Reïncarnatie fictie of werkelijkheid?
![]() |
Abdij van Orval |
Martinique:
Geboren: oktober 1791
Overleden december 1824
Naam: Broeder Martinique
Geboorteplaats: Parijs
Kloosterorde: Orde der Benedictijnen
Abdij: toen verwoest, verbleef in een vluchthuis bij Orval
Het levensverhaal
over mijzelf begint met een vorig leven, dat zich in Frankrijk afspeelde en
naar mijn overtuiging ten grondslag ligt aan mijn huidige leven. Dit leven kwam
spontaan in mijn herinnering toen ik lang geleden om niet nader te noemen redenen
in hypnose-regressie ging bij een erkende hypnotherapeut. In vier verschillende
sessies kwam dit leven gedetailleerd in mijn herinnering naar boven. Na afloop
van deze sessies werd het mij duidelijk waarom ik in dit leven geboren werd en
opgroeide in het gezin waarin ik grootgebracht werd. Ook werd het mij duidelijker
waarom mij bepaalde tegenslagen die mij in dit leven overkwamen, te verwerken
kreeg. Dit vorige leven heb ik als volgt beschreven:
Het leven
van Martinique.
Martinique
werd ten tijde van de Franse Revolutie geboren als enig zoon van een welgesteld
echtpaar van in de dertig, aan de Rue de Saint Etienne (nu Rue de Vivienne) in
het hartje van Parijs niet ver van de Seine. Het was oktober van het jaar 1791.
Het jaar dat Koning Lodewijk XVI en zijn vrouw Marie Antoinette gevangen werden
genomen en even later de dood onder de Guillotine vonden. Het was ook het jaar
dat het Koningshuis werd afgeschaft en de Republiek van Frankrijk werd
opgericht. Een terreurbewind van de Montagnards onder leiding van de latere
staatsman Robes Pierre zorgde voor veel moord en doodslag. Talloze Girondines
(gematigde koningsgezinde Bourgeoisie) en vele anderen die het koningshuis op
welke manier dan ook gesteund hadden, kwamen onder de Guillotine om het leven. De
vader van Martinique was Gouvernementsambtenaar onder Koning Lodewijk XV1. Het
huis waarin Martinique werd geboren betrof een statig Herenhuis aan een brede laan
in de binnenstad van Parijs, dat later de Rue Vivienne werd en niet ver van de
Seine ligt. In deze buurt stonden veel statige Herenhuizen, woningen bewoond
door leden van de lage adel, hooggeplaatste ambtenaren of mensen die op welke
manier dan ook rijkdom hadden vergaard. Het huis had een iets verhoogde stoep aan
de voorgevel van het huis, met een paar traptreden om de entree dat uit twee monumentale
deuren bestond, te kunnen bereiken. Binnen bestond de entree uit een grote
witmarmeren hal met in het midden een marmeren trap dat van smeedijzeren
leuningen was voorzien. De hal had een vide dat verscheidene etages besloeg en
die door een dakraam werd verlicht. Aan de ene zijde van de hal bevonden zich
slaapvertrekken en aan de andere zijde een woongedeelte met een grote woonkamer
aan de voorzijde van het huis. De hoge smalle ramen zijn uitgerust met
kruisroeden zoals dat in die tijd gebruikelijk was. De vertrekken leken donker
vanwege de rijkelijk uitgevoerde lambriseringen en het gekleurde ietwat
barokachtige behang met bloemmotieven, zoals dat in die tijd veel in zulke
huizen toegepast werden.
De ouders
van Martinique hadden verschillend personeel, waaronder een kinderjuffrouw die
intern was. Deze kinderjuffrouw werd als meisje van 14 speciaal voor Martinique
in dienst genomen. Haar naam was ‘Lisette’. Ogenschijnlijk ontbrak het de
kleine Martinique aan niets, zijn ouders waren welgesteld en hij kreeg alle
liefde en aandacht die hij zich maar wensen kon. Ware het niet dat de Revolutie
die al twee jaar gaande was, ook het harmonieuze gezin begon te treffen. Toen
Martinique twee jaar oud was, werd zijn vader die erg koningsgezind was, korte
tijd na de onthoofding van Koning Lodewijk XV1 opgepakt en zelf ook door de
Guillotine om het leven gebracht. De moeder van Martinique stortte na deze
executie geestelijk in en werd door zowel het personeel als door familie en
vrienden overeind gehouden. Zo goed en zo kwaad als het ging, verzorgde de
moeder van Martinique haar kind zo ver als het in haar vermogen lag. Totdat ook
in deze situatie een ‘kink in de kabel’ kwam. Het terreurbewind van Robes
Pierre en zijn kornuiten ging consequent door met het oppakken van zogenaamde
‘rechtse’ bourgeoisie. Ook in de directe omgeving van Martinique werden
bekenden van zijn familie opgepakt, want in de loop van 1794 kwam het onheil ook
bij Martinique aan huis. Nog geen drie jaar oud, zat Martinique op een ochtend
in zijn kinderstoel met zijn moeder aan het ontbijt, toen zijn moeder tijdens
het voeren van Martinique telkens nerveus in de richting van het keukenraam zat
te kijken. Door de spanning die er heerste kon Martinique zijn eten moeilijk
naar binnen krijgen. Plotseling liepen er soldaten in hun uitrusting langs het
keukenraam, althans hun driehoekige blauwgrijze helmen en hun grote lansen
waren zichtbaar, want de vensterbanken bevonden zich pas op ‘ooghoogte’ boven
het straatniveau. Dit omdat beneden het woongedeelte van het grote huis er ook
nog een souterrain lag.
De
arrestatie.
De soldaten
bonkten ruw op de deur en riepen dat er open gedaan moest worden. Het personeel
haastte zich om de deur te openen en niet lang daarna ging de deur van de
kamer, waarin Martinique met zijn moeder te ontbijten zat met een grote zwaai
open. Een stuk of vijf soldaten onder leiding van een burgerpersoon stapten de
kamer binnen. De moeder van Martinique barstte in huilen uit en er ontstond een
gesprek, kennelijk ook een arrestatie. De handen van Martinique ’s moeder
werden plotseling ruw op haar rug gebonden. Zijn moeder die klein van stuk,
fragiel en slank was, kon niets beginnen tegen zo’n overmacht en moest weerloos
de arrestatie ondergaan. De moeder van Martinique was die dag gekleed in een
lange rok tot op haar voeten en een witte blouse, dat met veel kant was
voorzien. Haar gezicht had van nature veel pigment en leek daardoor wat
geteint, zij had een ietwat donkere oogopslag en lang zwart golvend haar tot
bijna op haar middel. Zij leek op een Française van zuid Franse oorsprong. Wat
ook inderdaad ook zo was, want haar ouders kwamen oorspronkelijk van Corsica,
een prachtig eiland in de Middellandse Zee. Deze vrouw was zowel qua verschijning
alsook qua incarnatie dezelfde persoon, die in een volgend leven als mijn eigen
moeder op de wereld kwam. Martinique was hoogblond met mooie blauwe ogen en als
peutertje van drie eveneens fragiel gebouwd. De moeder van Martinique werd door
het arrestatieteam hardhandig meegenomen en het huis uitgeleid. Voordat de
moeder van Martinique het huis verliet riep zij nog huilend naar Martinique,
dat zij later terug zou komen en dat hij zo lang door Lisette verzorgd zou
worden. Huilend en hevig ontdaan door alles wat er gebeurde klom Martinique
snel uit zijn kinderstoel en rende hij achter zijn moeder aan, maar werd bij de
voordeur ruw weggeduwd door de laatste soldaat, die de deur moest sluiten.
Hevig krijsend en snikkend zakte Martinique in de grote hal op de grond. Hoe
lang hij huilend op de grond had gelegen wist Martinique niet, maar opeens kwam
Lisette de grote trap afstormen en nam hem in haar armen. Zij troostte en
knuffelde hem en verzekerde hem dat zijn moeder later echt wel weer terug zou
komen. Lisette droeg het nog huilende kind naar de kinderkamer en kleedde hem
aan, gaf hem verder nog te eten en verzorgde en knuffelde hem zoveel ze kon. Na
enig overleg met het andere personeel, nam zij een grote tas, pakte spullen in
en pakte Martinique bij de hand. Zij liepen de grote hal in naar de voordeur,
de deur uit, de stoep af en de straat op. Lisette en Martinique liepen de
straat uit, een andere straat door en verder de buurt in, dwars door het
centrum van Parijs, waarbij Lisette de kleine Martinique af en toe een poosje
droeg. Na enige tijd kwamen Lisette en Martinique in een smallere en kleinere straat
dan de straat waar Martinique had gewoond. De buurt leek ouder en de huizen
kleiner dan het huis die Martinique gewend was. Zij hielden stil bij een
bepaalde woning. Het bleek het ouderlijk huis van Lisette te zijn. Lisette en
haar moeder woonden daar alleen. Haar moeder was een weduwe met twee dochters,
Lisette en nog een oudere dochter, de oudste dochter was al getrouwd en woonde ergens
anders in de stad.
De adoptie.
De moeder
van Lisette was een vrouw van middelbare leeftijd, klein van stuk, donker en
enigszins gezet. Zij oogde vriendelijk en meelevend. Kennelijk werd na enig
overleg besloten dat Martinique tijdelijk door de moeder van Lisette in huis
opgenomen en verzorgd zou worden. Uiteindelijk zou het een verblijf van jaren
worden, want de moeder van Martinique werd na haar arrestatie in navolging van
haar man onder de Guillotine onthoofd. Ofschoon Martinique zich vastklampte aan
Lisette, zij was in zijn ouderlijk huis al een soort tweede moeder geweest en
leek qua uiterlijk ook wel een beetje op zijn eigen moeder, voelde Martinique
zich na enige tijd bij de moeder van Lisette zich ook wel redelijk op zijn
gemak. Zodanig dat er na enige tijd ook een band ontstond tussen Martinique en
de moeder van Lisette. Niet zo een band als met Lisette, die voor hem een
tweede moeder bleef, maar toch ook een band die voor hem aangenaam voelde.
Telkens als Lisette een middag thuis kwam, want Lisette had al vrij snel een
andere dienstbetrekking, was het voor Martinique een feest. Mede omdat dat
slechts eenmaal in de veertien dagen één middag was, wat voor meisjes in
dienstbetrekking toen vrij normaal was. Maar Martinique bleef ondanks alle
liefdevolle verzorging en aandacht zijn eigen moeder vreselijk missen. Zo klein
als hij was vergat hij haar niet, vooral omdat Lisette en haar moeder
Martinique voorlopig in de waan lieten dat zijn eigen moeder ooit nog weer eens
terug zou komen. Maar geleidelijk aan vervaagde de beelden en de gevoelens bij
de kleine Martinique een beetje. Tenslotte was hij nog maar drie jaar geweest toen
er plotseling een abrupt einde kwam aan het mooie leventje dat hij bij zijn biologische
moeder had geleid. Vooral de herinnering van de arrestatie en het vertrek van
zijn moeder had bij hem veel indruk achtergelaten, waardoor de beelden daarvan scherp
in zijn geheugen bleven staan. Zodanig dat hij zijn moeder ook duidelijk bleef
herinneren en haar beeld ook scherp voor de geest kon blijven halen.
Het
ouderlijk huis.
Doordat
Martinique, ondanks de zeer oprechte liefde van Lisette en de goede zorgen van
haar moeder, zijn eigen moeder vreselijk bleef missen ontstond geleidelijk aan
de drang om haar te gaan zoeken. Zodra hij wat ouder was en alleen de straat op
mocht, ging hij op zoek naar zijn ouderlijk huis. Aan Lisette en haar moeder
had Martinique toen hij alweer wat ouder was, uitvoerig gevraagd waar hij de
straat terug kon vinden. Lisette en haar moeder vonden Martinique echter nog te
klein om die straat te gaan zoeken, mede omdat het een heel eind lopen was en
zij bang waren dat hij zou verdwalen. Maar door zijn voortdurend aandringen
gaven ze hem toch die informatie. Inmiddels zes jaar oud, vond Martinique op
een middag toch eindelijk het huis terug waar hij vroeger had gewoond.
