Bestaat er ook reïncarnatie en karma
bij dieren?
Dierenwereld |
Reïncarnatie
bij dieren.
Zeer zeker reïncarneren
dieren net als de mensen, doch deze incarnatiecyclus moet men niet zo zien als
bij de mens. Dieren behoren tot bepaalde zielengroepen. Doordat alle dieren in
een groepsontwikkeling zitten, van een zelfde soort of aard, hebben zij ook een
verschillende ontwikkeling. Globaal gezien kan men stellen dat amfibieën
bijvoorbeeld een andere ontwikkeling doorlopen dan zoogdieren, en weekdieren hebben
ook weer een andere groepsontwikkeling. Zo zijn er verschillende groepen van
bewustzijnsvormen op Aarde te vinden. Deze bewustzijnsvormen van de
verschillende groepen van dieren worden in de eigen groep uitgekristalliseerd,
totdat er een hogere vorm van ontwikkeling bereikt is, die weer over kan gaan
in een groepsenergie en een ontwikkeling van een hogere frequentie. Zo worden
groepen door elkaar gevoed en moet men hun ontwikkeling zien als een
hiërarchisch opgebouwd systeem. De verschillende groepen van dieren groeien
uiteindelijk allemaal naar het allerhoogste niveau van hun ontwikkeling.
Uiteindelijk gaat hun Godsvonk, die meer verbonden is aan het collectief
bewustzijn van de zielengroep waartoe zij behoren, over in een Godsvonk die op
de hoogst bereikbare frequentie gebruikt kan worden als eerste omkleding voor
een eerste menselijke incarnatie. De overgang naar een eerste menselijke
incarnatie kan overigens constant plaatsvinden, op elk moment en bij elke
groepsziel in het dierenrijk. Doch uitsluitend als er door het bewuste dier
voldoende individueel Licht bereikt is, op het voor het dier hoogst bereikbare
frequentieniveau van zijn of haar eigen ontwikkeling. Het dier dient zich via
verschillende stadia van ontwikkeling te bewegen volgens de ‘wet van karma’.
Het dient de ‘wet van karma’, de wet van ‘oorzaak en gevolg’ te hebben
doorleefd, voordat het zich tot een eerste mens en bijbehorend geestelijk wezen
kan vormen. Dit proces is verschillend van tijdsduur en is afhankelijk van de
mogelijkheden, die in het dierenrijk via de verschillende dierenrassen worden
geboden. Er zijn verscheidene mogelijkheden die tot grote sociale contacten
kunnen leiden en daardoor tot een snelle ontwikkeling, of juist tot een
isolement waardoor de groei wordt vertraagd. Zij behoren allen tot de
‘leerschool van het geestelijk individu’ vanuit het dierenrijk. Indien de
gehele Godsvonk in staat is zich voldoende te bekleden met ‘geestelijke
bewustwording’ (Licht), kan het overgaan naar een menselijke geest. Dit wil
overigens niet zeggen dat de mens vanuit het dierenrijk afkomstig moet zijn.
Mens en dier vertegenwoordigen elk een strikt eigen incarnatie-/evolutielijn.
Het één volgt het ander niet automatisch op. De mens is in zijn totaliteit als
menselijk wezen geschapen, doch het dierenrijk biedt voor zeer hoog
geëvolueerde dieren in individuele gevallen deze mogelijkheid. Doch dit moet als beperkt gezien worden ten aanzien van het geheel van de mensheid.
Ook wij zijn heus wel aardig hoor! |
Karma bij
dieren.
Zoals
gezegd, hebben ook dieren een karmische beleving en zijn ook zij gebonden aan
de ‘wet van oorzaak en gevolg’. Doch dit karma wordt vanuit de groepsziel hoofdzakelijk
collectief beleefd en niet ieder dier is daar direct van afhankelijk. De
Godsvonk in een dier zal gelet op de kansen die er zijn, geleidelijk aan steeds
meer ‘bewustzijn’ tot zich nemen, zodat het dier langzaamaan steeds meer een
individu kan worden, waardoor ook ieder dier weer verschillend van karakter en
uitstraling wordt. Wat door dierenbezitters vaak ook als zodanig wordt herkend.
Elk dier heeft binnen het collectief een incarnerend ego, zou men kunnen
zeggen. Uit dit collectief bewustzijn van de groepsziel zal ooit de eerste
Godsvonk voor een mens gaan ontstaan, waarna er een eerste incarnatie naar een
menselijk wezen plaats kan vinden. Vanuit deze incarnatie is er uiteraard geen
karma, maar wel een bepaalde frequentie, een ‘trillingsfrequentie’ van de
Godsvonk opgebouwd vanuit het collectief van waaruit het dier is geïncarneerd.
Houd ook effe rekening met ons, ja! |
Ontwikkelingsproces
in het dierenrijk.
Zoals
gezegd, ontwikkelen de lagere dierlijke levensvormen zich geleidelijk aan tot
de hogere. Normaal gesproken is er een pad dat de dierlijke energie volgt in
spirituele vooruitgang en in intelligentie. Zelfs de energie van de kleinste
insecten reist in haar groei van punt A naar punt Z. Dierlijke energie hoeft
niet altijd als zodanig te blijven existeren, maar kan dat wel gedurende de tijdspannes,
waarin zij in het evolutieproces zowel van waarde als van betekenis kan zijn. De
energie die tot menselijke ervaring wordt gevormd is afkomstig uit dezelfde bron
die ook al het overige leven vormt, namelijk die van de Schepper en is wat dat
betreft dierlijke energie net als menselijke energie onvernietigbaar en voor eeuwig
en altijd. Ieder dierlijk leven dat hier komt hervormt zijn energie in ofwel
een versnelde of een vertraagde vorm van verlichting, afhankelijk van de in het
leven opgedane ervaringen. Omdat een dier net als mensen leert en ervaring
opdoet, groeit het geleidelijk aan naar een ruimer bewustzijn en telkens naar
een iets hoger energieniveau in het dierenrijk. Dit ontwikkelingsproces geldt
niet minder voor de weinige soorten, waarvan het dierlijkinstinct niet
aangepast kan worden om in dit gebied te leven zoals de overige dieren. Dat is
dan geen kwestie van evolutie, maar van wrede experimenten van kwade krachten,
die opzettelijke wreedheid in het dierenrijk hebben veroorzaakt. Hoewel
energiestromen alleen van de Schepper afkomstig zijn, is intelligentie en een
moreel bewustzijn een andere zaak. Het is aan de mens die op grond van zijn
kennis ingrijpt in het biologisch leven van een reeds existerende levensvorm en
om dat op een moreel verantwoorde wijze te doen. De fossielen die op Aarde
ontdekt zijn waren beslist geen voorbeelden van de enige dieren die er ‘eonen’
geleden leefden. In het prille begin van het dierlijk leven op de planeet waren
alle soorten alleen maar ‘zacht en goedaardig’ van karakter. Als gevolg van
afschuwelijke experimenten ten gevolge van misbruik van de ‘vrije wil’ door
duistere krachten, kwam later het dierlijk ontwerp in de lagere energiefrequenties
van de fysieke wereld terecht, waar slechte energie gemanifesteerd en in stand
gehouden kon worden. Dat vernietigde uiteindelijk de dierlijke energiebalans
die in hogere frequenties in evenwicht gehouden konden worden. Toen door de
duistere machten eenmaal de polariteit tussen ‘wreedheid en zachtheid’ tot
stand was gebracht, ontstond het begrip ‘natuurlijke vijanden’ om evenwicht
te bereiken tussen dieren met een tegengesteld karakter. Enkele van deze uit
experimenten gecreëerde diersoorten waren uiterst wreed en hoewel ze in de
huidige geschiedenis niet of nauwelijks vermeld worden, werden zij in de
mythologie uitgebeeld als groteske monsters op het land of in de zee. Maar de
duistere machten beperkten lang geleden hun afschuwelijke scheppingen niet
alleen tot grote dieren. Zij creëerden bijvoorbeeld ook vlooien. Vlooien waren
altijd alleen maar bedoeld als plaag, variërend van de irritaties die zij
veroorzaken bij de dieren die zij het leven moeilijk maken, tot de ziektes die
zij veroorzaken of verspreiden. Een nog schadelijker bedoeling lag ten
grondslag aan het door deze duistere machten scheppen van de kleinste
levensvormen, de microben, die bestemd waren om vernietiging van een
onmetelijke omvang van alle andere levensvormen te veroorzaken.
Mogen wij er ook nog zijn! |
Verstoring
energiebalans door het doden van dieren.
De oorzaak
van de dood van zelfs één dier en de leegte die dat achterlaat, kunnen niet los
van elkaar gezien worden bij het ‘meten’ van de daaruit voortvloeiende
negativiteit. Lang geleden (ten tijde van Lemurië) werd de uitroeiing van alle
dieren op Aarde veroorzaakt door een ingrijpende en plotselinge
klimaatsverandering, maar hun massale uittocht leidde niet tot negativiteit.
Het was slechts iets dat snel gebeurde als gevolg van een zware opeenhoping van
negativiteit, te wijten aan de daden van de mensen die zich er niet van bewust
waren hoever zij afgedwaald waren van Gods waarheid. En de planeet moest zich
toen bevrijden van al die negativiteit. Maar het resultaat was verpletterend:
de dood van de meeste levensvormen op de toenmalige planeet en de noodzaak om
de Aarde opnieuw te bevolken. In sommige gevallen waren de nieuwe levensvormen
totaal anders dan de vorige levensvormen. Wat recenter is de Noord-Amerikaanse
bizon, waar er miljoenen van rondzwierven, werden willens en wetens gedood.
Sommige werden louter en alleen voor de sport gedood, maar een meer ‘duistere’
achterliggende gedachten was om de levens behoevende hulpbronnen van de
inheemse bevolking (Indianen) van het land te elimineren. Om de indianen daarna
in reservaten te kunnen opsluiten. In dit geval dient men ‘spiritueel’ gezien
twee zaken van elkaar te scheiden. Enerzijds het doden zelf zoals dat was
geworteld in de kwade opzet ervan, waardoor er veel negatieve energie werd
gegenereerd. Anderzijds het snelle en enorme verlies aan dierlijk leven dat
eveneens een enorme hoeveelheid negatieve energie creëerde. Deze laatstgenoemde
negatieve energie werd door de Geestelijke Wereld echter tot ‘Licht’
getransmuteerd, vanwege de onschuld van de verloren gegane levens, zodat deze
hele gang van zaken niet tot een lang durende negativiteit hoefde te leiden.
Doch de negatieve energie ten gevolge van de ‘kwade opzet’ bleef daarentegen
wel bestaan (zie o.a. de gehechtheid aan het particulier wapenbezit in Amerika en
de angst, achterdocht en agressie die daardoor in stand gehouden wordt. Alsook
het isolement waarin de inheemse bevolking na de kolonisatie in terecht gekomen
is). De vernietiging van dierlijk leven ten gevolge van onwetendheid of
onbedoelde onachtzaamheid, die de dood van een dier veroorzaakt, heeft eveneens
een zelfde soort tegenwicht en leidt daarom niet tot lang voortdurende
negativiteit. Maar dat geldt niet voor situaties waarin men met opzet een dier
genadeloos martelt tot de dood erop volgt en daar ook nog eens plezier aan
beleeft. Ondanks de onschuld van het dier in kwestie, voegt de negativiteit
veroorzaakt door de pijn en de kwellingen zich bij de negativiteit van de dader,
wat voor hem van lange duur kan zijn totdat wroeging hem zelf enorm gaat
kwellen. Dientengevolge genereert slechts één soort doding soms tienmaal meer
negativiteit dan het massaal slachten van dieren ten behoeve van de
voedselindustrie.
Wat hebben wij ooit misdaan? |
Dierenmishandeling.
Hoewel het
misschien onevenwichtig lijkt is, is het in het laatste geval zo dat het doden
van dieren om als voedsel te dienen doorgaans niet geworteld is in
kwaadaardigheid, maar in een soort onnadenkendheid die het vlees van dieren als
noodzakelijk onderdeel van de menselijke voeding beschouwt. Vaak ontstaan vanuit
cultureel oogpunt om als volk op een bepaald moment door omstandigheden gedwongen,
te kunnen overleven. Dus ook in deze gevallen van voedselvoorziening is er geen
nadrukkelijke negatieve energie als tegenhanger. Een ander voorbeeld van
tegenwicht in energie doet zich voor bij het gebruik van dieren voor medisch
onderzoek. Hoewel deze dieren beslist niet barmhartig worden behandeld, heiligt
het doel als het ware de middelen, omdat deze experimenten zijn bedoeld om de
mensheid ten goede te komen door ziekten uit te bannen of er op zijn minst een
effectieve behandeling voor te vinden. Daarom wordt de negativiteit (spiritueel
gezien) ten gevolge van de pijn en de doodsangst van het dier,
‘geneutraliseerd’ door het doel van het onderzoek. Maar er zijn helaas heel
veel meer voorbeelden van dierenmishandeling, die blijvende ‘negativiteit’ en
negatieve energie genereren. Bijvoorbeeld het doden van walvissen en de
vernietiging van dolfijnen ten gevolge van de opzettelijke achteloosheid van
vissers. Of de dieren die door mensen uit hun natuurlijke leefomgeving worden
weggehaald en daarmee verstoken zijn van hun natuurlijke voedselbronnen. Of alle
dieren die door bewuste vervuiling van het milieu worden gedood of worden
misvormd. Of dieren die zonder pardon worden gedood vanwege hun bont, hun
slagtanden, hun eieren of andere lichaamsdelen. Of dieren die gedood worden om
ze als ‘kunstvoorwerp’ op te zetten of huisdieren die door hun baasjes worden
verwaarloosd, mishandeld of gewoon ergens op straat of in een bos worden
achtergelaten. In al deze gevallen is er sprake van blijvende ‘negativiteit’ en
negatieve energie ten gevolge van de combinatie van wrede en hebzuchtige
bedoelingen van de daders enerzijds en de negatieve dierlijke energie
anderzijds. Want al deze getraumatiseerde dieren leiden een min of meer vreselijk
bestaan op Aarde, om die vaak op een al even vreselijke wijze weer te moeten
verlaten.
Gun ons ook een fijn bestaan! |
Dieren in
gevangenschap.
Maar er zijn
nog andere vormen van dierenmishandeling die pure negativiteit voortbrengen. De
zielen van dieren die veroordeeld zijn tot kooien in de dierentuin zijn allen
getraumatiseerd. Hoe kan iemand zich er niet bewust van zijn dat een dergelijk
bestaan een marteling is voor dieren, die gewend zijn vrij in de natuur te
leven?. Vaak in een sociaalverband en die dan met geweld uit dat leven worden weggerukt
en tot kooien veroordeeld worden! Ook dieren geboren in gevangenschap lijden hier
min of meer door. De natuur van een dier verloochent zich niet, bovendien
communiceren dieren telepathisch met elkaar, zodat ook deze dieren weten wat
hen overkomen is. Helaas wil de wetenschap nog steeds niet geloven dat er bij
een dier meer is dan alleen maar een instinct en dat hogere diersoorten niet
alleen maar vanuit hun instinct reageren, maar ook vanuit een al dan niet rijk
gevoelsleven. Overigens heeft onderzoek bij Chimpansees al jaren geleden uitgewezen, dat zij in staat zijn op een niveau van een vier of vijf jarig kind hun wensen en verlangens te kunnen uiten. Alsook op dat niveau kunnen communiceren. Ook bij andere hogere diersoorten zijn inmiddels al opmerkelijke resultaten geboekt. Vroeg of laat zal de mens methoden gaan ontdekken, waardoor men daadwerkelijk met dieren zal kunnen communiceren. De uitkomsten daarvan zal de mensheid tegen die tijd volledig doen verrassen. Kortom het dier denkt niet zo rationeel als de mens, maar wel vanuit hun
gevoelsleven en met een (veel) bredere kijk op hun directe leefomgeving dan alleen
maar vanuit een bepaald instinct. Een bemoedigend aspect van het vangen van
dieren om tentoon te stellen is, dat in sommige dierentuinen voor een aantal
dieren een ruimere natuurlijke omgeving in de plaats gekomen is dan alleen maar
‘kooien en omsloten ruimtes’. En zelfs in sommige dierentuinen ‘safari-achtige
parken’ om de leefomgeving van de dieren zo natuurlijk mogelijk na te kunnen
bootsen. Wat zonder meer een goede ontwikkeling is en de frustraties bij dieren
aanzienlijk af doet nemen. Maar desalniettemin nooit tegen een natuurlijke
leefomgeving op kan wegen. Ook fokprogramma’s die opgezet worden om bepaalde
soorten voor uitsterven te behoeden is een positieve ontwikkeling. In het geval
van een ‘voorstelling geven’ door dolfijnen en bepaalde walvissoorten, hebben
sommige mensen de ernstige schade die deze dieren worden toegebracht onderkend
en zijn zij naar betere behuizingen voor hen gaan zoeken. Maar slechts een paar
van de vele veroordeelde dieren zijn hierdoor echter bevrijd. De meerderheid
lijdt echter nog steeds in hun gevangenschap, ondanks de uitstekende verzorging
die hun doorgaans wordt toebedeeld. Hetzelfde wrede bestaan geldt ook voor
circusdieren, die niet alleen fysiek misbruikt worden, maar die tot op zekere
hoogte ook psychisch verminkt worden door hun gevangenschap en tegennatuurlijk
gebruik ten behoeve van menselijk vermaak. Dit ondanks de goede of uitstekende verzorging
die zij doorgaans krijgen. Juist de goede verzorging is nog het enige ‘lichtpuntje’
in hun grauwe bestaan en houdt hun psychisch doorgaans op de been. Ook hier is helaas
geen sprake van een tegenwicht tegen deze negatieve energie. De gekwelde zielen
van al deze dieren hebben naderhand in de Geestelijke Wereld alle tijd nodig om
weer te helen, net als mensen die onder bepaalde omstandigheden ernstig
getraumatiseerd zijn. Als men de vele miljoenen dieren neemt die lijden onder
de verschillende omstandigheden die er geschetst zijn, dan kan men de enorme
pogingen indenken die er in de Geestelijke Wereld gedaan moeten worden om elk
van deze dieren weer te kunnen helen.
Spiritualiteit |
Domino
effect.
Iedere keer
dat een diersoort geheel of gedeeltelijk wordt uitgeroeid, vindt er een zekere
verandering op de wereld plaats. Maar zolang het ‘tegenwicht’ de negatieve
energie omzet in Licht, kan die verandering al dan niet schadelijk zijn. Wat
kan gebeuren is namelijk een ‘domino-effect’, als gevolg van het verstoren door
de mensheid van de energiebalans die door de natuur is ingesteld. Indien men de
gevolgen zouden zien van de uitwerking van insectenverdelging, veruit het grootste
aantal dierlijke ‘wezentjes’ dat vernietigd wordt, dan zou men ogenblikkelijk
andere methoden gaan bedenken. Wanneer de oogst op grote schaal wordt
vernietigd door insecten, verstoort dat de ‘lichtbalans’ die afkomstig is van
de mensen, die plotseling geconfronteerd worden met honger of wellicht met
financiële gevolgen. Men heeft dientengevolge zijn toevlucht gezocht tot
chemische verdelging om de vernietigende kracht van de schadelijke diertjes
tegen te gaan. Door de dood van deze ontelbare aantallen wordt er een grotere
oogst binnengehaald. Waardoor boeren en de afnemers zich minder zorgen hoeven
te maken over een tekort aan voedsel, en de negativiteit ten gevolge van de
zorgen die zij hadden gemaakt wordt daarmee opgeheven. Het ‘domino-effect’ van
deze oplossing veroorzaakt echter andere afwijkingen. De chemicaliën maken de
insecten die de poging om ze te vernietigen overleven, niet alleen sterker maar
zij geven echter ook aanleiding tot bezorgdheid om hun uitwerking op de
gezondheid van de mens. Wanneer de menselijke factor een rol gaat spelen bij
het evenwicht dat door de natuur is ingesteld, veroorzaakt het soms zelfs met
de beste bedoelingen, meer negativiteit dan dat het wegneemt. Daardoor kan er
met zekerheid gesteld worden, dat veel van de negativiteit die de planeet zo
ongunstig beïnvloedt, direct veroorzaakt wordt door het menselijk negeren van
het algemeen belang van dieren.
Engel |
Engelen bij
dieren.
Maar ondanks
al het lijden van dieren, worden dieren ook door de Geestelijke Wereld
bijgestaan en begeleid, zelfs van dieren die men doorgaans niet zo aardig vindt
en het ook niet van verwacht. Hoe vreemd het misschien ook klinkt, maar er is
bij dieren net als bij mensen sprake van een engel die hen bijstaat. Een engel
voor iedere diersoort via een niveau van zielsverbinding, dus niet op grond van
een individuele opdracht zoals dat voor mensen geldt. Deze speciale engelen die
hen begeleidt, vertegenwoordigden ooit ook eens dierlijke energie. Dierlijke
energie afkomstig uit het begin van de dierlijke evolutie en hun toenmalig
begripsvermogen, toen alle dieren nog ‘vredelievende, spirituele en
intelligente’ wezens waren. Op het niveau van de ziel zijn dieren zich bewust
van de voor hen bestemde weldaden van de engelen. Zelfs de dieren, waarvan het
leven ellendig is, ondergaan de kracht en invloed van engelen om hun lijden te
verlichten, of om hen te helpen hun fysieke leven te beëindigen wanneer zij te
veel pijn te verduren krijgen. Sommige engelen beschermen grotere aantallen of
intelligentere dieren dan andere, maar hun verantwoordelijkheden zijn niet
belangrijker dan die van de anderen. Omdat al deze levens daadwerkelijk iets te
betekenen hebben in het ‘universele schema’ om evenwicht in stand te houden in de
dierlijke energie. De engelen bij dieren brengen een saamhorigheidsgevoel tot
stand om een diersoort te beschermen, maar zij hebben niet het recht om de
mensen die wreed zijn voor een enkel dier of voor de hele soort, uit wraak zomaar
van de Aardbodem weg te vagen. Milieubeschermers die te goeder trouw handelen
(niet uit egoïstische, politieke, persoonlijke of economische motieven), worden
in hun pogingen gesteund en bijgestaan door deze engelen van dieren.
Inspiratie: ‘Par
Lanto’ en ‘Matthew’s openbaringen voor een Nieuwe Tijd’, Suzanne Ward.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten