zondag 28 december 2014

Atlantis en zijn beschaving Deel 2


Atlantis en zijn beschaving.

Vervolg deel 2
 
 
Wat voorafging.

Sinds mensenheugenis wordt er al in veel geschiedkundige geschriften geschreven over een verloren beschaving en een verzonken continent, dat ooit ver voor onze eigen menselijke geschiedenis ooit bestaan zou hebben. Zelfs in de vroegste literatuur van verschillende ‘Heilige’ geschriften vindt men verwijzingen naar een dergelijk continent. De vroegst bekende vermelding van een mogelijk bestaan van Atlantis vindt men in twee dialogen van de Griekse filosoof Plato. In de dialogen ‘Timaeus en Critias’, daterend uit de vijfde eeuw voor Christus, refereerde Plato voor het eerst naar een waarschijnlijk bestaan hiervan. In een gesprek tussen Solon en bepaalde Egyptische priesters in Sais, sprak men over een groot eiland dat zo een negenduizend jaar daarvoor in de Atlantische oceaan, door een vulkanische uitbarsting gezonken was. Sinds Plato’s tijd zijn er daarna honderden boeken en artikelen over Atlantis geschreven, de meeste daarvan in de afgelopen 200 jaar. Sommige boeken trachten duidelijk te maken, dat Plato’s verhaal over Atlantis niet alleen mogelijk, maar zelfs zeer waarschijnlijk is geweest. Anderen probeerden aan te tonen dat Atlantis slechts een mythe was, of te trachten daar een andere rationele verklaring voor te geven. Bijvoorbeeld door Atlantis te verbinden aan een plaats of stad, die anders dan in de Atlantische oceaan, mogelijk ergens anders bestaan zou hebben. Een groot deel van de literatuur over Atlantis is te vinden in omvangrijke werken van mystici. Juist vanwege de aandacht die door ‘pseudowetenschappers en occultisten’ geschonken wordt aan de legende van Atlantis, vermijden echte geleerden het om serieus onderzoek naar Atlantis te doen of om er zelfs maar over te spreken. Maar als er plotseling nieuwe documenten over de geschiedenis van Atlantis ontdekt zouden worden, die verder terug gaan dan de geschriften van Plato, dan zal de hele geschiedenis weer in een ander daglicht komen te staan. Dus blijft er voorlopig niets anders over dan zich te richten op de omvangrijke literatuur van de vele mystici, die in de loop van de eeuwen over dit continent geschreven hebben. Eén van deze mystici of occultisten zo men wilt, is Edgar Cayce (1877-1945), een destijds wereldberoemd medium en helderziende, die zeer uitgebreid over dit onderwerp geschreven heeft en er zelfs in duizenden sessies over verteld heeft. Niet alleen op grond van deze informatie, maar ook op basis van vele andere literatuur heeft ‘poly-energetisch therapeut, coach en specialist op het gebied van moderne psychotherapie’, Sylvia de Court Onderwater, een aantal artikelen over Atlantis geschreven. Artikelen waar in het onderstaande uitgebreid over geschreven zal worden. Sylvia de Court Onderwater staat bekend als zeer deskundig op dit terrein van de (nog niet erkende) geschiedenis van de mensheid en houdt ook lezingen over dit onderwerp.


In het kort de drie ontwikkelingsfases van Atlantis.

Zoals eerder gesteld lag Atlantis in de Atlantische Oceaan. Het oorspronkelijke continent Atlantis was van enorme afmetingen en reikte van het noordelijkste punt, ter hoogte van Groot Brittannië tot aan het zuidelijkste gedeelte, ter hoogte van Yucatan (Mexico). En daarmee in het westen ook op korte afstand van het Amerikaanse continent. In het oosten reikte het continent helemaal tot aan de Middellandse zee. Zodat de huidige Atlantische Oceaan grotendeels door het Atlantische continent in beslag genomen werd. Het totale continent is uiteindelijk in gedeelten, zowel door klimatologische omstandigheden als door menselijke invloeden, volledig ten onder gegaan. Wat niet in één keer gebeurde, maar in een drietal verschillenden fases in de tijd. De eerste fase met heftige catastrofes lag rond 50.000 jr. voor Christus. De tweede fase was rond 28.000 v. Chr. en de derde en laatste fase was ca. 10.900 jr. v. Chr. Dus zo een 13.000 jaar geleden. Na de ondergang van het Atlantische Rijk kwam er voorlopig een einde aan een menselijke beschaving die zich in die tijd buitengewoon hoog ontwikkeld had. Een ontwikkeling die onze huidige tijd in veel opzichten evenaarde en zelfs technologisch ver vooruit was.

De bloeitijd van Atlantis.

Al in de eerste ontwikkelingsfase, ruim voordat de tweede fase van start ging, maakte Atlantis al een grote bloeitijd door. Een periode van vooruitgang die ook in de tweede fase, maar dan op een kleiner deel van het oorspronkelijke continent, na een kortstondige terugval zijn doorgang vond. In deze bloeiperiode leefden de mensen op een totaal ander niveau van bewustzijn (vierdimensionaal) dan dat het zich later ging ontwikkelen. In deze vierdimensionale levensomstandigheden, werden de mensen in die tijd begeleid door hogere intelligenties (veelal van buitenaardse afkomst), die vanuit liefde en wijsheid de mensheid aanstuurden. Het klimaat was in die tijd subtropisch en het hele jaar door zeer aangenaam. De krachten die bij het derde oog horen, waren in die toenmalige evolutiefase nog sterk aanwezig en had men vanuit deze situatie een sterke verbinding met de natuurkrachten. Men wist toen nog dat materie een vorm van ‘bewustzijn’ was. Door dit wezenlijke inzicht in de Eenheid van ‘bewustzijn en materie’, konden de mensen de materie ook ‘vormen en tot op zekere hoogte ook creëren’. Men maakte innerlijk contact met het ‘bewustzijn in de materie’, waardoor deze ook daadwerkelijk in beweging werd gebracht en zelfs verplaatst of gemanipuleerd kon worden. De Griekse geschiedschrijver Herodotus (485-425 v. Chr.), die ook wel de ‘Vader van de Geschiedenis’ genoemd wordt en een compleet naslagwerk uit die tijd achtergelaten heeft, heeft in zijn werk zijdelings verteld over de tijd van Atlantis. Over kinderen uit Atlantis vertelde hij het volgende:

‘Alle kinderen leefden zoals gebruikelijk bij hun ouders. Maar omdat de ouders zelf ook nog volop in ontwikkeling waren en de studie van het ‘Zelf’ het grotere geheel van die tijd in perspectief plaatste, waren ook de kinderen op hun niveaus voortdurend met elkaar verbonden in overeenstemming met hun eigen intelligentie en ontwikkeling. Zij werden geselecteerd bij de geboorte in overeenstemming met hun evolutionaire (karmische) ontwikkeling en vervolgens voor zover mogelijk ook individueel onderricht, om hun algemene intelligentie te bevorderen die voortgekomen was uit vorige levens. De kinderen werden elke dag naar een prachtige omgeving in het park gebracht en in de openlucht onderwezen. De speelvoorwerpen van de Atlantische kinderen hadden altijd een onderrichtende functie. Zij waren niet gerelateerd aan oorlogen, zoals bij veel tegenwoordige kinderen. Zij zagen geen speelgoedwapens noch enig wapentuig dat door volwassenen werden gebruikt, zodat zij hen niet nabootsten door het gebruik van deze vormen van agressiviteit. Atlantische kinderen leerden door middel van ervaringen met geometrische vormen. Zij hadden als speelgoed veel kristallijnen voorwerpen die miniaturen waren van datgene die de stad informeerden, zoals bepaalde gebouwen en zaken die het interieur vertegenwoordigden van die gebouwen. Een voorbeeld van speelgoed was onder andere een balspel, waarbij de bal van glas leek en van binnen een vacuüm had, zo ongeveer als de tegenwoordige bal. De binnenkant van de bal was speciaal ontworpen en zodanig van aard dat hij net als bij ons, heen en weer kon worden gegooid tussen de kinderen. Maar in dit geval had de bal een onderrichtende functie en was hij ontworpen om spelenderwijs informatie over te dragen op de kinderen. In het kristallijne materiaal dat het glazen omhulsel van de bal vormde, bevond zich een bepaalde stof dat leek op de stof silicium in onze huidige computers. In deze stof bevond zich bepaalde informatie met een energiefrequentie die voorbij ging aan de vijf zintuigen. Terwijl de kinderen met deze kristallen bal speelden, ontvingen zij ‘energetisch’ informatie die afgestemd was op hun geestelijke vermogens. Zodat er vanzelf bepaalde kennis op de kinderen werd overgebracht. Kristallijne materialen werden sowieso veel toegepast in de Atlantische samenleving en kwam men in de meeste voorwerpen en constructies tegen. Zo ook in het volgende verhaal over het volgen van onderwijs.’

Kennisoverdracht op andere niveaus van frequentie.

Bij het naderen van een kristallijnen, glasachtige doorgang (ruim zeven meter hoog) naar een bepaald collegegebouw dat deel uitmaakte van een onderwijsinstelling, werd men geconfronteerd met een veelheid van beelden die op het kristal van de doorgang werden geprojecteerd. Deze beelden, die als een caleidoscoop in kleur verschenen, waren een middel om studenten voor te bereiden om het gebouw binnen te lopen, wat kennelijk noodzakelijk was. Een omhulsel van speciale energie, opgebouwd uit het elektromagnetische krachtveld dat ons overal omringd, werd om de student heen geplaatst. Bij binnenkomst in het collegebouw werden bepaalde energiefrequenties op de student geprojecteerd, die zijn of haar fysieke lichaam in een zodanige toestand brachten, dat zij de hoogfrequente energie van de ‘Verlichte Wezens’, die hen ging onderwijzen in zich op konden nemen. Daarom werden alle studenten die dat gebouw binnengingen energetisch zodanig voorbereid, dat zij in een andere staat van bewustzijn kwamen en de lessen die zij zouden ontvangen goed in zich op konden nemen. Op deze manier waren zij zodanig voorbereid dat zij een ruimer concept van het ‘oneindige’ in hun geest op konden nemen. Zij ontvingen specifieke informatie die hun bewustzijn telepathisch vanuit het hogere bewustzijn van hun leraren binnenkwam. Want ook telepathie was de gewoonste zaak van de wereld in die tijd. Overigens bleef de studie die men volgde altijd onderdeel van het werk die zij later gingen doen. Een ieder werd specifiek opgeleid voor de functie of het vak, waar ze al vroeg geschikt voor werden bevonden. De opleiding voor het latere beroep begon in de regel al in de vroegste kinderjaren. Er werd in die tijd geen onderricht in ‘algemene ontwikkeling’ gegeven op de manier zoals wij die kennen. Mensen werden heel specialistisch opgeleid en wisten verder weinig of niets af van andere zaken. Wat onder andere te maken had met hun nog niet in die denkrichting ontwikkeld bewustzijn. Dit ondanks het feit dat men zeer intelligent kon zijn, miste men in het algemeen het bredere ‘perspectief’. Waar de eenzijdige ontwikkeling vanaf de vroegste kinderjaren natuurlijk mede ‘debet’ aan was. De ontwikkeling van elk kind was vanaf de vroegste kinderjaren zeer eenzijdig en buitengewoon rationeel gericht geweest op het beroep, dat zij later individueel uit gingen oefenen. Van enig empathie naar andere vakgebieden was bij een ieder niet of nauwelijks aanwezig. Ook in de ‘bloeitijd’ van Atlantis was men al bezig met het genetisch manipuleren van planten voor de voedselproductie. Zij waren in die kennis al verder gevorderd dan dat wij dat momenteel al zijn. Zo ook met de geneeskunde, de geneeskunde was op een heel ander peil dan bij ons. Healing en werken met kleuren en gekleurd licht, alsook met kristallen waren steevast onderdeel van de behandeling, maar de allopathische (tegenwerkende) kant van de geneesmiddelen zoals wij die kennen, was ook verder gevorderd. Beide vormen waren in de geneeskunde veel meer geïntegreerd dan nu nog het geval is. Maar zij werkten ook met methodes die men nu ook al toepast in de geneeskunde. Bij operaties werd er standaard gewerkt met laserstralen in plaats van met messen. En men gebruikte geluidsgolven om mensen te helen of om ze onder narcose te brengen. Alles ging al op dezelfde geavanceerde wijze als dat bij ons nu ook het geval is.

Transformeren van atomaire frequenties.

Uit het werk van de Griekse Herodotus blijkt ook de volgende verhalen uit Atlantis. Een man vertelt over zichzelf: ‘Zoals men ziet lijk ik begin twintig te zijn. Doch, in tijd heb ik veel langer geleefd en ben ik in staat geweest om de bijzonderheid te bereiken van het fysieke uiterlijk van een jonge man door de aard van mijn intelligentie. In feite bevind ik mij dichter bij de tijd van zestig aardse jaren, maar daar weet ik weinig van, want tijd is slechts een indicatie van de processen van een bepaalde frequentie van de atomaire elementen. Wij leren in Atlantis hoe wij de beperkingen van de materiële frequentie moeten transcenderen, om in staat te kunnen zijn de integratie te bereiken van een interdimensionaal bewustzijn.’ Uit veel verhalen blijkt dat de mensen in die tijd doorgaans honderden jaren oud werden en sommigen (waaronder priesters) zelfs duizenden jaren oud. Maar men moet dit wel allemaal zien in het licht van de ‘vierde dimensionale tijd ’ waarin men toen leefden. In onze huidige driedimensionale wereld is de materie uiteindelijk het meest ‘verdicht’ geworden en zijn dientengevolge onze levens ook compact en zeer beperkt van tijd geworden. Het transformeren van de frequentie van atomen heeft onder meer te maken met de ‘buitenzintuigelijke’ krachten vanuit het derde oog, waarbij men verbinding maakte met het bewustzijn van de materie. Zo bezaten zij (in het bijzonder de priesters) het vermogen om de zwaartekracht op te heffen. Het creëren van grote bouwwerken (piramides, tempels e.d. ) was dus veelal een kwestie van levitatie. Levitatie doormiddel van energetische krachten die door priesters in groepsverband werden gecreëerd. Grote machines en werktuigen die wij bij onze bouwmethodes kennen kwamen bij hen, bij het creëren van grote bouwwerken niet voor. Alles gebeurde ‘energetisch’. Zo kon men in Atlantis ook op andere gebieden veranderingen aanbrengen in de atomaire structuren of frequenties van bepaalde materialen. Bij het volgende verhaal gaat het over een bijzondere fontein. ‘Normaal gesproken maken waterdruppels uit een fontein mensen nat, als zij de fontein te dicht naderen en zij waterdruppels op zich krijgen. Maar bij deze fontein was dat niet het geval. Dit water vertegenwoordigde een andere vorm van energie, water dat in zijn atomaire structuur gewijzigd werd en meer dan twee atomen waterstof en zuurstof bevatte. Maar dan zodanig samengesteld dat het water de eigenschap behield, die het veronderstelde water te kunnen zijn. In deze chemische verbinding werd namelijk een nieuw element toegevoegd. Welk element is niet bekend. Het nieuwe element gaf het water de eigenschap niet nat te zijn en toch de vertrouwde vorm hield. De druppels hadden het uiterlijk van een spiraalvorm, wanneer ze een bepaalde hoogte bereikt hadden en vielen vervolgens in wimpels naar beneden.

Energievoorziening.

De Atlantiërs maakten ook gebruik van atoomenergie en van zonne-energie, maar veel belangrijker waren de krachtbronnen die voortkwamen uit ‘kristalenergie’. In onze computers is er onder andere gebruik gemaakt van silicium, dat in zuiver gekristalliseerde vorm kwarts of bergkristal betreft. (Silicium komt in meerdere vormen in de natuur voor. De aardkorst bestaat voor 25,7 % uit silicium in zijn verschillende verbindingen. Naast bergkristal vinden we hetzelfde pure kiezelzuur in tridymiet en christobaliet. Zand is vergruisde kwarts, dat door ijzerverbindingen lichtgeel gekleurd is.) Momenteel is er sprake van ‘ontwaking’ van een aantal belangrijke kristallen op Aarde. De kristallen waar het hier om gaat betreffen de toenmalige ‘hoofdgeneratoren’ van Atlantis. In de vele tempels van Atlantis bevonden zich grote kristallen met daaronder grote spiralen van Orichalcum (goudkleurige bronzen legering), die fungeerden als energiegeneratoren. Alle tempels met kristallen creëerden samen een kristallijnen rastercomplex, dat verantwoordelijk was voor de energievoorziening van Atlantis. Zonne-energie speelden hier zijdelings ook een belangrijke rol bij, maar ook de gedachtekracht van alle mensen samen. De mensen besteden dagelijks in een vast patroon een gedeelte van hun tijd aan een vorm van meditatie vanuit het hart, voor het nut van allen. Hiervoor had iedereen thuis een klein kristal, waar ze ’s morgens hun meditatie op richtten. Dit kristal stond weer in verbinding met de grote kristallen in de tempels. Maar wat toen wel kon, kan helaas nu niet meer, omdat de tijd toen vierdimensionaal was en de Aarde inmiddels geologisch sterk veranderd is. De meeste mensen beseffen wel dat gedachten ook krachten zijn en dat wanneer men zijn gedachten sterk op iets richt, dit in energie omgezet kan worden. Maar in die tijd kon dat fysiek direct uitwerking hebben. Door de gedachten via meditatie te richten op het huiskristal, kon dit in energie worden omgezet en doorgegeven worden aan de kristallen in de tempels. De uiteindelijke energie die mede hierdoor door de kristallen in de tempels gegenereerd werd, kon zowel ten goede komen aan de totale energievoorziening, als ook op afstand worden ingezet op alle transportmiddelen die men toen kenden.

‘in deel 3 van deze serie over Atlantis zal over een week of vier weer verder ingegaan worden op dit onderwerp.’

Inspiratie: Atlantis, ‘Sylvia de Court Onderwater’.

 

                                                               

 

 

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten