke niveau heeft bereikt, wat te bereiken is. De goddelijke ‘Albron’ omvat uiteindelijk alle zielen van de gehele schepping.

De mens is meer dan dat men ooit had kunnen bevroeden!

Bedenk dat wij deel uit maken van een groot 'Geestelijk' evolutieplan en dat wij leven na leven 'groeien' in ons 'bewustzijn'. Wees dankbaar voor het leven dat wij hebben en streef naar zo een positief mogelijke verloop ervan! Elke 'misstap' in ons leven veroorzaakt mogelijkerwijze stilstand of wellicht een stapje terug in onze 'Geestelijke' ontwikkeling. Telkens krijgt men leven na leven weer de kans een stapje verder te komen in de persoonlijke ontwikkeling, waarvan men uiteindelijk in een volgend leven weer de 'vruchten' plukken kan!

Het Zilveren Koord en het Veld van Licht.


Het 'Zilveren Koord' is een 'energetische' verbinding tussen het geestelijke- en het fysieke lichaam. Daarnaast is er rondom het lichaam nog een 'veld' van licht.

Via het Zilveren Koord stroomt levensenergie naar het fysieke lichaam.

Het Zilveren Koord volgens de Christelijke traditie.
Men spreekt vaak over een oneindig lang energetisch ‘koord’, dat ook wel het ‘Zilveren Koord’ wordt genoemd, waarmee men in het fysieke leven altijd aan het lichaam verbonden blijft. Als dit ‘koord’ verbroken wordt, gaat men definitief over naar de ‘geestelijke wereld’ en treedt de dood in. Het ‘Zilveren Koord’ is echter een begrip dat al heel lang bestaat. In de Bijbel wordt in dit verband ook al gesproken over een ‘Zilveren Koord’. Prediker 12: 6-7 verwoordt dit als volgt, ‘voordat het Zilveren Koord losgemaakt en de gouden lamp verbroken wordt, voordat de kruik bij de bron verbrijzeld en het scheprad in de put verbroken wordt en het stof wederkeert tot de Aarde, zoals het geweest is en de Geest wederkeert tot God, die hem geschonken heeft’. Hiermee toont ‘Prediker’ in wezen ons het geheim van het ‘sterven’. Hij laat ons zien, dat het ‘stoffelijke’ een andere weg gaat dan het ‘geestelijke’. Het onsterfelijke, de ‘geest’ keert terug tot God, terwijl het stoffelijke wederkeert tot het stof der Aarde. Volgens christelijke traditie mag bij het ‘Zilveren Koord’ in dit verband slechts gewezen worden op de ‘kostbaarheid’ van het leven, dat door God geschonken en door het sterven verbroken wordt. Niettemin duidt de benaming van het ‘Zilveren Koord’ hoe dan ook, op de relatie tussen het ‘stoffelijke’ en het ‘geestelijke’ aspect van de mens, waarbij indien het ‘Koord’ gebroken wordt de ‘geest’ bevrijd is van de stof.

