Om het geestelijk proces van de ‘indaling’ van een nieuw leven (de ziel) in de moederschoot volledig te kunnen begrijpen, dient alvorens dit uitgebreid uiteengezet kan worden, het fysieke proces van het nieuw te vormen menselijk leven eerst nader belicht te worden, wat in het onderstaande als volgt tot uitdrukking komt:
Het fysieke
proces van de zwangerschap.
Vroeger
kwamen de kinderen ‘vanzelf’, tegenwoordig bepalen de aanstaande ouders steeds
vaker wanneer zij de tijd rijp achten om aan kinderen te beginnen. Soms worden
de aanstaande ouders direct op hun wensen bediend en soms duurt het wat langer.
Maar dan is het belangrijke moment gekomen, de vrouw is zwanger. Veel vrouwen
beleven vervolgens hun zwangerschap als een feest en lopen voortdurend met hun
hoofd in de wolken. Ook bij velen zonder klachten, blij en gelukkig met een
nieuw klein wezentje in hun buik. Verwachtingsvol uitkijkend naar het moment
van de bevalling. Maar tegelijkertijd komen er dan vaak ook andere gevoelens
naar boven. Twijfels over de gezondheid van de vrucht, angst voor de bevalling,
onzekerheid over de toekomst en het moederschap. Twijfel of angst is dan ook
niet vreemd. Bij de meeste aanstaande moeders zullen de verschillende gevoelens
elkaar vaak af gaan wisselen. Maar het is ook niet niks om een nieuw leven in
de moederschoot tot ontwikkeling te laten komen. De eerste drie maanden van de
zwangerschap ziet men aan de buitenkant vaak nog niets, maar binnen in de buik
gebeurt er des te meer. Veel vrouwen realiseren zich niet wat er dan allemaal
in hun lichaam gebeurt. In het kort zou dit gecompliceerde proces dan ook als
volgt beschreven kunnen worden. Vlak na de conceptie vindt de samensmelting
plaats van de mannelijke zaadcel met het eitje. De daaruit ontstane nieuwe eicel
bevat vervolgens een blauwdruk van het nieuw te vormen menselijk leven in de
vorm van totaal 69 chromosomen. Als de samensmelting heeft plaatsgevonden,
begint na ongeveer 12 uur de nieuwe cel zich te delen en te vermenigvuldigen.
Dit proces blijft zich herhalen en ondertussen ‘reizen’ deze cellen, zich al
vermenigvuldigend van de eileider naar de baarmoeder. Op de vierde dag zijn er
al meer dan honderd cellen die een ‘holle bal’ vormen. Na ongeveer zeven tot
negen dagen nestelt zich deze bal in de baarmoederwand en gaat een hormoon
produceren dat de eierstokken aanzet tot het maken van het hormoon
‘progesteron’. Dit hormoon maakt de ‘hypofyse’ alert op het feit dan de vrouw
zwanger is en dat de menstruatie stop gezet moet worden. Als het embryo
ongeveer twee weken oud is, gaan de cellen zich ontwikkelen om specifieke taken
te verrichten. Zij worden dan vervolgens het ‘vruchtvlies, het dooiervlies en
de placenta’. Het vruchtvlies wordt de beschermende zak om het embryo. Het
dooiervlies gaat de bloedcellen aanmaken en groeit uit tot het darmkanaal. De
placenta zorgt ervoor dat het bloed van de baby in contact komt met de
bloedsomloop van de moeder, zodat er zuurstof en voedsel opgenomen gaat worden
en afvalstoffen afgevoerd kunnen worden door de navelstreng, die een verbinding
maakt tussen het embryo en de placenta.
De weken
daarop.
In de derde
week begint zich het zenuwstelsel te ontwikkelen. Er ontstaan nu periodes dat
er elke minuut 250.000 zenuwcellen (neuronen) bijkomen. Bij de geboorte zijn
bijna alle miljarden neuronen aanwezig die een mens ooit zal hebben. De eerste
structuren waaruit de hersenen zich ontwikkelen ontstaan in de embryonale fase,
ofwel vanaf de derde week van de zwangerschap. Het embryo begint steeds sneller
te groeien en verandert van vorm. In deze tijd heeft zich ook een zeer klein
hartje gevormd dat zeer snel begint te kloppen. In de vierde week vormen zich
al de spieren, bloedvaten, organen, het darmkanaal en het kraakbeen. In de
vijfde week is het embryo ongeveer twee centimeter groot en vormen zich de
mond, ogen, neus en oren. De ledematen beginnen zich nu te vormen, het hoofdje
richt zich op, het embryo kan zich al bewegen en zijn de hersengolven al te
meten. In de zevende week is het embryo herkenbaar menselijk, een minuscuul
mensje met alles er op en eraan. Armpjes, beentjes, hoofdje met de
gelaatstrekken, zelfs de eerste tandjes worden aangemaakt in het gebied van de
kaak. Vanaf nu volgt de groei in grootte en de afwerking van de details. Vanaf
de achtste week heeft de baby in beginsel al alles ontwikkeld, wat hij of zij
in het komende leven nodig heeft. Het zwemt vrolijk rond in het vruchtwater.
Bij experimenteel onderzoek is aangetoond dat de foetus al armpjes en beentjes
kan bewegen en salto’s maakt in zijn onderwaterwereld. Vanaf de negende week
groeit de foetus flink door en volgens de nieuwste onderzoeken begint het al te
reageren op prikkels van buitenaf. Ook is gebleken dat in deze periode de
foetus gevoelig wordt voor pijn. Inmiddels heeft men aangetoond dat de foetus
in dit stadium al verder ontwikkeld is dan men dacht. De foetale
ontwikkelingsfase bestrijkt de periode tussen het begin van de negende week en
de geboorte van de baby. In deze foetale fase ontwikkelen met name de hersenen
en de daarmee verwante structuren zich nog verder. Aan het einde van de
neonatale ontwikkelingsfase ( de eerste vier weken na de geboorte van de baby),
zijn de hersenen grotendeels volgroeid. Een kind voelt al halverwege de foetale
fase in de baarmoeder al alle stemmingen en gevoelens van beide ouders. Deze
stemmingen kunnen bepalend zijn voor het gevoelsleven van het kind later in het
dagelijkse leven. Elk kind is een ziel waarop de moeder reeds tijdens de
zwangerschap gunstig kan inwerken, door harmonieuze gedachten en gevoelens en
een evenwichtige levenswijze. Deze magische invloed kunnen de ouders daarna
verder uitoefenen op de baby, als zij zich bewust zijn van diens gevoeligheid
voor de atmosfeer die ze rond zich scheppen. Tenslotte kunnen ouders en
opvoeders hun taak voortzetten door een levend voorbeeld te zijn en te blijven voor
hun kinderen.
Het
geestelijke groeiproces van een nieuw leven.
De
levensenergie (kosmische energie) van een te incarneren entiteit bevindt zich
vanaf het moment van de conceptie (vereniging van de zaad- en de eicel) in deze
twee cellen. Deze twee cellen worden vanaf dat moment geactiveerd door deze levengevende
energie, die vanuit de kosmische gebieden via het ‘Zilveren Koord’* van de
vrouw de bevruchte eicel bereikt. Als de conceptie heeft plaatsgevonden begint
na ongeveer 12 uur de eicel zich te delen en zich te vermenigvuldigen. Waarna
het proces al na enkele weken begint uit te groeien tot een volwaardig
embryonaal lichaampje. Dit lichaampje is na vijfweken al enkele centimeters
groot, vervolmaakt zich steeds meer en heeft vanaf het moment van conceptie al een
vorm van bewustzijn. Vanaf het moment van conceptie zijn de ziel en het zich te
vormen lichaampje al één. Zij zijn vanaf dat moment al verstrengeld. Gedurende
de zwangerschap vermengen alle aspecten van de ziel zich met het groeiende
bewustzijn. Waarbij de baby in ontwikkeling overigens gedurende de hele
zwangerschapstijd door het ‘Zilveren Koord’ van de moeder van levensenergie
wordt voorzien. Vanaf het moment van de eerste ademhaling treedt na de geboorte
direct het ‘Zilveren Koord’ van het kind in werking. De mens bestaat uit een
‘Godsvonk, Geest en de Ziel’*, vanaf het moment dat de Godsvonk zich van de
Albron afsplitst tot het moment dat de Geest na de incarnatiecyclus er weer in
terugkeert, is er sprake van 'bewustzijn'. Dit bewustzijn belevendigd al onze
fysieke en etherische lichamen, ook in de kosmische gebieden tussen de
verschillende levens in. Vanaf het eerste begin van de zwangerschap, vermengen
en vormen zich de lagere vier etherische lichamen. De drie hogere geestelijke
lichamen (te incarneren entiteit) zijn vanuit de kosmische gebieden, via het 'elektromagnetisch veld' (Aura) van het kindje in ontwikkeling, rechtstreeks verbonden met de
cellen die het kind beginnen te vormen.* Onze Aura, het elektromagnetisch
veld dat zowel het fysieke lichaam als de zeven etherische en geestelijke
lichamen omvat en in stand houdt, is al ’verankerd’ vanaf het moment van
conceptie en bevat een blauwdruk van ons komend levensplan. Het bevat
herinneringen en gegevens uit al onze voorgaande levens en ligt ten grondslag
aan het nog te vormen karakter. Met andere woorden, het ‘leven’ begint al vanaf
het moment van conceptie. Vanuit dit standpunt gezien is fysieke abortus in
zekere zin ook een spirituele abortus. Vanuit geestelijke standpunt gezien
leren de goddelijke wetten ons dat in wezen een kind nooit ongewenst is! Aan
alle zwangerschappen ligt een ‘karmisch plan’ (volgens de wet van oorzaak en
gevolg) ten grondslag. De komst van een kind betekent in alle gevallen ook
‘verwerking van levenskarma’ voor de ouders. Indien toekomstige ouders
weerstand bieden aan een naderende geboorte creëren zij een ingewikkelde
situatie, omdat dit kind om karmische redenen bij hen geboren moet worden. Is
het niet in dit leven dan is dat in een volgend leven. Bij een abortus ontzegt
men dus de komende ziel de kans om te leven en zich geestelijk te kunnen
ontwikkelen bij de desbetreffende ouder(s). En ontzeggen de ouders zichzelf een
deel van het uitgestippelde levensplan en de mogelijkheid om via deze ervaring zich
geestelijk te kunnen ontwikkelen.
Reeds lang
van tevoren bepaald.
Alle
geboortes die hier op aarde plaatsvinden gebeuren onder geestelijke leiding en
met ‘kosmische’ goedkeuring. Het ‘Plan van de Ziel’ is reeds lang voordat zo’n
ziel verwekt wordt, gemaakt in de geestelijke wereld. Ook zielen die met een
gehandicapt of onvolwaardig lichaam (in welke hoedanigheid dan ook) ter wereld
komen, is reeds lang van tevoren bepaald. Ook dit kan een karmische werking
zijn voor zowel de ouders als het kind. Een gehandicapt persoon hoeft niet
perse ongelukkig te zijn, door de beperking die deze ziel ervaart. Deze
beperking kan daarentegen zelfs leiden tot het verbeteren van andere
levenskwaliteiten. Het ‘Kosmisch Plan’ is voor velen niet te doorgronden, maar
geestelijk gezien ‘groots en veelomvattend’. Het leven bestaat uit ‘ketens van
vele levens en families’ en als men door abortus er een ‘schakel’ tussen uit
haalt, zal er op een andere wijze weer een ‘reconstructie’ in de tijd plaats
moeten vinden. Dit maakt uiteindelijk alles gecompliceerder. Abortus wordt door
de geestelijke wereld alleen getolereerd als het leven van de moeder gevaar
loopt. In alle andere gevallen zal deze daad al naar gelang de omstandigheden,
in ‘mindere of meerdere mate’ karmische gevolgen hebben voor zowel de moeder
als degenen die bij de daad betrokken zijn. Juist mensen die vaak onder
miserabele omstandigheden geboren worden, verheffen zich vaak en worden soms
leiders met sterke persoonlijkheden. Het zijn daarom ook vaak krachtige zielen
die de moeilijkste situaties uitzoeken! Maar uitzonderingen daar gelaten,
herinnert de mens zijn karmische achtergrond of zijn of haar vorige levens niet,
zodat we ‘open, fris en niet gehinderd door enige geestelijke ballast’ in een
nieuw leven van start kunnen gaan. Indien men zijn ‘karmisch plan’ van tevoren
al uitgebreid zou kennen, dan zou ons leven daar volledig door bepaald worden en
zou men proberen de moeilijke periodes in het leven uit de weg te gaan. Het is
juist een vorm van barmhartigheid dat wij niet weten wat er op ons levenspad
komt. Ieder mens dient uiteindelijk zelf zijn toekomst te bepalen, is daar zelf
verantwoordelijk voor en niemand kan tevoren volledig zijn of haar toekomst
zien.
Het
‘levenseinde en een nieuw begin’.
Velen zijn
bang voor de dood, bang om te sterven en het voorbije leven los te laten. Maar
iedereen weet dat dit onherroepelijk zal gebeuren, het is een van de weinige
zekerheden in het leven van de mens. In het oosten kent men de angst voor de
dood minder dan men dat in het westen doorgaans heeft. Daar zegt men: ‘we gaan
over van de ene vorm in de andere vorm en groeien op een ander niveau verder
wat onze ontwikkeling betreft’. Sommigen gaan dan ook vol blijdschap en met een
glimlach op de lippen heen, in vertrouwen dat alles weer goed komt. Verlost van
het aardse leven en blij dat men een nieuwe taak mag volbrengen. Sommigen
hebben de gave dat zij het sterven van een mens mogen waarnemen. Vanuit
helderziende waarneming ziet men dan het geestelijk lichaam langzaam uit het
stoffelijk lichaam opstijgen, terwijl het zich traag vanuit een horizontale
naar een meer verticale positie beweegt. Op een gegeven moment ontstaat er in
dat geestelijk opstijgend ‘voertuig’ een bepaalde trilling en is er voor de persoon in kwestie, het
‘bewustzijn’ dat het los is van het aardse bestaan. Het ‘Zilveren Koord’ knapt
en is er sprake van een nieuwe geboorte in de geest. Wat er zich nog aan
lichtende energie om het aardse lichaam bevindt, trekt samen en lost
uiteindelijk in de omgeving op. Wanneer een geestelijke entiteit vanuit de
‘kosmische gebieden’ in de Aura van de moeder daalt, dan voltrekt het proces
zich in omgekeerde richting. Lichtende energie neemt in omvang toe, de
uitstraling ervan wordt alsmaar helderder en uiteindelijk barst de Aura als de ‘schil
van een vrucht’ open. Op dat moment dringt de krachtige ‘energiecel van het te
incarneren ‘ego-bewustzijn’ door de buitenste rand van de Aura van de moeder
heen en daalt in de foetus die in ontwikkeling is. De lichtende energie puntjes
aan de binnenzijde van de Aura verdwijnen, de energie zakt als het ware weg.
Wat blijft, is de Aura van het kind binnen de grotere Aura van de moeder. Volgens
betrouwbare helderziende waarnemingen blijkt, dat gemiddeld genomen rond de
twintigste week er een lichtende ‘uitstralende’ Aura rond de foetus gaat ontstaan.
Een Aura met een eigen ‘karakter en uitstraling’. Rond deze tijd daalt de geest
ofwel het ‘ego-bewustzijn’ van de te incarneren persoonlijkheid in het foetuslichaampje.
Vanaf deze periode voelt de moeder in haar buik ook duidelijk leven. Het kindje
beweegt en trapt met zijn of haar voetjes. De zwangerschap is nu op de helft en
de foetus heeft gemiddeld genomen een lengte van ongeveer 25 centimeter. Vanaf
de 25 ste week ontwikkelen de hersenen zich in de komende periode nog sneller.
De baby kan nu licht en donker onderscheiden en geluiden horen. Er dringen
geluiden van de buitenwereld tot het kindje door, maar alles wordt gedempt door
het vruchtwater. Bovendien maken de ingewanden van de moeder veel lawaai. Maar
toch zal de baby ook na zijn geboorte nog geluiden herkennen die het kindje in
de baarmoeder heeft gehoord en daar rustig van worden. Geluiden als de stem,
haar hartslag, haar maag en darm geluiden etc.
In deel 2
zal verder in worden gegaan op de ‘indaling van de ziel in de moederschoot’.
Daarbij zal gebruik worden gemaakt van schematische tekeningen.
·
Zie
tevens de verhalen over de ‘Godsvonk, de Geest en de Ziel’, alsook over het
Zilveren Koord op deze Blog. Alsook het verhaal 'Kosmische dimensies deel 2', waarin het scheppingsproces uitgebreid wordt behandeld. En waarin de 'eenlijnigheid' van het hoogste geestelijke niveau tot aan het laagste niveau van 'vormmanifestatie' duidelijk naar voren komt.
Inspiratie: De leringen en visies van Meesters en Ingewijden, Monique Timmers. Helder zien, Herman Labruyere en Wim Gmelig Meijling. Het internet. En de kennis en het inzicht vanuit brede esoterische achtergrond.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten