Wat eerder
al gepubliceerd is.
Om de
Engelen en de hiërarchie hiervan te kunnen begrijpen is het belangrijk om te
weten wat in essentie God inhoudt. Daar is eerder op deze Blog het volgende
over geschreven. God is het absolute ‘Zijn’, iets wat
er ‘Is’, wat er altijd al ‘Was’ en wat er altijd zal ‘Zijn’. Het is een ‘Zijn’,
een aanwezigheid in de gehele Kosmos, dat uit 'bewustzijn en energie' bestaat.
Het ‘Zijn’ van God of beter gezegd de Albron, is een oneindige bron van
'levensenergie' neutraal van aard en voortdurend in ‘wording’, dat zichzelf
‘voedt’ vanuit alle dimensies die er in de Kosmos bestaan. De Albron voedt
zichzelf met ‘bewustwording’ en wordt zodoende op alle niveaus een steeds
grotere bron van energie. Door zijn neutrale aard is de Albron volstrekt zonder
enig 'oordeel' en vertegenwoordigt de Albron de onbaatzuchtige 'Liefde' in de
meest letterlijke zin van het woord. Voor de Albron is 'liefde' dan ook de daad
van het altijd blijven geven, zonder dat daaraan een oordeel in welke vorm dan
ook, aan ten grondslag ligt. Het samenspel van 'krachten' op verschillende
niveaus maakt hoe complex de Albron werkt vanuit het ‘Kosmisch hart’. Het
‘Kosmisch hart’ dat als Albron existeert. De Albron is in essentie een altijd
aanwezige werkelijkheid, bestaande uit oneindig veel 'energiefrequenties',
frequenties die zich op elk niveau en in elk aspect van de schepping, inclusief
onszelf manifesteert. Daarom moet de Albron ook niet als persoon worden gezien.
God of de Albron als persoon, zoals de mens zich dat voorstelt, heeft nooit
geëxisteerd en zal nooit als zodanig existeren.
Engelen.
De Engelen en de hiërarchieën van Engelen,
die allemaal hun eigen taken hebben naar aard en naar individuele ontwikkeling
zijn de scheppers van het heelal en van de schepping in zijn geheel. De Engelenhiërarchie
is een deel van de Albron, die zijn ontwikkeling en groei niet via de Aarde
doorleeft, maar waarvan hun zogenoemde ‘Deva-evolutie’ wel parallel loopt aan
die van de mens. Zij werken mee om de kosmische energie te laten doorstromen in
al de structuren van de schepping, niet alleen van de Aarde, maar naar de
gehele kosmos. Een mens, hoe hoog en groot hij ook ‘verlicht’ mag zijn en hoe
groot zijn geestelijke uitstraling ook mag zijn, zal nimmer een Engel kunnen
worden. Een mens zal vanuit zijn mentale energie hooguit als een begeleidende
intelligentie (gids) in de Geestelijke Wereld kunnen existeren, of in de loop
van zijn eigen geestelijke evolutie op termijn een ‘Meester van Wijsheid’
(Geestelijke Meester) kunnen worden. Om eventueel daarna zijn kosmische weg in
het universum verder te kunnen vervolgen. Engelen en Geestelijke Meesters
werken in de Geestelijke Wereld intensief samen om de schepping in het
universum verder te vervolmaken. De Engelenhiërarchie bestaat in essentie uit
miljarden Engelen, die allemaal naar gelang de krachten die zij
vertegenwoordigen en de taken die zij individueel op zich hebben genomen, hun
eigen evolutie doorlopen. Alle Engelen zijn geboren in een vorig universum,
voortgekomen uit de scheppende kracht van de Albron en gevormd naar een beeld.
Een beeld dat zichzelf vormt en kan wijzigen op de manier zoals een Engel
zichzelf op dat moment tot uitdrukking wil brengen. Engelen manifesteren zich
vanuit hun eigen energiefrequentie (welk principe eveneens voor de mens geldt)
en op een wijze zoals dat op dat moment het best geaccepteerd wordt.
Overeenkomend met de situatie waarin het op dat moment past.
Het ontstaan van de Engelen.
Ooit triljarden jaren geleden was er een
ander universum. Dat universum hield op te bestaan en ontstond er een enorme ‘Big
Bang’, een immens grote uitademing van kracht die de kosmos liet doorstromen
van energie, een energie met een geweldige scheppingskracht. Uit deze
scheppingskracht is de grote schare van Engelen ontstaan. Engelen die per
definitie geestelijk zijn en met scheppende krachten kunnen werken. Men zou
kunnen stellen dat de Engelen de ‘handen en voeten’ van de Albron (God) zijn.
Doch na deze grote ‘uitademing’ ontstond er weer een ‘inademing’ en kwam alles
weer samen in één punt. Een punt omgeven door Engelen, als een soort punt in
het niets, waarna vervolgens na een volgende ‘uitademing’ het universum werd
geboren dat men nu kent. Daarna hebben ook weer verschillende explosies en
implosies gedeelten van ons universum weer veranderd. Concreet gesteld is ons
universum uit verschillende opeenvolgende grote en kleine ‘Big Bangs’
voortgekomen. Dit alles is uiteindelijk geleid en begeleid geweest door de
Engelen. Engelen die bij de eerste grote ‘uitademing’ door de Albron waren geschapen
en de taak hadden gekregen het universum verder te vormen zoals men het nu kent.
De mens lijkt veel op de Engelen in hun manifestatie. De mens is naar
gelijkenis van de Engel gecreëerd en zo handelt ook de mens. De mens ‘zaait,
begeleidt, kweekt, veredelt, vormt en bouwt’. De mens staat het dichts bij de
Engelen en lijkt er het meest op in zijn manifestatie.
Werkzaamheid.
De taak van de Engelen is per definitie
scheppend van aard en nog steeds wordt er geschapen vanuit oeroude krachten en
niet alleen op de Aarde. Maar ook op andere planeten en in andere zonnestelsels
wordt voortdurend leven gecreëerd. Op Aarde zijn veel mutaties die ook weer
nieuwe creaties zijn, men vindt deze in oceanen, in oerwouden en in
onherbergzame gebieden op Aarde. Af en toe worden zij ontdekt en denken
wetenschappers dat dat nog onontdekte dier- of plantensoorten zijn. Hetgeen
soms waar is, maar in veel gevallen ook nieuwe mutaties blijken te zijn. En zo
zijn er miljarden Engelen, ontelbare krachten die ooit zijn gecreëerd in een
eerder universum en die steeds verder gaan in hun eigen scheppingsprocessen.
Steeds verfijnder, steeds beter en steeds meer in harmonie met al datgene wat
reeds geschapen is. Zo zijn er dus vele Engelen die overal in de kosmos
scheppend bezig zijn, maar er zijn er ook velen die intensief begeleidend zijn.
Soms ook voor bepaalde processen op Aarde. Soms ook voor mensen die op
wereldniveau belangrijke sleutelposities bekleden. Dit om zo mogelijk bij te
sturen in inspiratie en in inzicht, maar altijd vanuit de eigen ‘vrije wil’. De
Engelen begeleiden binnen het kader van de geestelijke Wet die er in de kosmos
geldt, voor zover mogelijk ook het ‘wereldkarma’ ofwel de grotere processen op
Aarde. Maar alles weer vanuit de inspiratie en de eigen ‘vrije wil’. Voor kleinere processen op het niveau van het
‘landskarma, volkeren karma of het groepskarma’ zijn de vele Geestelijke
Meesters begeleidend actief. Geestelijke Meesters of ‘Meesters van Wijsheid’
die op dat niveau intensief met de Engelen samenwerken. Geestelijke Meesters
die zelf ook ooit mensen waren, maar die hun incarnatiecyclus al doorlopen
hebben en uiteindelijk zijn geëvolueerd tot in de hoogste bewustzijnslagen van
de Geestelijke Wereld. Het karmische proces van de Aarde met alles wat erop plaatsvindt,
is oneindig complex en ook dat wordt voor zover het in hun vermogen ligt
begeleid door de Engelen. Daadwerkelijk ingrijpen mag men niet, alles is
gebonden aan de kosmische Wet van de eigen ‘vrije wil’, die er voor de mensheid
geldt. En juist door deze ‘vrije wil’ neemt onze planeet een unieke plaats in
binnen de planetaire constellaties in ons universum. Maar uiteindelijk komt
alles neer op ‘bewustwording’. De Aarde zal een betere plek kunnen worden door
meer ‘bewustzijn’. Naarmate de mens bewuster is, zal hij minder kwaad gaan doen
en zal hij zuiverder zijn, zal hij anderen minder schaden en zal het
‘groeiproces’ van de mensheid versnellen.
De ‘gevallen Engelen’.
Zoals gesteld is de mens gecreëerd naar
het beeld van de Engel. Zoals in de Bijbel geschreven staat is de mens door God
geschapen naar zijn gelijkenis. Doch God dient niet als persoon gezien te
worden en daarvoor heeft God of de goddelijke Albron (kosmisch bewustzijn), de
Engel geschapen. De Engel die als ‘handen en voeten’ van de Albron fungeert. Vervolgens
heeft de Engel de mens geschapen naar zijn beeltenis. De mens staat daardoor
het dichts bij de Engelen en lijkt er het meest op in zijn manifestatie. Veel
Engelen vonden in het vroegst van hun schepping de menselijke creatie zo mooi
en als experiment zo goed gelukt, dat zij de mensheid wilden bezitten. Er als
het ware één mee wilden zijn. En dat is de reden dat een klein deel van de
Engelen destijds verstrikt is geraakt aan de materie. Dat zij als het ware
‘verslaafd’ zijn geraakt aan hun eigen schepping en daardoor niet meer in het
geestelijk ‘Licht’ van waaruit zij voortkwamen konden verkeren. Maar aan de
Aarde en de fysieke wereld die zij geschapen hadden verbonden bleven. Daardoor
is er nog steeds een kleine groep Engelen die van mening is dat de Aarde hun
bezit is. Zij vinden dat alles wat op de Aarde leeft van hen is en niet zijn
eigen ontwikkeling mag doorlopen. Dat de mens in tegenstelling tot de
geestelijke Wet die er in de kosmos geldt, niet daadwerkelijk vrij mag zijn,
maar horig is aan zijn scheppers. Deze groep Engelen staan bekend als de
‘gevallen Engelen’, die in de Geestelijke Wereld bekend staan als de ‘Meesters
van het kwaad’. Of ook wel als de ‘broeders van de schaduw’ omdat zij het
schaduwrijk beheersen, deze in stand houden en zich voortdurend afzetten tegen
het ‘Licht’. Deze groep Engelen zijn uit zichzelf uit de ‘kosmische verbinding’
gestapt. Uit de gemeenschap van Engelen die wel in het ‘Licht’ zijn, die wel de
‘vrije wil’ van de mens respecteren en die wel de begeleiding van de mensheid
in vrijheid hanteren. De ‘gevallen Engelen’ hebben zich daarvan losgemaakt en
zijn in feite tegen de ‘code’ die destijds door de overgrote meerderheid van de
Engelen is afgesproken. De ‘code’ dat alles wat geschapen is en geschapen
wordt, op welke planeet in het universum dan ook, in zijn eigen
verantwoordelijkheid en ontwikkeling moet kunnen voorzien en nooit als het
bezit van de schepper mag worden beschouwd.
De plaats die de Engelen in het ‘Licht’ innemen.
De plaats die de Engelen in het ‘Licht’ innemen
is zogezegd op het allerhoogste niveau in de Geestelijke Wereld. In feite zijn
de Engelen de directe ‘bestuurders’ van de geestelijke hiërarchieën, in die zin
dat zij direct invloed uitoefenen vanuit de ‘top van de piramide’ en zodoende
naar beneden werken. Maar ook Engelen hebben verschillende taken en
verschillende mogelijkheden waarbij ze op verschillende niveaus zijn ingezet. De
Engelen hebben naar de mensen toe doorgaans een zeer geringe werking. In die
zin dat zij zich moeilijk en slechts heel sporadisch aan de mens kunnen
manifesteren, omdat hun uitstraling zo overweldigend en sterk is dat veel
mensen alleen al hun uitstraling niet kunnen verdragen. Veel mensen zijn niet
toe aan een manifestatie van deze Engelenkrachten. De zeer krachtige
aanwezigheid van een Engel in een ruimte waar een mens verkeert, kan in bepaalde
gevallen al de dood van een menselijk wezen tot gevolg hebben. Daarom vindt het
directe contact met de Engelen ook doorgaans plaats in de hogere regionen van
het ‘Licht’ en slechts sporadisch in de directe aanwezigheid van een menselijk
persoon op Aarde. Omdat de Geestelijke Wereld naar energiefrequenties
‘hiërarchisch’ is opgebouwd, zijn het in de hogere bewustzijnslagen van het
‘Licht’ juist de ‘Geestelijke Meesters’ die het meeste samenwerken met de
Engelen. De communicatie met de Engelen geschiedt zoals overal in het ‘Licht’ via
gedachtekracht, aangezien op deze frequenties de menselijke spraak geen functie
meer heeft. Daarentegen klinken de gedachten tezamen met de beelden en de
gevoelens, die uitgezonden worden wel als ‘klanken’. De communicatie met de
Engelen gebeurt op een klankvolle wijze die als zeer melodieus omschreven moet
worden*. De gedachten vloeien als het ware als een melodieus lied met beelden
en gevoelens over en weer. De Geestelijke Meesters kunnen zowel op dezelfde
melodieuze wijze communiceren met de Engelen als in menselijk stemgeluid met de
mensen op Aarde, wat de Engelen moeilijk afgaat. Daardoor zijn juist de
Geestelijke Meesters, die zelf ook ooit mensen waren, het meest geschikt als middelaars naar de
mens. De Engelen in hun hoogste vorm zullen dat minder goed kunnen. Zij zullen
alleen in bijzondere gevallen die mensen kunnen bereiken die al op een zeer
hoog evolutieniveau zijn gekomen. Maar op dat niveau verkeren echter erg weinig
mensen.
Communicatie.
De Geestelijke Meesters zijn als
middelaars tussen de Engelen en de mens in staat om de frequentie die de
Engelen uitzenden over te dragen naar de mens. Dat gaat dan als volgt: ‘een
Engel richt vanuit zijn gedachtekracht een bepaalde frequentie naar de
Geestelijke Meesters en die dragen deze frequentie, deze melodieuze klank met
de bijbehorende intenties over naar de mens’. Dit voelt men dan als een
bepaalde ‘energie’ in de sfeer om hen heen of in de geest. Men voelt dan opeens
een bepaalde emotie of een bepaalde gevoeligheid in de vorm van ‘vreugde, van
blijdschap’ of iets dergelijks. Men geraakt in een andere stemming, men voelt
opeens duidelijk een andere sfeer. Deze andere sfeer is dan afkomstig vanaf de
hoogste frequenties in het ‘Licht’. De Geestelijke Meesters zijn natuurlijk
zelf ook in staat een bepaalde sfeer te beïnvloeden, maar dat gebeurt dan weer
op een andere wijze dan de Engelen dat doen. Meer in direct contact met de mens
door bijvoorbeeld ‘inspiratie, ingeving of via een medium’.
Beschermengel of gids.
Wanneer de mens, zowel in oude tijden als
in de huidige tijd een verschijning ziet die lichtgevend is, heeft men vaak de
gedachte gehad dat dit Engelen zijn of waren. Maar in verreweg de meeste
gevallen is dit een begeleidende intelligentie of een intelligentie van een
andere orde, die probeert met mensen contact te leggen. Dat door de mensen een
dergelijke uitstraling wordt aangezien voor Engelen, heeft meer met de
christelijke religie of met andere religieuze levensbeschouwingen te maken. Deze
zogenaamde Engelen zijn vrijwel altijd begeleidende intelligenties of ook wel beschermengelen
of gidsen genoemd. Dit om reden dat een echte Engel zich slechts in zeer
uitzonderlijke situaties aan een daarvoor geschikt persoon kan manifesteren. Ieder
mens heeft namelijk een geestelijke gids, een begeleidende intelligentie of zo
u wilt een ‘beschermengel’, een kracht die een persoon al bij de incarnatie
heeft bijgestaan in keuze en mogelijkheden en die de persoon in kwestie zijn of
haar hele leven gaat begeleiden. Bij hogere levenstaken zou naast de eigen gids
eventueel ook nog een andere intelligentie toegevoegd kunnen worden naar
mogelijkheden en naar taakstelling. Maar contact met de eigen oorspronkelijke gids
blijft primair altijd aanwezig. Onlosmakelijk is iedereen op een hoger
geestelijk niveau altijd verbonden met de eigen gids, maar deze onlosmakelijke
verbinding houdt niet vanzelfsprekend in, dat de gids datgene voor de persoon
kan doen wat men zelf niet kan doen. De eigen gids is niet in staat een
gedeelte van het te begeleiden leven over te nemen of mede te gaan doorleven.
De eigen gids zal nimmer concreet laten weten wat men doen of laten moet, maar
de gids zal wel naar vermogen de ander inspireren tot het juiste inzicht. Of
deze inspiratie wordt ‘opgepikt’ door de betreffende persoon is een tweede.
Soms komt de ingeving wel door maar rationaliseert men het weg en zegt men
naderhand, had ik toch maar geluisterd naar mijn eerste ingeving, want dat was
toch het beste geweest. Goed ‘luisteren’ naar het eigen gevoel is heel erg
belangrijk maar wel het aller moeilijkste in het leven van de mens. De eigen
gids kent de ‘karmische’ weg van de persoon in kwestie en zal dienaangaande zo
goed mogelijk inspireren, maar nooit opleggen welke keuzes er gemaakt moeten
worden. Dit in verband met de eigen ‘vrije wil’ en de ontwikkeling die de
persoon in kwestie zelf door moet maken.
Dolende krachten.
Dat de mens soms om redenen een sterker
contact met zijn persoonlijke gids wil hebben, heeft veelal te maken met het
‘ego’ van de mens zelf. De mens stelt zich voor dat hij door bepaalde
technieken of bepaalde informaties de eigen ‘karmische weg’ in het leven kan bepalen
of kan wijzigen. Deze min of meer overmoedige houding maakt dat men op een
gegeven moment nauwelijks meer contact kan hebben met de eigen gids, maar
tijdens de zoektocht mogelijk wel met dolende entiteiten. Entiteiten die zich
graag uit willen geven voor ‘gids, beschermengel of als boodschapper’. De
dolende krachten stellen zich graag op tussen de gids en de betreffende
persoon. De persoon in kwestie krijgt dan bepaalde opdrachten van de zogenaamde
gids en in die zin wordt zijn leven dan bepaald door gidsen die in feite geen
gidsen zijn, maar slechts entiteiten die in de astrale wereld thuishoren en op
die manier de mens willen misleiden. Het uitgangspunt is verkeerd. Het ‘ego’
wenst een bijna tastbaar contact met de eigen gids. Dit soort verlangen trekt
dan in bepaalde situaties ‘dolende’ krachten aan die zich in principe graag
voor positieve ‘gidsen’ uitgeven. Indien een gids daadwerkelijk contact met
zijn te begeleiden persoon wil hebben, dan zal de eigen gids daar zelf wel voor
kiezen. De gids zal dan zelf bepaalde wegen kiezen waardoor dat contact op een
zuivere manier plaats kan vinden. Men
begrijpt dat dit verlangen naar contact en de zoektocht ernaar in de basis al
een verkeerd element in zich heeft. Mensen die zich laten leiden door bepaalde
‘gidsensessies’, dwalen zeer en bereiken vaak het tegenovergestelde. Maar
indien men zich daarentegen door meditatie openstelt, men zich vanuit een
meditatieve gevoeligheid openstelt voor de mogelijkheid contact met de eigen
gids te kunnen krijgen, zonder de dwangmatigheid dit ook perse af te willen
dwingen, dan pas zou het juiste contact wel tot stand gebracht kunnen worden.
Maar dan nog zou de eigen gids de noodzaak voor contact ook zelf in moeten zien
en een bepaalde ‘boodschap’ door willen geven.
*Zie
tevens het artikel over de ‘zesde sfeer van Licht (de muzieksfeer)’ op deze
Blog. Zie eveneens de ‘vierde sfeer van
Licht’, over hoe communicatie in de Geestelijke Wereld verloopt. Zie tevens de
verhalen over ‘de Hemel bestaat’, waarin over communicatie en over ‘Engelenzang’
gesproken wordt. Zie ook de artikelen over de ‘zeven niveaus van bewustzijn’
waarin over dezelfde aspecten gesproken wordt.
Inspiratie: Par Lanto.
Inspiratie: Par Lanto.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten