Hoezo corrumperend?
Het onderstaande
verhaal heeft min of meer betrekking op de wijze woorden van de Paus en de
Dalai Lama in het vorige artikel, waarin zij nationale leiders oproepen zich
honderd procent in te zetten voor betere woon-, werk- en leefomstandigheden in
hun land. Dit als ‘hint’ bedoeld naar onze eigen volksvertegenwoordiging. Politici
die keer op keer bewijzen, de burger niet altijd serieus te willen nemen en het
volk hun eigen wil oplegt.
Voorwoord.
Is het
volgende Fyra project aanstaande? In de laatste decennia werden er keer op keer
miljarden verslindende projecten in het leven geroepen, die al in de
voorbereidingen ervan gedoemd waren te mislukken. De herziening van het
onderwijs (VMBO), het Betuwe project, het Fyra project en dat waren er nog maar
een paar van de vele initiatieven die mislukten. Telkens worden er
parlementaire enquêtes gehouden en ‘likt men de wonden’. Als het meevalt worden
de ‘schuldigen’ ter verantwoording geroepen en worden zij aan de kant gezet,
maar komen er vaak later wel mee weg. De tijd heelt immers alle wonden. Maar de
burger krijgt het voor de kiezen, mag het allemaal betalen en krijgt het
fiscaal uiteindelijk op zijn bordje. Het volgende Fyra project staat echter al weer
op stapel en wel in de vorm van ‘Windmolenparken Oost Groningen’. Een project dat
de belastingbetaler op termijn 40 tot 100 miljard Euro gaat kosten, maar de
Politiek heeft het er nauwelijks over. Tenslotte heeft men het besluit al
genomen, heeft men de zaak al dichtgetimmerd doormiddel van een ‘Rijks
Coördinatie Regeling’ en valt er juridisch weinig nog te doen. De ‘trein’ is in
gang gezet en is al aardig op snelheid. Dat met dit project, de al jaren
bestaande ‘Krimpregio’, economisch de ‘nek wordt omgedraaid’. Ach., dat zal nog
moeten blijken redeneert men. Het is allemaal in het ‘Landsbelang’ en
alternatieven zijn gewoon niet aan de orde. Dat er de laatste jaren door de
inwoners van het gebied redelijke alternatieven naar voren werden gebracht, die
stuk voor stuk ook allemaal uitvoerbaar waren en dezelfde resultaten op zouden
leveren, daar mocht niet meer over gesproken worden. Het besluit was genomen en
stond vast.
De
Veenkoloniën zijn erin gerommeld.
Aan de orde
is het plan van Minister Henk Kamp (VVD) voor de totaal 150 megawatt aan
windenergie, die alleen al in de gemeenten Borger-Odoorn en Aa en Hunze
(de regio waar ik zelf woon) gerealiseerd moet worden. Het betreft in essentie om vijftig Windturbines van
zo’n 200 m hoog in een landschap dat platter dan plat is. Zowel landschappelijk
als stedenbouwkundig zijn deze buitensporige en zeer dominerende staketsels
niet in te passen. Bovendien is de burger nauwelijks om een mening gevraagd,
terwijl een gedegen inspraakprocedure voor een dergelijk plan toch zeker het aangewezen
instrument had moeten zijn. Drenthe staat voor de taak om voor 2020 een totaal
vermogen van 285,5 megawatt aan windenergie te realiseren. In totaal betreft
het een kleine honderd windturbines, die de provincie in vier van de twaalf
Drentse gemeentes wil plaatsen. Deze gemeentes betreffen: ‘Emmen, Coevorden,
Borger-Odoorn en Aa en Hunze. De laatste twee gemeentes nemen het leeuwendeel
voor hun rekening, te weten 150 megawatt. De weerstand in de betreffende
gemeentes is bijzonder groot. Zeker 85 % van de inwoners is nadrukkelijk tegen
de plaatsing van deze windturbines, zo bleek uit een draagvlak onderzoek in
deze gemeentes. Minister Kamp vroeg destijds wel de gemeenteraden en de
provinciale staten naar hun mening, maar vroeg niet uitgebreid de bevolking
naar hun mening. Met andere woorden, een grondige inspraakprocedure werd er
niet gevolgd. Kamp was een bepaalde mening toegedaan en de enige die er over
besliste was hijzelf. Om zijn beslissing kracht bij te zetten heeft hij
destijds de windmolens onder de Rijks Coördinatie Regeling (RCR) geplaatst, het
middel dat de rijksoverheid heeft om grote projecten van nationaal belang door
te kunnen drukken. Henk Kamp maakt deel uit van een regering (VVD-PvdA) die een
meerderheid heeft in de door de bevolking gekozen Tweede Kamer. In die zin is
de besluitvorming wel op democratische leest geschoeid geweest. Maar een feit
is dat de bewoners van de Veenkoloniën in de periode dat zij nog invloed uit
hadden kunnen oefenen door de RCR al buiten werden gesloten. In maart 2010 trad
de provincie Drenthe voor het eerst naar buiten met windmolenplannen. De
toenmalige gedeputeerde Tanja Klip (Duurzaamheid VVD) en Anneke Haarsma
(Ruimtelijke Ordening PVDA), presenteerden destijds de samen met de Drentse Natuur
en Milieufederatie en Dagblad van het Noorden gehouden enquête, naar de meest
wenselijke locatie voor windmolens. Minst wenselijke locaties is misschien een
betere formulering. Niemand wil windmolens zien kopte destijds het Dagblad van
het Noorden. De Drentse bevolking bleek het voor meer dan 75 % min of meer eens
te zijn met de stelling dat windmolens wel noodzakelijk zijn, maar ‘not in my
backyard’. Minder dan een derde van de geënquêteerden was het met de
gedeputeerden eens dat de Veenkoloniën de ideale plaats voor de windmolens
zouden moeten zijn. Ondanks provinciale argumenten als: ‘De Veenkoloniën zijn
een klassiek energielandschap, of in lijnopstelling zullen de windmolens het
geometrisch patroon in het landschap juist versterken’. Wat natuurlijk een
uiterst gezocht argument is, dat nergens op slaat.
Windmolenpark.
Die middag
in maart 2010 ging het om 60 megawatt, ofwel om twintig windturbines. Ze werden
vervolgens meegenomen in de nieuwe provinciale omgevingsvisie, het laatste
grote, bijna alles omvattende werkstuk van het provinciaal college over ‘landschap,
natuur, woon en bedrijvigheid’. De windturbines waren in deze omgevingsvisie
niet meer dan een sub paragraaf. De hoeveelheid windmolens nam daarna echter
wel aanzienlijk toe in dat plan zonder al teveel discussie. Namelijk van 60
naar 120 megawatt en uiteindelijk werd in juli 2010 na een amendement, de
omgevingsvisie aangenomen met daarin voor maximaal 200 megawatt aan
windmolenenergie. Met als ‘zoekgebied’ de al eerder genoemde vier gemeentes in
de Veenkoloniën. Er waren geen insprekers destijds, het hele verhaal was de
Veenkoloniën totaal ontgaan. Wat logisch was, thema’s als Natuur en Milieu
versus Landbouw, bepaalden veel meer de inhoud van de discussie over de
omgevingsvisie. De windenergie speelde even geen rol. Bij de campagne voor de Provinciale
Statenverkiezingen van 2011, probeerde alleen nieuwkomer PVV de windmolens nog
op de agenda te krijgen. Maar helaas vergeefs. Sterker nog, nadat in het nieuwe
college een zekere Rein Munniksma (RO, PVDA) het windmolendossier had
overgenomen, werden het er nog meer. Totaal 285,5 megawatt, uit onderhandeld
door de twaalf Drentse provincies onderling, die samen van Henk Kamp 6000
megawatt moesten verdelen. In die zin valt de schade misschien nog mee,
buurprovincie Groningen krijgt meer dan 8000 megawatt te verstouwen. Letterlijk
op de dag na de vaststelling van het ‘zoekgebied’ stonden de molenbouwers al in
de weilanden van de boeren. Het ‘goud’ lag in hun achtertuin. Er kwam
vervolgens voor het Drentse ‘Oostermoergebied’ een windmolenplan van maar
liefst 600 megawatt (tweehonderd windmolens) op de tekentafels. Inmiddels waren
de tegenstanders zich massaal aan het organiseren in actiegroepen als ‘Tegenwind
en Platform Storm’. De sfeer in de dorpen werd vervolgens ‘ijziger en grimmiger’.
Vergaderingen van Provinciale Staten en de diverse Gemeenteraden werden massaal
bezocht en deels van bovenaf onmogelijk gemaakt. Maar, nadat Henk Kamp de ‘Rijks
Coördinatie Regeling’ (om de plannen van het Rijk doorgang te laten vinden) van
stal haalde, was het protest vergeefs. De windmolens waren de Veenkoloniën ‘ingerommeld’,
zonder dat de kiezer er ooit een uitspraak over had kunnen doen. Om te
voorkomen dat er al te veel commotie zou ontstaan, organiseerde Henk Kamp
zogenaamde informatie bijeenkomsten in het Oostermoergebied van de Veenkoloniën.
Nadrukkelijk geen inspraak maar in de vorm van een infomarkt, zodat de
gemoederen niet al teveel verhit zouden raken. De aangeboden informatie was
echter knullig en voor een deel onjuist. De weerstand werd er echter alleen
maar door vergroot. Het electoraat kon zich wel volgens het Rijk uitspreken bij
de gemeenteraadsverkiezingen van 2014.
Aardverschuiving.
In buurgemeente
Emmen zorgde een en ander voor een ware aardverschuiving. De partij ‘Wakker
Emmen’, dat fel campagne voerde tegen de windturbines, werd met vijftien zetels
veruit de grootste partij. Maar eenmaal in het college moest partijleider René
van der Weide al na enkele maanden erkennen, dat hij er niets meer aan kon
veranderen. Bij de laatste Provinciale Statenverkiezingen, in maart 2015, werd
alleen nog campagne gevoerd over de voorwaarden waaronder windmolens moesten
voldoen. Niet of ze er wel of niet moesten komen, maar alleen onder de voorwaarden
ervan. Maar een inspreekster stelde begin oktober van dit jaar in de Statenzaal
van de Provincie Drenthe, het gebrek aan het democratisch gehalte van de besluitvorming
over de windmolens aan de orde. Zij haalde er nogal wat argumenten bij die niet
mis te verstaan waren. Het laagfrequente geluid van de windmolens (onhoorbaar
voor de mens) zou ziekten kunnen veroorzaken. Hart- en vaatziekten,
ademhalingsproblemen en zelfs bepaalde vormen van kanker werden door haar
genoemd. Dat zijn echter onbewezen claims, waarvan er legio te vinden zijn op
het internet. Maar haar stelling dat het proces ronde de windmolens in hoge
mate ondemocratisch is geweest, mag zeker beoordeeld worden als zeer juist. Dat
er na 2010 nog verschillende alternatieve methoden voor windenergie naar voren
werden gebracht, mochten niet meer baten. Te denken valt aan Zonenergie al of
niet in combinatie met bijvoorbeeld Getijdenenergie waren onbespreekbaar. Sterker
nog, werden doelbewust onder het tapijt geschoven. Eén project dat op korte
termijn uitvoerbaar gemaakt had kunnen worden en zeker ‘hout zou snijden’, zou
het Solarproject geweest kunnen zijn. Een project van verspreid liggende
zonnepanelen, die aan elkaar gekoppeld en over een groot gebied verspreid, een
aanzienlijke hoeveelheid megawatt op zou kunnen leveren. Zeker als dat met een
beperkt aantal windturbines gecombineerd zou kunnen worden. Ook de ontwikkeling
van ‘Golfslag- of getijdenenergie’ zou nader onderzocht kunnen worden. Alles is
tenslotte een ‘en/en verhaal’ en geen ‘en/of verhaal’. Alle mogelijkheden
zouden in dit verband onderzocht moeten worden. Maar alles wat na 2010 als
mogelijkheid aangedragen werd mocht persé niet meer ter spraken komen. Ook
talloze particulier initiatieven waren nadien onbespreekbaar. Uiteindelijk koos
het Rijk in samenwerking met de Provincie voor de bouw van vooralsnog 50
windturbines met wieken meegerekend van 200 m hoog, verspreid over vijf locaties
(ca 10 vierkante kilometer) in het Oostermoergebied van Drenthe. Kosten van
aanleg tot volledige realisering van 40 tot 100 miljard euro.
Dubbele moraal.
Onlangs verscheen in de pers het volgende bericht:
De algemene vergadering van UNESCO heeft besloten om 120 Geoparken in de wereld de 'UNESCO- status' te verlenen. De Hondsrug, waar het bovenstaande verhaal om draait, heeft sinds 2013 al de status van Geopark. Nu krijgt de Hondsrug de UNESCO status er bij. Men schrijft: 'de nieuwe status is een bijzondere erkenning en zal, naar verwachting een toeristische impuls en economische 'spin-off' betekenen voor het gebied van de Hondsrug'. Hoezo een impuls? Wil men dit bereiken door direct grenzend aan het gebied vijftig torenhoge Windturbines te realiseren? Boeiend voor al die toeristen en een echte aanvulling op de UNESCO-status. Wist men dit allemaal niet van tevoren, toen de plannen werden uitgedacht?
Dubbele moraal.
Onlangs verscheen in de pers het volgende bericht:
De algemene vergadering van UNESCO heeft besloten om 120 Geoparken in de wereld de 'UNESCO- status' te verlenen. De Hondsrug, waar het bovenstaande verhaal om draait, heeft sinds 2013 al de status van Geopark. Nu krijgt de Hondsrug de UNESCO status er bij. Men schrijft: 'de nieuwe status is een bijzondere erkenning en zal, naar verwachting een toeristische impuls en economische 'spin-off' betekenen voor het gebied van de Hondsrug'. Hoezo een impuls? Wil men dit bereiken door direct grenzend aan het gebied vijftig torenhoge Windturbines te realiseren? Boeiend voor al die toeristen en een echte aanvulling op de UNESCO-status. Wist men dit allemaal niet van tevoren, toen de plannen werden uitgedacht?
Bron: Dagblad van het Noorden, D.D. 21 oktober 2015
Geen opmerkingen:
Een reactie posten