Het Zilveren Koord volgens de esoterie.
Het ‘Zilveren Koord’, in het sanskriet 'sutratma' of 'levensdraad', blijkt esoterisch gezien een energetische verbinding te zijn, tussen het 'hoger brandpunt' bij de Albron, via de ‘Monade’ (het 'Hogere Zelf' in het causale lichaam), met het gebied van het 'hartchakra' in het fysieke lichaam. Voor alle duidelijkheid, het ‘causale’ lichaam in de Aura, vertegenwoordigt de Geest van de mens. Ter hoogte van de ‘wervelkolom’ bevindt zich verticaal in ons lichaam het ‘Zilveren Koord’. Dit ‘Koord’ bepaalt hoeveel ‘Goddelijke energie of Levensenergie’ er tot ons komt. Het ‘Zilveren Koord’ kan men ook zien als een ‘levensstroom’ die vanuit het ‘hoger brandpunt’ bij de Albron, via de ‘Monade’ neerdaalt tot in alle lagere lichamen die de mens vertegenwoordigt. Het ‘Hogere Zelf’ is in de betekenis van de ‘Monade’, het referentiepunt van waaruit elk persoon zich moet ontwikkelen en van waaruit de verwerkelijking van het 'Zelf' wordt geleid. Het ‘Zilveren Koord’ komt al onze lichamen binnen via het ‘Kruinchakra’. Onze fysieke hartslag en de ademhaling worden door deze energetische ‘verbinding’ in stand gehouden. Zodra het ‘Zilveren Koord’ verbroken wordt treedt de fysieke dood in. Bij het ongeboren kind dat nog in de baarmoeder zit, wordt het kindje energetisch nog ‘gevoed’ via het ‘Zilveren Koord’ van de moeder. Bij de eerste ademhaling na de geboorte treedt ook direct het ‘Zilveren Koord’ van de nieuw geborene volop in werking. Het ‘Zilveren Koord’ dat in ‘Atlantische’ tijden even breed was als de (hierna te omschrijven) ‘Veld van Licht’, zorgde er voor dat de mens destijds vrijelijk kon beschikken over enorme hoeveelheden ‘Goddelijke Energie’ vanuit het ‘Hart van de Kosmos’. Door ‘geestelijk verval’ van de toenmalige Atlantische mens, is men deze ‘Kosmische Energie’ steeds meer gaan misbruiken, wat uiteindelijk tot een sterke minimalisering van deze ‘levensgevende’ energie van het Zilveren Koord heeft geleid. Sindsdien wordt vanuit het ‘Kosmisch’ niveau niet meer toegestaan deze Goddelijke Energie te misbruiken.

Veld van Licht.
Rondom de Aura blijkt er ook nog een voor helderzienden moeilijker waar te nemen 'lichtveld' te bestaan, het zogenaamde ‘Veld van Licht’. Dit ‘lichtveld’ blijkt een open en transparant energieveld te zijn. Een 'energieveld' dat kan uitdijen en kan krimpen en van waaruit de opname en afgifte van energieën plaats vindt. Een energieveld dat een zacht ‘diffuus’ licht rond de Aura schijnt uit te stralen en in bepaalde gevallen, tot enkele meters buiten de Aura blijkt te kunnen reiken. Het 'Veld van Licht’ daalt vanuit de ‘Monade’ af tot voorbij de energetische lichamen binnen de Aura van de mens. Het 'Veld van licht’ vertoont aan de bovenzijde meer geconcentreerde energie dan naar onderen toe. Normaliter is de stoffelijke mens vanuit de ‘geestelijke gebieden of sferen’ niet waar te nemen. De Aura van de mens daarentegen wel. Het elektromagnetisch veld van de Aura is aan de buitenkant echter van dien aard, dat de Aura doorgaans gevrijwaard is van ‘kwalijke’ invloeden van buitenaf. Het 'Veld van Licht’ die de Aura omgeeft, is echter wel van buitenaf beïnvloedbaar. Het 'Veld van Licht’ is evenals de Aura, zichtbaar vanuit de geestelijke ‘werelden’ en kan wel vanuit de lagere ‘sferen’ betreden worden, mits de ‘trillingsfrequentie’ van de persoon in kwestie refereert aan het energieniveau van de lagere geestelijke sferen. Hogere ‘gedachten’ of een hogere geestelijke ‘afstemming’ is dan ook noodzakelijk, indien iemand op een bepaald moment zeer negatieve gevoelens ervaart. Door hogere en zuivere gedachten wordt men dan weer ‘verschoond’ van de negatieve ‘krachten’, die vanuit het 'Veld van Licht’ de persoon in kwestie proberen te beïnvloeden.

De invloed van gedachten.
Het opmerkelijke van dit ‘lichtveld’ is het gegeven, dat elke gedachte van de mens als ‘beeld’ in het 'Veld van Licht' geprojecteerd wordt. Hierbij spelen gebeurtenissen zich af als in een ‘film’ en kunnen gedachten zich zelfs in ‘vormen’ tot uitdrukking brengen. Naarmate men zich op hogere gedachten concentreert, worden de beelden onzichtbaar voor degenen die zich in de ‘astrale’ werelden bevinden. Wat betekent dat mensen, die een hoger ‘energieniveau’ vertegenwoordigen en dienaangaande meer ‘licht’ bezitten, meer onzichtbaar worden voor wezens of negatieve energieën vanuit de ‘astrale’ wereld. In esoterische betekenis is ‘licht’ het equivalent van ‘liefde’, wat inhoudt dat degenen die veel ‘licht’ vertegenwoordigen, ook meer ‘liefde en warmte’ naar hun omgeving kunnen uitstralen. Dit komt heel mooi tot zijn recht bij mensen, die een ‘liefdesband’ met elkaar hebben aangegaan. In deze ‘liefdesband’ ontstaat tussen beide ‘Velden van Licht’ een vorm van samensmelting, zodat de één precies weet en voelt wat de ander ‘bezielt’. Zodat op deze wijze een sterk ‘telepathisch’ contact ontstaat. Door het krachtige ‘licht’ van beiden tezamen, zijn zij vervolgens onzichtbaar en onbeïnvloedbaar voor wezens vanuit de ‘astrale’ werelden, maar wel zichtbaar vanuit de hogere geestelijke gebieden in het ‘licht’.

Zowel binnen als buiten het fysieke lichaam is de mens één en al energie!

De mens is in essentie 'tweeledig', men beschikt over zowel een fysiek als een energetisch lichaam (de Aura). Daaromheen bevindt zich nog een energetisch 'lichtveld'. Alles wordt via het 'Zilveren Koord' van levensenergie voorzien. Wordt het 'Zilveren Koord' verbroken, dan wordt het leven beëindigd.

Hoe existeren de Geest en de Ziel in de Aura?

Hoe existeren Geest en de Ziel in de Aura?
Hoe komen de Geest en de Ziel in de Aura nader tot hun recht?

Al eerder is gesproken over de 'Godsvonk, de Geest en de Ziel'. In wezen zijn dit allemaal afzonderlijke 'grootheden', waarbij de één het voertuig voor de ander is.

De Aura is het 'energetisch' lichaam van de mens!

De Aura als tweede 'lichaam'.
Al eerder is gesproken over de ‘Godsvonk, de Geest en de Ziel’. In wezen zijn dit allemaal afzonderlijke ‘grootheden’, waar bij de één als ‘voertuig’ voor de ander fungeert. Zodat uiteindelijk de Geest zich in de fysieke wereld kan manifesteren. De Aura functioneert evenwel niet anders en is een krachtig 'lichtveld', dat als elektromagnetisch veld zowel het ‘Geestelijke Wezen’ van de mens, als de materie van het fysieke lichaam omringt en bijeenhoudt. Bovendien voorziet de Aura, doormiddel van zijn 'energetische' structuur, het menselijk lichaam van alle noodzakelijke 'levensenergie'. De mens beschikt dus in essentie over twee 'lichamen', een fysiek lichaam en een energetisch lichaam, welk laatste het fysieke lichaam omringt, bijeenhoudt en van alle noodzakelijke 'levensenergie' voorziet.

Licht en elektriciteit.
Alles in de natuur is omringd door een ‘veld van licht’, vanaf het mineralen rijk, de flora en de fauna tot aan het menselijk ‘wezen’ zelf. Met andere woorden, alle materie wordt omringd door ‘licht’. Dit lichtveld of Aura dat alles omgeeft, maakt deel uit van een 'Universeel Energieveld' en is dus inclusief de mens met elk object verbonden. Het 'Universeel Energieveld' zelf is een energieveld, dat de hele 'Kosmos' en met alles daarin doordringt en omgeeft. Wanneer je eenvoudigweg de trillingsfrequente van de ‘lichtdeeltjes’ waaruit 'licht' bestaat, zou 'vertragen', schep je elektriciteit. Ofwel een ‘elektromagnetisch veld’ met positief en negatief geladen deeltjes. Voorbij de elektromagnetische velden, stolt bij verdere vertraging van de energiefrequentie, elektriciteit tot een vorm van ‘grove’ materie en vervolgens via het atomaire- en moleculaire stelsel tot ‘celstructuren’. De Kwantumtheorie behandelt dit onderwerp met betrekking tot de splitsing van ‘elektrisch’ geladen deeltjes in het atoom.

De Aura als de ‘Geest van het Wezen’.
De Aura is als het ware de ‘Geest van het Wezen’ en omvat als 'energetisch lichaam', vanaf het hoogste energieniveau in de Aura tot aan de laagste energiefrequentie in het fysieke lichaam, het totaal van het menselijk ‘wezen’. In de ‘Kirlian’ fotografie is al vanaf de jaren ’70 in de vorige eeuw, het eerste ‘coronaveld’ van de Aura gefotografeerd, welke techniek zich inmiddels al veel verder heeft ontwikkeld. Voorbij het ‘elektromagnetisch veld’ van de Aura bestaat er op hogere frequentieniveaus, geen splitsing in elektriciteit, maar bestaat er in wezen alleen een wereld van ‘licht’ of van pure energie. In dit opzicht heeft men het dan ook over de Geestelijke Wereld. In deze ’Wereld’ bestaan geen Aura’s maar alleen ‘licht’, dat afhankelijk van het ‘bewustzijnsniveau’ en de 'wereld' die men betreedt, in talloze lichtfrequenties en kleurschakeringen te ervaren is.

De Zeven ‘overlappende en elkaar doordringende’ velden.
De Aura vindt op fysiek niveau zijn ‘basis’ in het bloed, aangezien de bloedcirculatie als het belangrijkste ‘energiesysteem’, het fysieke lichaam onderhoudt en laat functioneren. De Aura is op zijn laagste energieniveau te beschouwen als grove ‘materie’, maar dan van een fijnere substantie dan de gewone fysieke materie en omvat op telkens hogere energieniveaus binnen zijn ‘elektromagnetisch veld’, zowel de ‘Ziels- als de Geestelijke’ aspecten van het menselijk ‘wezen’. Het subatomair stelsel van de Aura bestaat uit zogenaamde ‘permanente’ atomen. Dit zijn atomen van zowel ‘etherische-, astrale- als van mentalestof’, waaromheen de diverse ‘lagen of velden’ van de Aura gevormd kunnen worden. Hetgeen bij iedere ‘incarnatie’ weer opnieuw gebeurt. De Aura zelf bestaat uit zeven zich ‘overlappende en elkaar doordringende’ velden van energie, waarvan het fysieke lichaam de ‘basis’ vormt. De energie van de Aura strekt zich tot ongeveer 1 meter buiten het fysieke lichaam uit. De Ziel vertegenwoordigt de onderste vier energetische ‘velden’ en de Geest de drie bovenste ‘velden’ van de Aura..

De Aura is ‘eivormig’.
De Aura kan men niet zien, maar is door sommige helderzienden waar te nemen als een lichtende ‘halo’, in verschillende lagen en kleuren opgebouwd rond het lichaam van de mens. Het energieveld van de Aura is ‘eivormig’ en strekt in de regel niet verder uit dan ongeveer één meter buiten het menselijk lichaam. De punt van het ‘ei’ begint bij de voeten. De kleuren en de opbouw van de Aura hangen nauw samen met de algehele gezondheid, de gevoelens en de emoties van de persoon in kwestie. De Aura reageert vrijwel direct op alles wat de persoon overkomt. Als men zich ontspant is de Aura groter en helderder, als men bang is ‘krimpt’ de Aura en wordt de Aura wat ‘grijzer’. Hetzelfde geldt bij vreugde en verdriet. Bij interesse beweegt de Aura zich naar de ander toe, bij afkeer trekt de Aura zich juist terug. Bij woede wordt de Aura weer groter en lijkt dan soms op een ‘vulkaan’. Bij al deze emotionele uitingen veranderen dan ook telkens weer de kleurschakeringen in de Aura.

Zoals al eerder gesteld, vertegenwoordigen de vier onderste velden van de Aura de 'Ziel' en de drie bovenste velden de 'Geest'. In het onderstaande wordt in het kort op al deze velden nader ingegaan.

Het ‘etherische lichaam’.
Het eerste veld van de Aura noemt men het ‘etherische lichaam of etherisch dubbel’ en heeft een kleur die varieert van lichtblauw tot grijs. Dit energieveld bestaat uit twee niveaus. Het lager niveau bevindt zich direct om het fysieke lichaam heen, terwijl het iets hogere niveau meer het ‘lager bewustzijn’ vertegenwoordigt. Het lager niveau vormt duidelijk de verbindende ‘schakel’ met het fysieke lichaam en heeft ook dezelfde structuur en opbouw als het fysieke lichaam. Dit lagere niveau staat in verband met het lichamelijk functioneren en de lichamelijke gewaarwording zoals pijn, reuk en genot. Stevig met de beide benen op de grond staan is kenmerkend voor deze laag. Tevens bevat het 'etherisch lichaam' in 'weerspiegeling' met het 'causaal' gebied, gegevens uit het veld van 'Life records', die al bij de geboorte op het DNA keten is vastgelegd en als codering is terug te vinden.

Het ‘etherisch emotionele lichaam’.
Het tweede veld van de Aura noemt men het ‘etherisch emotionele lichaam’ en heeft een kleur die varieert van warmrood tot lichtoranje. Dit energieveld is ‘verankerd’ aan de ‘plexus solaris’ ofwel de ‘zonnevlecht’ en is sterk verbonden met heftige gevoelens en emoties, waaronder ook de seksuele geaardheid. Met name kracht en vitaliteit spelen op dit niveau een rol. De structuur van dit ‘veld’ is vloeiender dan het eerste Auraveld en vormt geen ‘duplicaat’ van het fysieke lichaam. Dit ‘veld’ vertegenwoordigt het gevoelsleven in de ruimste zin van het woord, met al onze ‘instincten’. Bovendien wordt dit ‘veld’ in de loop van de jaren vaak gevoed vanuit een bepaalde ‘conditionering’ en begint het zich vooral te manifesteren in het begin van de puberteit.

Het ‘etherisch mentale lichaam’.
Het derde veld van de Aura noemt men het ‘etherisch mentale lichaam’ en heeft doorgaans een helder gele kleur. Dit energieveld reikt verder dan de vorige twee velden en vertegenwoordigt het heldere denken, ofwel het meer ‘mentale aspect’ in onze Ziel. Gevoelens als ‘warmte, genegenheid en jovialiteit’ zijn onder meer ook kenmerkend voor deze laag. Het is vooral een energieveld waarin zowel de bewuste als de onbewuste denkprocessen, handelingspatronen en ‘ethische en morele denkbeelden’ in onze gedachten plaats vinden. Verder stromen in dit energieveld alle ‘waarnemingen’ van de fysieke zintuigen binnen en worden deels ‘bewust’ en deels ‘onbewust’ verwerkt en verder geleid.

Het ‘etherisch astrale lichaam’.
Het vierde veld van de Aura noemt men het ‘etherisch astrale lichaam’. Dit energieveld behoort nog tot het Zielenniveau, maar is een ‘overgangsveld’ naar het meer spirituele, ‘Causale’ niveau van de Geest. Dit energieveld is verbonden aan het ‘hartchakra’ en daarmee aan het spiritueel niveau van de Geest. Dit veld transformeert via het hart, de aardse energieën in ‘spirituele’ energieën en omgekeerd.
Dit energieveld is met name een veld waarin ‘Geestelijke’ liefde zich openbaart. Niet alleen ‘liefde’ naar dierbaren, maar ook naar de mensheid in het algemeen. Op dit niveau vindt er heel veel ‘interacties en uitwisseling’ tussen mensen onderling plaats. Het is het niveau waarin het ‘gevoel’ meer gaat spreken en waar men zoekt naar meer ‘harmonie en evenwicht’ in het leven. Deze laag vertoont meerdere kleuren, waarvan helder groen het meeste opvalt.

Het ‘causaal etherische lichaam’.
Het vijfde veld van de Aura noemt men het ‘causaal etherische lichaam’ en behoort al tot het Geesteslichaam van de mens. Dit Geestelijk niveau is verbonden aan het ‘keelchakra’. Deze laag is helder blauw van kleur en heeft veel te maken met klank en geluid. Het is de laag waarmee men het leven door klank en taal nadrukkelijk vorm wil geven, maar ook de ‘innerlijke’ stem, luisteren en verantwoordelijkheid nemen voor onze daden komt in deze laag nader tot uitdrukking. Dit niveau richt zich al meer naar het hogere of ‘goddelijke’ aspect. Maar belangrijk is wel dat op dit niveau, in beginsel alle vormen als ‘blauwdruk’ reeds aanwezig zijn, die uiteindelijk op fysiek niveau nader tot ontwikkeling worden gebracht. Het eerder genoemde ‘etherisch lichaam’ ontleent namelijk zijn algehele ‘structuur’ aan dit vijfde niveau, waar als ‘blauwdruk’ reeds de vorm bestaat die het ‘etherische lichaam’ aan kan nemen. Een en ander geschiedt doormiddel van ‘permanente atomen’. De permanente atomen zijn ‘kernen’ die de atomaire ‘deeltjes’ aantrekken, waaruit eerst het ‘mentale-, dan het astrale- en vervolgens het etherisch lichaam’ gevormd wordt. Waarna uit het ‘etherisch lichaam’ als het ware, het stoffelijk lichaam ‘condenseert’.

Het ‘causaal emotionele lichaam’.
Het zesde ‘veld’ van de Aura noemt men het ‘causaal emotionele lichaam’, ofwel het lichaam van de ‘Universele liefde’ en is het middelste niveau van het Geesteslichaam. De kleur is ‘indigo’ en behelst meer het hoger emotionele aspect en de drang naar ‘Geestelijke’ bewustwording. In dit energieveld openbaart zich de liefde voor onze medemens en een ‘universele’ liefde die de werkelijkheid overschrijdt tot in alle gebieden van ons bestaan. Op dit niveau voelt men zich geroepen tot de ‘zorg, bescherming en voeding’ voor al wat leeft.

Het ‘causaal mentale lichaam’.
Het zevende ‘veld’ van de Aura noemt men het ‘causaal mentale lichaam’ en heeft een lila/witte kleur. Dit energieveld van de Aura bevat globaal gezien het ‘levensplan’ en is het hoogste niveau dat met de huidige incarnatie te maken heeft. Voorbij deze laag bevindt zich het ‘kosmische’ niveau dat vanuit het gezichtspunt van slechts één incarnatie niet ervaren kan worden. De buitenrand van deze laag geeft de ‘eivorm’ van de Aura aan en omvat alle Aura velden die verband houden met de huidige incarnatie van de persoon zelf. Als we ons ‘Geestelijk’ bewustzijn tot deze laag uitbreiden, weten we dat we één met de ‘Schepper’ zijn. Dit ‘mentale lichaam’ is de verzamelplaats van alle ervaringen, die de ‘Godsvonk’ in haar ‘weerspiegeling’ met de Albron, als man of vrouw in het leven heeft opgedaan. Tevens bevat dit veld de ‘Life records’ of ook wel het ’L' veld genoemd, waarin alle energievibraties opgenomen zijn die uit alle handelingen, gedachten en gevoelens bestaan die men ooit heeft uitgezonden. Of ook wel het persoonlijke 'Akasha' veld genoemd, wat een energetische bibliotheek inhoudt, waarin alles wat iemand in zijn vele levens ooit ervaren heeft is opgeslagen. In dit ‘mentale lichaam’ vindt er via het ‘kruinchakra’ de wisselwerking plaats tussen de hoofdchakra’s in de Aura en de ‘Kosmische Stralen’ in de Kosmos. Welke ‘wisselwerking’ mede van invloed is op ons karakter.

Buiten het feit dat de Aura als 'energetisch' lichaam, het fysieke lichaam omringt en bijeenhoudt alsook de Geest en de Ziel omvat, bezit de Aura zelf ook over een eigen 'energetisch' stelsel. Voor het 'genereren en transporteren' van 'levensenergie', kent de Aura een gecompliceerd stelsel van 'Chakra's en Meridianen'. Tevens bezit de Aura een krachtige 'energievoorraad' in de vorm van 'Kundalini' energie, die door speciale 'energiekanalen' stroomt. Op dit energetisch stelsel van de Aura zal in volgende verhalen nader worden ingegaan.

De Aura maakt het mogelijk onszelf in ons menselijk bestaan nader tot uitdrukking te brengen!

De Aura kan men doorgaans niet zien, maar is door sommigen waar te nemen als een 'lichtend veld' rond het lichaam van de mens. Laten we hopen dat te zijner tijd, doormiddel van vergevorderde 'Kirlian' fotografie, de Aura tot in details vastgelegd kan worden. Technische communicatie met de Geestelijke Wereld is dan niet zo ver meer verwijderd.