Hemelsbreed misschien twee kilometer van het huis van Lisette. De straat was
een brede en lange allee in een rijke buurt van het centrum van Parijs met veel
grote huizen. Avenue de Saint Etienne heette de straat, tegenwoordig Rue
Vivienne. Martinique herkende vaag de statige voorgevel met de hoge stoep. Er
woonde inmiddels andere mensen in. In de woningen naast zijn ouderlijk huis
woonden nog dezelfde mensen. Martinique ging die middag nadat hij zijn
ouderlijk huis gevonden had, naar huis terug met het idee, zo snel mogelijk nog
eens terug te gaan zodra die mogelijkheid zich voor zou doen. Hij hoopte
misschien bij de buren iets meer over zijn moeder te horen te krijgen. Het
duurde niet lang of Martinique kreeg weer de gelegenheid om zonder, dat Lisette
of haar moeder er iets van af wist, zijn oude buurt te bezoeken. Bij een van de
buren van zijn ouderlijke woning, waarvan hij wist dat daar een alleenstaande
weduwe woonde, klopte hij met de zware koperen deurklepel aan. Martinique kon
zich herinneren dat deze buurvrouw eerder met zijn moeder contact had gehad. Na
een aantal malen hard op de deur te hebben geklopt, waarvan hij het geluid van
de deurklepel duidelijk door de hal hoorde galmen, ging even later de deur
open. Een van de bedienden, een oudere vrouw, deed de deur open en vroeg wie hij
was en waar hij vandaan kwam. Zij bleek Martinique vaag als klein kind nog te
kunnen herinneren en was verbaasd dat hij na zoveel jaar alleen voor de deur
stond. Nadat Martinique een en ander had uitgelegd, nam de vrouw hem mee naar
haar ‘Madame’. De rijke weduwe was uiterst verbaasd dat hij aan was komen lopen
en herkende hem nog van vroeger. Zij raakte diep onder de indruk van zijn
verhaal en behandelde Martinique vervolgens als een verloren gewaande zoon.
De rijke
weduwe.
Na korte
tijd gelastte de rijke douairière, de bedienden om haar en Martinique alleen te
laten en iets te drinken te brengen. Martinique vertelde alles wat hij de
afgelopen jaren had meegemaakt en dat hij al die tijd bij de moeder van Lisette
woonde en dat hij zijn moeder zocht. De buurvrouw vertelde Martinique toen dat
zijn moeder na de arrestatie in de ‘La Bastille Saint-Antoine’ (beroemde Parijse
gevangenis) terecht was gekomen. Martinique vroeg toen of hij zijn moeder mocht
bezoeken. Maar de buurvrouw zei dat zo iets onmogelijk was, omdat zijn ouders
koningsgezind waren geweest. Bovendien liep hij ook het gevaar als zoon van
deze koningsgezinde familie in de gevangenis terecht te komen. De buurvrouw die
niet durfde te vertellen dat zijn moeder direct na de arrestatie ook onder de
Guillotine terecht was gekomen, vertelde hem dat hij zich maar geen zorgen
moest maken. Hij zou zijn moeder ooit weleens ontmoeten. Ofschoon Martinique
diep teleurgesteld was, had hij door het gesprek met de buurvrouw toch een
kleine hoop gekregen dat hij zijn moeder ooit nog eens terug zou zien. Hij
kreeg door deze informatie diep medelijden met zijn moeder en barstte bij de
buurvrouw spontaan in een huilbui uit. De buurvrouw door dit alles ook
geëmotioneerd geraakt, nam hem in haar armen en probeerde hem tot rust te brengen
en hem te troosten. Een van de bedienden kwam even later op verzoek van de
buurvrouw met wat eten en drinken en samen aten en dronken zij wat. Tot rust
gekomen ging hij later op de middag weer weg bij de buurvrouw, op weg naar zijn
eigen huis. Thuis gekomen vertelde hij wat hij die middag had gedaan en dat hij
een uitgebreide ontmoeting met zijn voormalige buurvrouw had gehad. En dat zij
hem vriendelijk ontvangen had en dat zij over zijn moeder hadden gepraat.
Aanvankelijk kreeg Martinique een kleine berisping omdat hij zonder iets te
zeggen naar zijn oude buurt was gegaan en zo lang weg was gebleven. Lisette en
haar moeder hadden zich ernstige zorgen gemaakt tijdens zijn afwezigheid, maar
konden begrip opbrengen voor datgene wat hem allemaal overkomen was. Zij eisten
van hem dat hij de volgende keer hun zou vragen weg te mogen gaan en gaven hem uiteindelijk
toestemming zijn voormalige buurvrouw nog eens te mogen bezoeken. Maar hij
moest wel beseffen dat hij nog maar zes jaar oud was en hij op deze leeftijd
van alles had kunnen overkomen.
Een band met
zijn voormalige buurvrouw.
Nu dat
Martinique legaal naar het huis van zijn vroegere buurvrouw mocht, nam hij elke
gelegenheid die zich voordeed te baat, om naar zijn voormalige buurvrouw te
gaan. Geleidelijk aan groeide er een band met de vroegere buurvrouw en maakten
de buurvrouw en Martinique afspraken wanneer zij elkaar weer zouden zien. De
ontmoetingen met haar waren voor Martinique een soort ‘brug’ naar zijn moeder
toe. Martinique ervoer hoe zijn leven langzaam aan in drieën werd verdeeld. De
herinnering aan zijn eigen moeder die hij niet kon vergeten, Lisette die hij om
de paar weken even zag en waarvan hij heel veel hield en zijn vroegere
‘buurvrouw’ die een emotionele verbinding vormde naar zijn eigen moeder. Het
jonge leven van Martinique schreed op deze manier langzaam voort tot het moment
dat er opnieuw een catastrofe in zijn leven plaatsvond. Een paar jaar later,
hij was inmiddels acht jaar, werd ook de vroegere buurvrouw door de Revolutionairen
opgepakt, omdat zij net als zijn eigen moeder verdacht werd tot de rechtse
bourgeoisie te behoren. Ook deze lieve buurvrouw overleefde de arrestatie niet.
Toen Martinique van dit slechte nieuws hoorde, stortte hij voor de zoveelste
keer in en was hij ontroostbaar. Nu had hij alleen nog maar Lisette en haar
moeder, waarvan Lisette toch wel de belangrijkste was. Maar desondanks ging het
leven door en kwam Martinique geleidelijk aan uit deze crisis. Hij begon steeds
meer uit te kijken naar de momenten dat Lisette thuis kwam, al was het telkens
maar voor heel kort. Deze momenten waren voor hem ontzettend belangrijk en
betekenden erg veel voor hem. Martinique leefde dagelijks eigenlijk als een
automaat. Zonder al teveel na te denken deed hij plichtsgetrouw zijn dagelijkse
bezigheden, die van hem verlangd werden. De weken, maanden en jaren verstreken
en het werd het jaar 1808. Keizer Napoleon Bonaparte zat al weer vier jaar na
zijn Kroning stevig in het zadel en voerde de ene oorlog na de andere oorlog.
Martinique gruwde van al dat geweld, hij was een erg gevoelige knaap van
zeventien en voelde zich erg kwetsbaar in de harde maatschappij waarin hij
leefde. Hij zag er tegenop om opgeroepen te worden in het leger te moeten gaan.
Ofschoon het een beroepsleger was, was men overal in Parijs druk bezig
jongemannen te ronselen. Hij voelde druk om ook geronseld te worden heel erg en
dat gruwde hem met afgrijzen. Doordat Martinique in een eenvoudig milieu was
opgegroeid, had hij niet de kans gekregen om te studeren en om via een hogere
studie aan bijvoorbeeld de Sorbonne, het leger te ontlopen. Hij deed allerlei
ambachtelijke klusjes bij kleine bedrijfjes in de buurt, maar vond dat hijzelf
veel meer in zijn mars had dan al dat eenvoudige werk. Hij voelde zich erg
geremd in zijn ontplooiingsmogelijkheden en vond zichzelf sterk
ondergewaardeerd.
Vervolg in deel 2
Geen opmerkingen:
Een reactie posten