Atlantis en zijn beschaving.
Vervolg deel 2
Wat
voorafging.
Sinds
mensenheugenis wordt er al in veel geschiedkundige geschriften geschreven over
een verloren beschaving en een verzonken continent, dat ooit ver voor onze
eigen menselijke geschiedenis ooit bestaan zou hebben. Zelfs in de vroegste
literatuur van verschillende ‘Heilige’ geschriften vindt men verwijzingen naar
een dergelijk continent. De vroegst bekende vermelding van een mogelijk bestaan
van Atlantis vindt men in twee dialogen van de Griekse filosoof Plato. In de
dialogen ‘Timaeus en Critias’, daterend uit de vijfde eeuw voor Christus,
refereerde Plato voor het eerst naar een waarschijnlijk bestaan hiervan. In een
gesprek tussen Solon en bepaalde Egyptische priesters in Sais, sprak men over een
groot eiland dat zo een negenduizend jaar daarvoor in de Atlantische oceaan,
door een vulkanische uitbarsting gezonken was. Sinds Plato’s tijd zijn er
daarna honderden boeken en artikelen over Atlantis geschreven, de meeste
daarvan in de afgelopen 200 jaar. Sommige boeken trachten duidelijk te maken,
dat Plato’s verhaal over Atlantis niet alleen mogelijk, maar zelfs zeer
waarschijnlijk is geweest. Anderen probeerden aan te tonen dat Atlantis slechts
een mythe was, of te trachten daar een andere rationele verklaring voor te
geven. Bijvoorbeeld door Atlantis te verbinden aan een plaats of stad, die
anders dan in de Atlantische oceaan, mogelijk ergens anders bestaan zou hebben.
Een groot deel van de literatuur over Atlantis is te vinden in omvangrijke
werken van mystici. Juist vanwege de aandacht die door ‘pseudowetenschappers en
occultisten’ geschonken wordt aan de legende van Atlantis, vermijden echte
geleerden het om serieus onderzoek naar Atlantis te doen of om er zelfs maar
over te spreken. Maar als er plotseling nieuwe documenten over de geschiedenis
van Atlantis ontdekt zouden worden, die verder terug gaan dan de geschriften
van Plato, dan zal de hele geschiedenis weer in een ander daglicht komen te
staan. Dus blijft er voorlopig niets anders over dan zich te richten op de
omvangrijke literatuur van de vele mystici, die in de loop van de eeuwen over
dit continent geschreven hebben. Eén van deze mystici of occultisten zo men
wilt, is Edgar Cayce (1877-1945), een destijds wereldberoemd medium en
helderziende, die zeer uitgebreid over dit onderwerp geschreven heeft en er
zelfs in duizenden sessies over verteld heeft. Niet alleen op grond van deze
informatie, maar ook op basis van vele andere literatuur heeft
‘poly-energetisch therapeut, coach en specialist op het gebied van moderne
psychotherapie’, Sylvia de Court Onderwater, een aantal artikelen over Atlantis
geschreven. Artikelen waar in het onderstaande uitgebreid over geschreven zal
worden. Sylvia de Court Onderwater staat bekend als zeer deskundig op dit terrein
van de (nog niet erkende) geschiedenis van de mensheid en houdt ook lezingen
over dit onderwerp.
In het kort
de drie ontwikkelingsfases van Atlantis.
Zoals eerder
gesteld lag Atlantis in de Atlantische Oceaan. Het oorspronkelijke continent
Atlantis was van enorme afmetingen en reikte van het noordelijkste punt, ter
hoogte van Groot Brittannië tot aan het zuidelijkste gedeelte, ter hoogte van
Yucatan (Mexico). En daarmee in het westen ook op korte afstand van het
Amerikaanse continent. In het oosten reikte het continent helemaal tot aan de
Middellandse zee. Zodat de huidige Atlantische Oceaan grotendeels door het
Atlantische continent in beslag genomen werd. Het totale continent is
uiteindelijk in gedeelten, zowel door klimatologische omstandigheden als door
menselijke invloeden, volledig ten onder gegaan. Wat niet in één keer gebeurde,
maar in een drietal verschillenden fases in de tijd. De eerste fase met heftige
catastrofes lag rond 50.000 jr. voor Christus. De tweede fase was rond 28.000
v. Chr. en de derde en laatste fase was ca. 10.900 jr. v. Chr. Dus zo een
13.000 jaar geleden. Na de ondergang van het Atlantische Rijk kwam er voorlopig
een einde aan een menselijke beschaving die zich in die tijd buitengewoon hoog
ontwikkeld had. Een ontwikkeling die onze huidige tijd in veel opzichten
evenaarde en zelfs technologisch ver vooruit was.
De bloeitijd
van Atlantis.
Al in de
eerste ontwikkelingsfase, ruim voordat de tweede fase van start ging, maakte
Atlantis al een grote bloeitijd door. Een periode van vooruitgang die ook in de
tweede fase, maar dan op een kleiner deel van het oorspronkelijke continent, na
een kortstondige terugval zijn doorgang vond. In deze bloeiperiode leefden de
mensen op een totaal ander niveau van bewustzijn (vierdimensionaal) dan dat het
zich later ging ontwikkelen. In deze vierdimensionale levensomstandigheden,
werden de mensen in die tijd begeleid door hogere intelligenties (veelal van
buitenaardse afkomst), die vanuit liefde en wijsheid de mensheid aanstuurden.
Het klimaat was in die tijd subtropisch en het hele jaar door zeer aangenaam. De
krachten die bij het derde oog horen, waren in die toenmalige evolutiefase nog
sterk aanwezig en had men vanuit deze situatie een sterke verbinding met de
natuurkrachten. Men wist toen nog dat materie een vorm van ‘bewustzijn’ was.
Door dit wezenlijke inzicht in de Eenheid van ‘bewustzijn en materie’, konden
de mensen de materie ook ‘vormen en tot op zekere hoogte ook creëren’. Men
maakte innerlijk contact met het ‘bewustzijn in de materie’, waardoor deze ook
daadwerkelijk in beweging werd gebracht en zelfs verplaatst of gemanipuleerd
kon worden. De Griekse geschiedschrijver Herodotus (485-425 v. Chr.), die ook
wel de ‘Vader van de Geschiedenis’ genoemd wordt en een compleet naslagwerk uit
die tijd achtergelaten heeft, heeft in zijn werk zijdelings verteld over de
tijd van Atlantis. Over kinderen uit Atlantis vertelde hij het volgende:
‘Alle
kinderen leefden zoals gebruikelijk bij hun ouders. Maar omdat de ouders zelf
ook nog volop in ontwikkeling waren en de studie van het ‘Zelf’ het grotere
geheel van die tijd in perspectief plaatste, waren ook de kinderen op hun
niveaus voortdurend met elkaar verbonden in overeenstemming met hun eigen
intelligentie en ontwikkeling. Zij werden geselecteerd bij de geboorte in
overeenstemming met hun evolutionaire (karmische) ontwikkeling en vervolgens
voor zover mogelijk ook individueel onderricht, om hun algemene intelligentie
te bevorderen die voortgekomen was uit vorige levens. De kinderen werden elke
dag naar een prachtige omgeving in het park gebracht en in de openlucht
onderwezen. De speelvoorwerpen van de Atlantische kinderen hadden altijd een
onderrichtende functie. Zij waren niet gerelateerd aan oorlogen, zoals bij veel
tegenwoordige kinderen. Zij zagen geen speelgoedwapens noch enig wapentuig dat
door volwassenen werden gebruikt, zodat zij hen niet nabootsten door het
gebruik van deze vormen van agressiviteit. Atlantische kinderen leerden door
middel van ervaringen met geometrische vormen. Zij hadden als speelgoed veel
kristallijnen voorwerpen die miniaturen waren van datgene die de stad informeerden,
zoals bepaalde gebouwen en zaken die het interieur vertegenwoordigden van die
gebouwen. Een voorbeeld van speelgoed was onder andere een balspel, waarbij de
bal van glas leek en van binnen een vacuüm had, zo ongeveer als de
tegenwoordige bal. De binnenkant van de bal was speciaal ontworpen en zodanig
van aard dat hij net als bij ons, heen en weer kon worden gegooid tussen de
kinderen. Maar in dit geval had de bal een onderrichtende functie en was hij
ontworpen om spelenderwijs informatie over te dragen op de kinderen. In het
kristallijne materiaal dat het glazen omhulsel van de bal vormde, bevond zich
een bepaalde stof dat leek op de stof silicium in onze huidige computers. In
deze stof bevond zich bepaalde informatie met een energiefrequentie die voorbij
ging aan de vijf zintuigen. Terwijl de kinderen met deze kristallen bal speelden,
ontvingen zij ‘energetisch’ informatie die afgestemd was op hun geestelijke
vermogens. Zodat er vanzelf bepaalde kennis op de kinderen werd overgebracht.
Kristallijne materialen werden sowieso veel toegepast in de Atlantische
samenleving en kwam men in de meeste voorwerpen en constructies tegen. Zo ook
in het volgende verhaal over het volgen van onderwijs.’
Kennisoverdracht
op andere niveaus van frequentie.
Bij het
naderen van een kristallijnen, glasachtige doorgang (ruim zeven meter hoog)
naar een bepaald collegegebouw dat deel uitmaakte van een onderwijsinstelling, werd
men geconfronteerd met een veelheid van beelden die op het kristal van de
doorgang werden geprojecteerd. Deze beelden, die als een caleidoscoop in kleur
verschenen, waren een middel om studenten voor te bereiden om het gebouw binnen
te lopen, wat kennelijk noodzakelijk was. Een omhulsel van speciale energie,
opgebouwd uit het elektromagnetische krachtveld dat ons overal omringd, werd om
de student heen geplaatst. Bij binnenkomst in het collegebouw werden bepaalde energiefrequenties
op de student geprojecteerd, die zijn of haar fysieke lichaam in een zodanige toestand
brachten, dat zij de hoogfrequente energie van de ‘Verlichte Wezens’, die hen ging
onderwijzen in zich op konden nemen. Daarom werden alle studenten die dat
gebouw binnengingen energetisch zodanig voorbereid, dat zij in een andere staat
van bewustzijn kwamen en de lessen die zij zouden ontvangen goed in zich op
konden nemen. Op deze manier waren zij zodanig voorbereid dat zij een ruimer
concept van het ‘oneindige’ in hun geest op konden nemen. Zij ontvingen
specifieke informatie die hun bewustzijn telepathisch vanuit het hogere
bewustzijn van hun leraren binnenkwam. Want ook telepathie was de gewoonste
zaak van de wereld in die tijd. Overigens bleef de studie die men volgde altijd
onderdeel van het werk die zij later gingen doen. Een ieder werd specifiek
opgeleid voor de functie of het vak, waar ze al vroeg geschikt voor werden
bevonden. De opleiding voor het latere beroep begon in de regel al in de vroegste
kinderjaren. Er werd in die tijd geen onderricht in ‘algemene ontwikkeling’
gegeven op de manier zoals wij die kennen. Mensen werden heel specialistisch
opgeleid en wisten verder weinig of niets af van andere zaken. Wat onder andere
te maken had met hun nog niet in die denkrichting ontwikkeld bewustzijn. Dit
ondanks het feit dat men zeer intelligent kon zijn, miste men in het algemeen
het bredere ‘perspectief’. Waar de eenzijdige ontwikkeling vanaf de vroegste
kinderjaren natuurlijk mede ‘debet’ aan was. De ontwikkeling van elk kind was
vanaf de vroegste kinderjaren zeer eenzijdig en buitengewoon rationeel gericht
geweest op het beroep, dat zij later individueel uit gingen oefenen. Van enig
empathie naar andere vakgebieden was bij een ieder niet of nauwelijks aanwezig.
Ook in de ‘bloeitijd’ van Atlantis was men al bezig met het genetisch
manipuleren van planten voor de voedselproductie. Zij waren in die kennis al
verder gevorderd dan dat wij dat momenteel al zijn. Zo ook met de geneeskunde,
de geneeskunde was op een heel ander peil dan bij ons. Healing en werken met
kleuren en gekleurd licht, alsook met kristallen waren steevast onderdeel van
de behandeling, maar de allopathische (tegenwerkende) kant van de
geneesmiddelen zoals wij die kennen, was ook verder gevorderd. Beide vormen
waren in de geneeskunde veel meer geïntegreerd dan nu nog het geval is. Maar
zij werkten ook met methodes die men nu ook al toepast in de geneeskunde. Bij
operaties werd er standaard gewerkt met laserstralen in plaats van met messen.
En men gebruikte geluidsgolven om mensen te helen of om ze onder narcose te
brengen. Alles ging al op dezelfde geavanceerde wijze als dat bij ons nu ook
het geval is.
Transformeren
van atomaire frequenties.
Uit het werk
van de Griekse Herodotus blijkt ook de volgende verhalen uit Atlantis. Een man
vertelt over zichzelf: ‘Zoals men ziet lijk ik begin twintig te zijn. Doch, in
tijd heb ik veel langer geleefd en ben ik in staat geweest om de bijzonderheid
te bereiken van het fysieke uiterlijk van een jonge man door de aard van mijn
intelligentie. In feite bevind ik mij dichter bij de tijd van zestig aardse
jaren, maar daar weet ik weinig van, want tijd is slechts een indicatie van de
processen van een bepaalde frequentie van de atomaire elementen. Wij leren in
Atlantis hoe wij de beperkingen van de materiële frequentie moeten
transcenderen, om in staat te kunnen zijn de integratie te bereiken van een
interdimensionaal bewustzijn.’ Uit veel verhalen blijkt dat de mensen in die
tijd doorgaans honderden jaren oud werden en sommigen (waaronder priesters)
zelfs duizenden jaren oud. Maar men moet dit wel allemaal zien in het licht van
de ‘vierde dimensionale tijd ’ waarin men toen leefden. In onze huidige driedimensionale
wereld is de materie uiteindelijk het meest ‘verdicht’ geworden en zijn dientengevolge
onze levens ook compact en zeer beperkt van tijd geworden. Het transformeren
van de frequentie van atomen heeft onder meer te maken met de
‘buitenzintuigelijke’ krachten vanuit het derde oog, waarbij men verbinding
maakte met het bewustzijn van de materie. Zo bezaten zij (in het bijzonder de
priesters) het vermogen om de zwaartekracht op te heffen. Het creëren van grote
bouwwerken (piramides, tempels e.d. ) was dus veelal een kwestie van levitatie.
Levitatie doormiddel van energetische krachten die door priesters in
groepsverband werden gecreëerd. Grote machines en werktuigen die wij bij onze
bouwmethodes kennen kwamen bij hen, bij het creëren van grote bouwwerken niet
voor. Alles gebeurde ‘energetisch’. Zo kon men in Atlantis ook op andere
gebieden veranderingen aanbrengen in de atomaire structuren of frequenties van
bepaalde materialen. Bij het volgende verhaal gaat het over een bijzondere fontein.
‘Normaal gesproken maken waterdruppels uit een fontein mensen nat, als zij de
fontein te dicht naderen en zij waterdruppels op zich krijgen. Maar bij deze
fontein was dat niet het geval. Dit water vertegenwoordigde een andere vorm van
energie, water dat in zijn atomaire structuur gewijzigd werd en meer dan twee
atomen waterstof en zuurstof bevatte. Maar dan zodanig samengesteld dat het
water de eigenschap behield, die het veronderstelde water te kunnen zijn. In
deze chemische verbinding werd namelijk een nieuw element toegevoegd. Welk
element is niet bekend. Het nieuwe element gaf het water de eigenschap niet nat
te zijn en toch de vertrouwde vorm hield. De druppels hadden het uiterlijk van
een spiraalvorm, wanneer ze een bepaalde hoogte bereikt hadden en vielen
vervolgens in wimpels naar beneden.
Energievoorziening.
De
Atlantiërs maakten ook gebruik van atoomenergie en van zonne-energie, maar veel
belangrijker waren de krachtbronnen die voortkwamen uit ‘kristalenergie’. In
onze computers is er onder andere gebruik gemaakt van silicium, dat in zuiver
gekristalliseerde vorm kwarts of bergkristal betreft. (Silicium komt in
meerdere vormen in de natuur voor. De aardkorst bestaat voor 25,7 % uit
silicium in zijn verschillende verbindingen. Naast bergkristal vinden we
hetzelfde pure kiezelzuur in tridymiet en christobaliet. Zand is vergruisde
kwarts, dat door ijzerverbindingen lichtgeel gekleurd is.) Momenteel is er
sprake van ‘ontwaking’ van een aantal belangrijke kristallen op Aarde. De
kristallen waar het hier om gaat betreffen de toenmalige ‘hoofdgeneratoren’ van
Atlantis. In de vele tempels van Atlantis bevonden zich grote kristallen met
daaronder grote spiralen van Orichalcum (goudkleurige bronzen legering), die
fungeerden als energiegeneratoren. Alle tempels met kristallen creëerden samen
een kristallijnen rastercomplex, dat verantwoordelijk was voor de energievoorziening
van Atlantis. Zonne-energie speelden hier zijdelings ook een belangrijke rol
bij, maar ook de gedachtekracht van alle mensen samen. De mensen besteden dagelijks
in een vast patroon een gedeelte van hun tijd aan een vorm van meditatie vanuit
het hart, voor het nut van allen. Hiervoor had iedereen thuis een klein
kristal, waar ze ’s morgens hun meditatie op richtten. Dit kristal stond weer
in verbinding met de grote kristallen in de tempels. Maar wat toen wel kon, kan
helaas nu niet meer, omdat de tijd toen vierdimensionaal was en de Aarde
inmiddels geologisch sterk veranderd is. De meeste mensen beseffen wel dat
gedachten ook krachten zijn en dat wanneer men zijn gedachten sterk op iets
richt, dit in energie omgezet kan worden. Maar in die tijd kon dat fysiek
direct uitwerking hebben. Door de gedachten via meditatie te richten op het
huiskristal, kon dit in energie worden omgezet en doorgegeven worden aan de
kristallen in de tempels. De uiteindelijke energie die mede hierdoor door de
kristallen in de tempels gegenereerd werd, kon zowel ten goede komen aan de
totale energievoorziening, als ook op afstand worden ingezet op alle
transportmiddelen die men toen kenden.
‘in deel 3
van deze serie over Atlantis zal over een week of vier weer verder ingegaan
worden op dit onderwerp.’
Inspiratie:
Atlantis, ‘Sylvia de Court Onderwater’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten