zaterdag 29 maart 2014

Hoe is het leven op een Galactisch Ruimteschip? Deel 1





Een verhaal over de ‘Neptunus’, het belangrijkste ‘moederschip’ van de Sterrenvloot in de Galactische ruimte.


Een persoonlijke ervaring.

Ongeveer dertig jaar geleden zat ik op een zondagmiddag wat te dutten op de bank, niet echt te slapen maar eerder wat te ‘doezelen’. Het was hoogzomer, buiten was het warm en ik was alleen in huis. Op een zeker moment waande ik mij in een andere omgeving en dacht in een enorm ‘ruimteschip’ te verkeren. Althans zo kwam het op mij over. Wat mij op dat moment bevreemde, want ik hield mij er in die dagen niet echt mee bezig. De ruimte waarin ik mij bevond was dermate groot (mogelijk vele kilometers) dat ik het niet kon overzien. Ik bevond mij kennelijk in een soort ruimteschip, waar de immense ruimte voor mij ‘koepelvormig’ leek, maar wel zodanig dat de ‘koepel’ de indruk wekte een blauwe hemel te zijn. In die blauwe hemel scheen de zon, kunstzon of iets van dien aard.  Ik stond aan de zijkant bovenop een natuurlijke glooiing en keek iets naar beneden. Het panorama voor mij toonde een recreatieplas met hier en daar wat strand, afgewisseld met groen. In de verte zag ik veel natuur met bomen en groen. Om de plas en in het water waren veel mensen, die aan het recreëren waren. Aan minstens één zijde van de plas waar men aan het recreëren was, waren op korte afstand van het ‘recreatiegebied’, boven elkaar gestapelde woningen of wooneenheden gecreëerd. De bebouwing leek terrasvormig, zes of zeven lagen hoog en ging met de ‘kromming’ van de plas mee. Het geheel leek op een ‘aards’ tafereel zoals men dat overal ter wereld tegenkomt, maar op de één of ander manier ook weer zodanig, dat het net even anders leek. De plantengroei, de bomen, de architectuur van de bebouwing, de hele ‘ambiance’ leek toch net even iets anders dan in onze vertrouwde aardse omgeving. Er was geen verkeer, alleen wandelroutes en zover ik het kon overzien ook roltrappen en/of ‘loopband voetpaden’, of iets wat daarop leek. De mensen leken op ons, slank gebouwd, lang en welgevormd. Niemand leek echt oud te zijn. Er waren mannen, vrouwen en gezinnen met kinderen. Er was veel volk en iedereen leek blij en ontspannen met elkaar om te gaan. Het hele panorama leek op een ‘fysieke’ landschappelijke omgeving, maar ik wist en voelde dat het niet onze fysieke wereld betrof. Op de één of andere manier wist ik ook dat het een groot ‘kosmisch’ ruimteschip betrof. Ik wist ook dat in de bebouwing die ik zag, een groot commandocentrum aanwezig was met veel facilitaire voorzieningen. En dat het ruimteschip (moederschip) veel galactische ‘verkenningschepen’ kon herbergen. Op een gegeven moment terwijl ik dat alles in mij stond op te nemen, schrok ik ‘wakker’ vanwege geluid op straat en zag ik, dat ik gewoon in huis op de bank zat. Kennelijk was ik even wat weg ‘gedommeld’. De droom of de beelden die ik had gezien, waren ‘glashelder’ en hielden mij lange tijd bezig. Totdat ik er niet meer aan dacht en het zo ongeveer vergeten was. Totdat ik één dezer dagen een artikel onder ogen kreeg, die alle herinneringen weer naar boven haalde. Het betrof een artikel over het ‘Galactische Leven’ van Commandant Ashira. Commandant en Opperbevelhebber van de ‘Galactische federatie’ en tevens commandant van de ‘Verenigde Strijdmacht van de Buitenste Galaxies’. Een artikel waarin Ashira vertelt over het leven op één van de grote galactische ‘moederschepen’, waar hijzelf woont en waarover hij commandant van is. Wat hij vertelt deed mij volledig denken aan de ‘droom’ die ikzelf destijds heb gehad en herkende ik veel van het leven op de galactische schepen die hij omschrijft.

Het Galactische Leven.

Ashira is de Opperbevelhebber van een Galactische ‘Sterrenvloot’ en Commandant van de ‘Verenigde Strijdmacht van de Buitenste Galaxies’. De ‘Buitenste Galaxies’ betekent in deze zin, de meest verreweg zijnde Sterrenstelsels. Sterrenstelsels die vele lichtjaren van ons verwijderd zijn. Hij geeft de leiding aan duizenden schepen van de Sterrenvloot en is tevens het hoofd van de Galactische federatie en ‘Intergalactische Raad’ binnen ons Universum. Zijn verhaal werd vastgelegd door Linda Dillon. Linda Dillon is een Amerikaanse schrijfster, die inmiddels al drie boeken over haar ervaringen en het komende Aquariustijdperk geschreven heeft. Haar boeken zijn alleen in het Engels te verkrijgen, vertalingen zijn er nog niet. Linda Dillon leeft met toestemming van ‘Buitenaardse Intelligenties’ al gedurende 20 jr.  een bio-lokaal leven. Dat wil zeggen, dat zij enerzijds op een ruimteschip leeft en anderzijds in onze fysieke wereld. Gedurende de nachtelijke uren treedt zij uit haar lichaam en leeft dan op de ‘Neptunus’ het kosmische ruimteschip (moederschip) van de Sterrenvloot. Het moederschip waar Ashira het bevel over voert. Tevens voert hij zoals gezegd, als Commandant het bevel over duizenden van dergelijke ruimteschepen in onze Kosmos. Linda Dillon heeft uitgebreid contact met Ashira en legde met toestemming van hem, zijn verhaal over het ‘Galactische leven’ in de ruimte op papier vast.

Ruimteschepen.

Het verhaal van Ashira verloopt als volgt: ‘’ De Neptunus is een ruimteschip dat niet op een traditionele wijze met fysieke materialen ‘geconstrueerd’ is, maar een ruimtevaartuig dat zowel ‘energetisch als voor een deel ook organisch’ is opgebouwd. In zeer primitieve vorm zou men de huidige technologische ontwikkelingen van de ‘3-D printer’ enigszins als voorbeeld kunnen nemen. Men voert een ‘idee of een bepaalt ontwerp’ in, in een computer en geeft aan de 3-D printer de opdracht het ontwerp in fysieke vorm uit te printen. Bij de geprinte vorm komt verder geen ‘constructie’ meer te pas en de vorm wordt dan kant en klaar ‘uitgeprint’. Momenteel is het systeem nog volop in ontwikkeling en betreft het nog enigszins ‘rudimentaire’ vormen. Maar in de (nabije) toekomst zullen de uitgeprinte vormen zeer zeker complexer worden en mogelijk zelfs van semi (pseudo) organische aard. Zodanig dat zelfs ‘orgaan donatie’ in de toekomst mogelijk tot het verleden gaat behoren. De vergelijking met de 3-D printer geeft in het geval van  ruimteschepen ongeveer de richting aan, op welke wijze men het ‘scheppingsproces’ van zulke vaartuigen voor moet stellen. Maar in het geval van het ruimteschip de ‘Neptunus’ en alle andere ruimteschepen, zou men het puur materiële ‘scheppingsproces’ van de 3-D printer, bij deze ruimteschepen meer vanuit de ‘Kwantumfysica’ moeten benaderen. De ‘Kwantumfysica of de wetenschap van de kleinste deeltjes’, gaat in onze huidige technologische ontwikkeling nog niet verder dan het inmiddels ‘aantoonbare’ bewijs over het bestaan van het  ‘Higgsdeeltje’. Doch men heeft dit kleinste deeltje nog niet ‘fysiek’ kunnen detecteren. Zodra men dat wel kan, gaat er een wereld van een nog onbekende ‘Natuurkundige Wetenschap’ voor ons open. In juist deze nog voor ons onbekende ‘Natuurkundige Wetenschap’, moet men het ‘scheppingsproces’ van alle ruimteschepen plaatsen. De voor ons nog onontdekte ‘Metafysische Wetenschap’, betreft tenslotte een andere ‘Dimensie van Energie’, dan de fysieke dimensie waarin wij op aarde leven. Maar vanuit deze nieuwe wetenschap zou men een voorstelling moeten maken over het feit, dat ruimteschepen niet technisch worden geconstrueerd, maar als resultaat uit een ‘deels energetisch en deels organisch proces’, vanuit een voorgeprogrammeerd ontwerp tot stand worden gebracht. In de dimensie waar dergelijke hoogontwikkelde beschavingen leven, die ons mogelijk duizenden jaren in ontwikkeling vooruit zijn, komen ruimteschepen net als bij het resultaat van een 3-D printer, in één keer in volmaakte vorm tot manifestatie. Door hun technologische ontwikkeling en de dimensie waarin zij leven, is de grootte van het object niet belangrijk. Derhalve variëren ‘moederschepen’ in grootte van één tot vele kilometers in doorsnede en vertegenwoordigen zij in feite een fysieke (miniatuur) wereld op zich. Een miniatuur fysieke wereld met zowel een eigen ‘elektromagnetisch’ veld als een eigen ‘zwaartekrachtveld’. Met binnenin het ruimtevaartuig een complete landschappelijke ‘aankleding’ en een klimaatbeheersing, die overeenkomt met het klimaat en de landschappelijke verschijningsvorm van de planeet, waar zij van afkomstig zijn. In het geval van de ‘Neptunus’ moet men denken aan een doorsnede van minimaal 5 kilometer, zo mogelijk zelfs groter.  De hoogte van het vaartuig moet men op 1 tot 2 kilometer stellen.

De ‘Neptunus’ van Ashira. 

De Neptunus bevat ongeveer achtduizend permanente bewoners en heeft een capaciteit om nog enige duizenden bewoners onderdak te verlenen. Het grootste deel van de ‘opvarenden’ zijn van galactische afkomst en komen vanuit meerdere Sterrenstelsels. Zoals de aarde een verscheidenheid aan volkeren en rassen herbergt en veel landen een ‘multiculturele’ samenleving hebben, zo ook herbergt de Neptunus een pluriforme samenleving met een verscheidenheid van humanoïde vormen en rassen. De accommodatie bestaat uit flatachtige bebouwing van vele verdiepingen hoog, verdeeld over verschillende woon- en leef kwartieren, waarbij een ieder over zijn eigen privé eenheid of appartement beschikt. Maar bij de accommodaties is grote nadruk gelegd op ‘ontmoetingsplaatsen’ en wel op een zodanige wijze dat er ‘horeca’ gelegenheden zijn, waar men kan eten en kan drinken. Maar er zijn ook vertrekken waar men kan ‘mediteren’ of kan ‘relaxen’ en in gemeenschap met elkander kan zijn. Waar men duidelijk het gevoel heeft een integraal deel van de gemeenschap te kunnen zijn. Met name de pluriformiteit aan mensentypes, rassen en galactische afkomst maakt het op de Neptunus buitengewoon boeiend en interessant, om met elkaar om te gaan en informatie met elkaar te kunnen delen. Deze uitgangspunten gelden trouwens ook voor alle overige ‘moederschepen’ in de kosmos. Daarnaast zijn er veel vergader- en conferentie ruimtes, zoals wij dat ook in onze samenleving kennen. Er zijn op de Neptunus ‘vleugels’ of delen van de bebouwing waar wetenschappelijk onderzoek wordt verricht en waar laboratoria zijn. Behalve natuurlijk een apart deel van de bebouwing dat volledig als commandocentrum is ingericht en waar vanuit men het immense ‘moederschip’ bestuurt en contacten onderhoud met andere schepen of mogelijk het thuisfront. Er zijn grote delen van het ‘moederschip’ ingericht voor het herbergen van de vele honderden ‘verkenningsschepen’, van verschillende groottes. Verkenningsschepen die twee, vier of meerdere bemanningsleden tellen. Die allemaal hun specifieke functies hebben, taken kunnen verrichten en wetenschappelijk onderzoek ter plaatse kunnen doen. Bewapende ruimteschepen bestaan er in de kosmos niet. De Kosmische- c.q. Geestelijke Wet is zodanig opgesteld, dat er buitengewoon strikte voorwaarden gelden voor interstellaire ruimtereizen en deelname aan de ‘Kosmische Ruimte’ in welke zin dan ook. Bovendien moet men over een dermate hoog beschavingsniveau beschikken, dat men over de technologie mag en kan beschikken die interstellaire reizen mogelijk kunnen maken. Het beschavingsniveau is dan ook zodanig dat men ‘hebzucht, macht en persoonlijk gewin’ al ver achter zich heeft gelaten en het ‘kwaad’ in geen enkel opzicht meer dient en kan dienen. ‘Liefde, compassie en dienstbaarheid’ staan dan centraal in de algehele levenshouding. Voor de kosmische ruimte binnen een zonnestelsel zelf, als bijvoorbeeld de onze, gelden iets andere regels. Maar houdt men ‘galactisch’ gezien de ontwikkelingen streng in de gaten en zodra een en ander uit de hand dreigt te lopen, kan en moet de ‘Verenigde Strijdmacht’ van de Galactische Federatie ingrijpen. De ‘Galactische Federatie’ werkt nauw samen met de Engelen Hiërarchie en met het collectief van Geestelijke Meesters. Met andere woorden: de krachten van de goddelijke Albron spelen hier een centrale rol in, waardoor er in wezen tegen God wordt gestreden. Wat kosmisch gezien niet kan en ook nooit toegelaten zal worden. Kortom ‘Star Wars’ bestaan alleen in films en zullen in de praktijk nooit plaats kunnen vinden. Dergelijke taferelen spelen slechts af in het brein van zeer negatief ingestelde groepen en personen.  Van filmproducenten die zich gemakkelijk door het ‘kwaad’ laten beïnvloeden en alleen het ‘grote’ geld voor ogen hebben. Zij beseffen helaas niet wat voor een ‘destructief’ doel zij dienen en wat voor schade zij in de mensheid teweeg kunnen brengen. Bovendien beseffen zij niet wat voor destructief ‘karma’ zij over zichzelf aan het afroepen zijn. En dat geldt natuurlijk ook voor alle sciencefiction films en geweldfilms die er vertoond worden, de producenten hebben alleen geld voor ogen en beseffen totaal niet wat voor kwaadaardig doel zij dienen en wat de consequenties daarvan zijn voor de mens in het algemeen.  

Helende ruimtes en kamers voor verjonging.  

De buitenaardse intelligenties op het ruimteschip worden nooit ziek. Er wordt op het ruimteschip grote nadruk gelegd op verjonging. Als wie dan ook op het ruimteschip, vermoeid raakt of in welke zin dan ook energie voelt ‘wegvloeien’, kan naar de Genezingskamers. In deze Genezingskamers staan ‘kristallen’ bedden of rustbanken. Geen kristal in de betekenis die wij er aan geven, maar het zijn ‘kristalachtige’ bedden die ongelooflijk zacht zijn en een weldaad zijn voor lichaam en geest. De ‘kristallen’ bedden stralen veel licht uit, geven energie af en hebben een bepaalde geluidsfrequentie die helend is. Na twintig minuten of hooguit een half uur voelt men zich weer volledig geregenereerd en verjongd, hetgeen fysiek ook daadwerkelijk het geval is. Sowieso zijn de leeftijden van de mensen op het schip zodanig dat dit niet te vergelijken is met onze levensduur. Duizend of duizenden levensjaren volgens onze tijdsberekening is voor hen geen sinecure, maar een feitelijke situatie. De Genezende kamers houden de mensen in de meest letterlijke zin ‘eeuwig jong’. Overigens zijn de ‘sterrenmensen’ op de Neptunus altijd in welke hoedanigheid dan ook ‘actief’, slapen in de betekenis zoals wij die er aan geven kennen zij niet. Slaap is bij hen geen noodzakelijke factor. Weliswaar heeft iedereen op de Neptunus een eigen wooneenheid of zoals men het op aarde uitdrukt, een ‘appartement’, waar men zichzelf even terug kan trekken. Waar zij even mogen ontspannen en op een rustbank mogen gaan liggen, maar slaap is niet echt een vereiste. De ‘sterrenmensen of de buitenaardse intelligenties’ op het ruimteschip, plaatsen zichzelf af en toe even in een soort ‘REM- slaap’, een ontspannen slaap die zeer zéér kort kan duren. Dus de vorm van ‘verjonging en verfrissing’ is bij hen anders dan bij mensen op aarde. Als men zou denken aan een zeer diepe vorm van ‘meditatie’ die slechts even duurt, dan is dat de vorm van slaap of rust die men er daar op nahoudt. De sterrenmensen op het ruimteschip zijn in de loop van hun evolutie zeer vaardig geworden in het energetisch ‘aanvullen’ van hun eigen lichamelijke energievoorziening en niet alleen in hun ‘fysieke’ lichamelijke structuur, maar in alle denkbare gebieden van hun wezen. Zij zijn instaat om in de kortst mogelijke tijd zichzelf volkomen te ontspannen en zichzelf te verfrissen. Zo nodig maken zij even gebruik van de Genezingskamers, maar dat gebeurt niet frequent. Zo geldt het ook voor ‘eten’. Eten is voor de sterrenmensen of buitenaardsen geen noodzakelijke bezigheid, zij leven op ‘energie’ of zoals men dat zou kunnen noemen op ‘licht’. Eten is bij hun meer een ceremoniële, sociale bezigheid waar men zich gezamenlijk onder het genot van een ‘hapje en een drankje’ met elkaar kan onderhouden. Het is meer een gemeenschappelijke, sociale bezigheid die meer voor ‘gezelligheid en ontspanning’ is, dan dat het noodzakelijkerwijs eten betreft. Het voedsel dat op het ruimteschip bereid wordt is buitengewoon smaakvol, uiterst gezond en niet iets waar men ‘vol’ van raakt. Hetzelfde geldt voor de enorme verscheidenheid aan heerlijke dranken die men schenkt. Alles is op smaak ingesteld en dient de sfeer en het doel van het gemeenschappelijke gebeuren. Het ruimteschip kent eigen tuinen waar allerlei soorten voedsel gekweekt wordt, maar er wordt ook eten geïmporteerd via andere ruimteschepen. En er zijn ook ‘moleculaire structuren of constructies’ van voedsel, constructies die technologisch (energetisch) tot stand worden gebracht. Wellicht te vergelijken met ‘vleesvervangers’ die wij op aarde kennen, maar dan voor alle mogelijke denkbare vormen van voedsel.    


Inspiratie: ‘Denk met je Hart’, Cobie de Haan. Het internet.

            


Geen opmerkingen:

Een reactie posten