Algemeen.
Jezus gaf
ons zijn diepste inzichten in het ‘godsbewustzijn’ als hij over zichzelf sprak.
Zelfs na tweeduizend jaar kunnen we het ontzag en ongeloof nog voelen dat hij
opriep. De ‘Zoon van God’ was gewoon van ‘vlees en bloed’, maar degenen die
afgestemd waren op ‘hogere’ zaken konden zijn ware wezen zien. Voor ieder ander
was hij een mogelijke ‘bedrieger of een gevaar’, vooral voor degenen met geld,
macht en invloed. Zijn ‘zaak’ is nog steeds niet opgelost. Sommigen blijven betwijfelen
of Jezus inderdaad de lang verwachte Messias was. En gelovige Christenen
blijven twijfels houden, of Jezus door zijn voorbeeld werkelijk de mensen van hun
‘zonden’ heeft verlost, zoals hij verkondigde. Noch de positieve en noch de
negatieve beelden geven het echte ‘wezen’ van Jezus weer, de volmaakte ‘Eenheid
met God’. In wezen blijft Jezus een mysterie. Zijn essentie was dan ook dat hij
de mensen duidelijk wilde maken, dat de mens in wezen een ‘mystiek’ wezen is. Als we kijken naar de belangrijkste zaken die
Jezus over zichzelf zei, dan krijgt men een ander beeld van hem, dan de Messias
die tegelijkertijd zowel de ‘zonden’ van de mensen op zich kon nemen, als de
Romeinen kon verslaan. De mystieke Jezus beschreef tegelijkertijd zowel zijn
eigen wezen, als het wezen van de mens in het algemeen. De essentie is daarvan
de ‘Vonk van God’ ofwel de Ziel in een ieder van ons, een Ziel die nooit
afgescheiden is van de goddelijke ‘Alziel’. Door zichzelf te beschrijven,
beschreef Jezus het ware wezen van de mens. Wat hij was kon de mens zelf ook
bereiken. Jezus zei: Ik vertegenwoordig ‘de Geest’, u bent van beneden en ik
van boven. U hoort bij deze wereld, ik bij de wereld daarboven. Jezus bevestigde
hiermee, dat zijn wezen ‘spiritueel’ was en dat hij daarom voor de gewone
mensen op dat moment niet te begrijpen was. Hij zei in feite hiermee, dat het
‘hogere bewustzijn’ niet zonder meer met het ‘lagere bewustzijn’ kan
communiceren. Er zit een ‘kloof’ (Antahkarana) tussen deze twee
bewustzijnslagen, die geleidelijk overbrugd moet worden. Maar wat Jezus
vertegenwoordigde en ook kon bewerkstelligen, kan op de lange duur ook door elk
mens bereikt worden, vanwege de ‘Goddelijke vonk’ die aan elk menselijk wezen ten
grondslag ligt.
Jezus
volgens de esoterie.
Een
interviewer vroeg ooit eens aan Albert Einstein of hij in zijn denken ook
weleens beïnvloed was door het Christendom. Einstein antwoordde toen: ‘Ik ben
weliswaar Joods, maar ik ben wel in de ban van die lichtende figuur uit Nazareth’.
Duidelijk verrast, vroeg de journalist of Einstein ook geloofde dat Jezus echt
bestaan had. De grote wetenschapper antwoordde: ‘Zonder enige twijfel. Niemand
kan de evangeliën lezen zonder de waarachtige aanwezigheid van Jezus te voelen.
Zijn persoonlijkheid klopt in ieder woord. Geen mythe kan zo vol leven zijn’. Aldus
Albert Einstein. Men weet allemaal dat de Bijbel niet door Jezus zelf
geschreven is en dat de evangeliën achteraf zijn samengesteld. Het verhaal van
Jezus afdoen als een mogelijk verzinsel heeft even weinig waarheidsgehalte, als
het hele verhaal ‘woord voor woord’ voor absolute waarheid aan te nemen. Op het
eenvoudigste niveau is het gemakkelijker om aan te nemen, dat Jezus heeft
bestaan dan dat hij niet bestaan zou hebben. Want het idee dat een religie zich
zo snel kan verspreiden rond een ‘sprookje of een verzinsel’ en dan nog in
toenemende mate twee duizend jaar lang, is hoogst onwaarschijnlijk. Als Jezus
een verzinsel was geweest, dan waren zijn ‘geschiedschrijvers’ diep spiritueel
geweest. Dan waren zij ‘aangeraakt’ door het aller hoogste niveau van
‘verlichting’ en is het vanuit die optiek waarschijnlijker dat de wijsheid van
een levende ‘Meester’ kwam, dan van een groep evangelieschrijvers die opeens
allen tegelijk zeer ‘verlicht’ werden. Derhalve staat het esoterisch ook onomstotelijk
vast, dat Jezus daadwerkelijk heeft bestaan en op ongeveer 33 jarige leeftijd aan
het kruis is gestorven. Evenzo dienen de twee voorgaande evangelieverhalen over
de ‘Jeugd van Jezus en het Evangelie van Issa’ om soortgelijke redenen serieus
genomen te worden, ondanks het feit dat zij beiden onder de noemer van
‘apocrief’ zijn gesteld. Het Jacobus evangelie over de eerste 12 jaren van
Jezus, is in 1843 aan Jakob Lorber rechtstreeks via de ‘innerlijke stem’
gedicteerd geweest. Een stem die voor hem hoorbaar was, maar voor anderen niet
en vanuit het niets hem vier en twintig jaar lang het ene evangelie na het
andere evangelie dicteerde. Voor die tijd was de veertig jarige dirigent en
musicus uit Oostenrijk nooit met spiritualiteit in aanraking geweest. Van het
een op het andere moment werd de musicus plotseling een ‘horend medium’ en
kreeg hij van de ‘Christus’, nooit opgetekende evangeliën gedicteerd.
Evangeliën die theologisch zo gevoelig lagen, dat zij pas honderd jaar later
geschikt waren om uitgegeven te worden. Hetzelfde geldt voor het ‘Evangelie van
Issa’ dat in 1887 in een klooster in Ladakh, op de grens van India en Tibet
ontdekt werd door de Russische onderzoeker Nicolas Notovich. Maar pas veel
later gepubliceerd kon worden en tot op heden tezamen met de evangeliën van
Jakob Lorber nog steeds geen erkenning heeft gekregen.
De
manifestatie van Jezus.
Zoals gezegd
kan men esoterisch gezien met zekerheid stellen, dat Jezus op aarde als mens
heeft geëxisteerd. Men kan ook met zekerheid stellen dat Jezus, de ‘Christus’
is geworden bij de doop door onderdompeling in de Jordaan. En dat Jezus als
‘prediker en als heelmeester’ heeft geëxisteerd en ter dood veroordeeld werd
door kruisiging op de berg van Golgotha. Jezus de Christus is nu opgenomen in
de Geestelijke Hiërarchie van de ‘Witte Broederschap’. Als zevende graads
ingewijde zorgt hij tezamen met de Engelen voor de instandhouding van de
Geestelijke Werelden. Zoals eerder vermeld op deze blog, bestaan de Geestelijke
Werelden uit de zeven ‘Sferen van Licht’ van Jozef Rulof. Precies zoals Jezus
dat ‘metaforisch’ bedoelde en ook predikte tijdens zijn leven op Aarde, betreft
dit in geestelijke zin het ‘Koninkrijk der Hemelen’. Hij begeleidt vanuit zijn
hoedanigheid, zowel in de Geestelijke Wereld als op Aarde, de mensen in hun
‘kosmische stralen’ en in hun geestelijke ontwikkeling op de weg naar ‘verlichting’.
Jezus was in zijn tijd één van de predikers, die om de zoveel tijd op Aarde
incarneren om de mensheid te onderwijzen en in hun ontwikkeling bij te staan. Hij
was begiftigd met grote krachten en mogelijkheden in ‘woord en heling’, zijn
geneeskracht was enorm. Jezus geboren in de gemeenschap van Essenen had in
eerste instantie zijn leringen uit deze gemeenschap ontvangen. Zoals te lezen
in het voorgaande ‘Evangelie van Issa’, heeft Jezus later zijn leringen
ontvangen van grote leermeesters in India en in Tibet en van kosmische
‘inspirators’. Deze krachten en deze leermeesters hebben Jezus gevormd vanuit
zijn karmische hoedanigheid tot de ‘hoog ingewijde van de Essenen, de hoog
ingewijde van de Boeddhisten en de hoog ingewijde van de Joden’. Hij was de
kracht die dit alles verbond en waar men van daaruit de religie kon creëren,
die eigenlijk geen religie had mogen worden. Zijn verblijf in India en Tibet
heeft Jezus gemaakt tot de grote leermeester die hij later is geworden. Hij is
in staat geweest de verschillende energieën in de culturen waar hij contact mee
heeft gehad, op te nemen en op deze wijze door te geven aan de verschillende
culturen, die werkzaam waren binnen het Joodse volk en evenzeer fundamenten te
leveren aan het monotheïsme in het latere Romeinse rijk. En zo ligt in essentie
het ‘Boeddhisme, het Hindoeïsme en de leer der Essenen’ ten grondslag aan het
latere Christendom. Hetgeen natuurlijk door de Christelijke kerken nooit erkend
zal worden, ofschoon het Vaticaan wel beter weet maar dit waarschijnlijk nooit
toe zal geven.
Jezus vond
zichzelf niet belangrijk.
Maar in
ieder tijdperk komen grote ‘zieners’ naar de aarde om de mensheid te inspireren
en om een boodschap te brengen. En bij Jezus was de boodschap dat hij de
mensheid inzicht gaf in de God van Liefde. Hij bracht in die tijd een God van
‘Liefde, vergeving, van inzicht, waarheid en van trouw’. De toornige,
wraakzuchtige God der Joden, de straffende God was niet meer. Doch de boodschap
werd door verscheidenen niet in dank afgenomen en kostte uiteindelijk zijn
leven. Maar zijn boodschap had toch zoveel impact dat de mensheid tweeduizend
jaar later er toch door veranderd is, de mensheid kon zich transformeren naar
het nieuwe tijdperk, zoals destijds voorzegd en voorzien was. En daarom ging
het bij Jezus ook om de boodschap, hij vond zichzelf niet belangrijk. Jezus was
in staat om door zijn boodschap de harten van de mensen te raken, de logica van
het ‘woord’ was groot in die tijd. Alles draaide in die tijd om het ‘woord’,
media bestond toen nog niet en gelezen werd er nauwelijks. Jezus sprak de
mensen aan, hij sprak in een taal die zij begrepen en juist dat was belangrijk.
Hij zei: ‘Na mij zullen er velen komen die beter werk doen dan ik, die meer
bereiken en zelfs meer kunnen’. Daarom ging het hem uiteindelijk ook om de
boodschap en niet om hem. Maar helaas werd zijn boodschap destijds niet door iedereen
op de juiste manier begrepen, waardoor er bijvoorbeeld ook een verkeerde
interpretatie over de ‘zonden’ van de mensheid is ontstaan. Zo zegt het
Christelijk dogma dat Jezus voor onze ‘zonden’ is gestorven. Doch dat een
wereldleraar of welk persoon dan ook het ‘levenskarma’, ofwel de ‘zonden of
verantwoordelijkheden’ van een ander over zou kunnen nemen is totaal
onmogelijk. De mens is en blijft hoe dan ook altijd verantwoordelijk voor zijn
eigen daden. Ook al had Jezus de ‘zonden’ van al de mensen op zich willen
nemen, het feit blijft dat dat niet kan en dat de ‘zonden’ nog steeds door de
mens zelf gedragen moet worden. Met de kennis die Jezus in het Oosten had
opgedaan, wist Jezus ook dat op grond van het ‘karma’, elk menselijk individu
verantwoordelijk blijft voor zijn eigen daden. En wist hij dat hij door zijn
dood en zijn lijden de mensheid niet van hun ‘zonden’ kon verlossen. De Bijbel
dient men dan ook in de context te zien van het moment waarop deze tot stand is
gekomen. Dat houdt in dat de mensen, toen hun grote ‘Leermeester’ werd gedood
en niet meer waar kon maken wat hijzelf had aangegeven, op dat moment alle hoop
verloren hadden. Om dan toch een aanvaardbaar verhaal voor de volgelingen en de
toekomstige volgelingen te hebben, moest men noodgedwongen de hoop op de
mogelijkheden voor ‘verlossing’ door de Messias in de toekomst plaatsen. Wel
bood Jezus door zijn dood de mens de hoop op een verder leven na de dood en op
de mogelijkheid, in zijn ‘Koninkrijk der Hemelen’ opgenomen te worden. Zodat de
‘ziel’ kan rusten op de hemelse hiërarchieën, de gebieden boven dat van het
Aardse vlak en dat de geest kan terugkeren buiten het lichaam naar de ‘bron’,
waar men ooit vandaan is gekomen. Mogelijk heeft men deze hoop die Jezus bood,
ook mede als mogelijke ‘verlossing’ van de zonden geïnterpreteerd, maar dat
bedoelde hij dus duidelijk anders.
De
kruisiging.
Wat de
kruisiging van Jezus betreft, betekende de kruisiging voor Jezus de beëindiging
van zijn ‘Christus- zijn’. De boodschap die hij kon brengen door zijn ‘Christus-zijn’
kon in die toenmalige samenleving, die onder het zware juk van de Romeinen
vreselijk te lijden had, slechts van
korte duur zijn. Vandaar dat hij slechts weinige jaren de Christus was. Hij kon
slechts korte tijd de Christus zijn, om zijn boodschap van ‘Liefde en vergeving’
uit te dragen en de mensheid hoop op de toekomst te geven en het nieuwe ‘Licht’
te brengen. De mens Jezus was enkel het wezen waardoor dit mogelijk was, door
de vele inwijdingen die hij met name in het Oosten heeft ondergaan. Alsook
heeft aangenomen in de verschillende culturen en landen vanuit het Boeddhisme,
het Hindoeïsme en via de Essenen. Door deze hoge inwijdingen kon hij in feite
het Christuslicht, de ‘verlichting’ uitdragen. En zoals het destijds al door de
profeten was voorzegd, zou het slechts van korte duur zijn en moest door een
zwaar lichamelijk lijden, de Christusenergie het lichaam weer verlaten. Daardoor
kon de mens Jezus in feite verder als een ‘verlichte’, maar niet als de
Christus (de Gezalfde). De mens Jezus was een Geestelijke Meester geworden en
de Christusenergie was weer in het ‘Vaderhuis’, zoals de bedoeling was. Dit
alles na slechts korte tijd de Aarde ofwel de toenmalige wereld, van een groot
‘Licht’ te hebben voorzien. Dat deze Christusenergie ook door iedereen
ontwikkeld kan worden, was in feite de boodschap die de Meester Jezus tot voor
de kruisiging heeft gegeven en heeft laten zien. En ook na de kruisiging korte
tijd verder heeft uitgedragen. Jezus had (op een hoger geestelijk niveau) zelf
voor deze kruisiging gekozen, het is niet een ongeluk dat hem overkwam, maar
had zoals eerder gezegd een bedoeling. De rol die de Joodse gemeenschap en de
Romeinen hierin hebben gespeeld en moesten spelen, is afkomstig vanuit een oud
‘wereldkarma’ dat toen reeds bestond. En dat zich recent in de laatste
wereldoorlog uit heeft kunnen werken. Wat de dood van Jezus betreft, is Jezus
onmiddellijk na de kruisiging gestorven en overgegaan naar het ‘kosmische
beginsel’ van waaruit hij voortkwam. De stelling dat Jezus als mens na de
kruisiging nog ‘geleefd’ zou hebben en leringen verkondigd zou hebben is niet
juist. De hogere dimensie van Jezus in de vorm van zijn fijnstoffelijk omhulsel
(ziel), heeft zich nog enige tijd om de aarde bewogen en ook gemanifesteerd om
de mens te laten zien en te overtuigen, dat het leven na de dood wel degelijk
doorgaat. Zoals eerder gezegd is zijn ‘Heilige Geest’ (Christusenergie) direct
na het stoffelijk heengaan opgenomen in de kosmos ofwel in het ‘Vaderhuis).
De
zonsverduistering.
Direct na de
dood van Jezus aan het kruis traden er klimatologische veranderingen op, zoals
een zonsverduistering, aardschokken en onweer. De boodschap van de
zonsverduistering op dat moment met de daarbij behorende klimatologische
veranderingen, die ook daadwerkelijk hebben plaatsgevonden, waren een teken
voor de ingewijden van toen. Het was een teken, dat op het juiste moment, op de
juiste wijze de mogelijkheid plaatsvond tot het overgaan van een groot Meester.
En van een kosmische mogelijkheid om de groep van Essenen waar Jezus
toebehoorde, de ingewijden, op kosmische wijze te begeleiden. Zoals eerder
gezegd was het ook zeker zo dat Jezus moest sterven aan het kruis. Dit was in
het geheel en in het ‘karma’ van de mens Jezus opgenomen. Zogezegd
onontkoombaar. Jezus moest dit doorleven en dat was reeds bij de ingewijden
bekend. Ook de opname van de ingewijde mens naar de ingewijde geest moest
plaatsvinden op een bijzonder moment. Dat moment was de constellatie van de
zonsverduistering tussen de aarde, de maan en de zon. De nieuwe energie die
telkens terugkeert en waar de ingewijden van op de hoogte waren. Deze nieuwe
mogelijkheid is het bewijs van de kennis, die de ingewijden hadden. In die zin
is de kruisiging een bevestiging geweest voor de Esseense gemeenschap en de
ingewijden daarin. Zodat Jezus de Christus op waarlijke wijze heeft kunnen
overgaan naar de kosmische dimensie van waaruit hij voortkwam. Dit bood
tegelijkertijd de mogelijkheid voor de Esseense gemeenschap om contact te
onderhouden, met de daarna optredende manifestatie van Jezus na diens
stoffelijke dood. Zijn geestelijke verbinding was een verbinding die de
Esseense gemeenschap waardevoller vond dan zijn stoffelijker verbinding. Ofschoon
men natuurlijk zijn dood betreurde en er ook om rouwden, maar als ‘ingewijden’
waren zij op de hoogte van het feit dat dit karmisch moest gebeuren en in de ‘tijd’
was vastgelegd. De Essenen waren ‘gnostici’, die vanuit hun weten en vanuit hun
achtergrond, een verbinding onderhielden met de ‘mysteriescholen’ over de
gehele aarde. Deels gebeurde dat op de wijze zoals dat tegenwoordig bekend
staat als ‘channeling’. Zij waren een deel van zo velen en hebben zich enigszins
aan kunnen passen aan de wereld waarin zij toen leefden. Zij brachten Jezus de
Christus voort en evenzo vele andere ‘meesters’ op verschillende tijden en op
verschillende plaatsen, die in feite geen enkele religie aanhingen behalve een
wereldreligie. In die zin zijn alle gnostische boodschappen in de loop van de
tijd doorgegeven aan verschillende groeperingen en zijn alle ‘heilige’ werken
in feite één.
Inspiratie: Par Lanto, Deepak Chopra
Inspiratie: Par Lanto, Deepak Chopra
Geen opmerkingen:
Een reactie posten