Liefde |
Algemeen.
Men beweert
weleens dat het geslacht van tevoren al bepaald is en dat er ruimschoots voor
de indaling in de ‘stof’ al voor een bepaald geslacht gekozen is? Zo ja, waarom
is dat bij de één dan ‘mannelijk en bij de ander vrouwelijk?’ Het antwoord ligt
in het feit, dat er zeer zeker voor de incarnatie al gekozen wordt voor een
bepaald geslacht. Alles heeft te maken met ‘geestelijke groei’ en is er voor de
incarnatie door de ‘geestelijke entiteit’, al of niet bewust, al gekozen voor
een bepaald geslacht. Geslacht en seksuele geaardheid heeft uitsluitend met de
‘Aardse incarnatie’ te maken, het behoort bij de ‘Aardse’ leerschool en betreft
een fysieke aangelegenheid die geestelijk ‘doorleefd’ moet worden. De mens die
voor de incarnatie weer kiest voor een leven op Aarde, kiest (overigens in
overleg) ook voor een bepaald geslacht en seksuele geaardheid. Dit betreft dus een
‘Kosmische’ keuze waar de mens doorgaans bewust voor kiest en betreft een
‘leerschool’ die de mens op Aarde moet doorlopen. De scheiding tussen het
mannelijke en vrouwelijke geslacht heeft daarbij weer te maken met de
geestelijke ‘Wet van Polarisatie’. De Aarde is gepolariseerd en ook de mens is
gepolariseerd. De vrouw en de man zijn afzonderlijk van elkaar ‘gepolariseerd’
in tegengestelde richting, vandaar dat man en vrouw elkaar aan kunnen vullen.
Soms gebeurt het dat de man ‘verkeerd om’ is gepolariseerd en komt dat bij
vrouwen eveneens voor. Dat wijst dan vaak op afwijkend seksueel gedrag. De
polarisatie heeft te maken met de ‘keuze’ van de geest die indaalt. Als
keuzepakket wordt ruimschoots van tevoren aangegeven of men een leven als man
of als vrouw wenst. Wat dan ook niet altijd weer inhoudt dat er dan een strikt
‘mannelijk of een strikt vrouwelijk’ geaard kind ter wereld komt. Dit heeft
weer te maken met het ‘karmische’ verleden (vorige levens) van de persoon in
kwestie en van het ‘levenskarma en het levensprogramma’, dat de betreffende persoon
in het ‘Aardse leven’ doorlopen moet. Veel factoren en facetten spelen dus bij
de incarnatie een rol en heeft onder meer te maken met het feit, dat alles in
het nieuwe leven weer in ‘evenwicht moet zijn of weer in evenwicht’ gebracht
moet worden.
Het aspect
seksualiteit.
Met
betrekking tot seksualiteit, maakt ‘Polariteit’ wezenlijk deel uit van de
menselijke creatie op Aarde. Bedoeld om om het ‘Goddelijke’ in zijn of haar
Zelf te kunnen aanschouwen. Wij zijn allen deeltjes van de Goddelijke Albron,
geschapen door het ‘Oneindige Wezen’ om uiteindelijk een bepaald ‘beeld’ van
zichzelf te kunnen creëren. Een ‘Oneindig Wezen’ is namelijk niet in staat om
zichzelf te kunnen aanschouwen. Polariteit zorgde voor het nodige contrast,
zodat de verschillende delen van God zichzelf zouden kunnen zien. De gevolgen
van polariteit creëerden tegelijkertijd een paar noodzakelijke illusies. Als we
door een ‘veld van polariteit’ naar onszelf kijken, zien we onszelf als ‘los’
van elkaar. Doch in werkelijkheid zijn we allen Eén. Ook al is iedereen uniek
en verschillend ten opzichte van elkaar, dan zijn we toch elk op zijn of haar
eigen ‘energetische niveau of ontwikkelingsstadium’, op een ‘hoger niveau’ met
elkaar verbonden. Om de schepping van de mens en het ‘voortplantingssysteem’ te
kunnen realiseren, was het destijds nodig om ons ‘af te scheiden’ van de Bron
en een ‘Eindige’ vorm aan te nemen. Dat kon alleen maar tot stand worden
gebracht door een bepaalde vorm van ‘polariteit’ (sekse) aan te nemen. In
iedere incarnatie kiezen we opnieuw voor het geslacht in onze ‘rad van levens
of incarnatiecyclus’. De twee verschillende geslachten hebben elk hun
verschillende eigenschappen, waardoor specifieke ‘levenslessen’ kunnen worden
geleerd. Met een bepaald doel voor ogen kiezen we in sommige incarnaties voor
een bepaald geslacht, om later tot de ontdekking te komen dat ons ‘hart of
wezenlijke gevoelens’ nog sterk verbonden zijn met onze vorige sekse. Wat in dat
geval de basis vormt voor ‘homoseksualiteit, biseksualiteit of het transgenderschap’.
Hoewel velen daarover vooroordelen hebben, maakt het deel uit van het tot
uitdrukking brengen van ‘Liefde’, wat de ‘vonk van God’ is, die in een ieder
van ons aanwezig is. Als vanuit oprechte 'Liefde' man en vrouw of gelijke seksen elkaar
intiem ervaren, ervaart men in feite ‘glimpjes’ van het ‘Goddelijke’ in onszelf.
Met andere woorden, als twee fysieke wezens vanuit een gevoel van eerlijke en oprechte 'Liefde' met elkaar
samengaan, brengen zij elkaars ‘polariteit’ in evenwicht. Wat ons direct
verbindt met de ‘trillingsfrequenties’ van het ‘Goddelijke Zelf’ in ons.
Overigens bestaat er in de Geestelijke Wereld zelf geen ‘polariteit’ op de
manier zoals wij dat op Aarde kennen. De ‘extatische’ verbindingen die wij in
ons leven ervaren tussen de verschillende seksen, is qua ‘geluksgevoel’ in de
werelden van het ‘Licht’ een permanent deel van het leven aan die zijde van het
(geestelijke) bestaan. Er bestaat daar geen seksualiteit als zodanig, het is
meer een constante ‘trilling’ van gelukzaligheid en van intense Liefde naar
elkander.
Homoseksualiteit.
Om
bovenstaande redenen bestaat er ook geen homoseksualiteit in de werelden van
het ‘Licht’, omdat daar het verschil tussen de twee seksen niet op de manier
tot uitdrukking komt zoals wij dat op Aarde kennen. Homoseksualiteit maakt deel
uit van de ontwikkeling van de ‘geest’ en moet derhalve in de fysieke wereld
niet méér veroordeeld of geëerd worden, dan elk ander ‘geestelijke of fysieke’
stadium van ontwikkeling. In de incarnatiecyclus hebben we te maken met
‘cumulatieve’ zielen en cumulatieve ontwikkelingen van de ‘geest’. Tenzij men
te maken heeft met zeer ‘jonge’ zielen, die net met hun eerste levens op Aarde
begonnen zijn, zijn er verder geen ‘enkelvoudige’ levens die incarneren.
Zodoende zijn het overgrote deel van de incarnaties ‘cumulatieve’ zielen die
mogelijk honderden of duizenden levens, zowel in ‘mannelijke als in
vrouwelijke’ gedaantes achter zich gelaten hebben. Nochtans, is het vaak het
voorlaatste leven dat in deze situatie het meest de huidige incarnatie nog beïnvloed.
Vaak omdat de ‘karmische lessen’ in het voorgaande leven nog niet tot een
bevredigend einde had geleid en in dit leven nog ‘energetisch’ door blijft
werken. Als het voorgaande leven al min of meer homoseksueel georiënteerd was,
zal het hier op dezelfde energetische wijze binnenkomen. Aangezien onze fysieke
lichamen geschapen zijn voor seksuele activiteit, vergezeld alleen het ‘mentale
aspect’ van de oriëntatie de binnenkomende ziel in dit leven. Het voorliggende
leven heeft overigens ook nog een andere impact op dit leven. Vaak zijn mensen
die het felst tegen homoseksualiteit gekant zijn, zielen die in een eerder
leven zelf personages zijn geweest met die oriëntatie. De energie van die
personages is dan nog steeds niet in ‘balans’ gekomen, omdat zij als eerdere
homoseksueel soms ‘fysiek gemarteld of vermoord’ zijn geweest. En op zijn minst
zijn zij destijds belasterd (vaak door hun directe omgeving) op een zodanige
manier dat hun psyché ernstig beschadigd is geraakt. Waardoor zij door hun
traumatische ervaringen weinig of geen medeleven voelen met homoseksualiteit in
dit leven. Eerder zien zij in deze situatie mogelijkheden van wraak. Maar wat
hun ervaringen ook waren, hun energie heeft zich voor hen nog niet voldoende
geheeld, om dezelfde soorten van traumatische ervaringen bij anderen te zien,
die zij zelf eerder ervaren hebben. Zodat zij daardoor geen medeleven voelen,
maar eerder wraak. De slepende pijn in de onderdrukte herinneringen en
gevoelens van dergelijke zielen, die in dit leven daardoor bewust kozen voor
‘heteroseksualiteit’, veroorzaakt om die reden hun extreme houding richting
homoseksualiteit. Volgens de geestelijke ‘Wet van Aantrekking’ geldt, dat
wanneer resulterende gevoelens van oneerlijke behandeling in wat voor situaties
dan ook recent nog aanwezig zijn, er nog steeds gelijkaardige gevoelens door de
Ziel aangetrokken kunnen worden. Nochtans, kan de psyché van het huidige leven
niet bewust weten, dat het de aantrekking van gedeelde gevoelens is en
‘overname’ van vroegere pijnlijke sensaties van onderdrukte herinneringen van
een eerder leven betreft.
Energetische
gerichtheid.
Hoe beter is
het evenwicht te leren vinden tussen de twee extremen van ‘mannelijke en
vrouwelijke’ energie, dan op een min of meer geïntegreerde basis? Het ideaal is
‘Androgeen’, welke op geen enkele wijze te doen heeft met de menselijke
seksuele gesteldheid. Maar eerder met de twee tegengestelden in de menselijke
geaardheid. Androgene zielen zijn doorgaans wat verder ‘spiritueel’ ontwikkeld,
vanwege het evenwicht tussen de ‘mannelijke en vrouwelijke’ energie die zij
hebben weten te vinden. Overigens beperkt ‘mannelijke energie’ zich niet
uitsluitend tot het mannelijke geslacht en beperkt ‘vrouwelijke energie’ zich
ook niet uitsluitend tot het vrouwelijke geslacht. Mannelijke energie is vaak
wat te ‘direct en zonder omwegen’, veelal productief gericht en heeft er
doorgaans behoefte aan om zichzelf te bewijzen. Terwijl ‘vrouwelijke energie’
vaak ‘zacht’ is met een wat ‘stillere’ kracht als uitgangspunt. Ook streven vrouwen
vaak naar meer ‘onderlinge verbondenheid’ en het meer met elkaar rekening te
willen houden. In relaties waarin de één alleen ‘mannelijke’ energie bezit en
de ander alleen maar ‘vrouwelijke’ energie, met aan beide kanten de nodige
kenmerken die daarbij horen, is de duurzaamheid van de relatie niet altijd te
garanderen. De uiteindelijke ontbinding van deze relaties doormiddel van
scheiding, kan in deze situaties in overeenstemming zijn met de ‘karmische’
lessen die zij in het begin onbewust met elkaar zijn aangegaan. Vanzelfsprekend
is elke balans in een relatie gewenst, maar sinds seksuele energie één van de
meest essentiële aspecten van de menselijke geest is, is de balans tussen de energieën
van ‘yin en de yang’ waarschijnlijk het meest gewenst. Voorts is het mogelijk
om seksuele energie in en naar andere ‘productieve’ niveaus te transmuteren en
velen die wel of niet vrijwillig alleenstaand zijn doen dat dan ook. Ook
degenen die seksualiteit ondergeschikt hebben gemaakt aan de ‘Liefde en de
vriendschap’ van een duurzame en hechte relatie.
Vanuit de
intentie van Liefde.
Het delen en
verdelen is een zaak van mensen. Vanuit de Geestelijke Wereld bezien is
oprechte ‘Liefde’ voor meerdere personen tegelijk, heel goed mogelijk.
Maatschappelijk, of wat men maatschappelijk en sociaal aanvaardbaar vindt, is dit
in onze wereld anders geregeld. De voorbeelden uit de Bijbel dat man en vrouw elkaar
altijd ‘eeuwige’ trouw moeten beloven, maakt niet dat dit ook een ‘Geestelijke’
opvatting zou moeten zijn. Zo goed als men in een familie of vriendenkring ook
van meerdere personen tegelijk kan houden. Kan de mens in één leven ook
meerdere partners en meerdere ‘liefdes’ hebben, ook tegelijkertijd, maar dan
altijd wel in overeenstemming en met respect voor elkaar en vanuit een basis
van oprechte liefde. Vanzelfsprekend is de tijd waarin wij nu leven nog niet
rijp voor deze opvatting. Nog steeds zijn er bepaalde culturen waar een man wel
meerdere vrouwen heeft, maar dat heeft dan meer te maken met ‘status- en materiële
standpunten’, dan met spirituele uitgangspunten. Wat betekent dat dit zeker
niet de vorm is, die bedoeld wordt vanuit een ‘geestelijke’ optiek. Maar de
mens zal in het komende ‘Aquariustijdperk’ geleidelijk aan andere
samenlevingsvormen gaan creëren. Samenlevingsvormen waarin meerdere partners
van beide seksen samen kunnen leven en elkaar in volledige harmonie ‘Lief’
kunnen hebben, zonder dat er van enige jaloezie sprake zou kunnen zijn. Waarbij
de opvoeding en het groot brengen van kinderen dan ook meer de gezamenlijke verantwoordelijkheid
van de ‘groep’ wordt, waarbinnen men met elkaar samenleeft. Het lijkt misschien
nog erg vreemd, maar de mens zal langzaamaan boven het idee uit gaan groeien,
dat twee mensen alleen maar voor elkaar bestemd zijn, vanaf het moment van ‘trouwen
tot aan de dood’. Dit soort opvattingen zijn puur menselijk en begrijpelijk,
maar daardoor ook voor sommige mensen een zodanige last, dat zij dan maar uit
plichtsgevoel bij elkaar blijven, terwijl zij elkaar eigenlijk niet meer kunnen
verdragen. Met als gevolg dat men uiteindelijk toch uitelkaar gaat, al is dat
voor sommigen pas na decennia.
Liefde
beperkt zich niet.
In het
nieuwe tijdperk dat reeds gaande is, zal de mens steeds meer behoefte krijgen
om op een andere manier met elkaar samen te willen leven. Meer vanuit de
intentie van ‘Liefde, van harmonie en met meer respect voor en naar elkaar’. Men
ziet geleidelijk het grotere verband en ziet men ook dat ‘Liefde’ zich niet
hoeft te beperken tot één enkel persoon of één partner. Het bewustzijn en het ‘weten’
dat men hier anders mee om kan gaan, zal in het nieuwe tijdperk gaan groeien. Er
zullen in de (verre) toekomst grote ‘leefgemeenschappen’ gaan ontstaan, waar de
mensen in harmonie en met veel ‘liefde en respect’ voor elkaar, samen kunnen
leven. Maar dit is iets wat in het komende tijdperk en mogelijk pas over
honderden jaren, langzaam tot bloei zal komen.
Inspiratie:
Literatuur, ‘Steve Rother en de groep’. ‘Denk met je hart’, Cobie de Haan en
Par Lanto..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten