Een verhaal over de ‘Neptunus’, het belangrijkste ‘moederschip’ van de Sterrenvloot in de Galactische ruimte.
Een persoonlijke
ervaring.
Ongeveer
dertig jaar geleden zat ik op een zondagmiddag wat te dutten op de bank, niet
echt te slapen maar eerder wat te ‘doezelen’. Het was hoogzomer, buiten was het
warm en ik was alleen in huis. Op een zeker moment waande ik mij in een andere
omgeving en dacht in een enorm ‘ruimteschip’ te verkeren. Althans zo kwam het
op mij over. Wat mij op dat moment bevreemde, want ik hield mij er in die dagen
niet echt mee bezig. De ruimte waarin ik mij bevond was dermate groot (mogelijk
vele kilometers) dat ik het niet kon overzien. Ik bevond mij kennelijk in een
soort ruimteschip, waar de immense ruimte voor mij ‘koepelvormig’ leek, maar
wel zodanig dat de ‘koepel’ de indruk wekte een blauwe hemel te zijn. In die
blauwe hemel scheen de zon, kunstzon of iets van dien aard. Ik stond aan de zijkant bovenop een
natuurlijke glooiing en keek iets naar beneden. Het panorama voor mij toonde een
recreatieplas met hier en daar wat strand, afgewisseld met groen. In de verte zag
ik veel natuur met bomen en groen. Om de plas en in het water waren veel mensen,
die aan het recreëren waren. Aan minstens één zijde van de plas waar men aan
het recreëren was, waren op korte afstand van het ‘recreatiegebied’, boven
elkaar gestapelde woningen of wooneenheden gecreëerd. De bebouwing leek
terrasvormig, zes of zeven lagen hoog en ging met de ‘kromming’ van de plas mee.
Het geheel leek op een ‘aards’ tafereel zoals men dat overal ter wereld tegenkomt,
maar op de één of ander manier ook weer zodanig, dat het net even anders leek. De
plantengroei, de bomen, de architectuur van de bebouwing, de hele ‘ambiance’
leek toch net even iets anders dan in onze vertrouwde aardse omgeving. Er was
geen verkeer, alleen wandelroutes en zover ik het kon overzien ook roltrappen en/of
‘loopband voetpaden’, of iets wat daarop leek. De mensen leken op ons, slank
gebouwd, lang en welgevormd. Niemand leek echt oud te zijn. Er waren mannen,
vrouwen en gezinnen met kinderen. Er was veel volk en iedereen leek blij en ontspannen
met elkaar om te gaan. Het hele panorama leek op een ‘fysieke’ landschappelijke
omgeving, maar ik wist en voelde dat het niet onze fysieke wereld betrof. Op de
één of andere manier wist ik ook dat het een groot ‘kosmisch’ ruimteschip betrof.
Ik wist ook dat in de bebouwing die ik zag, een groot commandocentrum aanwezig was
met veel facilitaire voorzieningen. En dat het ruimteschip (moederschip) veel
galactische ‘verkenningschepen’ kon herbergen. Op een gegeven moment terwijl ik
dat alles in mij stond op te nemen, schrok ik ‘wakker’ vanwege geluid op straat
en zag ik, dat ik gewoon in huis op de bank zat. Kennelijk was ik even wat weg
‘gedommeld’. De droom of de beelden die ik had gezien, waren ‘glashelder’ en
hielden mij lange tijd bezig. Totdat ik er niet meer aan dacht en het zo
ongeveer vergeten was. Totdat ik één dezer dagen een artikel onder ogen kreeg,
die alle herinneringen weer naar boven haalde. Het betrof een artikel over het
‘Galactische Leven’ van Commandant Ashira. Commandant en Opperbevelhebber van
de ‘Galactische federatie’ en tevens commandant van de ‘Verenigde Strijdmacht
van de Buitenste Galaxies’. Een artikel waarin Ashira vertelt over het leven op
één van de grote galactische ‘moederschepen’, waar hijzelf woont en waarover
hij commandant van is. Wat hij vertelt deed mij volledig denken aan de ‘droom’
die ikzelf destijds heb gehad en herkende ik veel van het leven op de
galactische schepen die hij omschrijft.
Het
Galactische Leven.
Ashira is de
Opperbevelhebber van een Galactische ‘Sterrenvloot’ en Commandant van de
‘Verenigde Strijdmacht van de Buitenste Galaxies’. De ‘Buitenste Galaxies’ betekent
in deze zin, de meest verreweg zijnde Sterrenstelsels. Sterrenstelsels die vele
lichtjaren van ons verwijderd zijn. Hij geeft de leiding aan duizenden schepen
van de Sterrenvloot en is tevens het hoofd van de Galactische federatie en ‘Intergalactische
Raad’ binnen ons Universum. Zijn verhaal werd vastgelegd door Linda Dillon.
Linda Dillon is een Amerikaanse schrijfster, die inmiddels al drie boeken over
haar ervaringen en het komende Aquariustijdperk geschreven heeft. Haar boeken
zijn alleen in het Engels te verkrijgen, vertalingen zijn er nog niet. Linda
Dillon leeft met toestemming van ‘Buitenaardse Intelligenties’ al gedurende 20
jr. een bio-lokaal leven. Dat wil zeggen, dat zij enerzijds op een ruimteschip leeft en anderzijds in onze fysieke wereld.
Gedurende de nachtelijke uren treedt zij uit haar lichaam en leeft dan op de
‘Neptunus’ het kosmische ruimteschip (moederschip) van de Sterrenvloot. Het
moederschip waar Ashira het bevel over voert. Tevens voert hij zoals gezegd, als
Commandant het bevel over duizenden van dergelijke ruimteschepen in onze
Kosmos. Linda Dillon heeft uitgebreid contact met Ashira en legde met
toestemming van hem, zijn verhaal over het ‘Galactische leven’ in de ruimte op
papier vast.
Ruimteschepen.
Het verhaal
van Ashira verloopt als volgt: ‘’ De Neptunus is een ruimteschip dat niet op
een traditionele wijze met fysieke materialen ‘geconstrueerd’ is, maar een
ruimtevaartuig dat zowel ‘energetisch als voor een deel ook organisch’ is
opgebouwd. In zeer primitieve vorm zou men de huidige technologische
ontwikkelingen van de ‘3-D printer’ enigszins als voorbeeld kunnen nemen. Men voert
een ‘idee of een bepaalt ontwerp’ in, in een computer en geeft aan de 3-D
printer de opdracht het ontwerp in fysieke vorm uit te printen. Bij de geprinte
vorm komt verder geen ‘constructie’ meer te pas en de vorm wordt dan kant en
klaar ‘uitgeprint’. Momenteel is het systeem nog volop in ontwikkeling en
betreft het nog enigszins ‘rudimentaire’ vormen. Maar in de (nabije) toekomst
zullen de uitgeprinte vormen zeer zeker complexer worden en mogelijk zelfs van
semi (pseudo) organische aard. Zodanig dat zelfs ‘orgaan donatie’ in de
toekomst mogelijk tot het verleden gaat behoren. De vergelijking met de 3-D
printer geeft in het geval van ruimteschepen
ongeveer de richting aan, op welke wijze men het ‘scheppingsproces’ van zulke
vaartuigen voor moet stellen. Maar in het geval van het ruimteschip de
‘Neptunus’ en alle andere ruimteschepen, zou men het puur materiële ‘scheppingsproces’
van de 3-D printer, bij deze ruimteschepen meer vanuit de ‘Kwantumfysica’
moeten benaderen. De ‘Kwantumfysica of de wetenschap van de kleinste deeltjes’,
gaat in onze huidige technologische ontwikkeling nog niet verder dan het
inmiddels ‘aantoonbare’ bewijs over het bestaan van het ‘Higgsdeeltje’. Doch men heeft dit kleinste
deeltje nog niet ‘fysiek’ kunnen detecteren. Zodra men dat wel kan, gaat er een
wereld van een nog onbekende ‘Natuurkundige Wetenschap’ voor ons open. In juist
deze nog voor ons onbekende ‘Natuurkundige Wetenschap’, moet men het
‘scheppingsproces’ van alle ruimteschepen plaatsen. De voor ons nog onontdekte
‘Metafysische Wetenschap’, betreft tenslotte een andere ‘Dimensie van Energie’,
dan de fysieke dimensie waarin wij op aarde leven. Maar vanuit deze nieuwe
wetenschap zou men een voorstelling moeten maken over het feit, dat
ruimteschepen niet technisch worden geconstrueerd, maar als resultaat uit een ‘deels
energetisch en deels organisch proces’, vanuit een voorgeprogrammeerd ontwerp
tot stand worden gebracht. In de dimensie waar dergelijke hoogontwikkelde
beschavingen leven, die ons mogelijk duizenden jaren in ontwikkeling vooruit
zijn, komen ruimteschepen net als bij het resultaat van een 3-D printer, in één
keer in volmaakte vorm tot manifestatie. Door hun technologische ontwikkeling en
de dimensie waarin zij leven, is de grootte van het object niet belangrijk.
Derhalve variëren ‘moederschepen’ in grootte van één tot vele kilometers in
doorsnede en vertegenwoordigen zij in feite een fysieke (miniatuur) wereld op
zich. Een miniatuur fysieke wereld met zowel een eigen ‘elektromagnetisch’ veld
als een eigen ‘zwaartekrachtveld’. Met binnenin het ruimtevaartuig een complete
landschappelijke ‘aankleding’ en een klimaatbeheersing, die overeenkomt met het
klimaat en de landschappelijke verschijningsvorm van de planeet, waar zij van
afkomstig zijn. In het geval van de ‘Neptunus’ moet men denken aan een
doorsnede van minimaal 5 kilometer, zo mogelijk zelfs groter. De hoogte van het vaartuig moet men op
1 tot 2 kilometer stellen.
De ‘Neptunus’
van Ashira.
De Neptunus
bevat ongeveer achtduizend permanente bewoners en heeft een capaciteit om nog
enige duizenden bewoners onderdak te verlenen. Het grootste deel van de
‘opvarenden’ zijn van galactische afkomst en komen vanuit meerdere
Sterrenstelsels. Zoals de aarde een verscheidenheid aan volkeren en rassen
herbergt en veel landen een ‘multiculturele’ samenleving hebben, zo ook
herbergt de Neptunus een pluriforme samenleving met een verscheidenheid van humanoïde
vormen en rassen. De accommodatie bestaat uit flatachtige bebouwing van vele
verdiepingen hoog, verdeeld over verschillende woon- en leef kwartieren,
waarbij een ieder over zijn eigen privé eenheid of appartement beschikt. Maar
bij de accommodaties is grote nadruk gelegd op ‘ontmoetingsplaatsen’ en wel op
een zodanige wijze dat er ‘horeca’ gelegenheden zijn, waar men kan eten en kan
drinken. Maar er zijn ook vertrekken waar men kan ‘mediteren’ of kan ‘relaxen’
en in gemeenschap met elkander kan zijn. Waar men duidelijk het gevoel heeft
een integraal deel van de gemeenschap te kunnen zijn. Met name de
pluriformiteit aan mensentypes, rassen en galactische afkomst maakt het op de
Neptunus buitengewoon boeiend en interessant, om met elkaar om te gaan en
informatie met elkaar te kunnen delen. Deze uitgangspunten gelden trouwens ook
voor alle overige ‘moederschepen’ in de kosmos. Daarnaast zijn er veel
vergader- en conferentie ruimtes, zoals wij dat ook in onze samenleving kennen.
Er zijn op de Neptunus ‘vleugels’ of delen van de bebouwing waar
wetenschappelijk onderzoek wordt verricht en waar laboratoria zijn. Behalve
natuurlijk een apart deel van de bebouwing dat volledig als commandocentrum is
ingericht en waar vanuit men het immense ‘moederschip’ bestuurt en contacten
onderhoud met andere schepen of mogelijk het thuisfront. Er zijn grote delen
van het ‘moederschip’ ingericht voor het herbergen van de vele honderden
‘verkenningsschepen’, van verschillende groottes. Verkenningsschepen die twee,
vier of meerdere bemanningsleden tellen. Die allemaal hun specifieke functies
hebben, taken kunnen verrichten en wetenschappelijk onderzoek ter plaatse
kunnen doen. Bewapende ruimteschepen bestaan er in de kosmos niet. De
Kosmische- c.q. Geestelijke Wet is zodanig opgesteld, dat er buitengewoon
strikte voorwaarden gelden voor interstellaire ruimtereizen en deelname aan de
‘Kosmische Ruimte’ in welke zin dan ook. Bovendien moet men over een dermate
hoog beschavingsniveau beschikken, dat men over de technologie mag en kan
beschikken die interstellaire reizen mogelijk kunnen maken. Het
beschavingsniveau is dan ook zodanig dat men ‘hebzucht, macht en persoonlijk
gewin’ al ver achter zich heeft gelaten en het ‘kwaad’ in geen enkel opzicht
meer dient en kan dienen. ‘Liefde, compassie en dienstbaarheid’ staan dan
centraal in de algehele levenshouding. Voor de kosmische ruimte binnen een
zonnestelsel zelf, als bijvoorbeeld de onze, gelden iets andere regels. Maar
houdt men ‘galactisch’ gezien de ontwikkelingen streng in de gaten en zodra een
en ander uit de hand dreigt te lopen, kan en moet de ‘Verenigde Strijdmacht’
van de Galactische Federatie ingrijpen. De ‘Galactische Federatie’ werkt nauw
samen met de Engelen Hiërarchie en met het collectief van Geestelijke Meesters.
Met andere woorden: de krachten van de goddelijke Albron spelen hier een
centrale rol in, waardoor er in wezen tegen God wordt gestreden. Wat kosmisch
gezien niet kan en ook nooit toegelaten zal worden. Kortom ‘Star Wars’ bestaan
alleen in films en zullen in de praktijk nooit plaats kunnen vinden. Dergelijke
taferelen spelen slechts af in het brein van zeer negatief ingestelde groepen
en personen. Van filmproducenten die
zich gemakkelijk door het ‘kwaad’ laten beïnvloeden en alleen het ‘grote’ geld
voor ogen hebben. Zij beseffen helaas niet wat voor een ‘destructief’ doel zij
dienen en wat voor schade zij in de mensheid teweeg kunnen brengen. Bovendien
beseffen zij niet wat voor destructief ‘karma’ zij over zichzelf aan het afroepen
zijn. En dat geldt natuurlijk ook voor alle sciencefiction films en geweldfilms
die er vertoond worden, de producenten hebben alleen geld voor ogen en beseffen
totaal niet wat voor kwaadaardig doel zij dienen en wat de consequenties daarvan
zijn voor de mens in het algemeen.
Helende
ruimtes en kamers voor verjonging.
De
buitenaardse intelligenties op het ruimteschip worden nooit ziek. Er wordt op
het ruimteschip grote nadruk gelegd op verjonging. Als wie dan ook op het
ruimteschip, vermoeid raakt of in welke zin dan ook energie voelt ‘wegvloeien’,
kan naar de Genezingskamers. In deze Genezingskamers staan ‘kristallen’ bedden
of rustbanken. Geen kristal in de betekenis die wij er aan geven, maar het zijn
‘kristalachtige’ bedden die ongelooflijk zacht zijn en een weldaad zijn voor
lichaam en geest. De ‘kristallen’ bedden stralen veel licht uit, geven energie
af en hebben een bepaalde geluidsfrequentie die helend is. Na twintig minuten
of hooguit een half uur voelt men zich weer volledig geregenereerd en verjongd,
hetgeen fysiek ook daadwerkelijk het geval is. Sowieso zijn de leeftijden van
de mensen op het schip zodanig dat dit niet te vergelijken is met onze
levensduur. Duizend of duizenden levensjaren volgens onze tijdsberekening is voor
hen geen sinecure, maar een feitelijke situatie. De Genezende kamers houden de
mensen in de meest letterlijke zin ‘eeuwig jong’. Overigens zijn de ‘sterrenmensen’
op de Neptunus altijd in welke hoedanigheid dan ook ‘actief’, slapen in de
betekenis zoals wij die er aan geven kennen zij niet. Slaap is bij hen geen
noodzakelijke factor. Weliswaar heeft iedereen op de Neptunus een eigen wooneenheid
of zoals men het op aarde uitdrukt, een ‘appartement’, waar men zichzelf even
terug kan trekken. Waar zij even mogen ontspannen en op een rustbank mogen gaan
liggen, maar slaap is niet echt een vereiste. De ‘sterrenmensen of de
buitenaardse intelligenties’ op het ruimteschip, plaatsen zichzelf af en toe
even in een soort ‘REM- slaap’, een ontspannen slaap die zeer zéér kort kan
duren. Dus de vorm van ‘verjonging en verfrissing’ is bij hen anders dan bij
mensen op aarde. Als men zou denken aan een zeer diepe vorm van ‘meditatie’ die
slechts even duurt, dan is dat de vorm van slaap of rust die men er daar op
nahoudt. De sterrenmensen op het ruimteschip zijn in de loop van hun evolutie
zeer vaardig geworden in het energetisch ‘aanvullen’ van hun eigen lichamelijke
energievoorziening en niet alleen in hun ‘fysieke’ lichamelijke structuur, maar
in alle denkbare gebieden van hun wezen. Zij zijn instaat om in de kortst
mogelijke tijd zichzelf volkomen te ontspannen en zichzelf te verfrissen. Zo nodig
maken zij even gebruik van de Genezingskamers, maar dat gebeurt niet frequent. Zo
geldt het ook voor ‘eten’. Eten is voor de sterrenmensen of buitenaardsen geen
noodzakelijke bezigheid, zij leven op ‘energie’ of zoals men dat zou kunnen
noemen op ‘licht’. Eten is bij hun meer een ceremoniële, sociale bezigheid waar
men zich gezamenlijk onder het genot van een ‘hapje en een drankje’ met elkaar
kan onderhouden. Het is meer een gemeenschappelijke, sociale bezigheid die meer
voor ‘gezelligheid en ontspanning’ is, dan dat het noodzakelijkerwijs eten
betreft. Het voedsel dat op het ruimteschip bereid wordt is buitengewoon
smaakvol, uiterst gezond en niet iets waar men ‘vol’ van raakt. Hetzelfde geldt
voor de enorme verscheidenheid aan heerlijke dranken die men schenkt. Alles is
op smaak ingesteld en dient de sfeer en het doel van het gemeenschappelijke
gebeuren. Het ruimteschip kent eigen tuinen waar allerlei soorten voedsel gekweekt
wordt, maar er wordt ook eten geïmporteerd via andere ruimteschepen. En er zijn
ook ‘moleculaire structuren of constructies’ van voedsel, constructies die
technologisch (energetisch) tot stand worden gebracht. Wellicht te vergelijken
met ‘vleesvervangers’ die wij op aarde kennen, maar dan voor alle mogelijke
denkbare vormen van voedsel.
Inspiratie: ‘Denk
met je Hart’, Cobie de Haan. Het internet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten