zondag 9 februari 2014

De indaling van 'nieuw leven' in de moederschoot. Deel 1





Algemeen.

Om het geestelijk proces van de ‘indaling’ van een nieuw leven (de ziel) in de moederschoot volledig te kunnen begrijpen, dient alvorens dit uitgebreid uiteengezet kan worden, het fysieke proces van het nieuw te vormen menselijk leven eerst nader belicht te worden, wat in het onderstaande als volgt tot uitdrukking komt: 

Het fysieke proces van de zwangerschap.

Vroeger kwamen de kinderen ‘vanzelf’, tegenwoordig bepalen de aanstaande ouders steeds vaker wanneer zij de tijd rijp achten om aan kinderen te beginnen. Soms worden de aanstaande ouders direct op hun wensen bediend en soms duurt het wat langer. Maar dan is het belangrijke moment gekomen, de vrouw is zwanger. Veel vrouwen beleven vervolgens hun zwangerschap als een feest en lopen voortdurend met hun hoofd in de wolken. Ook bij velen zonder klachten, blij en gelukkig met een nieuw klein wezentje in hun buik. Verwachtingsvol uitkijkend naar het moment van de bevalling. Maar tegelijkertijd komen er dan vaak ook andere gevoelens naar boven. Twijfels over de gezondheid van de vrucht, angst voor de bevalling, onzekerheid over de toekomst en het moederschap. Twijfel of angst is dan ook niet vreemd. Bij de meeste aanstaande moeders zullen de verschillende gevoelens elkaar vaak af gaan wisselen. Maar het is ook niet niks om een nieuw leven in de moederschoot tot ontwikkeling te laten komen. De eerste drie maanden van de zwangerschap ziet men aan de buitenkant vaak nog niets, maar binnen in de buik gebeurt er des te meer. Veel vrouwen realiseren zich niet wat er dan allemaal in hun lichaam gebeurt. In het kort zou dit gecompliceerde proces dan ook als volgt beschreven kunnen worden. Vlak na de conceptie vindt de samensmelting plaats van de mannelijke zaadcel met het eitje. De daaruit ontstane nieuwe eicel bevat vervolgens een blauwdruk van het nieuw te vormen menselijk leven in de vorm van totaal 69 chromosomen. Als de samensmelting heeft plaatsgevonden, begint na ongeveer 12 uur de nieuwe cel zich te delen en te vermenigvuldigen. Dit proces blijft zich herhalen en ondertussen ‘reizen’ deze cellen, zich al vermenigvuldigend van de eileider naar de baarmoeder. Op de vierde dag zijn er al meer dan honderd cellen die een ‘holle bal’ vormen. Na ongeveer zeven tot negen dagen nestelt zich deze bal in de baarmoederwand en gaat een hormoon produceren dat de eierstokken aanzet tot het maken van het hormoon ‘progesteron’. Dit hormoon maakt de ‘hypofyse’ alert op het feit dan de vrouw zwanger is en dat de menstruatie stop gezet moet worden. Als het embryo ongeveer twee weken oud is, gaan de cellen zich ontwikkelen om specifieke taken te verrichten. Zij worden dan vervolgens het ‘vruchtvlies, het dooiervlies en de placenta’. Het vruchtvlies wordt de beschermende zak om het embryo. Het dooiervlies gaat de bloedcellen aanmaken en groeit uit tot het darmkanaal. De placenta zorgt ervoor dat het bloed van de baby in contact komt met de bloedsomloop van de moeder, zodat er zuurstof en voedsel opgenomen gaat worden en afvalstoffen afgevoerd kunnen worden door de navelstreng, die een verbinding maakt tussen het embryo en de placenta.  

De weken daarop.

In de derde week begint zich het zenuwstelsel te ontwikkelen. Er ontstaan nu periodes dat er elke minuut 250.000 zenuwcellen (neuronen) bijkomen. Bij de geboorte zijn bijna alle miljarden neuronen aanwezig die een mens ooit zal hebben. De eerste structuren waaruit de hersenen zich ontwikkelen ontstaan in de embryonale fase, ofwel vanaf de derde week van de zwangerschap. Het embryo begint steeds sneller te groeien en verandert van vorm. In deze tijd heeft zich ook een zeer klein hartje gevormd dat zeer snel begint te kloppen. In de vierde week vormen zich al de spieren, bloedvaten, organen, het darmkanaal en het kraakbeen. In de vijfde week is het embryo ongeveer twee centimeter groot en vormen zich de mond, ogen, neus en oren. De ledematen beginnen zich nu te vormen, het hoofdje richt zich op, het embryo kan zich al bewegen en zijn de hersengolven al te meten. In de zevende week is het embryo herkenbaar menselijk, een minuscuul mensje met alles er op en eraan. Armpjes, beentjes, hoofdje met de gelaatstrekken, zelfs de eerste tandjes worden aangemaakt in het gebied van de kaak. Vanaf nu volgt de groei in grootte en de afwerking van de details. Vanaf de achtste week heeft de baby in beginsel al alles ontwikkeld, wat hij of zij in het komende leven nodig heeft. Het zwemt vrolijk rond in het vruchtwater. Bij experimenteel onderzoek is aangetoond dat de foetus al armpjes en beentjes kan bewegen en salto’s maakt in zijn onderwaterwereld. Vanaf de negende week groeit de foetus flink door en volgens de nieuwste onderzoeken begint het al te reageren op prikkels van buitenaf. Ook is gebleken dat in deze periode de foetus gevoelig wordt voor pijn. Inmiddels heeft men aangetoond dat de foetus in dit stadium al verder ontwikkeld is dan men dacht. De foetale ontwikkelingsfase bestrijkt de periode tussen het begin van de negende week en de geboorte van de baby. In deze foetale fase ontwikkelen met name de hersenen en de daarmee verwante structuren zich nog verder. Aan het einde van de neonatale ontwikkelingsfase ( de eerste vier weken na de geboorte van de baby), zijn de hersenen grotendeels volgroeid. Een kind voelt al halverwege de foetale fase in de baarmoeder al alle stemmingen en gevoelens van beide ouders. Deze stemmingen kunnen bepalend zijn voor het gevoelsleven van het kind later in het dagelijkse leven. Elk kind is een ziel waarop de moeder reeds tijdens de zwangerschap gunstig kan inwerken, door harmonieuze gedachten en gevoelens en een evenwichtige levenswijze. Deze magische invloed kunnen de ouders daarna verder uitoefenen op de baby, als zij zich bewust zijn van diens gevoeligheid voor de atmosfeer die ze rond zich scheppen. Tenslotte kunnen ouders en opvoeders hun taak voortzetten door een levend voorbeeld te zijn en te blijven voor hun kinderen. 

Het geestelijke groeiproces van een nieuw leven.

De levensenergie (kosmische energie) van een te incarneren entiteit bevindt zich vanaf het moment van de conceptie (vereniging van de zaad- en de eicel) in deze twee cellen. Deze twee cellen worden vanaf dat moment geactiveerd door deze levengevende energie, die vanuit de kosmische gebieden via het ‘Zilveren Koord’* van de vrouw de bevruchte eicel bereikt. Als de conceptie heeft plaatsgevonden begint na ongeveer 12 uur de eicel zich te delen en zich te vermenigvuldigen. Waarna het proces al na enkele weken begint uit te groeien tot een volwaardig embryonaal lichaampje. Dit lichaampje is na vijfweken al enkele centimeters groot, vervolmaakt zich steeds meer en heeft vanaf het moment van conceptie al een vorm van bewustzijn. Vanaf het moment van conceptie zijn de ziel en het zich te vormen lichaampje al één. Zij zijn vanaf dat moment al verstrengeld. Gedurende de zwangerschap vermengen alle aspecten van de ziel zich met het groeiende bewustzijn. Waarbij de baby in ontwikkeling overigens gedurende de hele zwangerschapstijd door het ‘Zilveren Koord’ van de moeder van levensenergie wordt voorzien. Vanaf het moment van de eerste ademhaling treedt na de geboorte direct het ‘Zilveren Koord’ van het kind in werking. De mens bestaat uit een ‘Godsvonk, Geest en de Ziel’*, vanaf het moment dat de Godsvonk zich van de Albron afsplitst tot het moment dat de Geest na de incarnatiecyclus er weer in terugkeert, is er sprake van 'bewustzijn'. Dit bewustzijn belevendigd al onze fysieke en etherische lichamen, ook in de kosmische gebieden tussen de verschillende levens in. Vanaf het eerste begin van de zwangerschap, vermengen en vormen zich de lagere vier etherische lichamen. De drie hogere geestelijke lichamen (te incarneren entiteit) zijn vanuit de kosmische gebieden, via het 'elektromagnetisch veld' (Aura) van het kindje in ontwikkeling, rechtstreeks verbonden met de cellen die het kind beginnen te vormen.* Onze Aura, het elektromagnetisch veld dat zowel het fysieke lichaam als de zeven etherische en geestelijke lichamen omvat en in stand houdt, is al ’verankerd’ vanaf het moment van conceptie en bevat een blauwdruk van ons komend levensplan. Het bevat herinneringen en gegevens uit al onze voorgaande levens en ligt ten grondslag aan het nog te vormen karakter. Met andere woorden, het ‘leven’ begint al vanaf het moment van conceptie. Vanuit dit standpunt gezien is fysieke abortus in zekere zin ook een spirituele abortus. Vanuit geestelijke standpunt gezien leren de goddelijke wetten ons dat in wezen een kind nooit ongewenst is! Aan alle zwangerschappen ligt een ‘karmisch plan’ (volgens de wet van oorzaak en gevolg) ten grondslag. De komst van een kind betekent in alle gevallen ook ‘verwerking van levenskarma’ voor de ouders. Indien toekomstige ouders weerstand bieden aan een naderende geboorte creëren zij een ingewikkelde situatie, omdat dit kind om karmische redenen bij hen geboren moet worden. Is het niet in dit leven dan is dat in een volgend leven. Bij een abortus ontzegt men dus de komende ziel de kans om te leven en zich geestelijk te kunnen ontwikkelen bij de desbetreffende ouder(s). En ontzeggen de ouders zichzelf een deel van het uitgestippelde levensplan en de mogelijkheid om via deze ervaring zich geestelijk te kunnen ontwikkelen.

Reeds lang van tevoren bepaald.

Alle geboortes die hier op aarde plaatsvinden gebeuren onder geestelijke leiding en met ‘kosmische’ goedkeuring. Het ‘Plan van de Ziel’ is reeds lang voordat zo’n ziel verwekt wordt, gemaakt in de geestelijke wereld. Ook zielen die met een gehandicapt of onvolwaardig lichaam (in welke hoedanigheid dan ook) ter wereld komen, is reeds lang van tevoren bepaald. Ook dit kan een karmische werking zijn voor zowel de ouders als het kind. Een gehandicapt persoon hoeft niet perse ongelukkig te zijn, door de beperking die deze ziel ervaart. Deze beperking kan daarentegen zelfs leiden tot het verbeteren van andere levenskwaliteiten. Het ‘Kosmisch Plan’ is voor velen niet te doorgronden, maar geestelijk gezien ‘groots en veelomvattend’. Het leven bestaat uit ‘ketens van vele levens en families’ en als men door abortus er een ‘schakel’ tussen uit haalt, zal er op een andere wijze weer een ‘reconstructie’ in de tijd plaats moeten vinden. Dit maakt uiteindelijk alles gecompliceerder. Abortus wordt door de geestelijke wereld alleen getolereerd als het leven van de moeder gevaar loopt. In alle andere gevallen zal deze daad al naar gelang de omstandigheden, in ‘mindere of meerdere mate’ karmische gevolgen hebben voor zowel de moeder als degenen die bij de daad betrokken zijn. Juist mensen die vaak onder miserabele omstandigheden geboren worden, verheffen zich vaak en worden soms leiders met sterke persoonlijkheden. Het zijn daarom ook vaak krachtige zielen die de moeilijkste situaties uitzoeken! Maar uitzonderingen daar gelaten, herinnert de mens zijn karmische achtergrond of zijn of haar vorige levens niet, zodat we ‘open, fris en niet gehinderd door enige geestelijke ballast’ in een nieuw leven van start kunnen gaan. Indien men zijn ‘karmisch plan’ van tevoren al uitgebreid zou kennen, dan zou ons leven daar volledig door bepaald worden en zou men proberen de moeilijke periodes in het leven uit de weg te gaan. Het is juist een vorm van barmhartigheid dat wij niet weten wat er op ons levenspad komt. Ieder mens dient uiteindelijk zelf zijn toekomst te bepalen, is daar zelf verantwoordelijk voor en niemand kan tevoren volledig zijn of haar toekomst zien.

Het ‘levenseinde en een nieuw begin’.

Velen zijn bang voor de dood, bang om te sterven en het voorbije leven los te laten. Maar iedereen weet dat dit onherroepelijk zal gebeuren, het is een van de weinige zekerheden in het leven van de mens. In het oosten kent men de angst voor de dood minder dan men dat in het westen doorgaans heeft. Daar zegt men: ‘we gaan over van de ene vorm in de andere vorm en groeien op een ander niveau verder wat onze ontwikkeling betreft’. Sommigen gaan dan ook vol blijdschap en met een glimlach op de lippen heen, in vertrouwen dat alles weer goed komt. Verlost van het aardse leven en blij dat men een nieuwe taak mag volbrengen. Sommigen hebben de gave dat zij het sterven van een mens mogen waarnemen. Vanuit helderziende waarneming ziet men dan het geestelijk lichaam langzaam uit het stoffelijk lichaam opstijgen, terwijl het zich traag vanuit een horizontale naar een meer verticale positie beweegt. Op een gegeven moment ontstaat er in dat geestelijk opstijgend ‘voertuig’ een bepaalde trilling en is er voor de persoon in kwestie, het ‘bewustzijn’ dat het los is van het aardse bestaan. Het ‘Zilveren Koord’ knapt en is er sprake van een nieuwe geboorte in de geest. Wat er zich nog aan lichtende energie om het aardse lichaam bevindt, trekt samen en lost uiteindelijk in de omgeving op. Wanneer een geestelijke entiteit vanuit de ‘kosmische gebieden’ in de Aura van de moeder daalt, dan voltrekt het proces zich in omgekeerde richting. Lichtende energie neemt in omvang toe, de uitstraling ervan wordt alsmaar helderder en uiteindelijk barst de Aura als de ‘schil van een vrucht’ open. Op dat moment dringt de krachtige ‘energiecel van het te incarneren ‘ego-bewustzijn’ door de buitenste rand van de Aura van de moeder heen en daalt in de foetus die in ontwikkeling is. De lichtende energie puntjes aan de binnenzijde van de Aura verdwijnen, de energie zakt als het ware weg. Wat blijft, is de Aura van het kind binnen de grotere Aura van de moeder. Volgens betrouwbare helderziende waarnemingen blijkt, dat gemiddeld genomen rond de twintigste week er een lichtende ‘uitstralende’ Aura rond de foetus gaat ontstaan. Een Aura met een eigen ‘karakter en uitstraling’. Rond deze tijd daalt de geest ofwel het ‘ego-bewustzijn’ van de te incarneren persoonlijkheid in het foetuslichaampje. Vanaf deze periode voelt de moeder in haar buik ook duidelijk leven. Het kindje beweegt en trapt met zijn of haar voetjes. De zwangerschap is nu op de helft en de foetus heeft gemiddeld genomen een lengte van ongeveer 25 centimeter. Vanaf de 25 ste week ontwikkelen de hersenen zich in de komende periode nog sneller. De baby kan nu licht en donker onderscheiden en geluiden horen. Er dringen geluiden van de buitenwereld tot het kindje door, maar alles wordt gedempt door het vruchtwater. Bovendien maken de ingewanden van de moeder veel lawaai. Maar toch zal de baby ook na zijn geboorte nog geluiden herkennen die het kindje in de baarmoeder heeft gehoord en daar rustig van worden. Geluiden als de stem, haar hartslag, haar maag en darm geluiden etc.

In deel 2 zal verder in worden gegaan op de ‘indaling van de ziel in de moederschoot’. Daarbij zal gebruik worden gemaakt van schematische tekeningen.


·         Zie tevens de verhalen over de ‘Godsvonk, de Geest en de Ziel’, alsook over het Zilveren Koord op deze Blog. Alsook het verhaal 'Kosmische dimensies deel 2', waarin het scheppingsproces uitgebreid wordt behandeld. En waarin de 'eenlijnigheid' van het hoogste geestelijke niveau tot aan het laagste niveau van 'vormmanifestatie' duidelijk naar voren komt.    
      
Inspiratie: De leringen en visies van Meesters en Ingewijden, Monique Timmers. Helder zien, Herman Labruyere en Wim Gmelig Meijling. Het internet. En de kennis en het inzicht vanuit brede esoterische achtergrond.

        

Geen opmerkingen:

Een reactie posten