woensdag 16 februari 2011

Wat houdt reincarnatie precies in?

Helaas ontkent een groot deel van onze samenleving nog steeds een geloof in reincarnatie.

Reincarnatie ligt echter ten grondslag aan ons leven.

Reïncarnatie.
Reïncarnatie betekent letterlijk ‘wedergeboorte in het vlees’, ofwel ‘opnieuw bezield in een menselijk lichaam’. Deze leer verkondigt dat de ‘ziel of het geestelijk wezen’ van de mens na de dood niet verdwijnt, maar in een volgend leven opnieuw in een lichaam geboren wordt. Het idee van reïncarnatie bestond al duizenden jaren voor onze jaartelling en komt in diverse religies en culturen over de hele wereld voor. Het huidige christendom wijst het idee af, maar in het vroege christendom was de reïncarnatieleer wel degelijk in de geschriften beschreven. Bij het vijfde kerkelijke concilie van Constantinopel in het jaar 553 na Chr., werd om toenmalige ‘theocratische’ redenen de reïncarnatieleer geschrapt in de heilige geschriften. Sindsdien is de reïncarnatieleer tot op de dag van vandaag omstreden en door een groot deel van de mensheid nog steeds niet geaccepteerd.

Het doel van reïncarnatie.
Wat men vaak wel accepteert, is het feit dat de mens over een ‘ziel’, in welke hoedanigheid dan ook beschikt. Vanuit esoterisch standpunt beschouwd, hunkert de ‘ziel’, die daadwerkelijk bestaat, naar vervolmaking van zijn eigen wezen en naar uiteindelijke ‘bevrijding’ uit de stof. Dit is namelijk het ‘transformatieproces’ waar wij allen mee te maken hebben. Reïncarnatie betekent dat de ziel steeds weer opnieuw blijft incarneren met als doel via ‘stoffelijke manifestatie’ vervolmaking van het eigen ‘wezen’ te bereiken. Het doel is om in opeenvolgende levens, door opgedane kennis en ervaring, zoveel ‘bewustwording’ te ontwikkelen, dat men uiteindelijk over een ‘totaalbewustzijn’ gaat beschikken. Zodat men zijn eigen ‘onwetendheid’ ontstijgt en de ‘reïncarnatiecyclus’ niet meer nodig heeft. Het opnieuw reïncarneren neemt evenwel heel veel levens in beslag. De gemiddelde mens heeft doorgaans duizenden levens nodig, om aan de ‘reïncarnatiecyclus’ te kunnen ontstijgen en ‘geestelijk’ verder te kunnen groeien in de hogere ‘bewustzijnsniveaus’ van de Geestelijke Wereld.

Het ‘heengaan’.
Tussen elk leven in bevindt de ‘ziel’ of de ‘geestelijke entiteit’, zich een korte of langere tijd in de Geestelijk Wereld. De duur ervan verschilt, naar gelang de tijd die men op Aarde heeft geleefd en de ontwikkeling die men in het Aardse leven heeft doorgemaakt. De tijdsduur valt moeilijk te bepalen, maar om niet teveel ‘vervreemd’ te raken van de fysieke wereld op Aarde, is aan de duur ervan wel enige beperkingen verbonden. Aangenomen wordt, dat het verblijf in de Geestelijke Wereld doorgaans (uitzonderingen daargelaten) geen honderd jaar duurt. In extreme situaties kan het verblijf zelfs buitengewoon kort zijn, hetgeen een onderstaand voorbeeld laat zien *. Op natuurlijke wijze trekt aan het eind van het leven, de ‘ziel’ zich terug uit het 'grofstoffelijke lichaam. Het ‘bewustzijn van de betrokkene bevindt zich dan eerst nog in een ‘etherisch fijnstoffelijk’ lichaam, dat al vrij snel nadat de dood is ingetreden wordt afgelegd. De ‘deeltjes’ van waaruit het etherisch lichaam is opgebouwd, stromen dan terug in de ons omringende ‘oceaan van levensenergie’. Na het heengaan verblijft de betrokkene of in dit geval de 'entiteit' in één van de ‘geestelijke gebieden’, die het meest overeenkomt met het punt van ontwikkeling die de persoon in kwestie, in het leven op Aarde heeft gehad. Ofwel de ‘geestelijke ontwikkeling’ die jezelf vertegenwoordigt, bepaalt in belangrijke mate waar je in de Geestelijke Wereld in terecht komt.

De Geestelijke Wereld.
In de Geestelijk Wereld wordt het ‘waarnemingsvermogen’ direct bevrijd van het ‘aardse’ denkproces. Alle kennis en ervaring kan rechtstreeks ‘gezien, gehoord en gevoeld’ worden. De persoon in kwestie blijft evenwel dezelfde en de herinnering aan het voorbije leven blijft bij de betrokkene volledig aanwezig. Al naar gelang de ‘wereld’ waar men in terecht komt, is er een ogenblikkelijke gewaarwording van ‘kennis, schoonheid en vreugde’, die we in de fysieke wereld op Aarde niet kennen. Een ieder die heengaat ondervindt een periode van ‘gewenning en bezinning’ in een omgeving, die men in de esoterie als het ‘Morgenland’ beschrijft. Na deze periode betreedt men de ‘geestelijke niveaus’ in het ‘Zomerland’. Gedurende de tijd dat men hier verblijft ‘evalueert’ men het voorbije leven, neemt men uitgebreid kennis van alle voorgaande levens en leert men het ‘nut en de betekenis’ van al deze levens te doorzien. Tevens leert men ook de ‘verbanden’ tussen de verschillende levens onderling te zien en te doorgronden. Zodat men uit vorige levens ‘lering’ kan trekken ter voorbereiding op een volgend leven, dat men tezamen met ‘geestelijke begeleiders’, na een bepaalde tijd langzaamaan gaat voorbereiden. Overigens kent het ‘Morgen en Zomerland’ tezamen, zeven opeenvolgende geestelijke niveaus (gebieden) van ‘bewustzijn’, waarin men zich ‘geestelijk’ steeds verder kan ontwikkelen. Boven het ‘Zomerland’ bestaan dan ook nog de ‘Mentale gebieden’, waarin men naar geestelijk ‘Meesterschap’ toegroeit. Deze niveaus van ‘bewustzijn’ betreedt men doorgaans als men de ‘reïncarnatiecyclus’ al heeft beëindigd.

Als voorbeeld van reïncarnatie kan in het navolgende verhaal een ‘opmerkelijke situatie’ in Engeland worden aangehaald *.

Op 5 mei 1957 verongelukten in de plaats Hexham, Engeland, de zusjes Joanna en Jacqueline Pollock samen met een vriendje. Joanna was 11 jaar en Jacqueline 6 jaar. De drie kinderen waren op weg naar Saint Mary’s Church van Hexham toen ze alle drie door een auto gegrepen werden. De zusjes waren direct op slag dood, hun vriendje Anthony overleed kort daarna in het ziekenhuis. Het jaar daarop, op 4 oktober 1958, werd in het gezin John en Florence Pollock (de ouders van de verongelukte meisjes) een ééneiige tweeling geboren: twee meisjes met de namen Jennifer en Gillian. Jennifer had bij haar geboorte een dunne witte streep op haar voorhoofd, precies op de plaats waar Jacqueline een litteken had gehad met exact dezelfde afmetingen. Bovendien had zij op haar linkerheup een bruine moedervlek van dezelfde grootte en op exact dezelfde plaats als waar Jacqueline er een had gehad. Vier maanden na hun geboorte verhuisde het gezin Pollock naar Whitley Bay, eveneens gelegen in Northumberland. Toen de meisjes een jaar of drie waren, gingen ze voor het eerst terug naar Hexham. Daar aangekomen bleken de meisjes de plaats goed te kennen. Zo konden zij de school en het speelplein beschrijven terwijl zij daar nooit geweest waren. Ook herkenden zij spontaan het huis en de omgeving waar zij als Joanna en Jacqueline geleefd hadden. Verder konden zij nog een heleboel details herinneren uit hun vorige leven als Joanna en Jacqueline. Het speelgoed en de poppen die de verongelukte kinderen hadden gehad en die de Pollocks bewaard hadden herkenden de meisjes perfect en verdeelden de poppen precies zoals Joanne en Jacqueline ermee gespeeld hadden. Van de poppen konden zij zelfs de namen nog herinneren. Ook het ongeluk kwam bij de meisjes naar boven en herinnerden zij zich beiden het voorval. De meisjes speelden het ongeluk soms na en beschreven daarbij ook exact de verwondingen die Joanna en Jacqueline hadden gehad.

Aldus opgetekend door Professor Ian Stevenson. Psychiater en verbonden aan de universiteit van Viginia U.S.A. Hij is één van de belangrijkste onderzoekers over reïncarnatie in de hedendaagse tijd. Hij onderzocht gedurende 40 jaar 2500 gevallen wereldwijd, van vermoedelijke reïncarnatie. Zoals dit verhaal uit Engeland zijn er zoals gezegd, in alle landen en culturen ter wereld eindeloos veel voorbeelden van vermoedelijke reïncarnatie naar boven gekomen. Verhalen die tot op heden naar voren blijven komen. Situaties als in het verhaal van Engeland, waarin reïncarnatie zeer snel na het overlijden weer plaatsvindt, heeft uiteraard te maken met de zeer korte en abrupt afgebroken levens van de meisjes Pollock. Bij levens die op Aarde heel lang verlopen en op natuurlijke wijze beëindigd worden, is de noodzaak tot reïncarnatie lang niet zo vlug aanwezig. Bij deze mensen vindt een uitgebreide periode van ‘bezinning, evaluatie en contemplatie’ plaats. Dit ter voorbereiding op een volgend leven, dat op grond van het 'levenskarma' en met een ander thema, op ‘logische en zinvolle’ wijze dient aan te sluiten op de voorgaande levens. Zodat er in het volgende leven duidelijk van 'groei en bewustwording' sprake kan zijn.

Reincarnatie is een natuurlijke levenscyclus waaraan de mens gebonden is.
Zolang de mensheid bestaat is er altijd een geloof geweest in een 'leven na dit leven' en in de mogelijkheid in een nieuw lichaam weder te keren, opdat er van verdere 'groei' sprake kan zijn. Door religieuze en rationele overwegingen heeft men op een gegeven moment dit 'idee' of liever gezegd dit 'innerlijk besef' laten varen. Inmiddels is men dermate gehecht geworden aan de fysieke wereld waarin wij leven, dat aan het natuurlijke gegeven van 'wedergeboorte' helaas geen waarde meer wordt toegekend.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten