Het wezen van de Engel
Engelen.
Engelen.
Voorwoord.
Engelen zijn
te onderscheiden in Aartsengelen en in Engelen. Aartsengelen zijn als het ware
de ‘handen en voeten van God’ en zijn de grote Creators van de kosmos, de
planeten en al het leven daarop. Zij zijn goddelijke Helpers en Beschermers en
onderscheiden zich van mensen door hun ‘zuiverheid, dienstbaarheid en
toewijding aan God’ en aan al de goddelijke wezens die zij zo ver mogelijk ter
zijde kunnen staan. Zij zijn ‘vormen’ van geconcentreerde Energie en een
wezenlijk aspect van het Zelfbewustzijn van God. Zij zijn de verpersoonlijking
van het scheppende ‘Vuur van de Kosmos’. Aartsengelen hebben op hun beurt weer
de leiding over de vele groepen Engelen die iets lager op de trap van evolutie
staan dan zijzelf. Het Engelenrijk kent namelijk een uniek evolutieproces en
een eigen ‘Geestelijke Hiërarchie’. De Engelen helpen ons mensen enorm omdat
zij van nature zo liefdevol en dienstbaar zijn. Het dienende werk van Engelen
wordt voor de mens steeds interessanter naarmate het zich dichter bij de
bewoonde wereld afspeelt, dichter bij de problemen van alle mensen, die zich
voorbereiden op het doel de ‘Verlichting’ te bereiken. In bijzondere gevallen
kunnen Engelen verschijnen in een ‘mensengedaante’. Zoals gezegd omvat de
Engelenschare een andere evolutielijn dan die van de mensen. Het is hun taak om
de eigenschappen van God te concentreren, te versterken en te vermeerderen. Zij
hebben gekozen het ‘Godsbewustzijn’ in dit Universum uit te breiden en
dienen ons door onze Aura’s te magnetiseren en van Licht te voorzien. Zij
hebben vele taken. Er zijn Engelen die de schoonheid en harmonie versterken,
die vrede scheppen, de natuur bewaken en die ‘vergeving’ stimuleren. En nog
veel en veel meer, te veel om op te noemen. In zeker opzicht en strikt
figuurlijk gezien zijn Engelen ‘elektroden’. Zij transformeren samen met ander
Kosmische Wezens het Licht dat komt van de Grote Centrale Zon, tot de
frequentie die wij tot ons kunnen nemen. Er zijn Engelen deva’s die samenwerken
met Natuurgeesten of met de Natuurelementalen en op die manier ook het
dierenrijk begeleiden. Maar Engelen kunnen allen indien zij dat wensen een
menselijke vorm aannemen, of er uitzien als een ‘Zuil van Licht’. Elk mens
heeft echter ook een levens begeleidende Engel of in die zin een ‘schrijvende
Engel’. Deze Engel is onze ziel ter beschikking gesteld om al haar
activiteiten, woorden, daden, gevoelens en gedachten te noteren en te
registreren. En dat in elke incarnatie weer opnieuw. Deze informatie wordt
uiteindelijk overhandigd aan een Kosmisch Wezen, die de beheerder van de
‘Boekrollen’ wordt genoemd. Deze informatie gaat nooit verloren, zodat alle
gegevens over elke ziel altijd voorradig zijn. Informatie die via deze weg ook
voor altijd in het ‘Wereldgeheugen of de Kosmische Kronieken’ worden opgeslagen.
Maar er is
helaas ook sprake van een ‘Hiërarchie van gevallen Engelen’, die de duistere
krachten die er heersen, stimuleren en vertegenwoordigen. Zij zijn afgekeerd
van God. Dit gebeurde in eerste instantie door de God geschapen Aartsengel Lucifer
en zijn volgelingen. Hun bewustzijn viel door hun rebellie naar de lagere
niveaus van dit Universum, onder andere onze Aarde, waar zij de lagere
negatieve aspecten in onze aard en persoonlijkheid aanwakkeren. Lucifer werd
toen door de goddelijke Wetmatigheden letterlijk naar de stof verbannen, om
langs deze weg zijn louteringsproces door te laten maken. Veel eigenschappen
van deze gevallen Engel en zijn volgelingen vindt men uiteindelijk ook overal
terug in de mens. Het is onze duistere aard en alle lagere gewoonten die op
bepaalde momenten in ieders leven de boventoon voeren. Door deze slechte
eigenschappen en gewoontes in te zien en te transformeren naar Licht, leren wij
zuiverder en met meer respect voor ‘mens en dier’ te leven. Daardoor groeien
wij geestelijk, waardoor we steeds meer reiken naar de verheven gebieden in onze
Kosmos.
De ziel of
het wezen van de Engel.
De mens bestaat uit een ‘Godsvonk, een Geest
en een Ziel’, waarvan de Ziel de verbinding vormt tussen de Geest en het Fysieke
lichaam. Elk mens heeft vanaf het begin van zijn incarnatiecyclus een
‘Tweelingziel’, waarbij de een het mannelijke aspect en de ander het
vrouwelijke aspect van de ziel vertegenwoordigt. Bij Engelen werkt dat anders.
Zij hebben geen Ziel zoals dat bij de mens het geval is. Hun Ziel en Geest is
totaal anders opgebouwd. Een Engel is nooit mens geweest en zal in beginsel ook
nooit mens worden, behalve dan in de reeds genoemde situatie van een gevallen
Engel. Dat zijn uitzonderingsposities, die niet algemeen voorkomen en die men
ook niet kan generaliseren. De mens heeft zoals gezegd een Godsvonk als de kern
van het menselijk wezen, een Geest waarin alle informatie wordt verzameld en
een Ziel die alle informatie opdoet en doorgeeft aan de Geest. En die op zijn
beurt het goede bewaart en al wat niet relevant is uiteindelijk verwijderd. En
als laatste bestaat er natuurlijk het fysieke lichaam, waardoor men beleeft,
zogezegd een ‘belevingslichaam’. Het ‘belevingslichaam’ sterft, de Ziel geeft
alle overgebleven informatie door en trekt samen in de Geest. De Geest is
energetisch gezien als een grote Lichtbol rond de Godsvonk en is op die manier
niets anders dan een Energiebol. Deze Energiebol ontvouwt zich weer bij de
volgende incarnatie als ‘Godsvonk, Geest en Ziel’ met weer een nieuw ‘belevingslichaam’.
In de tijd tussen twee incarnaties in verkeert de Energiebol in de sferen van
Licht in de Geestelijke Wereld. Daar manifesteert de Energie zich in
overeenstemming met de dimensie waarin zij verkeert, in dezelfde fysieke
verschijning die zij op Aarde gewend was te leven. Maar bij een Engel is dat
allemaal anders, een Engel is in feite een Godsvonk in totaliteit van Licht.
Het ‘belevingslichaam’, indien de Engel dat gebruikt in de vorm van een
menselijk wezen, is alleen maar bedoeld als een ‘gevallen’ Engel de weg weer teruggaat
naar het ‘bestand’ waar het uit voortkwam. Om op deze manier doormiddel van het
incarnatie- en reïncarnatie proces weer door de ‘poort’ naar het Vaderhuis te
kunnen gaan die normaal gesproken voor een gevallen Engel afgesloten is. Maar
dit is een vrij abstracte benadering. Indien een Engel door de ‘poort’ kan,
heeft het via de menselijke incarnatie- en reïncarnatie processen zo veel kennis
opgedaan dat deze weg terug weer mogelijk wordt. Maar met dit verschil dat een
Engel altijd een totaal Lichtwezen is, die tijdelijk gebruik heeft gemaakt van
een menselijk ‘belevingslichaam’.
Meer
bewustzijn.
Deze
‘Niet-Ziel’, maar een totaal Godsvonk zijnde Engelenwezen, zal van incarnatie
naar incarnatie, steeds meer bewustzijn en steeds meer menselijkheid opdoen.
Waardoor het uiteindelijk in de hoogste regionen van bijvoorbeeld de Zevende
Lichtsfeer kan verkeren. Op dat moment kan het weer terugkeren naar het gebied
waar het vandaan kwam, als Engel en als scheppend wezen. Omdat het als ‘gevallen’
Engel uiteindelijk alle materie doorleefd heeft, losgelaten en getransformeerd
heeft. Een totaal ander proces dan wat mensen ondergaan en een volstrekt andere
opbouw van de Godsvonk en de Geest, doch het ‘belevingslichaam’ waarvan de
Engel op Aarde tijdelijk gebruik maakt is hetzelfde. Maar zoals de mens een Tweelingziel
heeft, geldt dat voor de Engel niet. De ‘gevallen’ Engel, die nooit mens was en
die tijdelijk mens geworden is om na een Aardse ervaring weer terug te kunnen
keren naar het ‘Vaderhuis’, heeft op Aarde geen Tweelingziel omdat het ook geen
Ziel heeft maar een totale Godsvonk vertegenwoordigd. Deze totale Godsvonk is
afkomstig uit een ander gebied van de Kosmos, dan waar de Godsvonk van de mens
in het algemeen uit voortkomt. Zo doorloopt alles een eigen ontwikkeling en
betreft dat tegenwoordig op het menselijke vlak in het bijzonder de ‘Nieuwetijdskinderen’.
Veel van deze zielen zijn van andere gebieden van de Kosmos afkomstig. Vaak
hebben zij op andere planeten hun incarnatie- en reïncarnatieprocessen al
voltooid en incarneren nu als ‘Licht op Aarde’. En nemen door hun afkomst veel
kennis en ervaring mee van de gebieden waar zij in de Kosmos zijn opgegroeid.
Vooral in de laatste decennia zijn er veel zielen geïncarneerd vanuit andere
lichtsferen en dimensies. Vanuit gebieden die in eerste instantie niets met de
Aarde te maken hadden, maar waar vanuit incarnaties plaatsvinden om aan de
mensheid grootschalig ‘Licht, kennis en andere inzichten’ toe te voegen. Ook
dat zijn incarnatieprocessen die in eerdere tijden op Aarde niet plaats
gevonden zouden hebben. Al dat maakt, dat door de enorme instroom van zielen
vanuit andere Kosmische gebieden er een soort ‘Wereldbroederschap’ aan het
ontstaan is. De wereld verbroedert zich op die manier geleidelijk. Hoewel men
tegenwoordig zou zeggen dat er tot nu toe niet veel verbroedering te bespeuren
is, is dit proces toch zeker aanwezig op de niveaus waar mensen zich tot elkaar
aan het verbinden zijn.
Ook
internationaal.
Ook
internationaal gezien, is er interraciaal een verbroedering aan de gang. In
feite blijft geen mens raszuiver. Verschillende rassen die zich mixen en mengen
met andere rassen, wat men eerst nationaal zag tussen de verschillende
provincies en steden, is nu al tussen landen onderling en tussen verschillende
continenten. De Aarde is door alle mogelijkheden om te reizen, om zich te
bewegen over de Aarde, veel kleiner geworden. Doordat rassen en volkeren zich
met elkaar vermengen, zich fysiek en genetisch met elkaar vermengen, ontstaat
er mondiaal een soort ‘wereldbroederschap’. En gaat dat proces versneld door en
wel op een zodanige wijze, dat op den duur niemand meer het nationalisme of de
etnische achtergrond meer hoog in het vaandel zal kunnen houden. Alles zal
uiteindelijk leiden naar een vorm van ‘wereldburgerschap’ en dien ten gevolge
ook naar ‘wereldverbroedering’. Waardoor er op den duur één wereldburger zal
ontstaan. Deze processen zullen niet alleen door de Geestelijke Wereld worden
begeleid, maar ook door Engelen die bewust de weg van ‘gevallen’ Engel op Aarde
zullen nemen om in menselijke incarnaties het Licht op Aarde snel toe te kunnen
laten nemen. Wat ook geldt voor al de zielen die vanuit hogere frequenties in
de Kosmos voor een Aards leven kiezen, om de mensheid op deze manier sneller
het Aquariustijdperk in te laten leiden.
Inspiratie: ‘Par
Lanto. Het boek 'Meesters en Ingewijden', Monique Timmers en eigen doorgeving.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten