Esoterisch gezien kent men zeven inwijdingsgraden. Inwijdingsgraden die over vele levens heen kunnen reiken en een uitbreiding van het 'bewustzijn' betekenen.
Iedereen verkeert in zijn levenscyclus uiteindelijk op het 'pad van inwijding'.
Definitie van inwijdingen of initiaties.
In algemene zin betekent ‘inwijding of initiatie’, de opeenvolging van één of meer handelingen, die erin bestaat om een buitenstaander op te nemen in een groep of gemeenschap. Hieraan gaat een leerproces vooraf, dat de inwijding tot een goed einde moet brengen. Na afsluiting van dit leerproces is de ‘noviet’ een ingewijde en bezit diegene de volheid van rechten en plichten in de groep. Daarbij gaat de inwijding vaak gepaard met een symbolisch ritueel. Nu zijn inwijdingen van alle tijden en van alle culturen. Ook nu nog worden er bij bepaalde groepen, om allerlei redenen ‘inwijdingsriten’ gehouden.
Inwijdingen in de klassieke oudheid
In de klassieke oudheid (Egypte, Azië, enz.) was ‘inwijding’ een algemeen begrip en onderging men inwijdingen veelal in één van de ‘inwijdings- of mysteriescholen’. Op die scholen werden de leerlingen stapsgewijs ingewijd in de geheimen van het leven op aarde en van de geestelijke wereld. De toelating gold in de oudheid alleen voor uiterst bekwame leerlingen, die door priesters werden uitgekozen. In deze scholen onderscheidde men destijds zeven ‘inwijdingstappen’, waarvan de essentie in het kort op de volgende wijze weergegeven zou kunnen worden:
Zeven stappen van inwijding in de oudheid.
In de 1 ste inwijding ging het om ‘geestelijk’ te leren zien. Men moest leren kijken naar gebeurtenissen in het eigen leven en hierin de grote lijnen en patronen proberen te ontdekken.
In de 2 de inwijding ging om het leren ‘zwijgen’. Door zwijgen leerde je te kijken naar je emoties en verkreeg je zelfkennis. De weg naar de stilte en naar het diepere ‘weten’ moest worden gezocht.
In de 3 de inwijding ging het om de strijd met ‘jezelf’, een strijd tegen je eigen angsten. Door deze strijd leerde je ‘geestelijker’ te kijken en je met eerbied te richten op de ‘leiding’ in je leven.
In de 4 de inwijding ging het om het ‘vertrouwen’ in de geestelijke wereld en de leiding die daarvan uitging. Niet zelden werden ‘bijna-dood’ ervaringen geënsceneerd, bedoeld om angsten te overwinnen. Men zag en voelde daardoor zowel de eigen ‘innerlijke’ wereld als de ‘geestelijke’ wereld.
In de 5 de inwijding ging het om de ‘hogere’ inwijding en verkreeg de ingewijde een innerlijke verbinding met de allerhoogste ‘Engel’ des volks. Daardoor wist men wat de opdracht van een volk was en werd de ingewijde een ‘kanaal’ voor de geestelijke wereld om het volk te kunnen leiden.
In de 6 de inwijding trad men uit het lichaam en reisde men door de geestelijke wereld, om daar uiteindelijk het ‘zonnewezen’ te ontmoeten en de liefde van dit ‘Goddelijke’ wezen te ervaren.
In de 7 de inwijding werd men uiteindelijk een geestelijke ‘Meester’ en kon men de geestelijke wereld voelbaar en tastbaar maken aan de toenmalige mensheid.
Geestelijke inwijdingsgraden in de esoterie.
Tegenwoordig zijn er geen ‘mysteriescholen’ meer, zoals men dat in de oudheid kende. Maar in de ‘esoterie’ kent men ook nu nog de zeven inwijdingsstappen of inwijdingsgraden. Inwijdingsgraden die in de ‘reïncarnatiecyclus’ over vele levens heen kunnen reiken en in grote lijnen nog steeds dezelfde doelstellingen als in het verleden nastreven. Bij een inwijding gaat het evenals vroeger, nog steeds om een geleidelijke uitbreiding van het bewustzijn en een geleidelijke gewaarwording van de ‘geestelijke’ werkelijkheid. Een werkelijkheid die achter onze fysieke uitdrukkingsvorm in de stoffelijke wereld ligt. Een inwijding is een proces waarbij men over vele levens heen stapsgewijs, éénlijnigheid bereikt tussen zowel de fysieke als de ‘geestelijke’ aspecten van het menselijk wezen. Het leven zelf is het terrein waar het ‘proces’ zich manifesteert. Het zijn de ervaringen en de beproevingen van het dagelijks leven, die aan het proces ten grondslag liggen. In essentie gaat het om het geleidelijk aan ‘meester’ worden over zichzelf en het verkrijgen van ‘bewustzijn’ op alle gebieden, die betrekking hebben op het stapsgewijze proces van inwijding. Individueel kan men er in de ‘reïncarnatiecyclus’ er net zo lang over doen als men wil, maar het verschaft de mens wel de middelen om het evolutieproces te versnellen. Mensen die bereid zijn de inspanningen te getroosten, de beproevingen te ondergaan en vooral de offers te brengen waar het proces van inwijding uiteindelijk om vraagt, kunnen daardoor individueel het proces versnellen.
Zeven inwijdingsgraden in de esoterie.
Het proces van inwijding kent nog net als vroeger een zevental ‘stappen of behaalde graden’. Deze zeven stappen zijn te verdelen over vijf ‘planetaire en twee kosmische’ graden van inwijding. Hetgeen gerelateerd is aan het ‘pad van inwijding’. Dit ‘pad’ is het laatste stadium van de reïncarnatiecyclus, dat door de mens begaan wordt. Bij de ‘planetaire’ inwijdingen gaat het om bewustzijnsuitbreiding op ‘planetair’ niveau, waarbij het bewustzijn van de mens in grote mate wordt uitgebreid. Het ‘geestelijke’ bewustzijn gaat geleidelijk aan de overhand nemen en al wat ‘aards’ is, verdwijnt langzamerhand naar de achtergrond. Bij de twee ‘kosmische’ inwijdingsgraden verkrijgt men bewustzijn op ‘kosmisch mentaal’ niveau. Op dit niveau is men een ‘geestelijke meester’ met een ‘kosmisch’ bewustzijn. Een bewustzijn waarbij men de mensheid in zijn totaliteit bij gaat staan en inspireert vanuit de ‘liefde en de wijsheid’ die men verkregen heeft.
De geestelijke aard van de inwijding.
Alle inwijdingsgraden zijn uitsluitend geestelijk van aard en worden zoals al eerder gesteld, ongemerkt tijdens de laatste levens op aarde doorlopen. De eerste inwijding wordt genomen wanneer het ‘spiritueel bewustzijn’ (het pad naar geestelijke verlichting) in het hart van de mens ontwaakt. Vanaf de vijfde inwijding verkrijgt men beheersing op alle ‘niveaus’ en bevrijdt het de ingewijde van de noodzaak tot verdere incarnatie op deze planeet. Elk stadium van inwijding verschaft de mens een dieper inzicht in de betekenis en het doel van ‘Gods plan’ en een toenemend vermogen om bewust mee te willen werken aan de vervulling van dit ‘plan’. Overigens is in het voorgaande verhaal over de ‘kosmische stralen’, al uitvoerig verteld over de invloed die deze ‘stralen’ hebben op zowel het fysieke lichaam als de geestelijke lichamen van de mens. Maar elke inwijding brengt ook een directe verbinding tot stand tussen de ingewijde en de straal die de persoon in kwestie beïnvloedt, waardoor de ingewijde het vermogen krijgt, de energie van die straal te beheersen en in het leven toe te kunnen passen.. Het volgende overzicht beschrijft in chronologische volgorde de zeven inwijdingen met de bijbehorende stralen:
De 1 ste planetaire inwijding.
Deze straal is verbonden met straal nr. 7, de straal van ‘orde, magie en vrijheid’.
Deze inwijding wordt genomen nadat beheersing is ontstaan over het fysieke lichaam met al zijn begeerten. Of te wel als de drang naar ‘begeerte’ en het zich uitsluitend ‘fysiek’ willen manifesteren, ‘beheerst’ gaat worden en er een ‘spiritueel’ bewustzijn’ ontstaat. Deze inwijding betreft beheersing over het 'etherisch lichaam' in de Aura en over de energie waaruit dit lichaam bestaat. In dit stadium onderkent de ingewijde het bestaan van iets dat verder reikt dan het ‘zichtbare, emotionele en mentale’ zelf. Deze inwijding kenmerkt zich door het begin van een nieuwe levenswijze, bestaande uit een andere manier van denken en van een bewustere manier van 'waarneming' in de fysieke wereld.
De 2 de planetaire inwijding.
Deze straal is verbonden met straal nr 6, de straal van ‘idealisme en devotie’.
Deze inwijding betreft beheersing over het ‘etherisch emotionele’ lichaam in de Aura, ofwel de beheersing over de ‘elementale energie’ waaruit dit ‘geesteslichaam’ is opgebouwd. Anders gezegd, er ontstaat ‘geestelijk evenwicht’ met gaandeweg de beheersing over de eigen emoties en gevoelens. Op dit niveau staat men zelfverzekerder in het leven en straalt men veel zelfvertrouwen uit naar de mede mens.
De 3 de planetaire inwijding.
Deze straal is verbonden met straal nr. 5, de straal van ‘wetenschap of kennis’.
Dit betreft de eerste ‘zieleninwijding’, ook wel de ‘transfiguratie’ genoemd. Deze inwijding toont beheersing over het ‘etherisch mentale lichaam’ in de Aura en de ‘energie’ waaruit dit lichaam bestaat, waarbij voor het eerst contact ontstaat met de ‘Godsvonk’ en er een begin ontstaat van ‘éénlijnigheid’ door alle ‘geesteslichamen’ heen. In de persoon zelf openbaart zich voor het eerst de ‘Wil’ tot ‘dienstbaarheid’ aan ‘mens en wereld’.
De 4 de planetaire inwijding.
Deze straal is verbonden met straal nr. 4, de straal van ‘harmonie of schoonheid’.
Betreft de ‘grote verzaking’, waarbij alles wat met het ‘aardse’ te maken had volstrekt onbelangrijk gevonden wordt en het hoger ‘geestelijk leven’ centraal komt te staan.
Het 'geestelijk belang' komt uiteindelijk voor al het persoonlijk belang in de plaats. Deze inwijding betreft volledige beheersing over al de vier energetische lichamen op het 'Zielsniveau' in de Aura met alle overeenkomstige energieën. Bij deze inwijding wordt het ‘zielelichaam’ afgelegd en gaat de persoon ‘mentaal’ verder. De ingewijde is dan een ‘zielendoordrenkte’ persoonlijkheid en staat vanaf nu in direct contact met zijn eigen Godsvonk, de ‘Monade’. Liefde en onbaatzuchtigheid kenmerkt hoofdzakelijk het karakter van deze ‘ingewijde’, waarbij uitsluitend de ‘Wil’ om te dienen nog voornamelijk de basis wordt van al zijn handelingen.
De 5 de planetaire inwijding.
Deze straal is verbonden met straal nr. 1, de straal van ‘wil of macht’.
Bij de vijfde inwijding is de ingewijde voorgoed bevrijd van de aantrekkingskracht van de ‘stof’ en wordt de ingewijde een geestelijke ‘Meester’.
Het evolutionaire doel is dan bereikt en de ‘Meester’ heeft zijn levenservaring op deze planeet beëindigd. Het stelt de ingewijde in staat een nieuwe visie van ‘werkelijkheid’ te verkrijgen, een ‘werkelijkheid’ die achter elke tot dan toe gevoelde en gekende werkelijkheid ligt. Zijn keuze om al dan niet op deze aarde te verblijven, om namens de ‘Albron’ de mensheid voor een speciaal doel nog te willen dienen is dan aan hem alleen.
De 6 de kosmische inwijding.
Deze straal is verbonden met straal nr.3, de straal van ‘werkzame intelligentie’.
Bij de zesde inwijding maakt de geestelijke ‘Meester’ een keuze voor zijn verdere evolutie, op grond van zijn intuïtief begrepen bestemming. Hij zoekt het pad dat voor hem bestemd is om een kosmische ‘Gezalfde’ te worden, dit ter voorbereiding tot de ware inwijding der ‘verrijzenis’, wat de zevende inwijding inhoudt.
De 7 de kosmische inwijding.
Deze straal is verbonden met straal nr. 2, de straal van ‘liefde – wijsheid’.
Bij de zevende inwijding vindt de ‘opstanding’ plaats en bevindt de geestelijke 'Meester’ zich boven alle gebieden van het ‘planetaire’ leven. De geestelijke 'Meester’ heeft dan de ‘verrijzenis’ ondergaan en is dan een ware opgestane ‘Meester’, in dienst van de goddelijke ‘Albron’. De 'Geestelijke Meester' beschikt dan over alle eigenschappen en hoedanigheden van ‘liefde – wijsheid’, die ons zonnestelsel tot uitdrukking dient te brengen.
Nawoord over de zeven inwijdingsgraden.
Al eerder is gesteld dat alles inclusief de mens uit ‘energie’ bestaat en alles aan ‘trillingsfrequentie’ onderhevig is. Ook een ‘inwijding’ bestaat uit een hogere vorm van ‘trilling’, wat in de uitstraling van de mens tot uitdrukking komt. Indien iemand in positieve zin een speciale ‘uitstraling’ heeft, wat door anderen duidelijk waargenomen wordt, dan is dat een teken dat de persoon in kwestie met een bepaalde graad van ‘inwijding’ in het leven staat. Zoals gezegd, is het leven zelf het terrein waar het ‘proces’ van inwijding zich manifesteert. Het zijn de ervaringen en de beproevingen in het dagelijks leven, die aan het proces ten grondslag liggen. De ‘uitstraling’ van een persoon zelf zal in ‘trilling’ telkens hoger, krachtiger en duidelijker merkbaarder worden, naarmate de persoon in kwestie vaker zal zijn ‘ingewijd’. Elke inwijding leidt uiteindelijk tot meer ‘bewustwording’ en inzicht in het leven. Ook leidt het er vaker toe dat men bepaalde situaties eerder ‘doorheeft’ en intuïtief de achterliggende gedachten aanvoelt en begrijpt. Ook in ‘groepsverband’ ondergaat men ongemerkt bepaalde ‘inwijdingsgraden’, hetgeen men weer ‘uitstraalt’ naar andere groeperingen. Op deze wijze verkeert iedereen op het ‘pad van inwijding’ en is uiteindelijk een ieder op weg naar geestelijke ‘verlichting’.
Iedereen verkeert in zijn levenscyclus uiteindelijk op het 'pad van inwijding'.
Definitie van inwijdingen of initiaties.
In algemene zin betekent ‘inwijding of initiatie’, de opeenvolging van één of meer handelingen, die erin bestaat om een buitenstaander op te nemen in een groep of gemeenschap. Hieraan gaat een leerproces vooraf, dat de inwijding tot een goed einde moet brengen. Na afsluiting van dit leerproces is de ‘noviet’ een ingewijde en bezit diegene de volheid van rechten en plichten in de groep. Daarbij gaat de inwijding vaak gepaard met een symbolisch ritueel. Nu zijn inwijdingen van alle tijden en van alle culturen. Ook nu nog worden er bij bepaalde groepen, om allerlei redenen ‘inwijdingsriten’ gehouden.
Inwijdingen in de klassieke oudheid
In de klassieke oudheid (Egypte, Azië, enz.) was ‘inwijding’ een algemeen begrip en onderging men inwijdingen veelal in één van de ‘inwijdings- of mysteriescholen’. Op die scholen werden de leerlingen stapsgewijs ingewijd in de geheimen van het leven op aarde en van de geestelijke wereld. De toelating gold in de oudheid alleen voor uiterst bekwame leerlingen, die door priesters werden uitgekozen. In deze scholen onderscheidde men destijds zeven ‘inwijdingstappen’, waarvan de essentie in het kort op de volgende wijze weergegeven zou kunnen worden:
Zeven stappen van inwijding in de oudheid.
In de 1 ste inwijding ging het om ‘geestelijk’ te leren zien. Men moest leren kijken naar gebeurtenissen in het eigen leven en hierin de grote lijnen en patronen proberen te ontdekken.
In de 2 de inwijding ging om het leren ‘zwijgen’. Door zwijgen leerde je te kijken naar je emoties en verkreeg je zelfkennis. De weg naar de stilte en naar het diepere ‘weten’ moest worden gezocht.
In de 3 de inwijding ging het om de strijd met ‘jezelf’, een strijd tegen je eigen angsten. Door deze strijd leerde je ‘geestelijker’ te kijken en je met eerbied te richten op de ‘leiding’ in je leven.
In de 4 de inwijding ging het om het ‘vertrouwen’ in de geestelijke wereld en de leiding die daarvan uitging. Niet zelden werden ‘bijna-dood’ ervaringen geënsceneerd, bedoeld om angsten te overwinnen. Men zag en voelde daardoor zowel de eigen ‘innerlijke’ wereld als de ‘geestelijke’ wereld.
In de 5 de inwijding ging het om de ‘hogere’ inwijding en verkreeg de ingewijde een innerlijke verbinding met de allerhoogste ‘Engel’ des volks. Daardoor wist men wat de opdracht van een volk was en werd de ingewijde een ‘kanaal’ voor de geestelijke wereld om het volk te kunnen leiden.
In de 6 de inwijding trad men uit het lichaam en reisde men door de geestelijke wereld, om daar uiteindelijk het ‘zonnewezen’ te ontmoeten en de liefde van dit ‘Goddelijke’ wezen te ervaren.
In de 7 de inwijding werd men uiteindelijk een geestelijke ‘Meester’ en kon men de geestelijke wereld voelbaar en tastbaar maken aan de toenmalige mensheid.
Geestelijke inwijdingsgraden in de esoterie.
Tegenwoordig zijn er geen ‘mysteriescholen’ meer, zoals men dat in de oudheid kende. Maar in de ‘esoterie’ kent men ook nu nog de zeven inwijdingsstappen of inwijdingsgraden. Inwijdingsgraden die in de ‘reïncarnatiecyclus’ over vele levens heen kunnen reiken en in grote lijnen nog steeds dezelfde doelstellingen als in het verleden nastreven. Bij een inwijding gaat het evenals vroeger, nog steeds om een geleidelijke uitbreiding van het bewustzijn en een geleidelijke gewaarwording van de ‘geestelijke’ werkelijkheid. Een werkelijkheid die achter onze fysieke uitdrukkingsvorm in de stoffelijke wereld ligt. Een inwijding is een proces waarbij men over vele levens heen stapsgewijs, éénlijnigheid bereikt tussen zowel de fysieke als de ‘geestelijke’ aspecten van het menselijk wezen. Het leven zelf is het terrein waar het ‘proces’ zich manifesteert. Het zijn de ervaringen en de beproevingen van het dagelijks leven, die aan het proces ten grondslag liggen. In essentie gaat het om het geleidelijk aan ‘meester’ worden over zichzelf en het verkrijgen van ‘bewustzijn’ op alle gebieden, die betrekking hebben op het stapsgewijze proces van inwijding. Individueel kan men er in de ‘reïncarnatiecyclus’ er net zo lang over doen als men wil, maar het verschaft de mens wel de middelen om het evolutieproces te versnellen. Mensen die bereid zijn de inspanningen te getroosten, de beproevingen te ondergaan en vooral de offers te brengen waar het proces van inwijding uiteindelijk om vraagt, kunnen daardoor individueel het proces versnellen.
Zeven inwijdingsgraden in de esoterie.
Het proces van inwijding kent nog net als vroeger een zevental ‘stappen of behaalde graden’. Deze zeven stappen zijn te verdelen over vijf ‘planetaire en twee kosmische’ graden van inwijding. Hetgeen gerelateerd is aan het ‘pad van inwijding’. Dit ‘pad’ is het laatste stadium van de reïncarnatiecyclus, dat door de mens begaan wordt. Bij de ‘planetaire’ inwijdingen gaat het om bewustzijnsuitbreiding op ‘planetair’ niveau, waarbij het bewustzijn van de mens in grote mate wordt uitgebreid. Het ‘geestelijke’ bewustzijn gaat geleidelijk aan de overhand nemen en al wat ‘aards’ is, verdwijnt langzamerhand naar de achtergrond. Bij de twee ‘kosmische’ inwijdingsgraden verkrijgt men bewustzijn op ‘kosmisch mentaal’ niveau. Op dit niveau is men een ‘geestelijke meester’ met een ‘kosmisch’ bewustzijn. Een bewustzijn waarbij men de mensheid in zijn totaliteit bij gaat staan en inspireert vanuit de ‘liefde en de wijsheid’ die men verkregen heeft.
De geestelijke aard van de inwijding.
Alle inwijdingsgraden zijn uitsluitend geestelijk van aard en worden zoals al eerder gesteld, ongemerkt tijdens de laatste levens op aarde doorlopen. De eerste inwijding wordt genomen wanneer het ‘spiritueel bewustzijn’ (het pad naar geestelijke verlichting) in het hart van de mens ontwaakt. Vanaf de vijfde inwijding verkrijgt men beheersing op alle ‘niveaus’ en bevrijdt het de ingewijde van de noodzaak tot verdere incarnatie op deze planeet. Elk stadium van inwijding verschaft de mens een dieper inzicht in de betekenis en het doel van ‘Gods plan’ en een toenemend vermogen om bewust mee te willen werken aan de vervulling van dit ‘plan’. Overigens is in het voorgaande verhaal over de ‘kosmische stralen’, al uitvoerig verteld over de invloed die deze ‘stralen’ hebben op zowel het fysieke lichaam als de geestelijke lichamen van de mens. Maar elke inwijding brengt ook een directe verbinding tot stand tussen de ingewijde en de straal die de persoon in kwestie beïnvloedt, waardoor de ingewijde het vermogen krijgt, de energie van die straal te beheersen en in het leven toe te kunnen passen.. Het volgende overzicht beschrijft in chronologische volgorde de zeven inwijdingen met de bijbehorende stralen:
De 1 ste planetaire inwijding.
Deze straal is verbonden met straal nr. 7, de straal van ‘orde, magie en vrijheid’.
Deze inwijding wordt genomen nadat beheersing is ontstaan over het fysieke lichaam met al zijn begeerten. Of te wel als de drang naar ‘begeerte’ en het zich uitsluitend ‘fysiek’ willen manifesteren, ‘beheerst’ gaat worden en er een ‘spiritueel’ bewustzijn’ ontstaat. Deze inwijding betreft beheersing over het 'etherisch lichaam' in de Aura en over de energie waaruit dit lichaam bestaat. In dit stadium onderkent de ingewijde het bestaan van iets dat verder reikt dan het ‘zichtbare, emotionele en mentale’ zelf. Deze inwijding kenmerkt zich door het begin van een nieuwe levenswijze, bestaande uit een andere manier van denken en van een bewustere manier van 'waarneming' in de fysieke wereld.
De 2 de planetaire inwijding.
Deze straal is verbonden met straal nr 6, de straal van ‘idealisme en devotie’.
Deze inwijding betreft beheersing over het ‘etherisch emotionele’ lichaam in de Aura, ofwel de beheersing over de ‘elementale energie’ waaruit dit ‘geesteslichaam’ is opgebouwd. Anders gezegd, er ontstaat ‘geestelijk evenwicht’ met gaandeweg de beheersing over de eigen emoties en gevoelens. Op dit niveau staat men zelfverzekerder in het leven en straalt men veel zelfvertrouwen uit naar de mede mens.
De 3 de planetaire inwijding.
Deze straal is verbonden met straal nr. 5, de straal van ‘wetenschap of kennis’.
Dit betreft de eerste ‘zieleninwijding’, ook wel de ‘transfiguratie’ genoemd. Deze inwijding toont beheersing over het ‘etherisch mentale lichaam’ in de Aura en de ‘energie’ waaruit dit lichaam bestaat, waarbij voor het eerst contact ontstaat met de ‘Godsvonk’ en er een begin ontstaat van ‘éénlijnigheid’ door alle ‘geesteslichamen’ heen. In de persoon zelf openbaart zich voor het eerst de ‘Wil’ tot ‘dienstbaarheid’ aan ‘mens en wereld’.
De 4 de planetaire inwijding.
Deze straal is verbonden met straal nr. 4, de straal van ‘harmonie of schoonheid’.
Betreft de ‘grote verzaking’, waarbij alles wat met het ‘aardse’ te maken had volstrekt onbelangrijk gevonden wordt en het hoger ‘geestelijk leven’ centraal komt te staan.
Het 'geestelijk belang' komt uiteindelijk voor al het persoonlijk belang in de plaats. Deze inwijding betreft volledige beheersing over al de vier energetische lichamen op het 'Zielsniveau' in de Aura met alle overeenkomstige energieën. Bij deze inwijding wordt het ‘zielelichaam’ afgelegd en gaat de persoon ‘mentaal’ verder. De ingewijde is dan een ‘zielendoordrenkte’ persoonlijkheid en staat vanaf nu in direct contact met zijn eigen Godsvonk, de ‘Monade’. Liefde en onbaatzuchtigheid kenmerkt hoofdzakelijk het karakter van deze ‘ingewijde’, waarbij uitsluitend de ‘Wil’ om te dienen nog voornamelijk de basis wordt van al zijn handelingen.
De 5 de planetaire inwijding.
Deze straal is verbonden met straal nr. 1, de straal van ‘wil of macht’.
Bij de vijfde inwijding is de ingewijde voorgoed bevrijd van de aantrekkingskracht van de ‘stof’ en wordt de ingewijde een geestelijke ‘Meester’.
Het evolutionaire doel is dan bereikt en de ‘Meester’ heeft zijn levenservaring op deze planeet beëindigd. Het stelt de ingewijde in staat een nieuwe visie van ‘werkelijkheid’ te verkrijgen, een ‘werkelijkheid’ die achter elke tot dan toe gevoelde en gekende werkelijkheid ligt. Zijn keuze om al dan niet op deze aarde te verblijven, om namens de ‘Albron’ de mensheid voor een speciaal doel nog te willen dienen is dan aan hem alleen.
De 6 de kosmische inwijding.
Deze straal is verbonden met straal nr.3, de straal van ‘werkzame intelligentie’.
Bij de zesde inwijding maakt de geestelijke ‘Meester’ een keuze voor zijn verdere evolutie, op grond van zijn intuïtief begrepen bestemming. Hij zoekt het pad dat voor hem bestemd is om een kosmische ‘Gezalfde’ te worden, dit ter voorbereiding tot de ware inwijding der ‘verrijzenis’, wat de zevende inwijding inhoudt.
De 7 de kosmische inwijding.
Deze straal is verbonden met straal nr. 2, de straal van ‘liefde – wijsheid’.
Bij de zevende inwijding vindt de ‘opstanding’ plaats en bevindt de geestelijke 'Meester’ zich boven alle gebieden van het ‘planetaire’ leven. De geestelijke 'Meester’ heeft dan de ‘verrijzenis’ ondergaan en is dan een ware opgestane ‘Meester’, in dienst van de goddelijke ‘Albron’. De 'Geestelijke Meester' beschikt dan over alle eigenschappen en hoedanigheden van ‘liefde – wijsheid’, die ons zonnestelsel tot uitdrukking dient te brengen.
Nawoord over de zeven inwijdingsgraden.
Al eerder is gesteld dat alles inclusief de mens uit ‘energie’ bestaat en alles aan ‘trillingsfrequentie’ onderhevig is. Ook een ‘inwijding’ bestaat uit een hogere vorm van ‘trilling’, wat in de uitstraling van de mens tot uitdrukking komt. Indien iemand in positieve zin een speciale ‘uitstraling’ heeft, wat door anderen duidelijk waargenomen wordt, dan is dat een teken dat de persoon in kwestie met een bepaalde graad van ‘inwijding’ in het leven staat. Zoals gezegd, is het leven zelf het terrein waar het ‘proces’ van inwijding zich manifesteert. Het zijn de ervaringen en de beproevingen in het dagelijks leven, die aan het proces ten grondslag liggen. De ‘uitstraling’ van een persoon zelf zal in ‘trilling’ telkens hoger, krachtiger en duidelijker merkbaarder worden, naarmate de persoon in kwestie vaker zal zijn ‘ingewijd’. Elke inwijding leidt uiteindelijk tot meer ‘bewustwording’ en inzicht in het leven. Ook leidt het er vaker toe dat men bepaalde situaties eerder ‘doorheeft’ en intuïtief de achterliggende gedachten aanvoelt en begrijpt. Ook in ‘groepsverband’ ondergaat men ongemerkt bepaalde ‘inwijdingsgraden’, hetgeen men weer ‘uitstraalt’ naar andere groeperingen. Op deze wijze verkeert iedereen op het ‘pad van inwijding’ en is uiteindelijk een ieder op weg naar geestelijke ‘verlichting’.
Het leven zelf is het terrein waar het 'proces' van inwijding plaats vindt.
Elke inwijding staat ook in verbinding met de 'kosmische straal', die de persoon in kwestie beinvloedt. Zodat de ingewijde het vermogen krijgt, de energie van de straal te beheersen en in het leven toe te kunnen passen. Zowel de inwijdingsgraad als de 'straal' komen in iemands karakter en 'uitstraling' nader tot uitdrukking, hetgeen door anderen duidelijk te merken zal zijn. Elke inwijding leidt uiteindelijk weer tot meer 'bewustwording en inzicht' in het leven.
Elke inwijding staat ook in verbinding met de 'kosmische straal', die de persoon in kwestie beinvloedt. Zodat de ingewijde het vermogen krijgt, de energie van de straal te beheersen en in het leven toe te kunnen passen. Zowel de inwijdingsgraad als de 'straal' komen in iemands karakter en 'uitstraling' nader tot uitdrukking, hetgeen door anderen duidelijk te merken zal zijn. Elke inwijding leidt uiteindelijk weer tot meer 'bewustwording en inzicht' in het leven.
Inspiratie: Par Lanto; literatuur Benjamin Creme; literatuur Alice A. Bailey; Internet
Geen opmerkingen:
Een reactie posten