zaterdag 12 juli 2014

Kundalini, het 'Innerlijk Vuur'. Deel 3 'Mijn persoonlijke ervaring'.


Wat voorafging.

Kundalini is een begrip dat haar oorsprong heeft in de Hindoeïstische Yoga- en tantratraditie’ van India. Kundalini komt van het woord ‘kunda’, dat ‘pot of bewaarplaats’ betekent. In het Sanskriet heeft het echter de betekenis van de ‘opgerolde’. Wat verwijst naar een klein spiraalvormig opgerold ‘energiekanaaltje’, dat in de Aura ter hoogte van de stuit aan de basis van de ruggengraat ligt. Maar in essentie betekent het woord, de ‘rondgaande, draaiende, kronkelende of spiraalsgewijze werking van plotseling vrijgekomen energie’. Of anders gezegd, die een ‘verborgen’ energiebron aanduidt in de energetische aspecten van de mens. Kundalini is een uitvloeisel van een ven de ‘Elementale krachten’ van de natuur. Bij de mens werkt deze kracht in en door zijn ‘aurisch Ei’ (Aura) en komt tot uitdrukking in een voortdurende werking bij alles wat de mens maar onderneemt, ook wanneer de mens zich er totaal niet bewust van is. In haar hogere aspecten is Kundalini een kracht die ‘draaiende of rondgaande’ wegen volgt en daarbij gedachten en krachten meevoert, die uit de hogere ‘triade’ (Drievuldigheid) van de menselijke geest voortkomen. In abstracte zin vertegenwoordigt ze de ‘universele levensenergie’ Prana. Die in een ieder werkzaam is en in lichte mate altijd via het ‘meridianenstelsel’ door onze Aura stroomt. Als de Kundalini ‘ontwaakt’, dan komt er een geestelijk transformatieproces op gang dat kort of lang kan duren en onder deskundige begeleiding, uiteindelijk tot een bepaalde staat van ‘verlichting’ zou kunnen leiden.

Transformatieproces.

Het Kundaliniproces is een transformatieproces, dat tot doel heeft storende ervaringen die het bewustzijn ‘verkleuren’ of soms zelfs geheel verduisteren, op te ruimen en af te voeren. Het proces op zich wordt bewerkstelligd door een bepaalde activiteit van energie, die op spontane wijze van binnenuit alle ‘geestelijke en lichamelijke’ stoornissen van het menselijk systeem opruimt. Dit proces gaat niet zonder het nodige lijden, pijn en verdriet, maar kent daarnaast ook momenten van ‘creativiteit, schoonheid en vreugde’. In principe is het Kundaliniproces een natuurlijk schoonmaakproces, dat al datgene wat bij een ieder latent aanwezig is en op een één of andere manier het bewustzijn verkleurt of verstoord, opruimt. Als de Kundalini werkelijk actief is, zullen er zonder enige aanleiding allerlei angsten, trauma’s en eventueel ziekten aan de oppervlakte komen om opgeruimd te worden. Soms gebeurt dat via een plotseling optredende emotionele ontlading (Catharsis). Tijdens zo een proces zijn mensen vaak ‘objectief’ als zij het over zichzelf hebben en vaak meer ‘communicatief’ in het delen van hun ervaringen. Soms hebben zij last van lichamelijk verschijnselen zoals, ‘hitte, kou, vreemde ademhalingspatronen, hartritmestoornissen, trillen van lichaamsdelen of stoornissen van energetische aard en heftige vibraties in de chakra’s’. Tevens kan men tijdens zo’n proces te maken krijgen met ‘paranormale’ ervaringen van velerlei aard, wat weer te maken heeft met het opruimen van oud ‘karma’. Wat met paranormale ervaringen het belangrijkste is, is dat we zo ze veel mogelijk laten voor wat ze zijn. Indien de informatie klopt, dan kan men er kritisch gebruik van maken. Maar uiteindelijk zal het hele transformatieproces moeten leiden tot een zekere mate van ‘verlichting en een nieuw ‘levensinzicht’.



 
Precies zoals ik het voelde. 

Mijn persoonlijke ervaring.

Zelf heb ik in 1997 een ‘energetisch’ proces doorgemaakt dat precies zeven weken lang duurde en waarin ik veel van wat er inmiddels over Kundalini geschreven is in herken. Of dit energetische proces achteraf beschouwd een Kundalini ‘ontwaking’ is geweest, daarover moeten deskundigen op dit gebied maar hun mening over geven. Omdat ik veel algemene kenmerken uit het Kundalini transformatieproces herken in datgene wat ik zelf meegemaakt heb, ga ik er vooralsnog van uit dat mijn ervaring niet los te zien is van wat er inmiddels over Kundalini bekend is. Mijn persoonlijke ervaring verliep als volgt:

Mijn door mij veronderstelde ‘Kundalini- of transformatieproces’ nam op de keper beschouwd een aantal jaren in beslag. En verdeelde zich in een ‘aanloopfase, een ontwaking van zeven weken en in een fase waarin alles geleidelijk aan weer werd genormaliseerd’. Maar dan wellicht op een iets hoger ‘frequentieniveau’ dan voorheen, want zo ervoer ik dat. Het aanloopproces manifesteerde zich bij mij al duidelijk een jaar voordat het genoemde proces van zeven weken zich in mij manifesteerde. Geleidelijk aan voelde ik mij in 1996, ‘spiritueler, emotioneler, met een gevoel of verlangen waarin het aspect onbaatzuchtige ‘Liefde’ voor mij geleidelijk aan erg belangrijk werd. En waarin ik mijzelf geleidelijk aan sterk ‘bewogen’ voelde met alles en iedereen. Omstreeks 28 juli 1997 ontstond er plotseling een periode van zeven weken, waarin naar mijn idee ‘Kundalini’ energie een belangrijke rol ging spelen. Zeven weken lang had ik ’s morgens bij het wakker worden last van ‘duizelingen’, waarbij alles om mij heen draaide. Daardoor moest ik elke ochtend ‘schrijlings’ mijn bed uit komen, om normaal overeind te kunnen komen. Als ik overdag bukte, dan kreeg ik in lichte mate dat gevoel weer. Maar verder functioneerde ik fysiek prima. Exact te zelfde tijd had ik van het een op het andere moment een soort ‘elektrische helm of band’ om mijn hoofd, bestaande uit krachtige energetische tintelingen dat ter hoogte van het ‘voorhoofdchakra’ begon en het krachtigst werd bij mijn kruin. Deze energetische ‘helm’ had ik dag en nacht. Regelmatig had ik het gevoel dat mijn hoofd in ‘brand’ stond, zonder dat ik rood of warm aangelopen was. Het voelde letterlijk alsof ik als een fakkel brandde. Ook op mijn ‘Ajnacentrum’ (voorhoofdchakra) voelde ik continue een lichte druk. Bovendien was ik ook meer ‘helderziend’ dan voorheen en kreeg ik op die manier veel van mijn omgeving mee. Ook ervoer ik rond mijn hele lichaam een krachtig elektromagnetisch veld of elektromagnetische uitstraling, dat als een soort ‘warme jas’ om mij heen lag. Sommige personen die dicht bij mij in de buurt stonden, ervoeren die krachtige uitstraling soms eveneens en maakte er dan opmerkingen over.

Ook mijn persoonlijkheid veranderde.

Fysiek veranderde mijn stem in een meer ‘welluidend’ stemgeluid. Een stem die een toon lager en meer ‘gedragen’ was dan voorheen. Qua karakter werd ik meer extravert, terwijl ik doorgaans wat ‘ingetogener’ was. Het hele proces van ‘ontwaken’ duurde precies zeven weken na 28 juli en eindigde op 14 september 1997. Ik voelde mij in al die zeven weken ‘vrolijk, opgeruimd en zag het leven voor mij als zonnig en als zeer positief’. Ik had het gevoel dat ik heel veel dingen in het leven ‘doorzag’ en voerde soms lange ‘filosofische’ gesprekken met mensen in mijn omgeving. Ik had ook het gevoel dat ik alles in de wereld beter ‘doorzag en de essentie ervan begreep’. Tevens merkte ik dat ik invloed op dieren had. Dieren kwamen enthousiast op mij af en reageerde heel sterk op mij door zich aan mij te onderwerpen. Of door direct ‘bevelen’ van mij op te volgen, wat anders nooit gebeurde. Wij hadden destijds waar ik woonde een aantal paarden, waarop mijn dochters reden. Deze paarden begonnen opeens naar mij te luisteren, wat zij voorheen nooit deden. Ik kwam in de vierde week van dit proces duidelijk in contact met mijn ‘Hogere Zelf’. Ik voelde mij duidelijk ‘overschaduwd’ door hogere energieën en voelde mij nauw verbonden met de mensheid in het algemeen. Ook communiceerde ik van de een op de andere dag met dit ‘Hogere Zelf’ en kreeg ik via deze weg regelmatig adviezen. Ik voelde heel sterk het ‘lijden’ in de wereld en ‘overzag’ duidelijk waar er in de wereld geleden werd. Ik voelde heel duidelijk de behoefte om met veel ‘Liefde’ dit lijden te verzachten en de mensheid te waarschuwen voor mogelijke ‘catastrofes’. Ik ervoer heel sterk dat deze catastrofes niet door de ‘Hogere Macht’, maar door de mensheid zelf veroorzaakt waren en door andere keuzes van de mensheid in de ‘kiem’ gesmoord konden worden. Kortom, ik kreeg heel sterk de behoefte om de mensheid te redden van een eventuele ondergang, om de wereld te koesteren en te sturen naar een wereld van ‘Liefde, Vrede, Verbroedering en van Eenwording’. Af en toe gedroeg ik mij ook als een soort ‘Profeet’. Een Profeet die de mensheid wilde redden van de ondergang.

Informatie over vorige levens.

Voorts kreeg ik in deze zeven weken uitgebreide informatie door over vorige levens en begon mensen in mijn omgeving te herkennen, die een rol in mijn vorige levens hadden gespeeld. Verscheidene collega’s op kantoor herkende ik uit deze vorige levens en aan sommigen vertelde ik dat, wat zij natuurlijk niet begrepen en ook niet geloofden. Wat ikzelf ook wel begreep, als je die informatie zomaar van een collega te horen krijgt terwijl zij zelf niet in reïncarnatie geloofden. Ook een schoollier van achttien uit mijn straat, die ik via een van mijn dochters kende en waar ik af en toe een plezierig contact mee had. Herkende ik als zijnde mijn ‘Tweelingziel’, wat ik aan haar vertelde maar uiteraard ook niet begrepen werd. Kennelijk miste ik tijdens dit ‘transformatieproces’ af en toe even het contact met de realiteit. Het bewuste meisje heb ik daarna nooit meer gezien. Hopelijk gaat het haar goed. Op zondag 14 september 1997 om drie uur ’s middags, eindigde de geestelijke ‘vervoering’ plotseling na precies zeven weken. Ik voelde mij van het een op het andere moment energetisch ‘nederdalen’. Mijn stem veranderde naar mijn oorspronkelijk stemgeluid. Mijn elektrisch magnetische ‘tinteling’ c.q. energetische ‘helm’ rond mijn hoofd verdween. De krachtige ‘energetische’ uitstraling, die ik als een warme deken rond mijn lichaam voelde, verdween eveneens en werd ik van het een op het andere moment ‘koud’ en begon ik hevig te rillen. Ik voelde mij plotseling ‘verlaten’, eenzaam en werd abrupt ‘neerslachtig’. Deze neerslachtigheid duurde de rest van de dag. Vanwege de impact die dit proces op mij had, was ik in die zeven weken een bepaalde periode ‘ziek’ thuis gebleven. Kort na deze periode ben ik weer aan het werk gegaan en ben ik om die reden daarna nooit meer ziek thuis geweest. Maar de eerste twee jaar na dit zeven weken durende proces, voelde ik bij ‘vlagen’ de energie weer vanuit mijn onderlichaam omhoog stromen. Maar zodanig dat dit voor mij duidelijk ‘beheersbaar’ was. Vooral de eerste paar weken was dit bijna dagelijks. Telkens als ik deze energie weer voelde werd ik ‘vrolijk en opgeruimd en zag ik alles weer buitengewoon positief’. Een ‘ontwakende ‘slang’ heb ik nooit duidelijk gevoeld, maar wel dat de energie vanuit mijn onderlichaam in een min of meer ‘circulerende’ beweging door mijn lichaam heen stroomde en fluctueerde.  

De link met het Kundalini proces.

In het vorige deel over Kundalini werd al gesproken over zevenentwintig algemene kenmerken van sterke Kundalini-activiteit. Van deze algemene kenmerken zijn er een groot aantal die zeer herkenbaar waren in het proces dat ikzelf heb doorgemaakt. Wat ikzelf heb doorgemaakt kwam duidelijk overeen met de navolgende genummerde Kundalini-activiteiten uit het vorige deel, te weten: ‘de nrs. 1, 2, 3, 5, 6, 7, 8, 11, 12, 14, 17, 18, 20, 22, 25 en 26.’ Over deze genummerde Kundalini-activiteiten kan respectievelijk het volgende gezegd worden:

Bij 1. Energetische tintelingen had ik sterk vanaf de stuit tot aan het hoofd, ik ervoer het als een sterk elektromagnetisch veld, zowel in mijn lichaam als er omheen, met veel tintelingen. Een kriebelend gevoel of een ‘slangetje’ dat omhoog kwam had ik niet.

Bij 2. Ik ervoer regelmatig bepaalde ‘hittesensaties of temperatuurswisselingen’ in de huid of het lichaam. Een gevoel alsof ik in ‘brand’ stond, zonder dat ik echt ‘opvliegers’ had.

Bij 3. Als bij 1, duidelijke ‘energetische’ stromen door het hele lichaam heen.

Bij 5. Wel een gevoel van ‘elektromagnetische spanning’, sommige voorwerpen ‘dematerialiseerden’ en doken plotseling op een andere plek weer op.     

Bij 6. Wel duidelijk van invloed op mijn eetpatroon, minder eetlust.

Bij 7. Wel een gevoel van lusteloosheid, soms extreem.

Bij 8. Sterke vermindering van seksuele behoefte, ik was daarentegen extreem ‘geestelijk’ ingesteld. Ik was uitsluitend met spiritualiteit bezig en kon mij weinig op iets anders concentreren.  

Bij 11. Ik was hyper emotioneel met sterke gevoelswisselingen, maar ‘uitbarstingen’ of iets van dien aard had ik niet. Wel kon ik gauw geëmotioneerd raken en sterk ‘gecompassioneerd’ zijn met iets. Maar doorgaans was ik vrolijk en opgeruimd.

Bij 12. Bij het innerlijk waarnemen van geluiden, had ik een ‘stem’ in mijn hoofd. Dat zich naar mijn gevoel manifesteerde in contact met een ‘gids of met mijn hogere Zelf’. Ik communiceerde er daadwerkelijk mee en kreeg naar mijn gevoel ‘zinnige’ adviezen. Tegelijkertijd was ik onder ‘psychologische’ behandeling (klinisch psycholoog en gedragswetenschapper Wim Vink), omdat ik door mijn huisarts naar hem toe was gestuurd. Een duidelijke verklaring, behalve het ‘paranormale aspect’ kwam in dit onderzoek niet naar voren.

Bij 14. Precies zoals dat bij nr. 14 in het vorige deel verwoord is.

Bij 15. Idem als bij 14.

Bij 17. Precies zoals het is verwoord.

Bij 18. Precies zoals het in het vorige deel werd verwoord. Ik had een lichte druk op mijn ‘voorhoofdchakra’ en voelde zeven weken lang een strakke band om mijn hele hoofd, eindigend bij mijn kruin. Het voelde als een zeer krachtige elektromagnetische ‘tinteling’, die overigens heel plezierig aanvoelde. Mogelijk dat deze energetische ‘helm’ om mijn hoofd de ‘duizelingen’ bij het opstaan veroorzaakte, waardoor ik ‘horizontaal’ van bed moest komen en heel voorzichtig overeind moest komen.

Bij 20. Plotselinge energie-uitbarstingen in de vorm van het in ‘brand’ staan en het gevoel als een ‘fakkel’ te branden.

Bij 22. Ik had een overweldigend gevoel van ‘onbaatzuchtige’ Liefde en toonde als dat zo uit kwam naar iedereen toe. Ik voelde ook heel veel Liefde naar de wereld in het algemeen.

Bij 25. Soms gevoelens van ‘gelukzaligheid’ en zeer zeker het bewustzijn van het Goddelijke. Het ‘goddelijke aspect’ leefde heel sterk in mij en ervoer dat aspect ook heel duidelijk bij anderen. Zoals dat ook in wezen is, het ‘goddelijke aspect’ ligt ten grondslag aan elk menselijk wezen. Zelfs aan de dieren.

Bij 26. Precies zoals het verwoord is in het vorige deel, maar dan zonder spreken in ‘tongen’. Maar wel willen ‘verkondigen’ en de mensheid aan willen spreken om ‘goed te doen en de juiste weg te willen volgen’.

In het voorwoord is al gesproken over het feit dat Kundalini-energie, de universele levensenergie Prana is. En dat deze energie bij een ieder werkzaam is en in lichte mate altijd via het ‘meridianenstelsel’ door onze Aura stroomt. Dat het proces van zeven weken te maken heeft met Kundalini-energie is niet meer dan een feit, aangezien deze energie ten grondslag ligt aan ons hele wezen en wij ons daardoor als een levend wezen kunnen manifesteren in deze wereld. Maar of mijn proces een traditioneel Kundalini ‘ontwaken’ is geweest, daar moeten anderen maar over oordelen. Zelf ben ik die mening wel toe gedaan, maar bijzonder was het in elk geval wel en ben ik er niet minder door geworden. Integendeel, ik ben er meer ‘bewogen, emotioneler en gevoeliger’ door geworden. Wat ik alleen maar als positief beschouw.     

             

  

             

Geen opmerkingen:

Een reactie posten